Triomfbogen zijn monumenten, die in talrijke
steden werden gebouwd om overwinningen te gedenken. “Jullie zullen naar huis
terugkeren door triomfbogen”, beloofde Napoleon zijn mannen na zijn grootste
overwinning, de Slag bij Austerlitz in 1805. Tussen 1806 en 1808 krijgt als
eerste de Arc de Triomphe du Carrousel,
aan de voorzijde van het in 1871 gesloopte château des Tuilleries, gestalte. In
die tijd, Napoleon had een voorliefde voor de Romeinse Oudheid, werden drie
Romeinse triomfbogen als ideaal beschouwd: die van Titus, Septimus Severus en
die van Constatijn. De mooie zuilen van roze marmer zijn een ode aan de
veldslagen van 1805. De paarden zijn inmiddels kopieën van het originele
vierspan, dat Napoleon jatte van het San Marcoplein in Venetië. Overigens
hadden de Venetianen deze paarden weer gestolen in Istanbul. Het was Lodewijk
de XVIII die de paarden weer teruggaf aan de Venetianen, maar dat terzijde.
Arc de Triomphe du Carrousel
Op 18 februari 1806 verordent Napoleon I de
bouw van weer een triomfboog, ter ere van de militairen van het Grote Leger van
de Revolutie en het Keizerrijk. Dit monument moest Parijs domineren en de
architecten Chalgrin en Raymond volgen het voorbeeld van de Romeinse triomfboog
van Titus: één enkele boog met zuilen. Het uiterlijk en de bestemming van de Arc de Triomphe, die geleidelijk tussen
1806 en 1836 gestalte kreeg, wordt niet minder dan zes maal grondig gewijzigd. Allereerst
zorgde de bouw van de 50
meter hoge triomfboog voor de nodige problemen. Voor de
stabilisatie van het 45
meter brede gebouw in de weke grond waren funderingen
nodig van meer dan 8 meter
diep. Het totaalgewicht van het monument, gebouwd uit steen uit de groeven van
Château Landon, is ongeveer 100.000 ton. Het definitieve plan van de architect
wordt pas in 1809 goedgekeurd. De beelden aan de zijden van de Champs Élysées
en de avenue de la Grande
Armee worden pas besteld in 1833 door de toenmalige Minister
van Binnenlandse Zaken: Adolphe Thiers. De beeldhouwwerken worden gemaakt door
een twintigtal jonge talenten en beroemde meesters waaronder François Rude.
Jean Pierre Cortot en Antoine Etex.
Detail van 'La Marseilllaise' van François Rude
Aan de kant van de Champs Élysées, aan de
rechterkant, ‘ La
Marseillaise’, het zinnebeeld der vrijheid gemaakt door Rude.
Op de linkerpilaar een afbeelding van Napoleon als keizer met lauwerkrans, van
de hand van Cortot. De beelden, voorstellende het Verzet en de Vrede, zijn te
zien op de linker- en rechterpilaar aan de zijde van de avenue de la Grande Armee. De lijst met namen verwijzen naar beslissende
veldslagen en generaals uit de oorlogen die Frankrijk tijdens de Revolutie en
onder het Keizerrijk heeft gevoerd. De inscripties werden pas in 1836
aangebracht door Koning Lodewijk Filips, uit respect voor Napoleon I. In totaal
zijn 660 namen van personen en 174 namen van veldslagen aangebracht.
In 1853 belast Baron George Haussmann de
architect Jacques Ignace Hittorff met de herinrichting van de place de
l’Étoile, Omliggende gebouwen worden afgebroken om ruimte te maken voor nieuwe
avenues. De 12 avenues worden vernoemd naar veldslagen en personen die verband
houden met de militaire Franse geschiedenis. Hittorff ontwerpt ook de gevels
van de 12 statige gebouwen aan de hoeken van de avenues. Zo staat de Arc de
Triomphe centraal en loodrecht op de hoofdas, die Parijs van oost naar west
doorkruist en de verbindtenis vormt met de Arc de Triomphe du Carrousel bij het
Paleis van het Louvre, de obelisk op de place de la Concorde, gevolgd door de
avenue de la Grande Armee.
Place de l’Étoile nu place Charles de Gaulle: Photo courtesy of Evan Gray
Het idee één enkele soldaat te eren, als
symbool voor allen die voor het vaderland zijn gevallen wordt geboren in 1916,
tijdens de Eerste Wereldoorlog. Het duurt nog tot 1921 voordat ‘De Onbekende
Soldaat’ onder de boog wordt begraven. Postuum en in aanwezigheid van de Britse
Eerste Minister, de maarschalken en de volledige Franse regering ontvangt ‘De
Onbekende Soldaat’ de orde van het Légion d’Honneur, in 1802 door Napoleon
Bonaparte ingesteld. De Eeuwige Vlam wordt op 11 november 1923 ontstoken door
André Maginot, Minister van Oorlog en is sinds die dag altijd blijven branden.
Het monumentale bouwwerk is sinds zijn voltooiing het beginpunt van parades,
staatsbegrafenissen en overwinningsfeesten, zoals in 1840 voor de lijkstoet van
Napoleon, in 1895 voor Victor Hugo, de overwinningsparade van 1919 en de
bevrijding van Parijs door Charles de Gaulle in 1944. Vier jaar eerder had
Hitler dit ook gedaan, maar vroeg op de morgen in een praktisch verlaten
Parijs.
284 treden voeren naar een spectaculair uitzicht over de hoofdas van Parijs
In de Arc de Triomphe is ook een museum
gevestigd. Je vindt er prenten en foto’ s van de grote momenten in de
geschiedenis van het monument. Niet bijzonder spectaculair, maar dat wordt
ruimschoots gecompenseerd door het spectaculaire uitzicht vanaf het terras op de
mooiste monumenten van de Franse hoofdstad, na het beklimmen van 284 treden.
Porte Saint-Denis
Parijs kent nog twee andere bijzondere triomfbogen
annex poorten die toegang geven tot twee oude verbindingswegen waarvan zij de
naam dragen. De Porte Saint Denis vol met beelden van François Girardon, ook hier om
de grote overwinningen te vieren van des Konings legers. En verder de Porte Saint Martin. Hij gedenkt de
overwinning op de Driebond van Nederland, Duitsland en Spanje. Beide
triomfbogen liggen op loopafstand van elkaar in het 10e
arrondissement vlakbij het prachtige art-deco restaurant Brasserie Julien.
De ‘ Poort naar de Wereld’ of La Grande Arche de la Défense
Groot, groter, grootst is natuurlijk het 110 meter hoge bouwwerk van
de Deense architect Otto von Spreckelsen, als onderdeel van de Grands Traveaux,
op initiatief van de inmiddels overleden François Mitterrand. De reusachtige
betonnen boog van 300.000 ton, in het hart van La Défense en helemaal
vervaardigd van glas en wit Carara marmer: De ‘ Poort naar de Wereld’ of La
Grande Arche,
geopend in 1989 ter ere van 200 jaar Franse Revolutie. Met die constructie
zorgde de Republiek voor een finaal hoogtepunt van de koninklijke en keizerlijke
werkzaamheden van de voorbije eeuwen. Dit alles voor Koning, Keizer en
Vaderland.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten