Het doet mij een genoegen wederom een
gastblog te mogen plaatsen van een Parijskenner bij uitstek. Een artikel uit 'De
Standaard', geschreven door de Nederlandse journalist Frank Renout. Sinds 2004 is hij woonachtig in Frankrijk en werkt hij
als correspondent voor diverse kranten en omroepen in Nederland en België. Voor
Nederland schrijft hij onder andere voor het Algemeen Dagblad, Vrij Nederland
en levert diverse bijdragen aan programma's van de NOS en de Wereldomroep. In
België schrijft hij voor De Standaard en de VRT. Tevens is hij de auteur van
het boek 'Super Sarko' over de
vorige Franse President Nicolas Sarkozy.
Ah, Parijs. Zijn kathedraal, zijn
pleinen, zijn gevels, zijn musea. Maar ook: zijn bruggen, zijn parken, zijn
kamers en stiekeme hoekjes om elkaar diep in de ogen te kijken en 'je t'aime'
te fluisteren, te smachten en de lippen op elkaar te drukken. Parijs smeekt om
een kus. En op deze plekken kan dat het best.
Parijs smeekt om een kus volgens de Nederlandse journalist Frank Renout
1.
Poézie
Om halfelf 's avonds lopen Blaise
Rosnay en zijn moeder Marcelle langs de houten tafeltjes en zetten ze overal
een kaarsje neer. Dan gaat het licht uit. De bezoekers zitten muisstil, met
alleen een glaasje wijn voor zich. Slechts een lamp staat op de bar gericht.
Marcelle (80) gaat in het licht staan en verheft haar stem. Ze draagt 'Hommes'
voor, van de Parijse dichter Robert Desnos. Daarna volgt
'Ne vous mariez pas les filles' van Boris Vian. 'En wie volgt?' roept Blaise de zaal in. Een jongen met
zwart haar, een mutsje en een baard staat op, gaat in het licht staan en draagt
ook een gedicht voor. Daarna volgt een studente met blond haar en felrood
gestifte lippen, die uit haar hoofd Paul Verlaine voordraagt. Wanneer wordt
gedeclameerd, zijn alle gasten stil. Na elk gedicht klinkt applaus. Le Club des Poètes (rue de Bourgogne
30) opent driemaal per week de deuren. Het café-restaurant was in 1961 een
initiatief van Jean-Pierre Rosnay, uitgever en dichter. Nu, vijftig jaar later,
houden zijn weduwe en zoon diens nagedachtenis in ere. Je kunt hier een
eenvoudige maaltijd eten, een glas drinken, maar vooral naar poëzie luisteren.
Iedereen in het kleine, rommelige zaaltje mag meedoen, in welke taal dan ook.
Er is maar één voorwaarde: je moet het gedicht uit je hoofd kennen. Waar anders
dan in Parijs vind je tere zielen die gedichten voordragen en ernaar luisteren?
De stad is dè plek waar liefde, poëzie, schoonheid en schone kunsten hand in
hand gaan.
Parijs is dè plek waar liefde, poëzie, schoonheid en schone kunsten hand in hand gaan.
Hôtel de Soubise aan de rue des Francs Bourgeois 60, is een ander voorbeeld. In het stadspaleis werden in de 17de eeuw Koninklijke feesten gegeven met optredens van zangers en muzikanten. Die traditie is in ere hersteld. Op zaterdag mag het publiek binnen om getuige te zijn van jonge klassieke muzikanten die optreden tussen pilaren, zuilen, kroonluchters en ornamenten.
Voor wie liever naar buiten wil: op de Place des Vosges in de Marais is elke zondagmiddag een klein klassiek orkest te bewonderen, dat er speelt onder de kruisbogen. De stilte is dan weer juist een verademing op de Place Furstenberg, een minuscule romantische idylle midden in Parijs, niet ver van de Notre Dame. Is het toeval dat hier het museum staat van Eugène Delacroix, de verpersoonlijking bij uitstek van de romantiek in de schilderkunst?
2. De kus
Hij strekt zijn arm uit naar de grendel van de deur, zijn andere arm stevig om het middel van de vrouw geklemd. Zij lijkt licht weerstand te bieden en duwt zijn gezicht weg. Een stoel is omgevallen, het beddengoed ligt er verfomfaaid bij. Liefde, passie en verleiding zijn vervlochten in het doek 'Le Verrou' van de 18de-eeuwse schilder Jean-Honoré Fragonard, dat in het Louvre hangt. De Bijbelse appel op de tafel verraadt het allemaal. Neem hier, in het museum, je geliefde in je armen. Sluit je ogen, druk zachtjes je lippen op die van hem of haar en waan je even in die slaapkamer van Fragonard.
Parijs is de Hoofdstad van de Kus, sinds Robert Doisneau er in 1950 bij het stadhuis zijn beroemde foto nam van een verstrengelde man en vrouw. Het café-terras, waar hij zat om de foto te nemen, aan de Rue de Rivoli 70, bestaat niet meer. Maar wat geeft het? Parijs zit boordevol prachtlocaties om te kussen.
Begin met een eerste tedere kus op de Place Dauphine, het driehoekige pleintje op Île de la Cité, het eiland midden in de Seine. Loop dan naar het oosten, steek de Pont Saint-Louis over en blijf even staan op de Quai Bourbon van Île Saint-Louis. Je kunt hier afdalen naar de oever van de Seine om op een bankje bij het water te zitten. Loop je boven door, dan kom je op de Place Louis Aragon, vernoemd naar de 19de-eeuwse schrijver. 'Wie kent het eiland, in het hart van de stad, waar alles eeuwig rustig blijft?' schreef hij. Hier splitst de Seine zich, er staan bomen en bankjes en de lantaarns schijnen zachtgeel op het stille pleintje. Wie hier niet zoent, staat hier alleen. Doorlopend over de kade kom je uit bij de Pont Marie, de brug van de legende. Wie hier kust en in stilte een wens doet, zal die wens zien uitkomen.
Of kies voor een verpletterende kus, in plaats van een verstilde. Op de trappen voor Opéra Garnier, bijvoorbeeld, op de kruising van rue Scribe en rue Auber, omringd door grootse architecturale schoonheid. Of op de meer dan tweehonderd steile treden die voeren naar de Sacré-Coeur, bij voorkeur langs de sierlijke rue Foyatier. Een balkonkus is het mooist bij Procope. In de zomer opent het oudste restaurant van Parijs zijn minuscule tweepersoonsbalkonnetjes weer, gelegen aan de Rue de l'Ancienne Comédie.
Liefde op de Pont de Marie
3. Hof der lusten
Stap uit in de metrohalte Laumiëre en loop de gelijknamige avenue in. Nu zie je hem al van ver staan, de tempel op een 30 meter hoge rots. Het is de zogenoemde Tempel van Sibylle, bijna 150 jaar geleden ontworpen door de Franse architect Gabriel Davioud. De acht zuilen en het ronde dak torenen boven alles uit in het park Buttes Chaumont, in de noordoosthoek van Parijs. De rots beklimmen doe je samen, hand in hand. Wandel over de 65 meter lange hangbrug over het water, of neem de imposante halfronde stenen brug op 22 meter hoogte, omringd door dennenbomen. Wie de tempel liever op afstand bewondert, kan in het park naar het mooi gerestaureerde Pavillon du Lac gaan, of naar het moderne café-restaurant Rosa Bonheur, aan de andere kant van het meer. Buttes Chaumont is goed voor bijna 25 hectare romantiek.
De tuin van het Musée de la Vie Romantique, rue Chaptal 16, in Noord-Parijs, telt slechts een paar vierkante meter, maar het is wel een eldorado voor wie intimiteit zoekt. Tussen de bomen en rozenstruiken staan een paar tafeltjes met stoelen. In de serre is een theesalon ingericht voor drankjes en zoetigheden. Ooit was het museum het woon- en werkverblijf van de schilder Ary Scheffer, die hier vrienden uitnodigde als Chopin en Liszt.
Net zo afgeschermd van de drukte is het hôtel des Grandes Ecoles aan de rue du Cardinal Lemoine 75, maar de binnentuin is de mooiste plek voor een tuinonbijt.
De prachtige binnentuin van het 17de-eeuwse Palais Royal is misschien wel het best verstopte park van Parijs. En in de Jardin du Luxembourg ligt, een beetje verscholen aan de oostkant, de Fontaine Médicis, een weelderig bassin met beeldhouwwerken.
'La vie romantique'
4. Hartstocht
De beeldhouwer Auguste Rodin beleefde eind 19de eeuw een tumultueuze liefdesrelatie met Camille Claudel, zijn muze en zelf ook kunstenares. In de Goddelijke komedie van Dante speelt de verboden liefde tussen Francesca da Rimini en Paolo Malatesta een belangrijke rol. Wie zich even wil verliezen in deze vier personages en hun gevoelens, brengt een bezoek aan het Musée Rodin, rue de Varenne 79. De beeldhouwer trok er in 1908 in, vestigde er zijn atelier en gebruikte het bijbehorende park om zijn beelden neer te zetten. In het gebouw prijkt het meesterwerk De kus: dè plek om als geliefden even stil te staan. Het marmeren werk uit 1888 verbeeldt de liefde en sensualiteit van Francesca en Paolo: ze zijn verstrengeld, hun lippen lijken versmolten.
Het 18de-eeuwse restaurant Lapérouse aan de quai des Grands Augustins 51, heeft privékamers op de eerste verdieping. Je eet hier samen achter gesloten deuren. Een kroonluchter, een tafel, twee stoelen, een spiegel en een sofa, meer staat er niet in je eigen eetkamer. Het personeel komt pas binnen als jij op het belletje hebt gedrukt om aan te geven dat de kust veilig is.
L'Hôtel, rue des Beaux Arts 13, waar Oscar Wilde ooit woonde, biedt een andere vorm van hartstochtelijk vertier. Het kleine maar luxueuze zwembad in de kelder van het hotel is te huur. Je mag er twee uur verstrengeld ronddobberen en het arrangement bevat ook twee massages en een lunch in het hotel. En waar anders moet een passievol bezoek aan Parijs eindigen dan in Hôtel Amour? Vanwege de naam, die in rode neonletters op de gevel staat, maar ook vanwege het zwoele interieur van sommige kamers, in zwart en zilver. En ja, ook omdat je hier officieel een kamer kunt huren voor drie uur, tijdens de middag. Rue de Navarin 8.
'De Kus', niet die van Rodin maar gewoon anders
5. De avond
De Avenue Junot, in Montmartre, maakt een bocht en precies daar ligt een donker steegje. Aan het eind staat een groot zwart hek. Je drukt er op een discreet knopje, je moet je identificeren en daarna mag je binnen. Via een paadje met kasseien kom je in een verstopte binnentuin. Het is een oase in Parijs: overal bomen, een paar fraaie oude huizen en alleen het geluid van vogels. Aan het eind van het parkje staat links opnieuw een zwart hek. Geen naambordje, alleen een bel. De poort gaat open en dan sta je in de tuin van Hôtel Particulier. Een oud chic herenhuis, voormalig eigendom van de familie Hermès, dat werd omgetoverd in een luxehotel met een restaurant en een bar. Het hotel ligt niet aan de openbare weg en het maakt geen reclame. Het ademt discretie. Er zijn slechts vijf suites te huur. In het restaurant overheersen zwart en goud. In de kleine cocktailbar hangen donkere gordijnen. In de zomer kun je er in de tuin picknicken of brunchen op drie terrassen, maar Hôtel Particulier is op z'n best in de avond. Als afronding van een wandeling door donker Montmartre of, nog beter: in de sensuele Deluxe Suite op de bovenste verdieping, met uitzicht op heel Parijs.
'Verliefde zielen' - Photo Credits: Sylwia Rinkel
Het is een publiek geheim dat Parijs 's avonds nog mooier is dan overdag. Het beste bewijs vormt de Pont Alexandre III over de Seine. De 40 meter lange brug heeft koperen standbeelden op vier hoge pilaren, is verfraaid met art-nouveaulantaarnpalen en is hèt nachtelijke juweel van de Franse hoofdstad. Bovendien biedt de brug 's avonds een adembenemend uitzicht op het majestueuze Grand Palais en Les Invalides. Iets verder stroomafwaarts ligt de Pont Bir-Hakeim. Het stalen bouwsel ziet er op afstand strak en zakelijk uit. Maar 's avonds, wanneer de lichten aangaan op het overdekte voetgangersgedeelte, is de brug de ideale plaats om te wandelen, te kussen en elkaar eeuwige liefde te verklaren.
'En ze leefden nog lang en gelukkig' - Bij de Pont Bir-Hakeim
Met dank aan Frank Renout
Geen opmerkingen:
Een reactie posten