De hoofdstad van
Frankrijk is voor de rest van de wereld tevens de hoofdstad van de gastronomie,
en je hoeft geen culinaire imperialist te zijn om te erkennen dat deze
reputatie nog altijd wordt gerechtvaardigd door de aanwezigheid van maar liefst
73 Michelin sterrenrestaurants, waarvan 10 met drie Michelin sterren en 16 met twee Michelin sterren. Ook de
Parijzenaar zelf hecht een groot belang aan een mooie maaltijd en blijft dus
kritisch. Want eten in Parijs is een waar, en als het even meezit, een
onvergetelijk genoegen. Dat de Franse eetgezelligheid op de lijst van
immateriële erfgoederen van de Unesco prijkt is terecht.
Vaak wordt mij gevraagd
waarom Franse koks zoveel beter zijn dan andere. Het antwoord is simpel. Je
hoeft alleen maar te realiseren dat de Franse bodem het voorrecht heeft om van
nature, van alles het beste, in overvloed voort te brengen. Verder bezit
Frankrijk de beste wijn, het beste gevogelte en het meest gevarieerde wild. De
ligging aan de zee levert nog eens de mooiste vissen, schaal- en schelpdieren op. Het is dus niet meer dan vanzelfsprekend dat
de Fransman zowel een lekkerbek als een goede kok wordt.
Restaurant l'Epi d'Or rue Jean-Jacques Rousseau 25
Maar er dreigt gevaar. Topkok
Alain Ducasse*** schatte onlangs dat er in driekwart van de 150.000 Franse
restaurants niet meer met verse dagproducten wordt gewerkt. Elders is dat ook
geen uitzondering, maar juist Frankrijk heeft, wat gastronomische tradities
betreft, een reputatie hoog te houden. Het lijkt erop dat de Fransen zelf in de
gaten krijgen dat er iets grondig mis is. Vijftien chefs, waaronder Alain
Ducasse*** en Joël Robuchon***, lanceerden in april 2013 het idee om alle
restaurants te voorzien van een label, waaruit blijkt, dat alle gerechten ter
plekke zijn klaargemaakt met onbewerkte ingrediënten. Zij pleiten voor een nieuwe aanduiding, te
vergelijken met die van de Franse warme bakkers, de 'artisans boulanger'. Deze
aan het logo herkenbare bakkers, doen alles nog zelf in de bakkerij en
onderscheiden zich van de supermarkten, die het industrieel vervaardigde deeg
groot inkopen en slechts afbakken. Het aantal traditionele restaurants daalt
gestadig, vorig jaar gingen er 6000 failliet mede als gevolg van de economisch
crisis en de concurrentie van de restaurantketens.
Het label 'fait maison' - huisgemaakt - hèt kwaliteitslabel voor restaurants
De Franse Tweede Kamer
heeft onlangs een wet aangenomen, dat de restaurants zich alleen nog restaurant
mogen noemen, als de maaltijden daadwerkelijk ter plaatse zijn bereid met verse
producten. Zij mogen hun maaltijden dan voorzien van het label ‘fait maison’. Franse restaurants die
hun gerechten zelf bereiden gaan vanaf deze zomer (2014) het label 'fait
maison' - huisgemaakt, op hun ruit plakken. Wie magnetronvoedsel op deze manier
etiketteert, loopt zware straffen op, zo is de bedoeling. De maatregel is
bedoeld om de reputatie van de Franse keuken weer te herstellen. Sommige
restaurants gaan nog een stapje verder en wensen, evenals de Franse Tweede
Kamer, dat een restaurant zich alleen restaurant mag noemen als er nog
ambachtelijk wordt gewerkt en de kok een officiële koksopleiding heeft genoten.
Als je in een bar, brasserie of bistro een prakje uit de magnetron serveert ben
je geen kok maar een maaltijdverkoper. Ook in Nederland barst het van de
'opwarmrestaurants'. De kwaliteit is soms zo goed, dat we het niet van 'echt'
eten kunnen onderscheiden. Of is dat niet waar?
Het interieur van het restaurant, of de tijd stil is blijven staan
Een zoektocht op de
late avond naar een restaurant bracht mij bij toeval bij een restaurant in de
buurt van 'les halles', de vroegere voedselhallen van Parijs. Het deed mij
sterk denken aan het boek van Emile Zola; 'Le Ventre de Paris'. "De wagens
arriveerden aan één stuk door, de kreten van voermannen, de zweepslagen, de
vergruizing van de straatstenen onder het ijzer van de wielen en de
paardenhoeven werd erger, en de wagens kwamen alleen nog maar schoksgewijs vooruit.
Ik bevond mij voor het kolossale bedrijf dat de zwelgpartij van die dag van
eten zou voorzien. Ik kan in het vage licht de rode stapels vlees
onderscheiden, manden met vis, glinsterend met een zilveren glans, bergen
groenten die de schaduw doorspikkelen met witte en groene vlekken". Restaurant L'Epi d'Or - de gouden aar,
of ik zo de negentiende eeuw binnenstapte. Het interieur onveranderd sinds de
tijd dat de werknemers van de hallen hier op kracht kwamen, na het sjouwen van
kisten vol met groenten en zware zakken gevuld met aardappels. In die tijd ging
het restaurant pas open om 10.00 uur 's avonds en sloot om 2.00 uur in de nacht
om vervolgens op 5.00 uur in de ochtend weer open te gaan, om de hongerigen van
de nacht te voeden. Als de geschiedenis hier zijn verhaal kon vertellen.
Mijn speciale tafeltje; linksonder
Sinds de verplaatsing
van de hallen in 1969, even buiten Parijs naar Rungis, opent het restaurant om
19.30 uur en sluit de keuken om 23.00 uur. De ontvangst door Madame Pascalline
Pelletier is vriendelijk, warm en identiek aan de tijd van vroeger. Hier
serveert men nog altijd vanuit de zuiverste Franse traditie. Goede gerechten
zonder enige pretentie, en vers bereid vanuit de eigen keuken. Alles lokaal
geproduceerd en ingekocht bij haar leveranciers die ze angstvallig geheim
houdt. ‘fait maison’ is hier al
jaren van toepassing. Mijn mond begint te watertanden bij het zien van de
kaart. Mijn keuze die avond: Oeufs Cocotte à La Lyonnaise, Gigot à la Cuillère;
lamsbout die zeven uur bereidingstijd nodig heeft en dan nog de huisgemaakte
Tarte Tatin.
Madame Pascalline Pelletier - rechts - een gastvrouw' pur sang'
Om mij heen wordt
alleen Frans gesproken en er is geen toerist te zien. Ik betrap mij er op dat
ik overpeins om dit juweeltje niet te delen op mijn weblog, maar het bloed kruipt
waar het niet gaan kan. Bij het afscheid laat Madame Pascalline mij nog een aandenken zien uit vroegere
tijden. Een pilaar met daarop een koperen gasleiding met een soort aansteker.
Hier gingen de mannen staan om hun sigaar eerst zorgvuldig voor te verwarmen door
deze over de volle lengte boven een vlam heen en weer te bewegen. Volgens haar een
heel belangrijk ritueel, waardoor de smaak van de sigaar zich volledig kon
ontwikkelen. Wijzend naar het plafond nog een laatste detail; de sporen van de
stoppen van Champagne die in 1902 werden opengetrokken. Á Bientôt et merci.
Voldaan en volmaakt tevreden loop ik naar buiten. Buiten is het stil op straat
en ik stop héél even om mij voor te stellen hoe het hier 100 jaar geleden moet
zijn geweest.
'Briquet au gaz' een aandenken uit de vorige eeuw
Restaurant L’Epi
d’Or, rue Jean-Jacques Rousseau 25, 1e arrondissement, métro
Louvre, Chatelet.
Dag Ferry,
BeantwoordenVerwijderenWat een super blog weer!
Hoewel niet iedereen je mening zal delen m.b.t. Frankrijk als culinaire bakermat, is jouw ervaring in L’Epi Dór er weer eentje om in te lijsten. Fijn dat je dit met ons wilt delen op je blog.
Groetjes
Jan de Bruijn