Nadat Lodewijk XI, in
de 15e eeuw de vrije vestiging van ambachtslieden toestond, werd de rue du
Faubourg Saint-Antoine dè belangrijkste arbeidersbuurt van Parijs. Houtbewerkers
en meubelmakers beleefden hier gouden tijden en hoefden zich niet te
onderwerpen aan het gezag van de gilden. Zo konden zij meubels verkopen die
afweken van de vastgelegde modellen en mochten ze ook andere materialen dan
eikenhout gebruiken. Sindsdien gebruikten zij mahoniehout, ebbenhout, brons en
maakten zij gebruik van inlegwerk en trokken zo klanten die van vernieuwing
hielden. Toen het schrijnwerkersgilde, ook wel de aristocratie van het
ambachtsvolk in de 18e eeuw hier zijn hoogtepunt beleefde, werkten er in deze
wijk 46.000 arbeiders in de houtnijverheid, waarvan 8000 van vreemde komaf:
Belgen, Duitsers, Italianen maar ook Russen en Luxemburgers. Leven 'buiten de
muur' van Parijs (de betekenis van 'Faubourg' in het Frans), had zo zijn
voordelen, alle werknemers hier waren dankzij een bijzonder decreet van de
koning vrijgesteld van belastingen. Dit uitzonderlijk voorrecht in combinatie
met de geografische nabijheid van de Seine - waar al het hout van Parijs
passeerde - maakte de rue du Faubourg Saint-Antoine de hoofdstraat van Parijs
van hout, meubels en ambachtslieden.
Rue du Faubourg Saint-Antoine met de 'Colonne de Juillet', een herinnering aan de julirevolutie van 1830, op de achtergrond
De Rue du Faubourg Saint-Antoine is een van de oudste Parijse assen en
volgt het spoor van de voormalige Romeinse
weg, tussen de vesting Bastille, de Abbaye Saint-Antoine, gesticht in 1198 tot
Meaux. Ze is lang, heel lang, en brengt je tot aan de place de la Nation.
République, Bastille,
Nation wordt ook wel de route van de betogingen genoemd, voor altijd verbonden
met de mijlpalen uit de Franse geschiedenis. Hier in deze faubourgs, de arbeiderswijken,
de bakermat van revoluties en straatvechters, werden dan ook de meutes gevormd voor
grootse volksopstanden. Het begin van de revolutie in 1789, de bestorming van
de Bastille, de drie revolutionaire dagen van 1848 en uiteindelijk de
staatsgreep van Lodewijk Napoleon in 1851 en het verzet van de commune. Het is
dan ook niet verwonderlijk dat arbeidersbetogingen in Parijs altijd de route
volgen van place de la Nation naar place
de la Bastille en eindigen op de place de la République.
Een wandeling vol met geheime straatjes, onbekende passages en verrassende binnenplaatsjes
Wandeling
Dit is een wat lange
inleiding om u mee te nemen naar de ambachtelijke geheimen van de rue du
Faubourg Saint-Antoine. Een op zich lelijke straat in het 11e arrondissement,
maar wel een straat vol met verrassingen. Hier ontdekt u, achter de grote
poorten, bijna geheime binnenplaatsen, het antieke Parijs. Doodlopende steegjes
en passages, die uitsluitend toegankelijk zijn voor voetgangers. Op sommige
plaatsen lijkt het of de tijd stil is blijven staan en of u zo de foto's van
Eugène Atget of Charles Marvilde binnenloopt. In deze nog authentieke
binnenplaatsen zetelen de laatste ambachtslui, de schrijnwerkers van de
hoofdstad. Zij illustreren de teloorgang van een eens zo welvarende
bedrijfstak.
Passages waar het lijkt
of de tijd stil is blijven staan
We beginnen onze
wandeling op de place de la Bastille met zijn 47 meter hoge bronzen 'Colonne de
Juillet', een herinnering aan de julirevolutie van 1830. In de sokkel liggen de
Parijzenaars begraven die omkwamen tijdens de revoluties van 1830 en 1848. Op
de top staat het zinnebeeld van de Vrijheid die de vergulde fakkel van de
vrijheid en de gebroken ketting van de tirannie vasthoudt. Verborgen tussen 2
cafés ligt de verborgen ingang van cour Damoye. In het voorjaar en de zomer
bloeien hier overdadig de blauwe regen. De heerlijke koffiegeur die je ruikt
komt van een traditionele koffiebranderij. Schuin tegenover ligt de passage du Cheval Blanc. Hier waren in
de 17e eeuw de opslagplaatsen voor hout gevestigd. De doorgang biedt toegang
tot een netwerk van binnenplaatsen genoemd naar de maanden van het jaar. vooral
de cour de Février en de cour de Mars zijn de moeite waard met hun
vakwerkhuizen en hangende galerijen met bewerkte houten plafonds. Kantoren,
ateliers en designwinkels zijn in de plaats gekomen van de vroegere
meubelateliers. We wandelen even terug naar het midden van de passage du Cheval
Blanc en vervolgen onze wandeling via de cité
Parchappe, die uitkomt op de rue du Faubourg Saint Antoine. Let nu
vervolgens goed op de grote poorten aan de linker- (oneven nummers) en de
rechterzijde (even nummers) van de straat. Achter deze poorten liggen
juweeltjes van binnenplaatsen. Aan de overzijde op nummer 30 een boutique van
Jean-Paul Gaultier en op nummer 46-48 'Barrio Latino' een restaurant over drie
verdiepingen in neo-cubaanse sfeer. Dit restaurant wordt gerund door de zelfde
eigenaar als die van de Buddha Bar en
het Buddhabar hotel.
Cour du Bel-Air
Ter hoogte van nummer
56 een van de eerste juweeltjes de cour
du Bel-Air. Een oase van rust met bomen en gevels begroeid met een wilde
wingerd. Let op de fraaie houten trap en de vormgeving van 'escalier G'.
Achteraan bevindt zich nog een binnenplaats. Op nummer 66 begint de passage du Chantier. Een fraai steegje
met oude straatstenen, smalle trottoirs. U waant zich helemaal in de 19e eeuw.
Links en rechts ateliers, magazijnen en oude meubelopslagplaatsen. De passage
komt uit op de rue de Charenton maar wij blijven de rue Faubourg Saint-Antoine
volgen.
Aan de overzijde, op
nummer 71 het cour des Shadoks met
fraai gerestaureerde oude gebouwen en houten bankjes onder forse platanen. Er
is nog een traditionele werkplaats waar stoelen nog met de hand worden bekleed.
Een stukje verder, op nummer 75, de 18e eeuwse cour de l'Etoile-d'Or. Een schilderachtige, rechte, geplaveide
binnenstraat omzoomd met woningen bedekt met een gordijn van klimop. Helaas
zijn de meeste werkplaatsen verlaten. Achteraan op de eerste binnenplaats een
oud huis met een zonnewijzer uit 1751 en een klein roze huisje voorzien van een
trompe-l'oeil schildering en groene luiken. Een oase van rust.
Cour de l'Etoile-d'Or een verborgen oase met een zonnewijzer uit 1751
Achtereenvolgens nog
drie zeer fraaie binnenplaatsen, de cour
des Trois Frères (nummer 81) en de cour
de la Maison Brûlée (nummer 89) met ateliers van schrijnwerkers. Vervolgens
de cour de l'Ours (nummer 95). Neem
bij deze binnenplaatsen vooral de moeite om de prachtige versleten
trappenhuizen te bekijken in verschillende zes- tot zeven etage hoge
appartementsgebouwen zonder lift. Juweeltjes voor iedere fotograaf. Het mooi
beplante cour Saint Esprit ligt
verborgen achter een onopvallende poort op nummer 123. Overdag en door de week
hoef je geen code in te drukken maar alleen de knop onder het toetsenbord (niet
verder vertellen). Bij het weggaan drukt u op de schakelaar links van de deur. Op nummer 133, de passage de la Main d'Or waar u terecht komt in het Parijs van de
vorige eeuw. In de voormalige timmerwerkplaatsen bevinden zich nu een klein
theater. De passage Saint Bernard
ter hoogte van nummer 159 vormt met zijn klimop begroeide muren een fraai
contrast met de drukke hoofdstraat. direct rechts het Caffè dei Cioppi, een uitstekend Italiaans huiskamerrestaurant, met
slechts vijf tafels. Reserveren is dus een must.
Binnenkijken mag. Prachtige versleten trappenhuizen
We steken de avenue
Ledru Rollin over en vervolgens schuin de rue de Faubourg Saint Antoine. Tijd
voor koffie, een overheerlijke muntthee of een goed glas wijn met een stukje
saucisson, en waar kun je dat mooier doen dan op een terras bij de beroemde Marché d'Aligre. Loop
rechts de rue d'Aligre in naar de place d'Aligre. Daar vindt dicht in de buurt verschillende
kleine cafés met een terras waaronder le Baron Rouge (rue Théophile-Roussel) en
het Noord-Afrikaanse café Ruche à Miel op nummer 19 in de rue d'Aligre.
De beroemde Marché d'Aligre een van de levendigste markten van Parijs
De Marché d'Aligre is
een van de levendigste markten van Parijs. Alle dagen geopend met uitzondering
van de maandag. De zaterdag- en de zondagsmarkt zijn het leukst. Hier wordt je
aangesproken in alle dialecten, maar vooral die uit de Magreb. Op het gebouw
van de overdekte markt (Marché Beauvau) staat een klok die rond het middaguur
het startsein geeft voor de dagelijkse "uitverkoop". Aan het einde
van de marktochtend duikelen de prijzen. Een bezoek aan de overdekte markt is
een gastronomisch avontuur op zich. Parijzenaars doen dagelijks hun
boodschappen, omdat ze gewoon verse waar op tafel willen hebben. Links en
rechts bergen groenten en fruit, afgewisseld met de heerlijke geuren van verse
kruiden. Een stukje verder verse vis en schaaldieren op ijs en achter glas
honderden soorten Franse kazen om van de watertanden. Dan weer een kraam met
hammen, patés en worsten in alle soorten en maten waaronder de boudins blanc et
noir of de andouillette (pensworst).
Achter elke poort zit wel een verrassing voor iedere fotograaf
Voor we terugkeren naar
de Faubourg Saint-Antoine nemen we de rue Émilio-Castelar. Aan het einde op de
hoek bij de rue Charenton een prachtige oude bakkerij met aan de buitenzijde
prachtige beschilderde glaspanelen. Lange rijen aan de buitenzijde en de geur
van heerlijk brood getuigen van vakmanschap en liefde voor het bakkersvak.
Rechts de rue
Traversière in. Deze straat brengt u weer terug naar onze hoofdstraat. Rechtsaf;
we eindigen bij het begin van ons verhaal, bij de Abbaye de Saint Antoine een
cisterciënzer abdij die aan het eind van de 12e eeuw werd gesticht. Hier
presenteerde koning Lodewijk IX de door hem verworven relikwie, de doornenkroon
van Jezus, die hij daarna blootsvoets en in boetekleed naar de kathedraal van
de Notre Dame droeg. De Abbaye de Saint-Antoine werd in 1791 tot nationaal erfgoed
werd verklaard. Een deel werd afgebroken en de rest werd omgebouwd tot een ziekenhuis.
In 1842 telde het 'Hospice van het Oosten' al 320 bedden. Het huidige Hôpital
Saint-Antoine is een van de grootste ziekenhuizen van Parijs. Het gebouw dat
nog over is van de abdij; het Pavillon de l’Horloge, dateert uit 1767.
'Le Peintre de l'Ombre'; muurschildering van Tamas Zanko
Bij de
toegangspoort, ter hoogte van nummer 184 en de place Dr. Antoine Béclère is op
een blinde muur een leuke wandschildering aangebracht, 'Le Peintre de l'Ombre',
waarop de schilder, Tamas Zanko, zichzelf heeft afgebeeld in de schaduw van een
bestaande boom. Let op de mozaïek op het fonteinhuisje in de begroeide
middenberm van de rue Faubourg Saint-Antoine. Een tot nog toe anonieme
kunstenaar heeft in Parijs meer dan 1000 van dergelijke mozaïeken geplaatst,
die doen denken aan grof gepixelde figuren uit een videospel uit de jaren
zeventig. Maar gezien de hoeveelheden lijkt het er op dat de kunstenaar veel
copy-cats heeft gekregen.
Zomaar een winkelgevel uit de rue du Faubourg Saint-Antoine
Caffè deiCioppi, rue du Faubourg St. Antoine 159, 11e arrondissement,
metro: Ledru Rollin, Faidherbe Chaligny. Geopend voor Lunch en
diner op dinsdag t/m vrijdag. Zondag gesloten en zaterdag en maandag alleen te
reserveren voor privégelegenheden. Dagen vooraf reserveren is een must.
Telefoon 00 33 1 43 46 10 14