De grote gebouwen en
monumenten verlenen Parijs haar luister, maar in de nauwe straatjes, op pleinen
en in parken moeten we zoeken naar haar speciale charme. Deze charme bestaat
uit een grote hoeveelheid kleinigheden, een verborgen passage, een juweel van
een parkje, een binnentuin met prachtige nog werkende fontein of een tot de
verbeelding sprekende straatnaam als de rue du Chat-qui-Pêche, het smalste
straatje van Parijs.
Op sommige van deze
verschijningen zijn we voorbereid. Die romantische vergezichten op de
Sacré-Cœur vereeuwigd op talloze schilderijen en ansichtkaarten. De naakte
affiches van de Belle Époque geschilderd door Henri de Toulouse-Lautrec. Maar
de meeste charmante kleinigheden van Parijs ontdekken we toevallig. Op iedere
willekeurige wandeling door de stad komen we er waarschijnlijk tientallen
tegen. Het is een klein wonder dat Parijs zo'n overvloed aan verborgen
juweeltjes heeft kunnen bewaren, ondanks het verslindende moderne stadsleven.
Het is zeker een compliment voor de smaak en geestkracht van de Parijzenaars.
La cour de Rohan verborgen in het 6e arrondissement
Via de rue Saint André
des Arts (metro Saint-Michel) loop ik in westelijke richting. Bijna aan het
einde van de straat aan de linkerkant loopt de deels overdekte, 18e eeuwse, cour du Commerce Saint-André, gebouwd
in 1776 op een voormalige tennisbaan. Toen nog jeu de paume, de voorloper van
tennis. Rechts de achterzijde van het oudste café van Parijs, Le Procope,
geopend in 1686. Hier schonk een zekere Francesco Procopio dei Coltelli een
nieuw, modieus drankje, dat men café noemde. Tegenover Le Procope bevindt zich een poort (voie privé) en achter deze
poort vindt u een drietal binnenplaatsen die u terug brengen naar voorbije
eeuwen. La cour de Rohan met een
toren nog intact, als onderdeel van de omwalling van Parijs, gebouwd door
Philippe-Auguste. Hendrik II liet hier in de 16e eeuw huizen bouwen voor zijn
maîtresse. Kunstschilder Balthus had hier 80 jaar geleden zijn atelier. De Cour de Rohan is het oude en verborgen
Parijs. Door de volgende poort, met links en rechts een 'pas-de-mule': Stenen bedoeld om gemakkelijk een paard te kunnen
bestijgen. Het derde binnenhofje met een oude put omgeven door elegante huizen.
Het lijkt of de tijd hier voor altijd stil is blijven staan, alles ademt hier
geschiedenis. La cour de Rohan ligt verborgen in het 6e arrondissement.
Cour de Rohan; het lijkt of de tijd hier voor altijd stil is blijven staan, alles ademt hier geschiedenis
Het eigenzinnige
karakter van Montmartre is goed te zien als we de moeite nemen om buiten de
gebaande toeristische paden te treden. De rue lepic met haar talloze levendige
en vriendelijke winkels is het beste vertrekpunt voor de ontdekking van deze
'vrije commune', die zich met haar geheime schatten goed heeft verschanst
binnen haar natuurlijke grenzen. Om je
heen wordt voornamelijk alleen Frans gesproken. Op nr. 23 nemen we een doorgang
naar de avenue Junot, prachtige tuintjes en nog meer mysteries. We gaan even
links ter hoogte van nummer 23 naar de ingang naar de Villa Léandre. Deze monsterlijk rustige, vreedzame en tegelijk
heimelijk ogende 'villa' (steegje) lijkt wel de tijd te tarten zoals het daar
ligt. onvergankelijk en geprivilegieerd. Knusse tuinen met oleanders en
doornstruiken, onttrekken huizen aan het zicht waarvan er geen twee hetzelfde
zijn. Hier wonen nog overwegend dezelfde families als in 1926 toen de straat
werd opgeleverd. De Duitse surrealistische schilder Max Ernst verbleef er een
tijdje. Villa Léandre ligt verborgen in het 18e arrondissement.
Villa Léandre; knusse tuinen met oleanders en doornstruiken, onttrekken huizen aan het zicht waarvan er geen twee hetzelfde zijn
In het zuiden van
Parijs bevindt zich nog een van mijn juweeltjes. Enkele minuten verwijderd van
de drukte van Montparnasse ligt het tweede grootste park van Parijs. Aangelegd
in de tijd van Haussmann ligt hier een van de best bewaarde geheimen van
Parijs: Parc Montsouris. Een park
als een Engelse tuin, met glooiende hellingen, golvende paden die bij elke
bocht weer onverwacht zicht geven op valleitjes, rotspartijen, balustrades,
water en prachtige "lawns". Door het park loopt ook de monumentale
meridiaan van Parijs. 135 ronde koperen plaatjes, een ontwerp van de
Nederlandse kunstenaar Jan Dibbets, als eerbetoon aan de astronoom en
wetenschapper Francois Arago. Ex nieuwslezer en journalist Philip Freriks heeft
alle koperen plaatjes in kaart gebracht en omschreven in zijn boek; "Het
spoor van de Monumentale Meridiaan". Volgens dit boek zijn de plaatjes
nrs. 15 t/m 20 te vinden in het park. Aan de overkant van het park, ligt de
Cité Internationale Universitaire. Op deze prachtige groene campus wonen en
leren 5500 studenten uit 130 verschillende landen. Ze wonen in gebouwen die ook
het internationale karakter van de universiteit uitstralen; het Huis van
Zuidoost Azië, het College van Spanje, het Huis van India, het Zwitserse
paviljoen (gebouwd door Le Corbusier) etc. De tuin is vrij toegankelijk en
absoluut de moeite van een bezoek waard.
Een van de vele
bijzondere gebouwen van de Cité Internationale Universitaire
De betovering van de
tuin en het park strekt zich ook uit tot de omliggende straten, impasses en
villa's. Aan de westzijde van het park, aan de rue Nansouti, kleine straatjes met prachtige woningen begroeid met
wilde wingerds, blauwe regen en kamperfoelie; rue du Parc Montsouris, rue
Georges Braque met op nr. 6 het atelier van de kunstenaar. Square Mont Souris, het meest
pittoreske straatje van Parijs. Het was ooit een privéstraat, maar de Square de
Montsouris werd 45 jaar geleden geopend voor het publiek en is inmiddels
beschermd erfgoed. Via de avenue Reille
en de rue de la Tombe Issoire komen
we bij Villa Seurat, een doodlopende straat. Op nr. 18 woonde Henri Miller. De
Impasse Gauguet, met artiestenateliers uit de jaren dertig. Allemaal
miniparadijzen die zich behaaglijk hebben genesteld in een prachtige groene
omgeving, het domein van de welgestelden.
Dit alles ligt verborgen in het 14e arrondissement.
Rondom het park van Montsouris kleine straatjes met prachtige woningen begroeid met wilde wingerds, blauwe regen en kamperfoelie
In de buurt van het
park Buttes Chaumont, ten zuiden van de place Rhin-et-Danube, tussen de
metrostations Botzaris en Pré Saint Gervais ligt een apart dorpje met 250
charmante huisjes. In feite zijn het arbeidershuisjes van eind 19e eeuw. De
straatjes dragen namen als villa Amalia, villa des Lilas, villa de Fontenay en
liggen links en rechts aan de rue Mouzaïa ook wel het Quartier Mouzaïa (genoemd naar een kloof in Algerije) of Quartier
d'Amerique genoemd. Voetgangerssteegjes overladen met klimop, blauwe regen,
seringen en rozenstruiken volgen elkaar op. Kortom alle geuren die onze
grootmoeders kenden hangen hier nog. Ze bestaan gelukkig nog; groene eilandjes
die gespaard gebleven zijn van het oprukkende beton. Nu wil iedereen hier wel
wonen in deze kleine idyllische oase, maar jammer genoeg rukt aan de zijde van
de Villa du Progrès, de naam zegt het al, de stad op met spuuglelijke betonnen
woontorens. Wat een contrast. En dan te bedenken dat nog geen halve eeuw
geleden de molenwieken draaiden op de luxe Villa de Bellevue. Het Quartier Mouzaïa ligt verborgen in het 19e
arrondissement.
Ze bestaan gelukkig nog; groene eilandjes die gespaard gebleven zijn van het oprukkende beton, het Quartier Mouzaïa
Parijs heeft zijn
grandeur te danken aan Napoleon III. Tijdens het Tweede Keizerrijk (1852 -
1870) ontstond in het nieuwe quartier des Grands Boulevards het zogeheten
'Nouveau Paris', gebouwd met de 'nieuwe' materialen; staal en glas. Hier
ontstond de grootstedelijke architectuur van de belle époque, mede dankzij
Gustave Eiffel. Eiffel was een geniale constructeur, die in zijn tijd de
vooruitgang in de architectuur flink vooruit heeft geholpen door de toepassing
van staal, in plaats van zware, ouderwetse baksteenconstructies. Tegenover het metrostation Quatre Septembre in
de gelijknamige straat bevindt zich een staaltje van Parijse commerciële
architectuur gebouwd in de periode 1876 - 1883. Het hoofdkantoor van de Franse
bank Credit Lyonnais en inmiddels een historisch monument. Het is gelegen in de vierhoek gevormd door de
rue du Quatre-Septembre, de rue de Choiseul, boulevard des Italiëns, en de rue
de Gramont. Helaas is het immense gebouw na een felle brand op zondag 5 mei,
1996 en de restauratie in 2008, verdeeld in twee gedeelten. Op de rue Quatre
Septembre 16 - 18 zit nu de ingang naar het kantorencomplex 'Le Centorial' die u zeker moet
binnengaan. Het herbergt 39.000 m² aan kantoren, verdeeld over zeven etages
inclusief de begane grond. Via een indrukwekkende marmeren trappenhal komt u
terecht onder de 17 meter hoge koepel van staal en glas eveneens gemaakt door
het ingenieursbureau Ateliers Eiffel. De vroegere binnenplaats is in 2001
geheel overdekt met glas naar het voorbeeld van de overkapping van het Pavillon
de Flore van het Musée du Louvre. Het immense atrium heeft drie etages, ook
weer uitgevoerd in glas. Saillant detail is dat de eerste eigenaar het gebouw
in 1876 zo heeft laten ontwerpen, dat bij faillissement van de bank (in die
tijd speelde dat dus ook al) het gebouw op een eenvoudige wijze zou kunnen
worden omgebouwd tot een warenhuis. In januari 2013 vormde dit fraaie gebouw
nog het decor voor de 'Fashion Show - Spring Summer 2013 - van Donatella
Versace. Le Centorial ligt verborgen in het 2e arrondissement.
Le Centorial; via een indrukwekkende marmeren trappenhal komt u terecht onder de 17 meter hoge koepel van staal en glas
Maar een paar straten
verder, in de rue Lafayette 20, is 'grandeur' het enige woord dat het Banke Hotel adequaat beschrijft. Ooit zat in dit immense
pand een diamantbank, gebouwd rond 1906, en de luxe van weleer druipt er nog
steeds van de muren. Laat u niet afleiden door de streng kijkende en in het
strak zwart geklede portiers, maar loop gewoon binnen. De entreehal heeft een
glazen koepel in het dak, op 19 meter hoogte. Je ziet rondom zuilen, pilaren en
kruisbogen, maar dan in hedendaagse kleuren, en een meterslange knalrode
Chesterfield-bank. Die majestueuze hal gaat vervolgens naadloos over in de bar,
met transparante krukken van Philippe Starck en houten stoelen van Maarten
Baas. misschien tijd voor een heerlijke cocktail? Het Banke Hotel ligt
verborgen in het 9e arrondissement.
'Grandeur' het enige woord dat het Banke Hotel adequaat beschrijft
Een
van de mooiste binnentuinen van Parijs
bevindt zich op het grondgebied van het Petit Palais, en het mooie is; deze
tuin is vrij te bezoeken. Het Petit Palais is een overblijfsel van de
Exposition Universelle van 1900 en die werd door meer dan 50 miljoen mensen
bezocht, wat destijds een wereldrecord was. Het gebouw, dat na de
wereldtentoonstelling direct in handen kwam van de stad Parijs, is gebouwd door
Charles Girault, die overigens ook tekende voor het ontwerp van het Grand
Palais. Beide 'paleizen' zijn het schoolvoorbeeld van eclectische architectuur.
Een slimme combinatie van stijlen die zijn gecombineerd tot een nieuw geheel.
Dit keer werden elementen gecombineerd uit historische Parijse architectuur,
zoals de colonnade van het Louvre, de dome van de Dôme des Invalides en de
spiegelzaal van het Louvre. Zo ontstond een buitengewoon elegant bouwwerk met
een indrukwekkende voorgevel. Vanaf 1902 werd het Petit Palais het Musée des Beaux-Arts
de la Ville de Paris. Girault
bleek bij de bouw over visie te beschikken, want hij zorgde voor enorme glazen
vlakken, extra hoge ramen en een naar de binnentuin gerichte zuilengalerij,
zodat het daglicht overal overvloedig naar binnen kan zelfs door de immense
koepel in de entreehal.
Het museumcafé van het Petit Palais
Het gebouw is in 2005
nog eens voor de lieve som van 264 miljoen gerestaureerd en is nu een van de
architecturale parels van Parijs. Monumentale trappen, rijkelijk voorzien van
siersmeedwerk, mozaïeken vloeren en beschilderde koepels. Een groot bordes aan
de voorzijde leid je naar een indrukwekkend portaal met glazen koepels, erkers
en een immense zuilengang. Deze grenst weer aan een halfronde weelderige binnentuin
met een prachtige colonnade, rondlopende fresco's en een grote vijver. Hier zit
ook het museumcafé dat u zeker moet bezoeken, een oase van rust. Deze
bijzondere tuin ligt verborgen in het 8e arrondissement.
Petit Palais met een van de mooiste binnentuinen van Parijs
Voor mijn laatste
juweeltje nemen we mijn favoriete metrolijn 2 die mij brengt naar het metrostation Avron. Veel van
de stations zijn bovengronds. Bovenaan de trappen 180 graden draaien en de
boulevard de Charonne een stukje aflopen tot u de eerste zijstraat aan uw
rechterkant tegenkomt: De rue des Vignoles. U kruist de rue Panchat en u komt
als het ware terecht in een klein
plattelandsdorpje in Parijs met links en rechts kleine huisjes. Het
gedeelte tussen de rue Panchat en de rue Buzenval kent wel 7 impasses. Kleine
minuscule doodlopende steegjes, vaak maar twee of drie meter breed, met
betaalbare arbeidershuisjes, aangelegd zo rond 1870. Sommigen met veel groen,
originele lantaarnpalen en nog de oude kasseien, met prachtige namen zoals de impasse
Rolleboise, impasse Poule of impasse de la Confiance.
Je komt ogen te kort.
Onbeschaamd bliek ik tussen het groen en kijk mijn ogen uit in de hippe
binnentuintjes. In de impasse Rolleboise valt mij het bordje op 'Hippies use
side door' op. Het is met recht een hip buurtje. Aan de overkant van de impasse
Rolleboise, de impasse Casteggio en de impasse des Crins, met bijzondere huizen
met prachtige houten trappen, alsof de bewoners in boomhutten wonen. U passeert
verschillende restaurantjes waaronder; 'le petite Fabrique' gespecialiseerd in
biologisch eten, een stukje verder 'le Comptoir Américain gespecialiseerd in
bagels en salades, maar mijn voorkeur ging uit naar een café restaurant 'Les
Mondes des Bohèmes', met een heerlijk overdekt buitenterras en een menukaart
vol met gerechten om van te smullen. Ik laat mij verleiden door de
'suggestion du moment'; de 'carpaccio de bœuf au basilic et fromage, mesclun et
frites maison' en als désert, 'creme brûlée selon l'humeur du chef. Tevreden, heel tevreden, vervolg ik
mijn route langs de rue des Vignoles. dit kleine plattelands- dorpje ligt verborgen in het 20e arrondissement.
Foto: De rue des Vignoles vol
met kleine minuscule doodlopende steegjes zoals de impasse Rolleboise
Geen opmerkingen:
Een reactie posten