Aan de rand van het Bois
de Vincennes, geheel buiten de gebaande toeristische paden, staat een van de
mooiste Art Deco monumenten van Parijs. Het herbergt twee wetenschappelijke en
culturele projecten: de Cité nationale de l’histoire de l’immigration en het
tropisch aquarium. Dit architectonisch juweeltje werd gebouwd ter gelegenheid
van de Parijse Koloniale Expositie van 1931 en is van de hand van de Franse
architect Albert Laprade. De adembenemende bas-reliëfs aan de buitenzijde zijn
van de beeldhouwer Alfred Janniot. Ze tonen op een krachtige manier het leven
in de kolonies en de ‘beschavende rol’ van Frankrijk in de tijd dat
kolonialisme in alle onschuld kon worden gepropageerd.
Het Palais de la Porte Dorée is een vergeten juweel aan de rand van de stad.
Je waant je in de sfeer
van de jaren dertig als je uit het metrostation komt aan de place
Éduard-Renard. Voor je een fontein die bewaard is gebleven uit die periode,
geflankeerd door wuivende palmen. Hoog
boven iedereen verheven een verguld beeld voorstellende ‘Frankrijk als
kolonisator’. Het moest de bezoekers, driekwart eeuw geleden een voorproefje
geven van de exotische oorden die ze zouden gaan ontdekken. De naam Porte Dorée
verwijst naar de ligging ten opzichte van het bos, d’orée betekent namelijk ‘aan de rand’.
Je waant je in de sfeer van de jaren dertig als je uit het metrostation komt aan de place Éduard-Renard
Het Palais de la Porte
Dorée werd geopend op 6 mei 1931 met een koloniale tentoonstelling die het imperiale
Frankrijk moest promoten op het hoogtepunt van zijn macht. Het werd exclusief
gewijd aan de koloniën en verwelkomde bijna acht miljoen bezoekers in de
maanden mei tot en met november 1931. In 1935 kreeg het een andere naam,
namelijk het ‘Musée de la France d’Outre-mer’. Daarna kreeg het gebouw steeds
andere bestemmingen. In 1960 het ‘Musée des arts Africains et Océaniens’ en in
1990 het ‘Musée des arts d’Afrique et d’Océanie’.
Whats
in a name zou je
zeggen! In 2003 werd een groot deel van de collectie overgebracht en
samengevoegd in het ‘Musée du quai Branly – Jacques Chirac’.
Levensgrote fresco's uit 1931 sieren de binnenzijde van het paleis en zijn van de hand van Pierre Ducos de la Haille
Cité nationale de l’histoire de l’immigration
In de lente van het jaar
2007 krijgt het gebouw een geheel andere bestemming en is een must-see als je
meer te weten wil komen over de inbreng van migratie en immigratie in de opbouw
van het Frankrijk van de afgelopen twee eeuwen. Een thema dat, zelfs kijkend
naar het verleden, nog steeds zeer actueel is. Frankrijk heeft vele golven
gekend van immigranten die het land diverser en ook rijker hebben gemaakt. Zij
hebben bijgedragen aan welvaart maar ook meegewerkt aan de opbouw van het land.
Zij die gezorgd hebben voor kunst, cultuur, maar ook voor Frankrijk hebben
gevochten, zijn gesneuveld of het land hebben bevrijd. Een op de vijf Fransen heeft
een grootouder of overgrootmoeder die niet in Frankrijk is geboren.
Frankrijk heeft vele golven gekend van immigranten die het land diverser en ook rijker hebben gemaakt
Wat hebben zoal Francisco
Goya, Fréderic Chopin, Heinrich Heine, Guillaume Apolinaire, Gertrude Stein,
Man Ray, Alberto Giacomett, Brassaï, Robert Cappa, Wassily Kadinsky, Samuel
Beckett, Joséphine Baker, Christobal Balenciaga, Costa Gavras, Takado Kenzo,
Constantin Brancusi, amedeo Modigliani, Ossip Zadkine, Kees van Dongen, Jacques
Lipchitz, Pablo Picasso, Marc Chagall, Karel Appel, Constant en Corneille allemaal met elkaar gemeen. Allemaal niet-Fransen
die bijgedragen hebben aan de rijke cultuur van Frankrijk.
De permanente tentoonstelling La Route ‘Repères’
Dan zijn er de onbekenden:
de Polen werkzaam in de mijnbouw, de Noord-Afrikanen in de bouw en de
automobielindustrie. Verder Italianen, Centraal Europese joden, Armeniërs, Spaanse
republikeinen en bootvluchtelingen uit Zuidoost-Azië. Allemaal immigranten van
de late 19e eeuw. De permanente tentoonstelling La Route ‘Repères’, laat
dit allemaal prachtig vormgegeven zien op de hoogste etage van het paleis, met
bijzondere beelden, geluidsfragmenten met vaak aangrijpende individuele
verhalen en muziek. Een tentoonstelling om over na te denken of begrip te
krijgen voor het feit wat mensen beweegt om huis en haard te verlaten,
geconfronteerd te worden met liefdevolle opvang maar ook racisme, vooroordelen haat
en armoede. Maar ook om inzicht te krijgen naar de invloeden daarvan op de
voedingsgewoonten, levensstijlen, literatuur, architectuur, muziek, dans en zelfs
de haute couture. Yves Saint Laurent bijvoorbeeld was afkomstig uit Algerije,
Azzedine Alaïa uit Tunesië, Pierre Cardin uit Italie, en Elsa Schiaparelli had
een Italiaans / Egyptische achtergrond.
Racisme, vooroordelen haat en armoede zijn vaak de tol van migratie
De Franse chansons die
wij nog dagelijks kunnen meezingen van Serge Reggiani, Georges Brassens,
Jacques Brel, Léo Ferré, Yves Montand, Joe Dassin, Jean Ferrat, Charles
Aznavour, George Moustaki, Barbara, Serge Gainsbourg, Sylvie Vartan, Dalida,
Michel Polnareff; zij zijn allemaal afkomstig van buiten Frankrijk.
Op de weg naar beneden
geniet ik nog even van de grote ‘salle du Forum’ met muur-schilderingen van
Pierre Ducos de la Haille uit 1931. Het Palais de la Porte Dorée is een
vergeten juweel aan de rand van de stad.
De grote ‘Salle du Forum’ met muur-schilderingen van Pierre Ducos de la Haille uit 1931
Tip: Je kunt heerlijk
genieten van huisgemaakte producten, ‘fait
maison’ in Bistrot de la Porte Dorée, boulevard Soult 5, op loopafstand van
het museum. 7 dagen per week geopend. Verder kun je dit bezoek combineren met
het Château de Vincennes.
(Metrostation Porte Dorée, lijn 8 enT3)
De adembenemende bas-reliëfs aan de buitenzijde zijn van de beeldhouwer Alfred Janniot. Ze tonen op een krachtige manier het leven in de kolonies en de ‘beschavende rol’ van Frankrijk in de tijd dat kolonialisme in alle onschuld kon worden gepropageerd.
Deze reactie is verwijderd door een blogbeheerder.
BeantwoordenVerwijderen