Paris FvdV is een niet commercieel weblog speciaal voor kenners en liefhebbers van de stad Parijs - en voor hen die dat willen worden. Parijs is een stad met een gewichtig verleden, respectabel en gerespecteerd. Het is totaal niet nostalgisch. Parijs is er in geslaagd om, soms op brutale maar altijd op elegante wijze, om te gaan met zijn grootse monumenten. Ze te beschermen en te integreren in de nieuwe dynamiek van de stad. Parijs is een meester op het gebied van herstel en transformatie. U zult er nooit in slagen een volledig overzicht te maken van plekken en verhalen, die allemaal op hetzelfde punt uitkomen en de glorie van deze stad bezingen. toch wil ik een poging wagen. Wekelijks wil ik u niet alleen informeren over wat Parijs nog meer te bieden heeft, maar ook wil ik mijn liefde voor deze stad op u over dragen. In de hoop dat het raakt aan iets wat u herkent of voelt. Ferry van der Vliet.

Privacy verklaring: Indien u weblog Paris FvdV, dat bij Google-Blogger is ondergebracht, leest en reageert op de blogs van Paris FvdV, doet u dat vrijwillig en is uw IP-adres en mailadres - indien u dat vermeld - bekend en wordt opgeslagen. Ook uw schuilnaam waaronder uw reageert wordt opgeslagen. Paris FvdV zal uw gegevens nooit aan derden doorgeven. We houden uw gegevens privé, tenzij de wet of rechtelijke macht ons dwingt uw gegevens aan hen te verstrekken. Datalekken in het systeem vallen onder de verantwoordelijkheid van Google-Blogger. Door weblog Paris FvdV te bezoeken en/of de op of via deze weblog aangeboden informatie te gebruiken, verklaart u zich akkoord met de toepasselijkheid van deze disclaimer. Google gebruikt cookies om services te leveren en verkeer te analyseren dus uw IP-adres en user-agent zijn bij Google bekend, samen met prestatie- en beveiligingsstatistieken om servicekwaliteit te garanderen, gebruiksstatistieken te genereren, misbruik te detecteren en maatregelen te treffen.

maandag 16 augustus 2021

ERNEST COGNACQ EN MARIE-LOUISE JAŸ – LA SAMARITAINE

Het verhaal van La Samaritaine is er een van uitzonderlijke liefde, gedeeld door een echtpaar, hun liefde voor het zaken doen, de liefde voor de kunst en de liefde voor de medemens. Zo begint het boek La Samaritaine Pont Neuf. Zij is Marie-Louise Jaÿ, wat je uitspreekt als ‘Jyee’, hij is Ernest Cognacq.


 Ernest Cognacq en Marie-Louise Jaÿ - Collectie Musée Cognacq-Jaÿ

Marie-Louise wordt in 1838 geboren in Samoëns, een klein dorp in de Haute-Savoie. Afkomstig uit een arm gezin verlaat zij haar ouders op 15-jarige leeftijd om te gaan werken in Parijs. Ernest zag het levenslicht een jaar later in Saint-Martin-de-Ré, een van de tien gemeenten op het eiland Île de Ré. De dood van zijn vader, uitgekleed door een verkeerde zakenpartner, noopte hem om met zijn studie te stoppen en te gaan werken als assistent verkoper in een winkel in La Rochelle. Net als Marie-Louise trok zijn hart en ambitie naar de Franse hoofdstad om eveneens op 15-jarige leeftijd te gaan werken in het warenhuis ‘Magasin du Louvre’. 

Parijs in de jaren vijftig van de 19e eeuw. Haussmann was nog maar net begonnen met het transformeren van de stad Parijs. Marie-Louise werkte 12 uur per dag als hulp in de keuken in naburige cafés. Ernest, zonder verkoopervaring en armoedig gekleed, zag zijn droom om te gaan werken in het Magasin du Louvre uiteenspatten. Om te overleven in de hoofdstad zag hij zich gedwongen te gaan werken in tweede- en derderangs winkels. Inmiddels was het Marie-Louise wel gelukt om een job te vinden in het warenhuis ’La Nouvelle Héloïse’ waar ze opviel door haar ijver en al snel werd benoemd tot assistent verkoper op de damesafdeling. Ook Ernest viel op door zijn ambitie en ook hij werd aangenomen bij hetzelfde warenhuis. Zij kenden elkaar toen nog niet. Stiekem verliefd op Marie-Louise, maar te verlegen om zijn liefde aan haar te verklaren.


Marie-Louise’s reputatie als hardwerkende en talentvolle verkoopster viel ook Aristide Boucicaut op, die haar wegkaapte om te komen werken in zijn warenhuis ‘Le Bon Marché’. Ernest kon niet wennen aan het loonslaaf zijn en begon met ambulante handel op diverse markten in en rond Parijs. Succes bleef niet uit en al snel had hij een eigen plaats op een van de balkons op de Pont-Neuf waar zijn kraam opviel door een grote rode parasol.  Snel vindt hij met zijn handel onderdak in een café vlakbij de Pont-Neuf. De handel is ‘booming’ maar dan volgt het beleg van Parijs.  De Belegering van Parijs duurde van 19 september 1870 tot 28 januari 1871. Het uiteindelijke resultaat was de definitieve Franse nederlaag in de Frans-Pruisische Oorlog en de totstandkoming van het Duitse Keizerrijk. Gedurende het oorlogsgeweld heeft Ernest weer een ontmoeting met Marie-Louise. Hun wederzijdse liefde voor elkaar en de handel is het begin van hun gezamenlijke droom; La Samaritaine. Ze trouwen op 18 januari 1872 in het stadhuis van het 5e arrondissement en voor de kerk in de Saint-Étienne-du-Mont twee dagen later.


Na 16 jaar gesloten te zijn en een verbouwing van 750 miljoen is La Samaritaine weer herrezen
 

Dankzij haar opgebouwde netwerk bij Le Bon Marché weet Marie-Louise klanten te lokken naar hun nog kleine warenhuis. 1871 Samaritaine was nog een winkeltje, slechts 47 m² groot met 2 werknemers en een omzet van 300.000 francs. Wat eens begon met het succesvol verkopen van stropdassen in een klein zaakje op de hoek van de rue Pont Neuf en de rue de la Monnaie groeide 10 jaar later uit tot een warenhuis met 80 werknemers en meer dan 3 miljoen francs omzet. Toen Cognacq in 1883 hoorde dat de aangrenzende middenstands-woningen te koop kwamen was dit de aanzet tot de eerste winkel van de ‘Grand Magasins de la Samaritaine’.


 Het resultaat van een grondige restauratie door de ateliers van Socra en Bouvier

Al snel, in 1886, wordt het gebouw aan de overkant van de rue de la Monnaie geconfisqueerd. Ernest Cognacq is als het ware de uitvinder van het shop in a shop concept. Verschillende middenstanders wiens pand hij opkocht kregen de kans om een winkel te openen is zijn warenhuis. La Samaritaine werd zo een beduchte concurrent voor Galeries Lafayette, in 1893 geopend door Theophile Bader en Alphonse Kahn,  en het oudste warenhuis van Parijs, Le Bon Marché, opgericht in 1852 door Aristide en Marguerite  Boucicaut.

 



Details van het 424 m² grootte fresco van Francis Jourdain verborgen sinds 1970



In 1905 wordt de gehele rue de la Monnaie onderkelderd door middel van een metalen vloer tot aan de rue de Rivoli. Verder worden links en rechts grote polychrome koepels geplaatst aan de zijden van de la rue des Prêtres-Saint-Germain-l’Auxerrois en de rue de l’Arbre-Sec naar een ontwerp van de architect Henri Sauvage. Het interieur wordt voorzien van een grote glazen koepel, hangende galerijen die verbonden worden met een immense art-deco trap. In 1907 en 1910 krijgen de gevels een gelijkwaardig uiterlijk door middel van geëmailleerde panelen die heden ten dage weer te bewonderen zijn aan de zijdes van de rue de la Monnaie en de rue de l'Arbre Sec.

 

Je raakt niet uitgekeken zoveel details van eeuwige schoonheid



La Samaritaine breidt steeds verder uit. Tussen 1922 en 1932 verrijst een enorme stalen structuur aan de voorzijde tegenover de pont Neuf, wederom een creatie van de architect Frantz Jourdain. De Parijse gemeenteraad staat op zijn achterste poten. Om de bouwvergunning goedgekeurd te krijgen worden de eerdere polychrome koepels afgebroken en het gehele pand bekleed met steen en voorzien van goudkleurige ramen. Op de bovenste etage wordt een restaurant gevestigd met een fenomenaal uitzicht over de gehele stad. Gelukkig is deze architectuur tot de dag van vandaag bewaard gebleven.


Vroeger had je een prachtig uitzicht vanaf de balkons op de Seine. Dat is nu voorbehouden aan het vijf-sterren hotel 'Cheval Blanc'. Voor de bezoeker van het warenhuis is het uitzicht nu virtueel

In 1928 wordt het pand aan de achterzijde van passage de Baillet uitgebreid met 'magasin' nr. 4.  De vier winkels bestrijken met al hun etages een oppervlakte van 270.000 m² en bieden werk aan ruim 5000 medewerkers.  De verbouwingen onder leiding van Henri Sauvage blijven doorgaan tot 1933. Niet alle verbouwingen na de Tweede Wereldoorlog waren een succes, maar gelukkig werden tussen 1984 tot 1987 alle originele art deco ornamenten gerestaureerd en in ere hersteld. In 1990 wordt La Samaritaine geclassificeerd als cultureel erfgoed.



Vanuit diverse ramen heb je weer een prachtig uitzicht op de de Saint Germain-l'Auxerrois uit de 12e eeuw



Een passie voor filantropie

Gesteund door hun zakelijk succes in de hoofdstad, vergaten de Cognacqs echter nooit hun provinciale afkomst. Ernest Cognacq financierde de oprichting van een lokaal historisch museum op het Île de Ré in 1907, terwijl Marie-Louise Jaÿ de Jaÿsinia stichtte, een botanische alpentuin in haar geboorteplaats Samoëns. Naast hun commerciële activiteiten, zette het paar zich actief in voor tal van filantropische projecten, in de eerste plaats gericht op de werknemers van La Samaritaine, waaronder een verzorgingshuis voor gepensioneerde werknemers, een kinderopvang voor de kinderen van personeelsleden, sociale woningbouw en een sportschool.  In 1916 werd de Fondation Cognacq-Jay opgericht. Een herstelcentrum en een verpleeghuis in Rueil-Malmaison, een school in Argenteuil, een kraamkliniek in Parijs, een weeshuis en verpleeghuis in de Haute-Savoie en een hofje in Levallois-Perret. in 1920,


 

De Cognacq-Jay-collectie

Ernest en Marie-Louise bleken niet alleen briljante ondernemers te zijn maar ook verzamelaars van 18e eeuwse Europese kunst’ die weer werd tentoongesteld in het warenhuis. Al in 1925 begon Ernest Cognacq met tijdelijke tentoonstellingen van werken uit zijn privécollectie in de ‘Samaritaine de Luxe’, een uitloper van de oorspronkelijke winkel die in 1917 werd gelanceerd aan de Boulevard des Capucines 25-29. Dit gebouw, gebouwd in de wijk Opéra door architect Frantz Jourdain, was gewijd aan luxegoederen voor de huizen van de Parijse haute bourgeoisie. Cognacq koos ervoor niet zijn gehele collectie in zijn Parijse huis te laten, maar hij gaf er de voorkeur aan om een selectie van achttiende-eeuwse werken in een aparte ruimte tentoon te stellen, geïnspireerd door het Musée Carnavalet. In 1927 verwierf Ernest Cognacq achttiende-eeuwse houten panelen waarmee hij de muren van zijn nieuwe museum, dat in het gebouw naast de ‘Samaritaine de Luxe’ zou worden ondergebracht, wilde versieren, die zouden passen bij de tentoongestelde kunstwerken. Helaas overleed hij in 1928, op 88 jarige leeftijd, hij was toen al weduwnaar. Aangezien het echtpaar geen kinderen had werd de gehele kunstverzameling nagelaten aan de stad Parijs. Vervolgens werd het project overgenomen door Edouard Jonas, een antiekexpert en adviseur van Cognacq, in samenwerking met de begunstigde van het testament van de verzamelaar - de stad Parijs. Officieel ingehuldigd door president Gaston Doumergue op 4 juni 1929 - was het museum verdeeld over drie verdiepingen en werd de Cognacq-collectie in zijn geheel tentoongesteld in kamers die bedoeld waren om de stijl van een achttiende-eeuws herenhuis te reproduceren. Na de sluiting van ‘La Samaritaine de Luxe’ in 1981 en de verkoop van het gebouw in 1983, vond de stad Parijs een nieuw onderkomen om de Cognacq-collectie te bewaren en te presenteren, in de buurt van het Musée Carnavalet in het hôtel Donon, een zestiende-eeuws herenhuis in het hart van de Marais.


 Het hôtel Donon in het hart van de Marais

De architect die het hôtel Donon ontwierp, koos voor een regelmatig symmetrisch ontwerp, met gebouwen rond een rechthoekige binnenplaats. Het hoofdgebouw heeft een binnenplaats ervoor en een tuin erachter, met twee vleugels die zich uitstrekken naar de straat. In de zuidvleugel waren waarschijnlijk de stallen en garages gehuisvest, terwijl de noordvleugel als één lange galerij was ingericht. Zowel de binnenplaats als de tuin worden geflankeerd door twee kleinere vleugels. De structuur van het sobere hoofdgebouw is typerend voor de statige herenhuizen die in de zestiende eeuw in de Marais werden gebouwd: Twee verdiepingen onder de trap, waarvan één wordt ingenomen door de keukens en de verblijven voor de bedienden en twee verdiepingen van gelijke grootte boven de grond. De verhoogde begane grond werd gebruikt als  ontvangstruimten, terwijl de bovenverdieping een hoog balkenplafond heeft, een van de meest magnifieke voorbeelden die uit deze periode gelukkig bewaard zijn gebleven. De architectuur van de gevel aan de straatkant, met zijn boog bekroond met een gebeeldhouwd schelppaneel, is waarschijnlijk ook een toevoeging uit het einde van de zeventiende eeuw.

 

De Cognacq-Jay-collectie is verre van 'in steen gebeiteld', zoals bij andere grote instellingen op basis van privécollecties, maar wordt jaar na jaar verrijkt door aankopen die passen in de geest, smaak en perspectief van de verzamelaar, gevormd in een periode waarin de achttiende eeuw werd beschouwd als het absolute hoogtepunt van de interieurvormgeving van de haute bourgeoisie. Door de aard van deze collectie, die voornamelijk bestaat uit kleine werken en werken waarvan het onderwerp vaak de intimiteit van de privésfeer raakt, van portretten, erotische kunst, tot interieurs, biedt het museum een ​​unieke boeiende visie op de Franse achttiende eeuw zoals die werd ervaren in het begin van de twintigste: een eeuw die het tijdperk van de Verlichting in onze tijd nog steeds oproept.

 


Erotiek in de 18e en 19e eeuw




Hôtel Donon, MuséeCognac-Jaÿ, rue Elzévir 8, 3e arrondissement, metrostation Saint-Paul, lijn 1

La Samaritaine, rue de la Monnaie 9, 1e arrondissement, metrostation Pont Neuf, lijn 7



Geen opmerkingen:

Een reactie posten