Maar een ontmoeting, afgelopen juni in
Boulogne Billancourt, waar ik in gesprek raakte met een medewerkster van het
Musée Albert Kahn, voerde mij afgelopen weekend naar een nieuwe kennismaking
met de beeldhouwer Auguste Rodin. Ik moet eerlijk bekennen dat ik altijd
gedacht heb dat het Hôtel Biron, waar het Musée Rodin gevestigd is, ook zijn
atelier en woonhuis is geweest. Maar dat is maar gedeeltelijk waar. In 1895
vestigde Rodin, hij was toen 55 jaar en op de top van zijn roem, zich in
Meudon, zo’n 9 kilometer ten zuidwesten van Parijs. Op een heuvel met uitzicht
op de zuidkant van Parijs kocht hij de Villa des Brillants die hij
kwalificeerde als zijn ‘klein Lodewijk XIII kasteel’. Daar woonde hij samen met
zijn partner Rose Beuret. De vrouw die hij in 1862 ontmoette maar altijd op de
achtergrond in zijn leven aanwezig zou blijven. Verder Jean, zijn bediende en
klusjesman en met Madeleine, de kok. Een heuse menagerie; de paarden Moca,
Quinola en Rataplan, de honden Dora en Lulu, twee koeien waaronder Coquetee,
kippen, zwanen en zelfs een aap.
Het was Rainer Maria Rilke die Auguste Rodin aanmoedigde in Hôtel Biron te gaan wonen. “U moet echt, waarde grote vriend, dit mooie gebouw zien en de ruimte die ik sinds vandaag bewoon. De drie vleugels komen uit op een verwilderde tuin, waarin van tijd tot tijd, konijnen te zien zijn die, alsof ze zo van oude wandtapijten zijn weggehuppeld, door de hekken springen”, schreef hij op 31 augustus 1907 aan de beeldhouwer, voor wie hij als secretaris werkte. Naast Jean Cocteau, Henri Matisse en de beroemde danseres Isadora Duncan werkte hier ook de beeldhouwster Clara Westhoff, die het in 1907 doorgaf aan haar echtgenoot Rainer Maria Rilke. Rodin begon met het huren van vier kamers op de begane grond om zijn sculpturen op te slaan. De kamers werden later zijn atelier, daar werkte hij en vermaakte hij vrienden tussen de overwoekerde tuinen. Het gehele pand kocht hij aan in 1908 en in 1909 vond hij dat het Hôtel Biron een museum van zijn werk moest worden. Toch is hij tot zijn dood in Meudon blijven wonen.
Musée Rodin Meudon
Net als het Hôtel Biron in Parijs is Villa
des Brillants in Meudon omgebouwd tot een museum waar je de werken van Rodin
kunt bewonderen. Waar je in Parijs geconfronteerd wordt met een groot scala van
originelen toont Meudon de gipsoriginelen, waaruit Rodins beroemde bronzen
beelden zijn gegoten zoals de Hellepoort (porte de l’Enfer) de Kus, het
monument voor Victor Hugo, De Burgers van Calais (Les Bourgeois de Calais), studies
van Balzac en La Défence. Pas hier kom je het dichtst bij de oorspronkelijke
staat van Rodins werk. Als bezoeker ontdek je ook de inventiviteit van zijn
montagewerk als getuigenis van de verschillende fasen in de opbouw van zijn
werk.
Bij de loopbaan van Auguste Rodin kun je je afvragen of hij ooit zo vernieuwend was gaan werken als hij niet tot driemaal toe was afgewezen voor de afdeling beeldhouwkunst op de L'Ecole des beaux-arts in Parijs. Hij moest noodgedwongen genoegen nemen met een plaats op de veel lager aangeschreven Petite Ecole (de latere École des Arts Décoratifs), een opleiding die vooral gericht was op decoratie en toegepaste kunst. Misschien heeft hij door die afwijzingen juist een tegendraadse koppigheid ontwikkeld die hem de kracht gaf met des te meer overtuiging zijn eigen weg te volgen. Maar wellicht wilde hij uit balorigheid ook domweg de starre regels van de L'Ecole des beaux-arts met voeten treden, want die schreven voor dat een beeldhouwer moest werken naar het voorbeeld van de geïdealiseerde beelden uit de Griekse tijd. Hoe het ook zij, Rodin mocht zich gelukkig prijzen dat hij op de Petite Ecole in Horace Lecoq de Boisbaudran een leermeester trof die voor zijn tijd zeer modern was. Hij hield hem namelijk voor dat niet de klassieke beelden uit de Oudheid, maar de natuur de echte inspiratiebron van de beeldhouwer moet zijn. Een opvatting die bij Rodin in goede aarde valt.
Een kunst, die levend is, herstelt niet
de werken van het verleden, ze zet ze voort.
Auguste Rodin
In 1864 maakte hij zijn eerste
belangrijke werk 'De man met de gebroken neus' (L'homme au nez cassé) waarin
alle elementen van zijn latere oeuvre terug te vinden zijn: de vérgaande
oppervlaktebehandeling van het materiaal, het harmonisch samengaan van
elementen uit hellenisme en barok, het vitalisme van Eugene Delacroix en het
realisme van Gustave Courbet. Het eerste werkelijke schandaal rond Rodin
barstte los in 1877, bij een expositie in Brussel. De kunstcriticus van ‘L'Étoile
beige’ schreef op 29 januari 1877:
“De heer Rodin, één van de getalenteerde
beeldhouwers die zich tot nog toe slechts liet opmerken door zijn
portretbustes, heeft een standbeeld geëxposeerd op de ‘Cercle artistique’ dat
bestemd is voor de komende Salon in Parijs. Daar zal het zeker niet onopgemerkt
blijven, want als het werk al aandacht trekt door zijn vreemde karakter, dan
zal het die aandacht nog weten vast te houden door een kwaliteit die even
kostbaar als zeldzaam is: het leven”
Tot zover had Rodin geen reden tot
klagen, maar het venijn zat in de staart: De bewering van het gebruik van
gipsafgietsels van een levende model ('moulage sur nature'). Rodin was furieus.
Een gipsafgietsel van het lichaam van een model was het meest verachtelijke wat
een beeldhouwer kon doen. Het gebeurde, en zeker niet alleen bij de minsten,
maar het gold als gemakzuchtig en beneden de waardigheid van een waar
kunstenaar. Voor Rodin, die aan het begin stond van zijn zelfstandig
kunstenaarschap, was zelfs maar de suggestie, de minste verdenking in die
richting, dodelijk voor zijn reputatie. Hij reageerde onmiddellijk met een
brief naar de krant. Maar die beweerde dat de twijfels waren gerezen in eigen
kring namelijk die van de ‘Cercle artistique’. De kwade geruchten kwamen dus
niet van de krant, maar uit de kring van kunstenaars en kenners, wat voor Rodin
des te erger was. Het gerucht waaide over naar Parijs. De almachtige jury van
de Salon die bepaalde of een kunstwerk al of niet ter expositie werd
toegelaten, kwam nog eens terug op de gezaaide twijfel, maar nu waren er ook
kunstenaars die het voor Rodin opnamen. Het beeld ‘l'âge d'airain’ was dus van
een voor die tijd zó ongekend realisme dat men hem ervan beschuldigde het van
een levend model te hebben gegoten.
De Hellepoort (de Poort van de Hel)
In 1880 ontving hij zijn eerste grote officiële
staatsopdracht voor 'De hellepoort'. Een gebeeldhouwde deur voor het Musée des
Arts Decoratifs in Parijs. Het thema moet de Divina Commedia van Dante Alighieri
zijn, een beroemd middeleeuws gedicht. Rodin zal bijna veertig jaar aan zijn
ambitieuze Hellepoort werken maar het nooit voltooien. Ook het museum voor
toegepaste en decoratieve kunsten is nooit gebouwd. Rodin laat zich inspireren
door de bronzen deuren voor het
Baptisterium van de Dom van Florence in de eerste helft van de vijftiende eeuw,
van de renaissancekunstenaar Lorenzo Ghiberti. De poort bestaat uit 186
verschillende figuren en het reliëf van zijn poort krijgt een enorme sterk
wisselende dieptewerking in vergelijking met dat van de deuren van Ghiberti. Rodin
vergunt ons met zijn Hellepoort een blik in zijn versie van de hel. Voor de
vrouwfiguren heeft vooral één vrouw model gestaan. Tien jaar lang, tussen 1882
en 1892, beleefde Rodin een tumultueus chaotisch amoureuze verhouding met zijn
24 jaar jongere leerlinge Camille Claudel, de twee jaar oudere zus van de
Franse dichter, schrijver en diplomaat Paul Claudel. De talrijke figuren die
hij creëert voor deze monumentale poort blijken een eindeloze bron van
ruimtelijke vormen en sculpturen op te leveren waar hij in zijn toekomstige
werk steeds weer gebruik van maakt. Zo is zijn beroemde bronzen beeld van De
Denker eveneens uit 1880 ook voor de Hellepoort bedoeld. Het is daarin op groot
formaat geplaatst boven de twee zware toegangsdeuren. Ook bekende beelden als
De Kus, de Gehurkt Vrouw hadden oorspronkelijk een plek binnen het reliëf van
de monumentale, 6,80 meter hoge toegangspoort. Zijn Porte de l’Enfer was nog
lang niet afgewerkt toen hij in 1886 van de stad Calais een nieuwe opdracht
kreeg. Hij werkte tot 1888 aan De Burgers van Calais. Pas in 1920 drie jaar na
de dood van Rodin werd de Hellepoort in brons gegoten. De gipsversie van de
Poort van de Hel staat nu – ironie van het lot – niet ver van de plaats waar
het origineel opgesteld zou staan. Want het project van het kunstnijverheidmuseum
werd indertijd opgegeven ten gunste van een nieuw te bouwen station: het Gare
d’Orsay, het tegenwoordige Musée d’Orsay. De bronzen versies zijn te zien in Parijs
(Musée Rodin), Philadelphia, Tokio en Zurich. De poort in brons weegt 8.000
kilo.
Het genie Rodin
Al vroeg in zijn carrière huurde Rodin
mensen in om werk van hem over te nemen. Zo was hij zelf ook begonnen, in
studio’s van andere beeldhouwers. Beeldhouwkunst ontstond in een ambachtelijke
werkplaats, waar de kunstenaar hulp kreeg van mallenmakers, bronsgieters,
steenhouwers en andere practiciëns. Dat collectieve scheppingsproces ging
schuil achter het imago van Rodin als eenling. Rodin had in zijn piekjaren tot
wel vijftig man die hij aanstuurde en zo het productieproces innovatief wist
uit te buiten. Een beeld van klei werd in gips afgegoten, soms in enorme
aantallen. Die afgietsels waren buffervoorraad voor assemblage van nieuwe
beelden. Met klodders gips aan elkaar gezet werden ze in brons afgegoten, of in
marmer gehakt. Dat marmer kon vervolgens ook weer worden afgegoten. In dit
oneindige proces van transformaties speelde Rodin ook met schaal. Door een
nieuwe reproductie-techniek was het verkleinen van beelden – handig voor de
markt – in de mode gekomen. Rodin gebruikte de techniek juist om te vergroten.
De denker, in 1881 ontstaan als beeld van zeventig centimeter hoog, stond op de
Parijse Salon van 1904 als reus van meer dan twee meter. Het monument voor
Balzac, bekend als manshoog beeld, heeft een kleinere geboetseerde versie als
basis. Al deze voorbeelden zijn te zien in de Galerie
des plâtres in Meudon.
In 1900 liet Rodin op Place d’Alma in
Parijs een paviljoen bouwen naast het terrein van de wereldtentoonstelling,
waar de landen van de wereld zich in soortgelijke paviljoens presenteerden.
Rodin opende zijn eigen overzichtstentoonstelling, met 170 werken in brons,
marmer en gips. Als ondernemer nam hij groot risico, maar de kunstenaar gokte
goed en profiteerde vijf maanden van de enorme toeloop. De tentoonstelling
verstevigde wereldwijd zijn naam als scheppend genie. Toen de tentoonstelling
in maart 1901 eindigde, liet hij het Alma-paviljoen ontmantelen en herbouwen,
bijna tegen zijn villa in Meudon. Het gebouw moest om veiligheidsredenen in
1931 worden afgebroken en werd, mede dankzij de hulp van een mecenas, vervangen
door het huidige gebouw achter de gevel van het voormalige Château d’Issy
waarvan Rodin eerder het fronton van de tuingevel en de zuilen had aangekocht.
Dit gebouw fungeert nu als de Galerie des plâtres. In de galeries is ook een
maquette te bewonderen van het Pavillon d’Alma van de Wereldtentoonstelling
1900.
Dit werk wordt beschouwd als een symbool
van de menselijke rede en creativiteit. 'Le Penseur' wordt ook 'Le Poète'
genoemd, omdat het beeld eigenlijk de mediterende Dante moest voorstellen. De
denker zit met zijn kin op zijn hand, zijn elleboog op zijn knie, zijn benen
gekruist, zijn lichaam aanwezig, zijn geest ver weg. Overheersend zijn opnieuw
de grote handen en voeten. Het hoofd lijkt, door het contrast, vrij klein. "Hij
droomt", zegt Rodin over zijn meesterwerk. "Langzaam ontwikkelt zich
de vruchtbare gedachte in zijn brein. Plotseling is hij geen dromer meer; hij
is een schepper". Slechts een kwart eeuw na zijn oprichting werd ‘De
Denker’ een Frans nationaal monument. Het beeld van 'Le Penseur', dat in de
tuin staat van het museum in Parijs, stond ooit in een park in Lübeck, in
Duitsland. Het beeld werd teruggekocht dankzij een publieke inzameling en staat
nu rechts van de ingang. Een ander gietsel staat op het graf van Rodin en zijn
vrouw in Meudon. Er bestaan 25 exemplaren van de vergrote Denker. Van de kleine
Denker zijn circa 40 afgietsels gemaakt. De opbrengsten hiervan kwamen
grotendeels ten goede aan de restauratie voor het 100-jarig bestaan in 2019 van
het Rodin museum in Parijs. Volkomen legitiem, immers Rodin had zijn
nalatenschap, inclusief het recht op reproductie, vermaakt aan de Franse staat.
Het
was de jonge beeldhouwster Camille Claudel die Rodin onder meer inspireerde tot
'De Kus' in 1886. Twee geliefden versmolten in een oneindige omhelzing. De
zachte vloeiende vormen van de twee contrasteren sterk met het blok ruw
gebeitelde marmer waarop zij zitten - een symbool van hun aardgebondenheid.
Rodins interesse in het idee om de menselijke figuur uit steen te bevrijden
gaat terug tot zijn bewondering voor Michelangelo. Hij gebruikte hier wat hij
in Michelangelo's ‘Slaven’ gezien heeft. Deze lijken zich los te rukken van de
steen waaruit zij voortkomen. Met De Kus was vanaf het begin het plan de massa
ruw gehakte marmer waarop de geliefden zitten te incorporeren in het werk,
waarmee het symbolisch wordt voor hun aardse passie. Het contrast in oppervlak
(ruw tegenover gepolijst) benadrukt de sensuele zachtheid van de lichamen.
Balzac
In 1891 ontvangt Auguste Rodin van de
Franse schrijversbond, de Société des Gens de Lettres te Parijs, de opdracht
voor een gedenkteken ter ere van de eerste voorzitter: Honnoré de Balzac
(1799-1850). Tegelijkertijd met ‘De Kus’ presenteert Rodin ook de beeltenis van
Balzac op de Salon de la Société Nationale des Beaux-Arts in 1898. Daar waar
het publiek enthousiast reageert op ‘De Kus’ vindt men het beeld van Balzac een
monstrum. Rodin heeft zijn Balzac-figuur, zeker voor die tijd, op een
onconventionele manier vormgegeven en uitgebeeld. Onder de breed omhangende
kamerjas - geen net pak! - is het
lichaam met de gekruiste armen voelbaar, terwijl verticale lijnen naar het
enigszins karikaturaal overkomende hoofd lopen, waardoor dat juist alle
aandacht krijgt. Door de directe en brute wijze van boetseren en de sterke
silhouetwerking wordt de figuur in wezen groter en daardoor belangrijker
gemaakt. Na de afwijzing houdt Rodin het beeld onder zijn hoede, ofschoon de
Brusselse verzamelaar Auguste Pellerin het voor plaatsing in zijn stad hadden
willen aankopen. Pas negen jaar na Rodins dood zijn er twee bronzen afgietsels
gemaakt. Eén daarvan ging naar Antwerpen en de andere werd in 1939 in Parijs
onthuld op de hoek boulevard Raspail en boulevard Montparnasse. De Franse staat,
als eigenaresse van Rodins nalatenschap, besliste dat er van vele (gipsen)
beelden van Rodin afgietsels in een oplage van maximaal zes gemaakt mogen
worden. Zo is de Eindhovense Balzac het vierde van de zes geautoriseerde
afgietsels in brons van Balzac.
Het einde nadert
Veel prestigieuze persoonlijkheden
bezochten Rodin in zijn Villa des Brillants te Meudon. Naast
collega-kunstenaars, schrijvers en verzamelaars ook koning Edward VII van
Engeland in 1908 en de vrouw van de Amerikaanse president, Mme Roosevelt in
1910.
De 29 januari 1917 vond in de villa eindelijk
het huwelijk plaats van Rodin met zijn metgezel, Rose Beuret, met wie hij al
samen was sinds 1862, om redenen van opvolging. Maar kort daarna stierf ze,
op14 februari. Op 17 november van hetzelfde jaar stierf ook Rodin. Hij werd
begraven op 24 november naast Rose in de tuin van zijn eigen landgoed. ‘De
Denker’ domineert - en domineert nog steeds - hun graf . Tegelijkertijd werd er
een ceremonie gehouden in St. Margaret's Church in Westminster , in
aanwezigheid van koningin Alexandra de echtgenote van koning Edward VII.
Toen het einde van zijn leven in zicht
kwam liet Auguste Rodin een testament opmaken waarin hij regelde dat zijn
gehele nalatenschap de Franse staat zou toekomen, op voorwaarde dat het Hôtel
Biron na zijn dood het Rodin-museum wordt. Twee jaar, later 1919, opende het
Rodin-museum in Parijs haar deuren.
De villa in Meudon werd eerst in 1921
met alle meubels gerestaureerd, dankzij de vrijgevigheid van mevrouw Katherine
Seney Simpson, een rijke Amerikaanse wiens portret Rodin had geschilderd. In
1929 werd de Galerie des Plâtres gerestaureerd dank zij de gulle gift van de eveneens
uit de VS afkomstige Jules en Etta Mastbaum. In 1953 werd de begane grond voor
het publiek geopend. Het landgoed in Meudon staat sinds 1972 op de
monumentenlijst.
Auguste Rodin - studie voor het graf van zijn persoonlijke vriend Victor Hugo - 1889
Auguste Rodin was een genie en maakte de beeldhouwkunst eigenhandig modern.
Musée RodinMeudon, Villa des Brillants, Avenue auguste Rodin 19, 92190
Meudon
Bekijk de website voor actuele openingstijden (vaak alleen in het weekend van 10.00 uur tot 18.00 uur)
RER, lijn C, station Meudon-Val-Fleury,
dan bus 169, halte Paul Bert.
Reacties van Nederlanders wonend en werkend in Frankrijk op Nederlander.Fr
BeantwoordenVerwijderenReactie van paul en carin
Merci Ferry, genoten van het verhaal en de foto's, altijd al gefascineerd geweest door Rodin, maar daar niets mee gedaan, verheug me nu al op een bezoek aan Meudon.
Reactie van Peter Jan
Dank weer, Ferry, voor een zeer leesbare en wetenswaardige beschrijving van het leven en huize Rodin.
Ik las een paar maanden geleden een artikel over een atelier, dat op bestelling ook beelden van allerlei aard vervaardigd. Ik moest meteen terugdenken aan het bezoek aan hun site, waar je van alles kunt bestellen. De werkplaats deed me denken aan hetgeen Ferry hierboven over Rodin schrijft. Één patron en veel medewerkers, die een oud vakmanschap ten toon stellen.
Reactie van Peter Jan
Ik vergat net een foto van atelier Lorenzi te plaatsen. Ik vond het leuk om even op hun site te kijken en kon niet nalaten een door de leermeesters van Rodin afgeraden halve Romeinse kop te bestellen. Om eer te doen aan de grond rond mijn huis waar we eerder wat Romeins aardewerk vonden. De kop van de atleet uit Beneventi doet nu dienst als badmeester. -))
Reactie van marielle
Het is nog steeds een veronderstelling dat Camille Claudel kinderen van August Rodin heeft gehad. Wel heeft ze abortus gepleegd en dit heeft een einde gemaakt aan haar relatie met Rodin en dat zij in een psychiatrische inrichting te recht kwam ( door haar moeder gedwongen)
Reactie van Ferry van der Vliet
Van een van mijn trouwe lezers ontving ik dit artikel over Camille Claudel, zeker een mooie aanvulling op mijn blog: https://lesgeneralistes-csmf.fr/2013/04/12/camille-claudel-sculptri...
Reactie van Ferry van der Vliet
& Peter-Jan - Zie deze blog waar je ook kopieën van oude meesters kunt bestellen: https://paris-fvdv.blogspot.com/2021/06/ateliers-dart-de-la-reunion...
Reactie van Peter Jan
Weer een adres in het " te bezoeken boek". Fraai toch dat er zulke ateliers bestaan!