Paris FvdV is een niet commercieel weblog speciaal voor kenners en liefhebbers van de stad Parijs - en voor hen die dat willen worden. Parijs is een stad met een gewichtig verleden, respectabel en gerespecteerd. Het is totaal niet nostalgisch. Parijs is er in geslaagd om, soms op brutale maar altijd op elegante wijze, om te gaan met zijn grootse monumenten. Ze te beschermen en te integreren in de nieuwe dynamiek van de stad. Parijs is een meester op het gebied van herstel en transformatie. U zult er nooit in slagen een volledig overzicht te maken van plekken en verhalen, die allemaal op hetzelfde punt uitkomen en de glorie van deze stad bezingen. toch wil ik een poging wagen. Wekelijks wil ik u niet alleen informeren over wat Parijs nog meer te bieden heeft, maar ook wil ik mijn liefde voor deze stad op u over dragen. In de hoop dat het raakt aan iets wat u herkent of voelt. Ferry van der Vliet.

Privacy verklaring: Indien u weblog Paris FvdV, dat bij Google-Blogger is ondergebracht, leest en reageert op de blogs van Paris FvdV, doet u dat vrijwillig en is uw IP-adres en mailadres - indien u dat vermeld - bekend en wordt opgeslagen. Ook uw schuilnaam waaronder uw reageert wordt opgeslagen. Paris FvdV zal uw gegevens nooit aan derden doorgeven. We houden uw gegevens privé, tenzij de wet of rechtelijke macht ons dwingt uw gegevens aan hen te verstrekken. Datalekken in het systeem vallen onder de verantwoordelijkheid van Google-Blogger. Door weblog Paris FvdV te bezoeken en/of de op of via deze weblog aangeboden informatie te gebruiken, verklaart u zich akkoord met de toepasselijkheid van deze disclaimer. Google gebruikt cookies om services te leveren en verkeer te analyseren dus uw IP-adres en user-agent zijn bij Google bekend, samen met prestatie- en beveiligingsstatistieken om servicekwaliteit te garanderen, gebruiksstatistieken te genereren, misbruik te detecteren en maatregelen te treffen.

zaterdag 26 november 2022

VRIJMETSELARIJ IN PARIJS

Met een rijke geschiedenis van meer dan drie eeuwen, is het Vrijmetselarijmuseum een van de meest curieuze culturele plekken in de Franse hoofdstad. Het museum is gevestigd in het Hôtel du Grand Orient de France aan de rue Cadet in het negende arrondissement. De Vrijmetselarij is in veel opzichten een mysterie voor niet-ingewijden. Om de oorsprong, de invloed en het belang van de Vrijmetselarij door de eeuwen heen te begrijpen en te demystificeren is dit een must-see museum. Het is natuurlijk niet nodig om een inwijdingsceremonie te ondergaan om het museum, dat jaarlijks 20.000 bezoekers ontvangt, te bezoeken.

Logo broederschap 'Grand Orient de France 


Geschiedenis: Het museum is opgericht in 1889 door de Grootoosten van Frankrijk met de ambitie om getuigenis te doen van de vrijmetselaarsinvloed op de evolutie van de samenleving, burgerschap en moderniteit. Het was toen nog een soort van rariteitenkabinet waarin een deel van het culturele erfgoed van de vrijmetselaars- broederschappen, beter bekend als loges, waren ondergebracht. Maar tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de Vrijmetselarij in de door Duitsers bezet gebied verboden en werden vrijmetselaars vervolgd en lastiggevallen. De Vichy-politie had zelfs een speciale dienst om geheime genootschappen op te sporen. Tussen 1940 en 1944 plunderden en confisqueerden de nazi’s de collecties van het museum. Een deel van de stukken werd zelfs gebruikt om de grote antivrijmetselaarstentoonstelling in het Petit Palais op te zetten. De andere in beslag genomen stukken werden opgeslagen in het voormalige hoofdkwartier van de eveneens verboden Theosofische sociëteit aan de square Rapp, in het zevende arrondissement, omgevormd tot een branche van de Vichy-antivrijmetselaars. Na de bevrijding werd, wat er nog over was van de collecties, zo’n 50 stuks, teruggegeven aan de broederschap Grand Orient de France, die ze bij gebrek aan middelen zorgvuldig in dozen bewaarde.


Lucien Murat, Grand Maitre du Grand Orient de France van 1852 tot 1861
 

Vóór de oprichting van het museum stond op de plek in de rue Cadet een herenhuis dat aan het begin van de 18e eeuw toebehoorde aan de Prins van Monaco. Bewoond door de markies de La Londe, voorzitter van het parlement van Rouen in 1780. Later, in 1830, was het de residentie van maarschalk Clauzel. In 1854 kocht grootmeester Lucien Murat, de derde Prins van Murat, het hotel en vestigde er het hoofdkwartier van de broederschap Grand Orient de France. De voormalige balzaal van de Grimaldi’s werd vervolgens omgevormd tot een vrijmetselaarstempel. In 1957 kreeg de tempel de naam ‘Temple Arthur Groussier’, genoemd naar de voormalige voorzitter van de raad van de Orde van het Grootoosten van Frankrijk uit 1925. 

Aan het einde van de jaren ’60 herbouwde de broederschap Grand Orient de France  opnieuw een deel van zijn hoofdkwartier aan de rue Cadet. Het oude kleine gebouw werd vervangen door een groot gebouw beschermd met een grote metalen gevel volgens de smaak van de internationale stijl die in de jaren ’70 in zwang was. Een virtuele bunker waar je binnenkomt via een goed bewaakte glazen deur en beveiligingspoortjes, een indeling getekend door het oorlogstrauma. 

In 1973 werd het museum heropend en markeerde meteen de tweehonderdste verjaardag van de vorming van het Grootoosten van Frankrijk. Mede dankzij de hulp van de toenmalige grootmeester die veel heeft gedaan om opnieuw het vrijmetselaarserfgoed te verzamelen. Hij liep van veiling naar veiling om de collectie van voor de oorlog, te reconstrueren. Er werden zelfs stukken teruggekocht die eerder waren gestolen. Van 2008 tot 2010 werd dit unieke museum opnieuw ingrijpend gerenoveerd en kreeg bij de opening op 10 februari 2010 het predicaat toegekend, door het Ministerie van Cultuur, van ‘Musée de France’. De opening werd verricht door de Grootmeester van de broederschap Grand Orient de France; Pierre Lambicchi, in aanwezigheid van de toenmalige Minister van Cultuur Frédéric Mitterand (inderdaad de neef van) en Bertrand Delanoë die toen burgemeester was van Parijs.


Eenmaal langs de beveiligingspoortjes kom je in een grote hal die toegang biedt tot het museum





Vanaf het begin wordt je ondergedompeld in een zeer intieme sfeer, met name door de verlichting die mede dankzij licht-donkercontrasten een soort van clair-obscur weergeeft. Met transparante meubels waardoor het museum, bij binnenkomst, als een geheel kan worden waargenomen, terwijl de bezoeker van het ene ‘podium’ naar het andere wordt geleid. Chronologisch beleef je de ‘grote geschiedenis’ van de Vrijmetselarij op een intieme manier, een ontdekkingsreis langs de identiteit, de geschiedenis en de gebruiksvoorwerpen van de Franse vrijmetselaars: meubels, versieringen en rituele voorwerpen die toebehoorden aan de loges en de vrijmetselaars. Je ziet een grote collectie zegels, juwelen, medailles, schilderijen en persoonlijke voorwerpen zoals horloges, snuifdozen, manuscripten, patenten, gravures, boeken en foto’s. Verder enkele zeer emblematische stukken waaronder een portret van de Grootmeester van 1743 tot 1771, de graaf van Clermont. De ‘schort’ gebruikt tijdens de inwijdingsprocedure van Voltaire, Frans schrijver, essayist, filosoof en vrijdenker. Hij kan worden beschouwd als de prominente voortrekker van de Franse Verlichting en werd ingewijd aan het einde van zijn leven op 7 april 1778. Of het schort van Jérôme Bonaparte, de jongste broer van Napoleon Bonaparte en kortstondig koning van Westfalen. Maar ook het vrijmetselaarszwaard van Lafayette, een Frans aristocraat die beroemd werd vanwege zijn rol in de Amerikaanse onafhankelijkheidsstrijd en de Franse Revolutie.


Het oudste stuk is de originele uitgave van de  ‘Constituties van Anderson’ gepubliceerd in 1723, een van de grondleggers van de moderne vrijmetselarij (boven) - Voorbeeld van een schort die gebruikt wordt bij de geheime inwijdingsprocedures (onder)


De ‘schort’ gebruikt tijdens de inwijdingsprocedure van Voltaire


Het vrijmetselaarszwaard van Lafayette, een Frans aristocraat 

 

Sommige stukken zijn ronduit verbluffend. Als bezoeker bewonder je ook de mooiste collectie aardewerk en glaswerk met maçonnieke versieringen uit de 18e eeuw. Het oudste stuk is de originele uitgave van de  ‘Constituties van Anderson’ gepubliceerd in 1723, een van de grondleggers van de moderne vrijmetselarij.  Een buste van Marianne uit 1882, zij symboliseert de ‘triomf van de Republiek’. Gemaakt door Paul Lecreux, beter bekend als Jacques de France. Het beeld is oorspronkelijk gemaakt voor de loge van Saint-Germain-en-Laye; ‘La Bonne Foi’. Maar ook een porseleinen Marianne uit de tweede republiek van 1842 tot 1852. De datum 23 februari 1848 die op de sokkel staat vermeld, verwijst naar het begin van de Parijse opstand die leidde tot de val van Louis-Philippe. Met recht zie je hier een van de mooiste collecties ter wereld.


Graaf van Clermont, Grand Maitre van 1743 tot 1771
 

Vrijmetselarij

De Vrijmetselarij is voortgekomen uit de bouwcorporaties van de middeleeuwen en is in haar huidige organisatievorm drie eeuwen oud. Er zijn vele wortels, o.a. in Schotland en Frankrijk, maar Engeland is de bakermat van de Vrijmetselarij. Daar bloeide in de 17de eeuw de Royal Society, een genootschap van vooruitstrevende wetenschappers, onder wie veel vrijmetselaren. De traditie van de Vrijmetselarij is dan ook diep geworteld in de geschiedenis van Frankrijk. Vrijmetselarij als hulpmiddel van de Verlichting of Eeuw van de Rede, een cultureel-filosofische en intellectuele stroming in Europa die ruwweg samenviel met de 18e eeuw, daarna als een vector voor verspreiding van het democratische liberale kamp. Vandaag de dag zijn er bijna 200.000 mensen lid van de Vrijmetselarij in Frankrijk, waarvan ongeveer een kwart lid van de oudste broederschap die van het Grand Orient de France. De Vrijmetselarij telde onder haar leden de grootste geesten en kunstenaars van hun tijd. De betekenis van de Vrijmetselarij als leerschool van deugd en democratie is dan ook enorm geweest. De meeste grote filosofen van de Verlichting waren vrijmetselaar: Rousseau, Montesquieu, Voltaire, Danton, enzovoorts. Op 14 januari 1882 werd de eerste vrouw geïnitieerd: Maria Deraimes. Vanaf 1901 volgen meerdere loges. De Vrijmetselarij in Frankrijk zijn opgesplitst in diverse groepen, Obediënties genoemd zowel toegankelijk voor mannen en vrouwen en gemengde vorm. 

 

Meestal komt men twee wekelijks samen om een zogenaamd ‘bouwstuk’ aan te horen, een filosofisch getinte voordracht, waarna er een uitwisseling van ideeën en zienswijzen volgt zonder te vervallen in felle discussies. In loges mogen geen zaken worden gedaan en er mag ook geen politiek worden bedreven. Ook twistgesprekken over godsdienst zijn verboden. Er wordt over van alles gesproken, maar nooit in een debatvorm, altijd in een dialoogvorm. Standpunten worden niet tegenover elkaar gezet, maar naast elkaar gelegd. Klonen, euthanasie, de scheiding van kerk en staat zijn voorbeelden van kwesties waarin de vrijmetselaars hun invloed trachten aan te wenden, doorgaans ten faveure van een liberale koers. Het verkrijgbaar maken van voorbehoedsmiddelen in Frankrijk was hun werk, en menige gemeente werd behoed voor een extreem-rechtse burgemeester doordat socialistische en gaullistische vrijmetselaars bij de plaatselijke verkiezingen besloten tot samenwerking.

 

De Marianne is ook een belangrijk symbool voor de vrijmetselarij - Een porseleinen Marianne uit 1848, het begin van de 2e republiek



Bronzen Marianne uit 1882 van de hand van Paul Lecreux / Jacques de France - Op 14 januari 1882 werd ook de eerste vrouw geïnitieerd: Maria Deraimes


Vrijmetselarij is geen godsdienst, geen ideologie of levensbeschouwing. En zeker geen sekte of geheim genootschap. De Orde van Vrijmetselaren is een democratische vereniging, waarvan de leden streven naar verdieping van inzicht. In dat streven staat de Orde natuurlijk niet alleen. Maar de Vrijmetselarij onderscheidt zich van andere organisaties op dat terrein door haar bijzondere methode van werken. Zij maakt daarbij gebruik van symbolen en rituelen, die op zinnebeeldige wijze de levensloop van de mens uitbeelden. In de Vrijmetselarij neemt de bouwsymboliek, erfenis van de ambachtelijke loges uit de middeleeuwen, een zeer belangrijke plaats in. De vrijmetselaar bouwt aan de ‘Tempel der Volmaking’, aan een betere wereld, waarbij hij zichzelf ziet als een bouwsteen. Passer en winkelhaak vormen internationaal hét herkenningsteken van de vrijmetselarij.

 

De Afrikaanse kenmerken van deze ‘Zwarte Marianne’ die in 1848 in opdracht van vijf vrijmetselaarsloges in Toulouse werd gemaakt, is voor die tijd buitengewoon vernieuwend


De passer wordt verbonden met de gedachte aan maatgeven, scheppen, afpassen. Hij is ook het symbool van de uitstralende Liefde uit het Oosten, het symbool van de Opperbouwmeester die alles ordent naar maat, getal en gewicht. De winkelhaak met zijn rechte hoek symboliseert de mens die het Licht ontvangt, de mens die zich in de ‘rechte verhouding’ weet te plaatsen tot zijn medemens. Een geliefde uitdrukking is dat de mens een ruwe steen is, die moet worden bekapt en gepolijst tot een zuiver kubieke steen, zodat die gave steen kan worden ingepast in het bouwwerk van levende stenen. Samen bouwen voor een hoger doel, schept een band. 

  


Tijdens de Tweede Wereldoorlog was de Vrijmetselarij verboden

Veel Fransen menen echter dat de Vrijmetselarij nog steeds een belangrijke geheime rol speelt in het politieke spel en achter de schermen veel invloed heeft. De Rooms Katholieke kerk (ooit staatsgodsdienst in Frankrijk) kijkt dan ook met Argusogen naar deze onafhankelijke organisatie. Het gesloten karakter van de Vrijmetselarij (men kan slechts lid worden na een zekere ballotage) maakt het in Frankrijk tot een geheimzinnige organisatie. De Dreyfus affaire is hier zeker debet aan. Deze Frans-joodse officier heeft de geschiedenisboeken gehaald als hoofdrolspeler in een politiek schandaal dat Frankrijk twintig jaar in zijn ban heeft gehouden. Tijdens de Tweede Wereldoorlog bestond er de complottheorie waarbij Joden en vrijmetselaren grote invloed uitoefende op het westerse wereldgebeuren. Naar verluidt vergaderen de loges nimmer zonder de Franse vlag en besluiten zij hun bijeenkomsten met een 'Leve de republiek!' 

Trakteer je zelf op een duik door drie eeuwen humanisme en geschiedenis.


Musée de laFranc-Maçonnerie, Vrijmetselarij-museum, rue Cadet 16, 9e arrondissement.

Metrostation Cadet, lijn 7.

Geopend dinsdag t/m vrijdag van 10.00 uur – 12.30 uur en van 14.00 uur tot 18.00 uur.

Zaterdags sluit het museum om 19.00 uur in plaats van 18.00 uur. 

Rondleiding

Een ongewoon bezoek om de geheimen van de vrijmetselaars van Parijs te ontdekken.

Deze rondleiding "Geheimen van de vrijmetselarij in Parijs" laat je kennismaken met de fascinerende verhalen van deze orde, een geheim genootschap dat sinds de 17e eeuw veel sporen heeft nagelaten in Parijs ! 

Bronnen:

Vrijmetselarij Nederland, Sarah Pons, Pierre de Boudewijn, Vrijmetselarij in Frankrijk door A.L. Longayroux,



3 opmerkingen:

  1. Reactie van A.L. Longayroux

    Een heet hangijzer in de Franse Vrijmetselarij is de wel of niet aanname van een Godsfiguur.

    In Frankrijk bestaan ook Vrouwenloges. De passer in het Vrijmetselaars symbool staat voor de liefde, de cirkel kent einde noch begin. De passer kan men zien als een symbool van eerlijkheid en waarheid . Men moet in rechte verhouding staan tot je levenswandel. Het voorschoot wordt gedragen in ‘ Open Loge’ , een officiële Vrijmetselaarsbijeenkomst en laat de graad van inwijding zien. Men kent drie graden , die van leerling, gezel en Meester. In de Nederlandse Vrijmetselarij worden voordrachten gehouden zogenaamde ‘Bouwstukken’.

    Hier kan een medicus Vrijmetselaar zijn opvattingen laten horen over bijvoorbeeld euthanasie. Na zijn betoog volgt een ‘ vergelijking van standpunten’ geen felle discussie maar vragen en verduidelijking van het gegeven standpunt.

    Veelal wordt na zo’n comparitie onder het genot van een drankje nog nagepraat en wordt een gezellig samenzijn gevormd. Bij het Nederlandse Vrijmetselaars rituaal komen we verschillende Franse woorden tegen zoals ‘ maçonniek ‘ Veel Loges in Nederland hebben Franse namen ! Le préjugé vaincu bijvoorbeeld.

    Er bestaat een zekere ballotage om lid te worden van een Vrijmetselaarsloge.Bij Open Loge draagt men een smoking of rokkostuum. Gesierd met een Logeteken in de vorm van een medaille of spelt.

    Nederlande Loges houden een open dag waarbij men de ontmoetingsplaats ‘tempel’ genoemd ( voor de duidelijkheid, er wordt geen Godsfiguur aanbeden ! )kan bekijken. Belangstellende zijn welkom. De zetel van de Nederlandse Vrijmetselarij is te vinden in Den Haag.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Reactie van Isabelle massé
    interessant artikel Ferry, veel dank. Ga zeker een keer kijken. Ik zie in dorpen soms een vrijmetselaars teken in steen boven een deur; het was zeker geen geheime sekte!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Reactie van A.L. Longayroux
    Nog een correctie. De winkelhaak in het Vrijmetselaar-symbool staat voor ‘rechte verhoudingen’ een juiste eerlijke en oprechte houding ten aanzien van de medemens en eigen geweten.
    Wat is het ‘geheim’ van de Vrijmetselarij ? Een Vrijmetselaar antwoordde als volgt.

    Hoe ruikt een roos ? Slechts door het zelf te beleven komt men daar achter .

    Zo ook in de vrijmetselarij , zo komt het beleven van de samenkomst tot een zeker inzicht. Kern is dat het op jezelf aankomt, verbeter de wereld, begin bij jezelf is het adagium.

    Een secte is de Vrijmetselarij niet, eerder een levenshouding.

    BeantwoordenVerwijderen