Net teruggekomen uit Parijs bereid ik mij alweer voor op de PAN Amsterdam. Parijs was druk, hectisch en regenachtig de afgelopen week. Vrijwel het gehele zesde en zevende arrondissement stonden in het teken van de fotografie. Frankrijk wordt nog steeds erkend als hèt land van de fotografie. Het kan er niet alleen prat op gaan dat het medium hier is uitgevonden, maar het is ook de thuisbasis van enkele van de meest prominente internationale evenementen: De Rencontres de la Photographie in Arles, de Salon de la Photo en tenslotte Paris Photo, veruit de oudste en belangrijkste fotografiebeurs ter wereld. Paris Photo werd zesentwintig jaar geleden (1997) opgericht. Het was de eerste fotobeurs die galerieën en uitgeverijen samenbracht die integraal deel uitmaken van het DNA van de beurs. Vervolgens qua omvang, omdat het qua aantal exposanten de grootste is.
Visual
‘Untitled’, from the series Mystery Street (detail), 2022 © Vasantha
Yogananthan, Courtesy The Photographers’ Gallery
Paris Photo eindigde op 12 november met
een bezoekersaantal van 65.000 bezoekers. Een stijging van 6% in vergelijking
met 2022 toen men 61.000 bezoekers mocht ontvangen. En daar ligt nu het
probleem. Sinds de restauratie van het Grand Palais, als voorbereiding op de
Olympische Zomerspelen Parijs 2024, moest Paris Photo verhuizen naar het Grand
Palais Ephémère tegenover het École Militaire. Met als gevolg 20% minder ruimte
en beperkt tot maximaal 5.700 personen tegelijk. En die momenten tijdens het
regenachtig Parijs werden regelmatig bereikt. Resultaat; je kon er over de
koppen lopen en nauwelijks genieten van de fotografie. Ik moest denken aan de woorden van Florence
Bourgeois, directeur van Paris Photo: “Het doel van Paris Photo is om zo goed
mogelijk en zoveel als mogelijk te ontdekken”. En ik dacht; hoe dan!
154 galerieën waren dit jaar geselecteerd uit de 280 inzendingen. Drie galerieën met vestigingen in Nederland behoorden bij de selectie, een schamel resultaat. Bildhalle Amsterdam / Zurich, met o.a. werk van Ilona Langbroek, Caper Faassen en Paulus Cupido - Tegenboschvanvreden uit Amsterdam met werk van Paul Kooiker en Flatland galerie eveneens uit Amsterdam met o.a werk van Charlotte Dumas (allemaal Nederlandse fotografen). Van de 154 galerieën slechts 34 allereerste deelnames. En misschien ligt daarin het volgende probleem.
‘Thora
at my vanity’, Brooklyn, NY, © Nan Goldin, Courtesy Fraenkel Gallery, San
Francisco
De
ballotagecommissie bestaande uit vaak dezelfde curatoren die natuurlijk ook de
belangrijkste deelnemers zijn van de beurs:
Frisse Brandt van Fraenkel Gallery in
San Francisco,
Howard Greenberg, eigenaar van de Howard
Greenberg Gallery gevestigd in New York. Deze galerie is een van de
belangrijkste fotogaleries in de wereld. Gespecialiseerd in fotografie van de
19e en 20e eeuw waaronder fotografie van: Alfred Stieglitz, Edward Weston,
Eugène Atget, Walker Evans, Brassaï en Henri Cartier-Bresson.
Tim Jefferies, eigenaar van Hamiltons
Gallery in Londen. Hamiltons is dè belangrijkste fotogalerie van het Verenigd
Koninkrijk. Gespecialiseerd in de meesters van de fotografie uit het midden en
einde van de 20e eeuw zoals zoals Irving Penn, Richard Avedon, Helmut Newton,
Herb Ritts en Robert Mapplethorpe. Maar ook gevestigde hedendaagse meesters van
de fotografie waaronder onze Nederlandse trots en te vroeg overleden Erwin Olaf.
Simone + Painting + Coffee, Rome 1960 - © William Klein
Françoise Paviot van de gelijknamige
galerie te Parijs, Timothy Persons adviseur en curator van diverse musea
wereldwijd en hoofddocent aan de University of Art and Design in Helsinki.
Het voelt een beetje als slagers keuren
hun eigen vlees. Wat voor mij resulteerde in het gevoel dat Paris Photo aan vernieuwing
toe is. Hopelijk gaat dat gebeuren wanneer de beurs weer terugkeert in 2024 in
het Grand Palais van 7 tot en met 10 november.
Ben je gek op vintage fotografie dan is
Paris Photo dè beurs om te bezoeken. Met hedendaagse fotografie is mijns
inziens nog een slag te slaan door meer buitenlandse galerieën toe te laten.
Van de 154 deelnemers kwamen er 129 uit Europa. De prijsklasse was extreem
breed. Veel werken werden aangeboden in een bereik van € 1000 tot € 50.000,
maar ook iconische werken die prijzen lieten zien tot enkele honderdduizenden
euros. (Richard Avedon, Helmut Newton).
“The Process of Change”
Een tentoonstelling die er voor mij
uitsprong was te zien in het Atelier Néerlandais. Het zijn toch maar weer die
Nederlanders die het doen in Parijs. Daar waren de winnaars van de Open Call
fotografie 2023 te zien, uitgezet door de Nederlandse Ambassade in Frankrijk in
het kader van Paris Photo 2023, die hun werk presenteerden tijdens de
tentoonstelling “The Process of Change”.
“The Process of Change” was een uitnodiging aan het publiek om zich verder te verdiepen in LGBTQIA+ kwesties en om zowel de kwetsbaarheid van deze enorm diverse gemeenschap als haar veerkracht beter te begrijpen. Binnen deze gemeenschap kan zichtbaarheid zelf al een daad van protest zijn, een herbevestiging van het recht om vrij te leven en lief te hebben. Deze tentoonstelling was niet alleen gewijd aan het vieren van de vreugde en liefde in het leven van gender- en seksueel diverse personen, maar vertegenwoordigde ook de zeer reële uitdagingen waar de gemeenschap wereldwijd mee te maken heeft.
De tentoonstelling verweefde emotionele
uitingen van liefde, verlies en zelfacceptatie door middel van artistieke
fotografie en combineerde deze werken met hedendaagse documentairefotografie
die de echte uitdagingen en gevaren weergeeft waarmee LGBTQIA+ individuen wereldwijd
geconfronteerd worden. Op deze manier fungeerde de tentoonstelling als een
uitnodiging aan mensen van alle leeftijden en alle lagen van de bevolking, om
een brug te bouwen tussen verschillende realiteiten. De tentoonstelling was
samengesteld door curator Samira Damato.
Verder had ik in Parijs een interview met de
Nederlandse fotografe Marie Louise Nijsing . zij was in Parijs om haar onlangs
uitgebracht fotoboek ‘Je Suis Parisienne – één eeuw Parijse geschiedenis in 102
portretten’ te promoten.
Vertel eens wat over jezelf Marie Louise
?
Ik ben al meer dan 15 jaar fulltime
fotograaf. De carrière-switch kwam voor mij toen ik 5 jaar in Krakow woonde.
Daar schoolde ik mijzelf om op de Artistieke Academie van Krakow tot fotograaf.
Eenmaal terug in Nederland volgde ik ook nog wat jaren op de Fotovakschool in
Amsterdam. Ik beoefen verschillende disciplines: Fotograaf-kunstenaar,
portretfotograaf, en documentair fotograaf. Behalve wat mijn stillevens
betreft, wil ik met mijn fotografie voornamelijk duiden, iets laten zien, iets
vastleggen voor de toekomst. Ik houd er van om binnen door mijzelf opgelegde
grenzen te werken. Bijvoorbeeld langer dan 60 jaar wonen in één interieur, de
tentoonstelling 50 jaar sinds het sluiten van de mijnen in het Museum aan het
Vrijthof in Maastricht, of 100 Jaar Jong, tentoonstelling in het Van Gogh
Museum in Nuenen. Zo ook : "je suis Parisienne - één eeuw Parijse
geschiedenis in 102 portretten’.
Cover van het boek Je suis Parisienne
Hoe lang ben je met dit project bezig
geweest ?
In januari 2022 kreeg ik het idee om dit te gaan doen en in april huurde ik een klein appartement in het 6e arrondissement om aan de slag te gaan. En precies 1 januari 2023 was mijn deadline bij de uitgever. Toen moesten alle foto’s gemaakt zijn en de Franse teksten geschreven. De Engelse versie volgde in de maanden daarna, het is dan ook een tweetalig boek geworden. Mensen vragen weleens: "Wanneer komt de Nederlandse versie?" Buiten het feit dat mijn uitgever daar geen plannen voor heeft, denk ik ook dat door het Frans en Engels het een internationaal document is geworden. Het wordt met name in de Verenigde Staten goed verkocht.
Wat maakt jouw boek zo bijzonder ?
Doordat iedere Parisienne vertelt over
haar leven in de stad, kom je heel veel te weten over de geschiedenis van
Parijs. Het zijn wat mij betreft de kleine verhalen die vaak juist heel
beeldend zijn voor je inlevingsvermogen.
Neem bijvoorbeeld Elizabeth, geboren in 1945 (pagina 57). Als dank voor zijn diensten tijdens de Tweede Wereldoorlog ontving haar vader een chic appartement met gouden ornamenten van General de Gaulle. Er was echter geen geld om het huis te onderhouden, en werd het afbladderende goud met de bezem van de vloer geveegd.
Claudine daarentegen, óók
uit 1945 toevallig (pagina 52), was vanaf jongs af aan een arbeidster, die
beroemd servies decoreerde in een arbeiderswijk die nu niet meer bestaat:
Grenelle. In de pauze klommen de meisjes op het dak om van het uitzicht over
Parijs te genieten. Of Leslie, geboren in 1987 (pagina 130) die vertelt over de
jaren dat zij in de Crazy Horse danste. Pauline, geboren in 1991 (pagina 166),
die aan de beroemde koksschool Ferrandi zich specialiseerde in patisserie. Na
jaren van grote stress in de keuken van een Michelin restaurant, waar je een
bord naar je hoofd kreeg gelanceerd als er een kruimeltje verkeerd lag, werkt
zij nu in stilte voor een private equity bedrijf en kookt iedere dag voor de
directeuren. En Anne, 1996 (pagina 186), wiens ouders nog als bootvluchteling uit Vietnam kwamen en die zich pas op de lagere school realiseerde
dat Fransen anders aten dan zij dat thuis deed. In de kwalificatierondes voor
de Olympische Spelen (gaat helemaal goed) reist zij nu de hele wereld over.
Anne 1996 - © Marie Louise Nijsing
Zomaar enkele voorbeelden die mijn
project zo bijzonder hebben gemaakt. De oudste Parisienne die ik heb
gefotografeerd is geboren in 1921, de jongste in 2021.
Wat is volgens jou een echte Parisienne
?
Volgens mij bestaan ze helemaal niet,
volgens mij is het gewoon een marketingconcept, hoe sta jij hier tegenover?
De Parisienne is inderdaad een marketingconcept
dat iedereen wel zou willen zijn zonder precies te weten wat het is. Iedereen
weet wel dat het tot in den treure wordt uitgedragen in alles wat te maken
heeft met mode, luxe en toerisme. Het heeft niets te maken met sociale klasse,
uiterlijk of gedrag.
In mijn boek besteed ik juist géén
aandacht aan dat marketing concept - maar fotografeer ik zo realistisch
mogelijk, en zo inclusief en evenwichtig mogelijk wie die Parisienne is.
Vandaag de dag is de Parisienne een stedelijk type, ik durf te stellen met een
bepaalde vrijheid, of zelfstandigheid in relatie tot de man. Haar moderniteit
en vrijgevochtenheid geeft hen een nonchalant, doch elegant karakteristiek waar
menigeen jaloers op is. Bovendien zijn de dames en de meisjes die ik
gefotografeerd heb ook daadwerkelijk
geboren in Parijs. Daarom is de titel: ‘Je suis Parisienne’ ook zo sterk denk
ik. Maarrrr, eigenlijk hoef je niet in Parijs geboren te zijn om een Parisienne
te zijn. In Parijs kan je ‘herboren’ worden als Parisienne. Het is de stad, met
alle charme en cultuur, die een Parijse vorm en identiteit stimuleert bij haar
inwoners. Kijk maar naar Marie-Antoinette (1755-1793), Josephine Baker
(1906-1975) of Jane Birkin (1946-).
Alexia 1988 - © Marie Louise Nijsing
Wat is je mooiste / dierbaarste ervaring
die je meemaakte tijdens het maken van dit boek ?
Eigenlijk was iedere ontmoeting speciaal. Maar wat mij het meest dierbaar is, is de ondersteuning die ik nog steeds ondervindt nadat het boek is uitgebracht. ‘Mijn’ Parisiennes zijn trots om in het boek te staan, en zijn nog iedere dag bereid het boek een duwtje in de goede richting te geven. Reclame maken, het boek in hun etalage zetten...we appen ook vaak met elkaar.
Je hebt een jaar gewerkt aan je boek, hoe
zag je maandindeling eruit ?
De eerste maanden waren een uitdaging om op gang te komen. Maar toen ik eenmaal rond de vijftig Parisiennes had gefotografeerd, was er een waar sneeuwbaleffect, per dag kreeg ik meerdere nieuwe kandidaten die zich meldden, en zo was het mogelijk om alle ontbrekende jaartallen te vinden en in te vullen. Er kwam natuurlijk veel meer bij kijken dan het fotograferen alleen, denk aan de interviews, de teksten, met name een goede administratieve organisatie was fundamenteel.
Ben je tevreden over wat het
uiteindelijke eindproduct is geworden ?
Ja, echt. Natuurlijk zie ik tal van dingen die misschien net even anders hadden gekund, maar dat zal iedere ‘maker’ hebben. Ik heb veel te danken aan mijn uitgever Editions Akinomé, die hoge kwaliteit nastreeft. De druk is luxueus, de vormgeving verzorgd en de rode draad duidelijk. Ik heb al heel wat boeken gemaakt, altijd in opdracht, maar nog nooit heb ik mijn eigen werk kunnen publiceren op zo'n grote schaal. Zij hebben mij echt meegenomen in het proces, en mijn mening was belangrijk voor hen.
Boekpresentatie in het Atelier Néerlandais
Met de wetenschap van nu zou je dingen
anders hebben gedaan ?
Ik had niet kunnen voorzien dat het boek internationaal zo succesvol zou zijn, mijn uitgever ook niet overigens. De kosten van distributie buiten Europa zijn heel hoog, daar was even geen rekening mee gehouden. Akinomé is een zelfstandige uitgever en juist die persoonlijke begeleiding was heel fijn. Nu de rechten ook verkocht zijn aan een hele grote Duitse uitgever, ben ik heel benieuwd hoe dat zal verlopen.
Wat wordt je volgende project ?
Het liefste zou ik dit ook in Tokyo willen doen, maar daar heb ik nog geen sponsor voor. Alle ideeën daarvoor zijn welkom. Voor nu blijf ik wat dichter bij huis, genoeg boeiende Europese steden niet al te ver van Nederland vandaan.
Je Suis Parisienne, uitgeverij Éditions Akinomé, 248
pagina’s (groot formaat 28 cm. x 23 cm.) Prijs € 34
Volgend jaar toch maar weer Paris Photo.
Niet zozeer voor de expositie maar wel om het geheel gerestaureerde Grand
Palais te kunnen bezichtigen.
De langdurige en kostbare restauratie moet het gebouw weer herstellen naar zijn oorspronkelijke architectuur. De balkons en galerijen rond het middenschip, groot 3700 m2, gesloten vanwege veiligheidsoverwegingen, zullen weer worden geopend voor het publiek. Er zal ook een binnenstraat worden aangelegd zodat er circulatie binnen in het gebouw kan plaatsvinden van noord naar zuid (verbinding Champs-Elysées – Seine) en van het oosten naar het westen (verbinding tussen de koepel en het Palais de la Découverte). Het dak zal worden opengesteld voor het publiek en het voorplein wordt in zijn geheel gerenoveerd. Een van de functionele uitdagingen van het project is het creëren van één gemeenschappelijke ingang voor het publiek naar het Grand Palais en het Palais de la Découverte.
Nieuwe entree -
Artist Impression: Chatillon Architectes pour la Rmn
De capaciteit van het gebouw zal met ruim 30% toenemen en bruikbaar zijn voor meerdere manifestaties per jaar. Eerder werd het Grand Palais maar zes maanden per jaar gebruikt. De vergroting van de capaciteit heeft ook consequenties voor de nooduitgangen. Verder komt er een auditorium voor 350 mensen een klein auditorium op de bovenverdieping en de huidige bioscoop maakt plaats voor een derde auditorium.
Het Grand Palais
van de 21e eeuw - Artist impressions: Wilmotte & Associates Architects
De
renovatie is het grootste culturele project van de stad Parijs. Vier
stakeholders financieren het project: De staat tot 128 miljoen, een subsidie
van 150 miljoen, het Grand Palais zelf met een lening van 150 miljoen, modehuis
Chanel met 25 miljoen en het Palais de la Découverte met 3 miljoen.
Ik kan niet wachten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten