Place d'Iéna ligt op de kruising van de Avenue d'Iéna en de Avenue du Président-Wilson in het 16e arrondissement. In het midden staat het ruiterstandbeeld van Washington, aangeboden door de Verenigde Staten in 1900 en gemaakt door de Amerikaanse beeldhouwer Daniel Chester French en Edouard G. Potter. Het plein is vernoemd naar de Napoleontische overwinning van 14 oktober 1806. Aan de overkant, op nummer 6, bevindt zich het Guimet Museum, het Nationaal Museum voor Aziatische Kunsten en op nummer 9 het Palais d’Iéna. Samen met het nabij gelegen Palais de Tokyo en het Palais de Chaillot een van de drie permanente gebouwen die voortkomen uit de Wereldtentoonstelling van 1937.
Het Palais d’Iéna een schepping van de architect Auguste Perret
In 1933 kreeg de architect Auguste
Perret de opdracht om te werken aan de stadsplanning voor de
Wereldtentoonstelling van 1937. In het gebied waar nu het Trocadéro staat zag
hij een museumdistrict, maar door de val van de regering-Daladier in 1934
werden zijn ideeën gecanceld. Perret kreeg echter wel twee spraakmakende
opdrachten - de Mobilier National, aan de Rue Berbier du Mets (13e),
en het Musée National des Travaux Publics (nu het Palais d'Iéna) - die hem in
staat zouden stellen zijn eeuwige droom te vervullen; een klassiek monument in
gewapend beton volgens een modern ontwerp dat kon wedijveren met het oude Parthenon,
volgens hem hèt toppunt van esthetische perfectie.
Auguste Perret
Auguste Perret (1874 – 1954) was een
zoon van een steenhouwer en aannemer. Een groot deel van zijn jeugd bracht hij
door omringd door bouwplaatsen. Mede door zijn vader en Viollet-le-Duc raakte
hij gepassioneerd door de bouw. Hij volgde een opleiding aan de École des
Beaux-Arts in het 6e arrondissement. Een opleiding die hij
vroegtijdig verliet om met behulp van zijn twee jongere broers, Gustave en
Claude, een bedrijf te runnen dat zich toelegde op experimenten met gewapend
beton. Zijn doel was om gewapend beton tot een volwaardige architecturale
discipline te maken. Zo verwierf hij internationale bekendheid als architect
van de appartementen aan de rue Franklin (1903), het Théatre des Champs-Elysées
(1913), de kerk Notre-Dame du Raincy (1923), ook wel bekend als de ‘Heilige
Kapel van Beton’ en de Salle Cortot (1928-1929).
Het middelpunt van het Palais d'Iéna is ongetwijfeld de beroemde monumentale trap, met een dubbele rondgang in opengewerkt beton
Voor het Palais d’Iéna creëerde hij een klassiek ontwerp met slanke kolommen tot aan het dak dat een tweede structuur herbergt. Ze worden naar boven toe breder en lopen uit in kapitelen. Het beton zelf werd vermengd met groen porfier (een stollingsgesteente) en roze marmer. En zelfs 86 jaar na de oplevering heeft het Palais d’Iéna zijn pracht en praal behouden en tientallen jaren en een Wereldoorlog overleefd zonder ooit uit de mode te raken. Het wordt zelfs geroemd als een van de grote klassiekers van de moderne architectuur. Het door Auguste Perret gebouwde deel, de rotonde en de vleugel langs de avenue d’Iéna werd op 5 juli 1993 geclassificeerd in het register van historische monumenten.
Oorspronkelijk deed het gebouw dienst
als het Musée des Traveaux Publics, bedoeld om op spectaculaire en educatieve
wijze de grote Franse prestaties op het gebied van civiele techniek en openbare
werken te tonen: wegen, bruggen, spoorwegen, waterwegen, havens en luchthavens,
dammen, mijnen en olie-industrie. Door gebrek aan belangstelling vestigde in
1959 de Economische, Sociale en Milieuraad (CESE) zich in het gebouw en werd in
de loop der jaren uitgebreid. Het biedt een majestueuze halfronde ruimte waar
de adviseurs elkaar ontmoeten, maar ook een grote ruimte waar nu
tentoonstellingen worden georganiseerd. Maar het middelpunt van het Palais
d'Iéna is ongetwijfeld de beroemde monumentale trap, met een dubbele rondgang
in opengewerkt beton. In 1960 lanceerde architect Paul Vimond, een leerling van
Auguste Perret, de werkzaamheden voor een tweede vleugel van het Palais d'Iéna,
langs de Avenue du Président-Wilson. Het gebouw werd later, in 1996, aangevuld
met een derde vleugel anders dan de Perret-stijl, het werk van architect Gilles
Bouchez.
De Franse kunstenaar Daniel Buren en de Italiaanse kunstenaar Michelangelo Pistoletto, twee van 's werelds meest toonaangevende hedendaagse kunstenaars, hadden speciaal voor Paris+ by Art Basel hun krachten gebundeld
Origineel is het gebouw alleen op
afspraak te bezoeken. De CESE organiseert bezoeken voor groepen van tenminste
10 personen. De bezoeken worden georganiseerd van maandag tot en met vrijdag
van 09.00 uur tot 17.00 uur, onder voorbehoud van de beschikbaarheid van
gidsen. De bezoeken zijn gratis en worden geleid door een CESE-raadslid of
-medewerker. De rondleiding duren gemiddeld tussen de anderhalf en twee uur.
Met zijn installatie ‘Divisione-Moltiplicazione’ wilde Pistoletto een ‘oerknal van spiegels’ creëren door een hele reeks boeken in het midden van de ruimte uit te lijnen
In oktober vindt in Parijs jaarlijks de ‘Paris+ by Art Basel plaats, de grote beurs voor hedendaagse kunst, de opvolger van de FIAC. Naast dit grote artistieke evenement in het Grand Palais Éphémère, kunnen kunstliefhebbers ook hun ogen de kost geven aan een aantal tentoonstellingen buiten de muren en aan evenementen buiten het terrein. Zo ook in het Palais d’iéna waar de Franse kunstenaar Daniel Buren en de Italiaanse kunstenaar Michelangelo Pistoletto, twee van 's werelds meest toonaangevende hedendaagse kunstenaars, speciaal voor Paris+ by Art Basel hun krachten hadden gebundeld om iets nieuws te creëren. Van 18 tot en met 31 oktober 2023 nodigden de twee kunstenaars ons uit om hun creatie te komen bewonderen, die speciaal de architectuur van het Palais d'Iéna in de schijnwerpers zette.
Een onderdompeling in kleur
Kunstenaar Daniel Buren voerde een
artistieke transformatie van het gebouw uit door een reeks enorme, kleurrijke
erkers te creëren, waarbij hij een van zijn kenmerkende artistieke motieven
gebruikte. De kleuren volgden elkaar op in alfabetische volgorde, namelijk
blauw-geel-rood-groen-paars. Een gewoonte van Daniel Buren, die zich bij elk
project aanpast aan de taal van het land. Deze op maat gemaakte composities
integreerden ongelooflijk goed met de architectuur van Perret. De kleuren van
de glas-in-loodramen kwamen prachtig tot hun recht wanneer de zon erop scheen,
waardoor er een kleurenspel ontstond op de immense binnen pijlers. Dit resulteerde
in een ruimte die deed denken aan een monumentale tempel en bood een indrukwekkende
visuele ervaring voor bezoekers die binnen ronddwaalden.
De centrale ruimte werd toevertrouwd aan
de Italiaan Michelangelo Pistoletto , die een reeks
witte dozen installeerde met daarin, als grote open boeken, spiegels die de een
in de ander deed reflecteren. Met zijn installatie ‘Divisione-Moltiplicazione’
wilde Pistoletto een ‘oerknal van spiegels’ creëren door een hele reeks boeken in
het midden van de ruimte uit te lijnen. Op elk ervan zien we zijn beroemde
symbool, bestaande uit drie lussen, een symbool van de schepping die hij het ‘Derde
Paradijs’ noemt. Geleidelijk aan lijken deze spiegels, opgevouwen als boeken,
open te willen, totdat de laatste, geheel plat, het einde van het universum
belichaamt. Ondanks deze donkere noot schitterde het gebouw met duizend
lichtjes, en bood het een uniek schouwspel in dit monumentale herontdekte
gebouw.
Palais d'Iéna, 9 place d'Iéna, 75016 Parijs.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten