In een van mijn Parijsboeken kwam ik de volgende zin tegen: "Parijs is een verleidelijke stad, die permanent wil worden bekeken en aandacht eist, en gezien wil worden door de ogen van een liefhebbende, verlangende en jaloerse minnaar". Ik moet bekennen dat ik zo naar mijn favoriete stad kijk. Altijd zoekend als een ware vrijbuiter, naar verborgen plekken, oases van stilte, onvermoede paradijsjes in anonieme straatjes, in miskende wijken, waar mijn fantasie het rijk alleen heeft. Op sommige van deze verschijningen ben ik voorbereid, maar de meeste charmante kleinigheden van Parijs ontdek ik toevallig. Op iedere willekeurige wandeling door de stad kom ik er waarschijnlijk tientallen tegen. Het is een klein wonder dat Parijs zo'n overvloed aan verborgen juweeltjes heeft kunnen bewaren, ondanks het verslindende moderne stadsleven. Het is zeker een compliment voor de smaak en geestkracht van de Parijzenaars.
Dit
juweeltje ken je waarschijnlijk nog van de cover van mijn tweede reisgids over
Parijs namelijk ‘Ongekend Parijs’. Later, toen mijn uitgever Edicola de lay out
van alle reisgidsen veranderde, veranderde niet alleen de cover maar ook de
titel in ‘Parijs anders bekeken’. Onlangs kwam ik er achter dat ik dit
juweeltje aan de boulevard Raspail in het 14e arrondissement nooit
heb beschreven. Misschien wel omdat ik stiekem wilde dat het onontdekt zou
blijven. Want de absolute hit op Instagram is de rue Crémieux, eigenlijk een
voetgangersgebied vol met kleurrijke huizen. De bewoners hebben er nu spijt van
dat ze hun straat zo hebben opgepimpt en overwegen een toegangshek aan het
begin en het einde van de straat te plaatsen. Het ligt in het 12e
arrondissement, tussen de rue de Lyon en de rue de Bercy. Het is een klein
straatje van slechts 144 meter lang.
Mijn juweeltje ontdekte ik na een bezoek aan de Fondation Cartier pour l'Art Contemporain, aan de boulevard Raspail 261 in het 14e arrondissement. Een gebouw van glas en staal dat speciaal voor Cartier is ontworpen door de Franse architect Jean Nouvel, schepper van onder andere het Institut du Monde Arabe en het Musee du Quai Branly. Op de plek waar Chateaubriand, Frans schrijver en politicus, in 1823 een Libanese ceder plantte, staat nu als het ware een doorzichtig gebouw. Gebouwd in en rond een tuin die is ontworpen door Lothar Baumgarten. Het zogenaamde "Theatrum Botanicum" bevat meer dan 35 boomsoorten en 200 soorten planten. Een grote façade van glas aan de buitenzijde verlengt het perspectief van de boulevard Raspail en vormt een bijzondere harmonie tussen kunst en planten, zowel binnen als buiten.
1200 m² tentoonstellingsruimte verdeeld over zes niveaus, hier worden jaarlijks vijf tentoonstellingen
georganiseerd rond alle vormen van hedendaagse kunst waaronder; design,
fotografie, schilder- en beeldhouwkunst.
De Fondation Cartier stelt zich als doel Internationale hedendaagse
kunst te bevorderen en te ondersteunen door middel van verschillende
activiteiten (financiering van nieuwe aanwinsten, tentoonstellingen, shows, het
uitgeven van boeken, catalogi en animaties) van nieuwe Franse en buitenlandse
kunstenaars.
Wandelend richting het metrostation Raspail passeer ik een lang hek met een kleine toegangspoort. Achter het hek een onvoorstelbaar Parijs juweeltje. Bevangen door de waanzin van deze ontdekking rende ik naar de toegangspoort voordat deze zou sluiten, net nadat een bewoner het straatje binnenging. Op dat precieze moment denk je dat jij de eerste persoon op aarde bent die dit uitzonderlijk plekje heeft gevonden. Misschien overdrijf ik door te zeggen dat ik nu precies begrijp hoe Christoffel Columbus zich voelde toen hij Amerika ontdekte. Een gevoel van opwinding, intens geluk, en de twijfel of ik deze ontdekking wel met jullie moest delen. Welnu het heeft vijf jaar geduurd!
Passage
d’Enfer
Nee
niet het beroemde parfum van parfumeur Olivia Giacobetti, maar een afgesloten
straatje, beginnend aan de boulevard Raspail en parallel aan de rue
Campagne-Première naar het zuidwesten. Aan de achterzijde maakt het een bocht
van 90° naar een poort die weer uitkomt op de laatst genoemde straat. De
Passage d’Enfer, Een privé weg, afgesloten door poorten. Het ontleent zijn naam
aan de boulevard d’Enfer, de oude naam van de boulevard Raspail die leidt naar
Place Denfert-Rochereau. Volgens verschillende bronnen komt de benaming van het
‘Bois d’Enfer’ dat dit plateau vroeger bedekte. Wat dit straatje zo bijzonder
maakt is de on-Parijse sfeer en de symmetrie. Eigenlijk lijkt het meer op een
filmdecor. Een autovrij straatje vol met kasseien, mooi gepleisterde huizen in
pasteltinten, met houten raamluiken en authentieke straatlampen aan de huizen. De
naam wekt misschien verwarring want waarom zou dit een verbinding naar de hel
zijn. Misschien de verwijzing naar de vroegere naam van de boulevard Raspail,
maar er wordt ook een verbinding gelegd dat de naam zou verwijzen naar
ingestorte mijngroeves, Veelvuldig deden in het verleden zogenaamde sinkholes
hele straten en huizenblokken inclusief bewoners verdwijnen in diepe gaten, wel
degelijk een hel.
Een autovrij straatje vol met kasseien, mooi gepleisterde huizen in pasteltinten, met houten raamluiken en authentieke straatlampen aan de huizen
De
bouw van de Passage d’Enfer in 1855, 160 meter lang en 10 meter breed,
illustreert de eerste tests met sociale huisvesting in de Franse hoofdstad.
Initiatiefnemers waren de heer Cazaux en de Franse architect Félix Pigeory.
Laatstgenoemde was ook de belangrijkste stichter van de badplaats
Villers-sur-Mer, in het Franse departement Calvados. Als directeur en
hoofdredacteur van de Revue des Beaux-arts, was hij zeer geïnteresseerd in de
eerste arbeiderswoningen in Parijs. Een decreet uit 1852 kende subsidies toe
aan initiatiefnemers, bankiers, aannemers, architecten en eigenaars, zodat ze
sociale woningen konden creëren. Zo ontstonden woonwijken voor arbeiders in
typische volkswijken of dun verstedelijkte sectoren die later, in 1860, aan de
stad zouden worden toegevoegd.
Wat
onmiddellijk opvalt bij het binnengaan is de rust. Een oase, en dat op
steenworpafstand van de bruisende boulevard. Bijzonder is ook dat de nummering
van de huizen in deze privéweg met de klok meegaat in tegenstelling zoals in
Parijs de regel is, afwisselend even-oneven. De Passage Molière in het 3e
arrondissement heeft dezelfde bijzonderheid. De passage was ook rijk aan
artistieke voormalige bewoners zoals dichters en schrijvers Arthur Rimbaud, Ezra
Pound, de Japanse schilder Foujita, kunstschilder Chaïm Soutine, beeldhouwers Nikki de Saint-Phalle en César Baldaccini,
Jean-Pierre Raynaud, fotografen Man Ray en Dora Maar. Zelfs meesterparfumeur
Olivia Giacobetti had hier, in de jaren ’70, haar hoofdkantoor wat haar in 1999
inspireerde tot het beroemde parfum ‘Passage d’Enfer’ Een ode aan deze
prachtige passage.
Nummer
24 t/m 27 is de achtergevel van het gebouw 31bis aan de rue Canpagne-Première.
Deze kunstenaarsateliers, gebouwd in 1911, door architect André Arfvidson,
behoren tot de meest spectaculaire van Parijs. De ateliers met hun grote glazen
daken op het noorden kijken uit op de straatkant en de woonruimtes op de
binnenplaats. De straatgevel strekt zich uit over vier niveaus met werkplaatsen
onderbroken door imposante erkers en is prachtig gedecoreerd met witte,
okerkleurige en bruine tegels. Een mooi geschulpte versiering in gevlamd
zandsteen is het werk van de keramist Alexandre Bigot en werd nog eens bekroond als een van de mooiste
gevels in Parijs in 1912. De gevels en
de daken werden bij decreet van 12 juni 1986 geregistreerd als historisch
monument. De gevel is in 2015 in zijn geheel gerestaureerd.
Passage
d’Enfer, toegang ter hoogte van nummer 247 boulevard Raspail en rue de
Campagne-Première 21. 14e
arrondissement, metrostation Raspail, lijn 4&6.
TIP:
Op loopafstand van de Passage d’Enfer, in een zijstraat aan de overzijde van de
boulevard Raspail, bevindt zich de Fondation Giacometti Parijs, in de rue
Victor Schœlcher 5. In maart 2021 schreef ik hier een blog over. Dit prachtige
museum is zeker een bezoek waard. Dus als je toch in de buurt bent, doen! Klik hier voor de blog over deze geniale kunstenaar.
Ik heb die parel een paar jaar geleden ook ontdekt en mooi op de foto vastgelegd!
BeantwoordenVerwijderen