Paris FvdV is een niet commercieel weblog speciaal voor kenners en liefhebbers van de stad Parijs - en voor hen die dat willen worden. Parijs is een stad met een gewichtig verleden, respectabel en gerespecteerd. Het is totaal niet nostalgisch. Parijs is er in geslaagd om, soms op brutale maar altijd op elegante wijze, om te gaan met zijn grootse monumenten. Ze te beschermen en te integreren in de nieuwe dynamiek van de stad. Parijs is een meester op het gebied van herstel en transformatie. U zult er nooit in slagen een volledig overzicht te maken van plekken en verhalen, die allemaal op hetzelfde punt uitkomen en de glorie van deze stad bezingen. toch wil ik een poging wagen. Wekelijks wil ik u niet alleen informeren over wat Parijs nog meer te bieden heeft, maar ook wil ik mijn liefde voor deze stad op u over dragen. In de hoop dat het raakt aan iets wat u herkent of voelt. Ferry van der Vliet.

Privacy verklaring: Indien u weblog Paris FvdV, dat bij Google-Blogger is ondergebracht, leest en reageert op de blogs van Paris FvdV, doet u dat vrijwillig en is uw IP-adres en mailadres - indien u dat vermeld - bekend en wordt opgeslagen. Ook uw schuilnaam waaronder uw reageert wordt opgeslagen. Paris FvdV zal uw gegevens nooit aan derden doorgeven. We houden uw gegevens privé, tenzij de wet of rechtelijke macht ons dwingt uw gegevens aan hen te verstrekken. Datalekken in het systeem vallen onder de verantwoordelijkheid van Google-Blogger. Door weblog Paris FvdV te bezoeken en/of de op of via deze weblog aangeboden informatie te gebruiken, verklaart u zich akkoord met de toepasselijkheid van deze disclaimer. Google gebruikt cookies om services te leveren en verkeer te analyseren dus uw IP-adres en user-agent zijn bij Google bekend, samen met prestatie- en beveiligingsstatistieken om servicekwaliteit te garanderen, gebruiksstatistieken te genereren, misbruik te detecteren en maatregelen te treffen.

vrijdag 27 februari 2015

LE PARIS SOUS PARIS, HET PARIJS ONDER PARIJS

Onder Parijs gaat een bijzondere onderaardse wereld schuil, net als in andere grote steden. Maar die van Parijs is diverser, vreemder. En dan doel ik niet alleen op de honderden kilometers lange tunnels die samen een van de fijnst vertakte metronetwerken en riolen ter wereld vormen. Er is daar beneden nog veel meer te vinden: kanalen, waterreservoirs, crypten, bankkluizen en oude wijnkelders die illegaal dienstdoen als nachtclub of galerie. Maar het opmerkelijkst zijn de steengroeven: de meer dan 200 kilometer lange gangenstelsels die onder veel wijken te vinden zijn, met name in het zuidelijke deel van de stad. Alle bouwmaterialen waaruit Parijs is opgebouwd komen namelijk uit eigen bodem. De bodem heeft vanaf de tijd van de Romeinen, tot vroeg in de negentiende eeuw, de materialen geleverd voor de huizen, kerken, paleizen en kloosters.

In de loop van 2000 jaar is de bodem onder de stad voor ongeveer een tiende van het huidige stadoppervlak uitgehold. Uit talloze steengroeven in de stad haalden de Parijzenaars niet alleen de kalksteen voor hun gebouwen, maar ook leem, kalk en zand. Pas in 1813 werd de exploitatie van de laatste 18 steengroeven binnen de stad verboden, omdat zich in de bodem steeds meer verzakkingen voordeden. Vanaf 1893 is men systematisch begonnen de onderaardse gangen weer op te vullen. Maar nog steeds vinden er in wijken, waaronder Montmartre, verzakkingen plaats. Ironisch genoeg heeft dit de Butte, zoals Montmartre heet in de volksmond, behoed voor desastreuze modernisering.

Parijs kent vele Urban Explorers of Cathaphiles

Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren het de schuilplaatsen voor het Franse verzet, maar tegenwoordig oefenen die tunnels een aantrekkingskracht uit op een heel andere clandestiene groep; een gemeenschap van vrijgevochten types die soms dagen- en nachtenlang ondergronds blijven: de Cathaphiles. Ook wel Urban Explorers genoemd.
Afdalen in de catacomben van Parijs is illegaal en niet zonder levensgevaar. Zuurstofgebrek, gevaarlijke rioolgassen, gevaar voor instortingen of verdwalen en zelfs kans op verdrinking. Via mangaten en ontelbare ladders dalen ze af naar het binnenste van Parijs. Getooid met lampen, touwen en veiligheidshelmen, met als doel het verkennen van de duistere tunnels om er te feesten, te schilderen, of te fotograferen. Een goede gids is onmisbaar en vanwege de vele gevaren is het afdalen zonder gids, sinds 2 november 1955, zelfs strafbaar. Er bestaat een speciale politie-eenheid die dag en nacht patrouilleert in de catacomben en zich alleen bezig houdt met het opsporen van illegale bezoekers. Boetes kunnen oplopen tot 60 euro per overtreding.

Parijs is het Mekka voor ondergrondse exploratie, zei Lazar Kunstmann onlangs in een interview met de National Geographic. Hij is woordvoerder van een groep van Urban Explorers die zelfs een clandestiene bioscoop runde onder de grond op een plek dicht bij de Seine en de Eiffeltoren. De groep heeft nog zeven andere ondergrondse sites, waarvan hij weigerde om meer details te geven. In de eeuwige nacht van het ondergrondse Parijs is geheimhouding heilig in een subcultuur met codes en schuilnamen. Op 23 augustus 2010 werd de ondergrondse bioscoop helaas ontdekt door de politie. Het filmtheater was voorzien van 30 uitgehakte zitplaatsen met houten zittingen. Het complex omvatte verder een bar, een restaurant en een aantal kamers voor een overnachting. Water betrok men vanuit de tuinen van het Trocadero en de elektriciteit werd illegaal afgetapt van het Palais de Chaillot. Bijna twee decennia geleden waren er, naar verluidt meer dan 300 toegangen tot de steengroeven. De meeste zijn gesloten, maar nieuwe entrees zijn blootgelegd door ondernemende ontdekkingsreizigers.

De catacomben van de Parijse opera

Opera Garnier
De Cathaphiles zijn niet de enigen die geïnspireerd raakten door de ingewanden van Parijs. Victor Hugo schreef er over in Les Miserables, Gaston Leroux hield zijn held de Phantom of the Opera verborgen in het helse doolhof onder de Opera Garnier.
In 2011 bracht ik een bezoek aan het 'meer', compleet met bronnen afkomstig van een zijtak van de Seine de rivier Grange Bateliere en schreef hierover het volgende: Voorzichtig loop ik achter Gilber Harnay, brandweerman en al vierendertig jaar verantwoordelijk voor de brandveiligheid van het Palais Garnier, maar voor deze gelegenheid is hij mijn gids. Met in de ene hand een gigantische bos sleutels en in de andere hand een krachtige schijnwerper volg ik hem zwijgzaam over stenen trappen en door de lange smalle gangen, verboden voor het publiek, naar een immense gewelfde kelder van ruim 2500 m².

De ingang naar het beroemde meer 

We stoppen bij een ijzeren hek. Mijn gids draait zich om en zegt met een zware stem; " le lac, c'est ici...", dit is het meer. Hij draait zijn sleutel in het hangslot en opent de zware ijzeren deur die toegang geeft tot het meer. Met zijn lantaarn schijnt hij naar beneden langs een ijzeren trap die in het water steekt. Ongeveer een meter lager schittert het water in het licht van de lantaarn. Het meer ligt onder onze voeten zegt hij op langzame toon. Het dient als waterreservoir indien er brand is in het gebouw en voor duiktrainingen van de Parijse brandweer. Bij een lage waterstand kun je er varen met een boot. Het meer is eigenlijk een groot caisson van 50 bij 20 meter, zo'n 3 meter hoog en bezaaid met kolommen.

Even dwalen mijn gedachten af naar de prachtige slotscene uit de Phantom of the Opera waar het Spook met zijn geliefde Christine per boot het meer oversteekt verlicht met honderden fakkels. "Geen weg terug meer, de laatste drempel zijn we overgestoken, dus sta hier -  en kijk hoe hij brandt…  We hebben de weg terug  achter ons gelaten…". Het luid dichtvallen van het ijzeren hek brengt me weer tot de werkelijkheid.
De meeste opera's worden tegenwoordig opgevoerd in de Opéra Bastille. Hier in de Opéra Garnier bijna uitsluitend balletvoorstellingen. Zo blijft, zeker hier, de jaarlijkse balletuitvoering van le Lac des Cynges, het zwanenmeer een bijzondere betekenis houden.

Een kerhof vol met oude metrotreinen - photo courtesy of Melanie de Groot van Embden

Onlangs zag ik bijzondere foto's van de Frans Nederlandse journaliste en fotografe, Melanie de Groot van Embden. Parijse treinspotters hebben een jarenlang goed bewaard geheim prijsgegeven. Naast het metrostation Villiers in het 17e arrondissement, op een zijspoor van metrolijn 13, staan ondergronds een groot aantal oude metrovoertuigen geparkeerd. Sommigen in deplorabele staat. Een kerkhof vol treinen in ruste, af en toe verstoord door enkele graffitikunstenaars of fotografen die deze wegkwijnende treinstellen voor vergetelheid willen behoeden. Hopelijk worden ze te zijner tijd opnieuw gerestaureerd om te pronken in een metromuseum dat Parijs, net als een fotografiemuseum overigens, ontbeert.

Vergane glorie, weggestopt diep onder de grond -photo courtesy of Melanie de Groot van Embden

De riolen van Parijs, Les Égouts, vormen een minder bekende bezienswaardigheid. De eerste open rioolnetwerken in Parijs stammen uit de Middeleeuwen. Het schoonmaken van de poelen en het afvoeren van het afval was een vieze en zware klus, die vooral door galeislaven werd uitgevoerd. Velen legden het loodje door de verstikkende gassen, opstijgend uit de 'rottende' meren in de stad. De stank was vaak ondragelijk. Het is aan Huges Aubriot, provoost onder Karel V (die regeerde van 1322-1328) te danken, dat Parijs zijn eerste gewelfde riool kreeg in de buurt van de Hallen, die vervolgens het afvalwater afvoerde naar de Seine.  In 1789, ruim vier eeuwen later, was er pas 26 kilometer riool terwijl de Parijse bevolking excessief groeide. Pas in 1855 kreeg Parijs een coherent systeem voor zowel de drinkwatervoorziening als de afvoer van afvalwater, naar een ontwerp van de Franse ingenieur Eugène Belgrand, die ook wel de grondlegger van het huidige rioleringssysteem wordt benoemd. Van hem kwam ook het idee om een grote buis vanuit de Rive Droite aan te leggen, naar het dorpje Asnières, om zo de als maar vervuilende Seine te ontzien. Het afvalwater werd weer hergebruikt als irrigatie van de landbouwgronden in de voorsteden. Al snel bleken de vloeivelden te klein om het totale aanbod van afvalwater aan te kunnen, vandaar dat men in 1910 in Yvelines een zuiveringsinstallatie bouwde, die tot op de dag van vandaag zorg draagt voor de afvoer van de ingewanden van Parijs.

De ingewanden van Parijs

Momenteel strekt het netwerk van riolen zich uit over meer dan 2400 kilometer. Elke straat heeft zijn eigen riool. Straten breder dan twintig meter hebben er zelfs twee. Parijs kent ook nog ruim 63.000 'privé-riolen'. De hoogte van de rioolbuizen variëren van 5 meter (hoofdriool) tot  3,8 meter en 2,6 meter (basisriool). Fraaie porseleinen bordjes geven de naam van het riool aan, die overigens overeenkomt met de naam van de straat, boulevard, avenue of plein waaronder het riool loopt. Dagelijks stroomt er 1,8 miljoen kubieke meter aan afval- en regenwater door dit bijzondere buizensysteem.

Het is een stad onder een stad met trottoirs, bruggen, kanalen en kades waarover de égoutiers zich verplaatsen. In Parijs werken zo'n 1000 égoutiers, het corps dat toezicht houdt op de riolen.  Zo'n 300 zijn er in dienst bij de gemeente Parijs, de overigen werken in de privé sector. Geen ongevaarlijk werk, vanwege infectierisico's van open wondjes of rattenbeten, gezien de grote kolonie ratten die in de riolen huist. Men schat dat er op elke Parijzenaar (rond de 2,2 miljoen) een tot drie ratten beneden wonen. Een rekensom is nu snel gemaakt. Gemiddeld brengt een égoutier 22 jaar van zijn werkzame leven door onder de grond. Ze gaan dan ook rond hun 52e met pensioen.

Een ondergronds netwerk van meer dan 2400 kilometer

De ingewanden van Parijs kennen we natuurlijk uit het meesterwerk van Victor Hugo's Les Misérables, dat zich afspeelt voor en tijdens de opstand van 1848 in Parijs. Op een gegeven moment komen de opstandelingen in het nauw en raakt een van hun leiders Marius Pontmercy gewond. De ex-gevangene Jean Valjean neemt hem over zijn schouder en vindt in het riool een veilige schuilplaats. De inspiratie van deze scene zal Victor Hugo gekregen hebben van zijn vriend Brusneseau, die in de 19e eeuw besloot het rioleringssysteem in kaart te brengen. Dat was vóór die tijd namelijk nog nooit gebeurd. De populariteit van de riolen inspireerde meerdere film- en musicalmakers. In 2012 werd Les Misérables opnieuw verfilmd met in de hoofdrollen Hugh Jackman, Russell Crowe, Anne Hathaway en, Amanda Seyfried.

Les Miserables: Filmposter ontworpen door Ignition Print - Courtesy Universal Pictures

Het is vandaag de dag nog steeds mogelijk om onder leiding van een gids een wandeling te maken door de riolen. Overigens werden de eerste rondleidingen georganiseerd tijdens de Wereldtentoonstelling van 1867. Toen vond de excursie plaats in een wagentje vanaf het verzamelpunt bij Sébastopol. Later werden de rondleidingen bij kaars- of gaslicht uitgevoerd per bootje. Tijdens de huidige rondleiding krijgt men het hart van het netwerk te zien. Een onopvallende trap op de hoek van de Quai d'Orsay en de pont de L'Alma, in de schaduw van de Eiffeltoren geeft toegang tot deze onderaardse attractie. Een blauw bord met 'Visite les Egouts de Paris' markeert de ingang naar de ingewanden van Parijs.
Natuurlijk kun je ook op eigen houtje proberen om een van de 28.000 roosters of putdeksels te lichten en naar beneden af te dalen. Vergeet dan niet om een stratenplan van Parijs mee te nemen. Want je zult weinig mensen tegenkomen om de weg te vragen.

Montsouris een van de vijf waterreservoirs van de stad Parijs

Réservoir de Montsouris
Op de hoek van de rue de la Tombe-Issoire en de avenue Reille in het 14e arrondissement, bevindt zich een van de grootste waterreservoirs van Europa; Réservoir de Montsouris, 265m lang, 135 meter breed, met buitenmuren van meer dan 2 meter dik en 80 meter boven de zeespiegel. Montsouris is een van de vijf waterreservoirs die zorgen voor de watervoorziening van de hoofdstad. Gebouwd tussen 1868 en 1873 door Belgrand op oude kalksteengroeven. Met twee reservoirs die ondersteund worden door 1860 pijlers. Het reservoir onder de grond heeft een diepte van 5 meter en bovengronds, maar geheel afgedekt, een diepte van ruim drie meter. Hierin wordt water, nog steeds aangevoerd via aquaducten ten zuiden van Parijs. uit de rivieren de Vanne, de Loing en de Lunain opgeslagen, waarmee de helft van de stad wordt bevoorraad. Van buiten te herkennen aan de prachtige pomphuisjes die zomaar van een signatuur van Eiffel zouden kunnen zijn. Op de muren staan namen die verwijzen naar de rivieren in de buurt van Parijs. Om de zuiverheid van het water te testen worden er in het bassin forellen gekweekt. Een bezoek kan alleen na een schriftelijk verzoek aan Eau de Paris die het beheer voert over alle waterreservoirs van Parijs. Nog een andere wetenswaardigheid; per dag wordt er in Parijs 377.977 m³ drinkwater verbruikt.

Prachtige pomphuisjes met namen van de rivieren 

Een van de mooiste legale attracties van Parijs is een onderaards gangenstelsel vol met knoken en schedels, een soort museum van de dood. Les Catacombes aan de place Denfert Rochereau behoort tot een van de meest bezochte ondergrondse bezienswaardigheden van de stad. Meer dan vijf tot zes miljoen menselijke skeletten liggen hier begraven, het grootste beenderendepot ter wereld in een ondergronds netwerk van 165 kilometer aan tunnels.

Tot in de zeventiende eeuw werden de doden letterlijk gedumpt op braakliggende terreinen in de stad, vrijwel altijd naast of in de buurt van een kerk. De massagraven bleven open tot ze verzadigd waren en werden daarna bedekt met een laagje aarde om de stank tegen te gaan. Het waren hoogtijdagen voor de ratten, dieven en lijkenpikkers wanneer er vrijwel dagelijks aanvoer was vanuit de diverse ziekenhuizen in de stad. In de dertiende eeuw kende Parijs vijf van zulke publieke 'begraafplaatsen'. Saint Innocents, Saint Benoit, Saint Honoré, Saint Landry en Saint Nicolas des Champs. In de zestiende eeuw waren er 65 kerken en kapellen met een naastliggend kerkhof. Het cimetière des Saint Innocents, naast de voedselhallen, was eeuwenlang, met 18 lagen, de grootste dodenakker van Parijs. De opgezwollen en gistende lijken lagen tegen de muren van de huizen opgestapeld. Op 9 november 1780 besluit het stadsbestuur dat het zo niet langer kan en sluit het kerkhof, om vervolgens opdracht te geven om alle restanten te verhuizen naar de grootste ondergrondse necropolis van de stad: De Tombe Issoire onder de place d' Enfert, het Helleplein. Op 7 april 1786 vind de inzegening plaats en vanaf dat moment trekken de karren 's nachts door de stad, afgedekt met een zwarte doek en vergezeld door fakkeldragers en een priester, zingend het 'Libera me Domine'. 'Requiem æternam dona eis Domine' (Heer, geef hun eeuwige rust). Nog 16 andere Parijse begraafplaatsen worden geëlimineerd. Dit gaat zo door tot 1860. Alleen al uit het cimetière des Saint Innocents kwamen 2 miljoen overblijfselen.

STOP!  Hier begint het dodenrijk

Tunnel na Tunnel, kilometers lang, liggen de beenderen netjes soort per soort opgestapeld, links en rechts gelardeerd met een schedel. De ondergrondse gangen dragen de namen die overeenkomen met de straatnamen bovengronds. Twee macabere kilometers kunt u elke dag, behalve op maandag, bezoeken. U gaat ondergronds op de Place Denfert Rochereau. Na een benauwd gangenstelsel te hebben doorlopen komt u bij een poort met het opschrift: Arrête! C’est ici l’Empire de la Mort (Stop! Hier begint het dodenrijk). Een stukje verder een plakkaat met de veelzeggende tekst: “Pensez le matin que vous n’irez peut-être pas jusques au soir, et au soir que vous n’irez peut-être pas jusques au matin". Ofwel "houd er elke morgen rekening mee dat u misschien de avond niet haalt en houd er elke avond rekening mee dat u misschien de morgen niet haalt". Opbeurend toch? Neem in ieder geval een warme trui en een zaklantaarn mee en hou er rekening mee dat u honderden traptreden moet beklimmen. 131 treden naar beneden en weer 83 treden naar boven. Het mooie is dat u op een heel andere plek boven de grond komt als waar u naar beneden bent gegaan. Ik garandeer u een bijzondere maar vooral boeiende wandeling.

Vijf tot zes miljoen skeletten liggen begraven in de catacomben van Parijs

Les Catacombes, avenue Colonel Henry Rol Tanguy 1, 14e arrondissement, metro Denfert Rochereau. Geopend dinsdag tot en met zondag van 10.00 uur tot 16.00 uur (laatste toegang)

Musée des Égouts de Paris. Quai d'Orsay tegenover nummer 93. Metro Alma-Marceau. Openingstijden van 1 oktober tot 30 april van 11.00 uur tot 16.00 uur en van 1 mei tot 30 september van 11.00 uur tot 17.00 uur. Let op de riolen zijn gesloten op donderdag en vrijdag. Entree € 4,30


Réservoir de Montsouris, Avenue Reille, 14e arrondissement, metro: Alesia - Porte d'Orléans, Bezoek alleen mogelijk na schriftelijk verzoek.

zondag 15 februari 2015

HET ABC VAN PARIJS

A = Arrondissementen
Parijs bestaat uit 20 arrondissementen, elk met een eigen bestuur. Zij hebben geen beslissingsbevoegdheid, maar treden op als bemiddelaar tussen de administratie (burgemeester en het Conseil de Paris /gemeenteraad) en de bevolking. De ligging van de arrondissementen kun je het best vergelijken met een slakkenhuis. Het 1e arrondissement in het midden, daar omheen de middeleeuwse kern; het 2de, 3de, 4de en 5de arrondissement. De nummers 6 tot en met 11 vormen de volgende kring en omvatten de oude 'faubourgs'; buitenwijken. De laatste cirkel word gevormd door de arrondissementen 13 tot en met 20. In deze arrondissementen zijn de inkomensverschillen het grootst. De meest chique en dure arrondissementen  zijn het 15e, 16e en het 17e. De overige arrondissementen zijn de typische migranten wijken. In het 13e de Afrikanen, Chinezen en Antilianen, in het 18e, 19e en 20e veel migranten vanuit Noord Afrika de Magreblanden maar ook Arabieren, Vietnamezen en Chinezen. Zo heeft elk arrondissement zijn eigen karakter en sfeer.

De arrondissementen van de migranten die zeker een bezoek waard zijn

B = Bruggen
Over het Parijse gedeelte van de Seine zijn maar liefst 37 bruggen gebouwd. Clochards slapen er onder, vrijplaats voor verliefde stelletjes, inspiratiebron voor schrijvers en kunstschilders en een schuilplaats voor de regen. De bruggen van Parijs spelen een grote rol in het culturele landschap van de stad. De oudste brug is de Pont Neuf (1578 - 1604), de meest versierde brug is de Pont Alexandre III (1896 - 1900). Het mooiste uitzicht over het historische hart van Parijs heeft u vanaf de voetgangersbrug Passerelle des Arts, een stalen reconstructie van de eerste gietijzeren brug van Parijs uit 1804. Andere prachtige bruggen zijn: Pont de Bir-Hakeim (1903 - 1905) met een bijzonder uitzicht op de Eiffeltoren en de Pont de la Tournelle (1928) met een adembenemend zicht op Île de la Cité en de Notre Dame.

C = Cafés
Te veel om op te noemen. De cafés van Parijs dragen onmiskenbaar bij aan de charme en de historie van de stad. In cafés werd geschiedenis geschreven door grote schrijvers; Sartre, Scott Fitzgerald, Hemingway, de Beauvoir, door kunstenaars waaronder; Dali, Cocteau, en vele andere vooraanstaande intellectuelen Maar in Parijs te zijn geweest zonder Café de Flore, Café Les Deux Magots, Café de la Paix en Café Marly bezocht te hebben, dat kan echt niet.

De cafés van Parijs dragen onmiskenbaar bij aan de charme en de historie van de stad

D = Dôme des Invalides
In 1676 vroeg de Zonnekoning Lodewijk de XIV aan de architect Jules Hardouin Mansart een kerk te bouwen voor exclusief gebruik door de Zonnekoning en voor de Koninklijke graftomben. In 1840 besloot Koning Louis Philippe om de overblijfselen van Keizer Napoleon terug te halen van Sint Helena. Zijn lichaam werd in 1861 in zes kisten gelegd en uiteindelijk in de crypte geplaatst. De tweehonderdste verjaardag van de Franse revolutie was de gelegenheid bij uitstek om de Dôme in oude luister te herstellen en met bladgoud te bedekken. Hiervoor waren 550.000 bladen goud nodig met een totaal gewicht van 12,7 kilogram.

E = Eiffeltoren
Een holle kandelaar, een trap naar de eeuwigheid, de toren van Babel of volière van de wereld: Hèt symbool van Parijs. In de meer dan honderd jaren van zijn bestaan verguisd en verheerlijkt. Parijzenaars begroeten elk nieuw monumentaal werk in hun stad met een mengeling van afgrijzen, kritiek en ontsteltenis die een paar jaar duurt, waarna het een dierbaar nationaal symbool wordt. De Eiffeltoren is daarvan een perfect voorbeeld. De toren is inmiddels een onmisbaar onderdeel van de Parijse skyline. Het icoon van Parijs en het meest herkenbare gebouw van de wereld, zelfs voor mensen die de toren nog nooit in het echt hebben gezien. De officiële opening vond plaats op 31 maart 1889. Tot 1929 was het, het hoogste gebouw in de wereld. Totaal gewicht 10.100 ton, hoogte eerste platform op 57 meter, het tweede platform op 115 meter en het derde platform op 276 meter. Omhoog en omlaag kun je d.m.v. vijf liften of met de trap, 1656 treden. De toren wordt van binnenuit verlicht door 336 Philips lichtprojectoren (1000W, 400W, 150W) en geven de toren zijn gouden glans. 20.000 kleine lampjes zorgen sinds 31 december 2000 voor het ''sparkling'' effect, dat te zien is op elk heel uur. Jaarlijks verbruik; zo'n 680.000 kWh. Elke zeven jaar wordt de toren door 25 schilders opnieuw in de verf gezet. De toren is inmiddels 19 keer geschilderd. Iedere verfbeurt duurt 15 tot 18 maanden en verbruikt 60 ton aan verf. De volgende verfbeurt is gepland dit jaar en 2016.

De Eiffeltoren is inmiddels een onmisbaar onderdeel van de Parijse skyline

F = Fonteinen
Er is geen stad ter wereld met zoveel fonteinen dan Parijs. Er staan alleen al 109 'Wallace' fonteinen, in de 19e eeuw geschonken aan de stad Parijs door de Engelse Miljonair Richard Wallace. De mooiste fonteinen van Parijs zijn de Fontaine de L'Observatoire, Fontaine de Médicis in de Jardin Luxembourg, Fontaine des Quatre Points Cardineaux voor de Église Saint Sulpice, Fontaine Igor Stravinsky van het kunstenaarsechtpaar Tinguely en Saint Phalle, de Trocadéro-fonteinen en de de prachtige fonteinen van Hittorf op de Place de la Concorde. De ene fontein symboliseert de binnenvaart, de andere de zeevaart.

G = Grand Travaux
In de regeerperiode van François Mitterrand is het aanzicht van Parijs wezenlijk veranderd. Geen enkele koning van de afgelopen eeuwen vindt in hem zijn gelijke. Tijdens zijn bewind kreeg Parijs de Opéra Bastille, het Institut du Monde Arabe, Cité de la Musique en het Parc de la Villette, Le Grand Louvre met de pyramide van Ieoh Ming Pei, La Grande Arche de la Defense, het nieuwe Ministerie van Financiën en de Grand Bilbliothèque Nationale de France. Stuk voor stuk architectonische iconen in het stadsbeeld van Parijs.

Een van de 'Grands Traveaux';Grand Bilbliothèque Nationale de France

H = Haussmann
In de periode van 1852 tot 1870 zorgde de prefect van het departement Seine; Baron Haussmann voor een gigantische stadsvernieuwing. Zijn plannen zorgden voor een herinrichting van de stad; Hele wijken in Parijs werden platgewalst om  plaats te maken voor brede lanen (de grands boulevards),  prachtige 'Haussmanngebouwen' om een architecturale eenheid te creëren, grote groene oases, waaronder de parken Buttes Chaumont, Monceau en Montsouris. Zijn buitengewone creatieve geest en inzicht op urbanisch gebied heeft Parijs zijn moderne gelaat gegeven. Meer dan 25.000 huizen werden gesloopt en vervangen door 50 boulevards. Parijs kreeg 75.000 nieuwe gebouwen. Er kwamen riolen, trottoirs, ziekenhuizen, overdekte markten en slachthuizen. In ruim 17 jaar transformeerde hij de stad van een smerig middeleeuws doolhof tot een moderne, functionele metropool.

I = Île de la Cité en Île Saint Louis
Het stukje Parijs dat de Romeinen in 55 voor Christus veroverden. Een klein vissersplaatsje, dat werd bewoond door de Keltische Parisiistam, het gebied dat toen Lutetia heette. De Romeinen versterkten de nederzetting, vooral op het hoofdeiland Île de la Cité en de linkeroever van de Seine. Parijs is hier ontstaan. Zichtbare overblijfselen uit die periode zijn nog altijd zichtbaar onder het voorplein van de Notre Dame, bij het Hôtel de Cluny, nu het musée National du Moyen Age, de Arènes de Lutèce en onder de Place du Carrousel van het Grand Louvre.

Het stukje Parijs dat de Romeinen in 55 voor Christus veroverden; Île de la Cité

J = Jardins
Parijs is de hoofdstad in Europa met het meeste groen. Parijs kent maar liefst 400 parken en tuinen. 478.000 bomen groeien er in Parijs, in maar liefst 120 soorten. De twee longen van Parijs zijn het Bois de Boulogne, 852 hectaren groot en het Bois de Vincennes, 995 hectaren groot. Mijn favorieten: Jardin du Luxembourg, Jardin du Palais Royal en de Jardin des Tuileries.

K = Kunst
De Franse schrijver Julien Green zei eens; "Parijs is een stad waarover men in meervoud moet spreken". Het is een mekka voor kunstenaars en verzamelaars. Kunst is in Parijs op straat geboren en Parijs staat er vol van. Of het nu gaat om stadsmeubilair, beeldhouwwerken of religieuze bouwkunst, waaronder kerken. De Parijse musea zijn, gezien hun rijkdom aan kunst, enig in Frankrijk en misschien wel over de hele wereld. Parijs heeft altijd als een magneet gewerkt voor kunstenaars over de hele wereld en bezit daarom een rijke culturele erfenis. Het Musée d'Orsay, het Grand Louvre en het Centre George Pompidou, vormen samen de belangrijkste kunstmusea van deze metropool aan de Seine. Dat kunst leeft in Parijs getuigen ook de honderden kunstgalerieën in de binnenstad. De meeste zijn gecentreerd in Saint Germain des Prés, de Marais en in de straten van rue Vieille du Temple, rue de Seine en de rue Guénégaud. De Wijk achter de Bibliothèque de France is in opkomst en richt zich met name op conceptuele en moderne kunst.

Dat kunst leeft in Parijs getuigen ook de honderden kunstgalerieën in de binnenstad

L = Lodewijk
Parijs heeft vele koningen gekend, waaronder 18 'Lodewijks' met zeer interessante bijnamen: Lodewijk de Vrome (I), Lodewijk de Stotteraar (II), Lodewijk de Jonge (III), Lodewijk van Overzee (VI), Lodewijk de Doeniet (V), Lodewijk de Dikke (VI), Lodewijk de Jongere (VII), Lodewijk de Leeuw (VIII), Lodewijk de Heilige (XI), Lodewijk de Woelzieke of de Twister (X), Lodewijk de Spin (XI - 'Le plus terrible Roi qui fut jamais en France', de ergste koning die Frankrijk ooit gekend heeft), Lodewijk XII, Lodewijk de Rechtvaardige (XIII), Lodewijk de Zonnekoning (XIV), Lodewijk le Bien-Aimé (XV - de Geliefde), Lodewijk XVI, hij is de enige koning van Frankrijk die ooit geëxecuteerd werd. Hij werd schuldig bevonden aan hoogverraad en geëxecuteerd door de guillotine op 21 januari 1793. Lodewijk XVII, Nadat zijn vader op 21 januari 1793 werd geëxecuteerd, werd de Dauphin in overeenstemming met de wetten van de dynastie, koning van Frankrijk en Navarra; maar Frankrijk was toen echter een republiek en Lodewijk zat in gevangenschap. Dat bleef zo tot bij zijn overlijden op 10-jarige leeftijd in juni 1795 naar men zegt aan de gevolgen van koningszeer. Lodewijk XVIII, Lodewijk had geen kinderen; dus na zijn dood werd de kroon overgedragen aan zijn jongere broer, Karel X, Graaf van Artois. Lodewijk XVIII was de laatste Franse monarch die in functie overleed. Er volgde nog één Lodewijk, namelijk Lodewijk Napoleon, bijgenaamd de Lamme Koning en Lodewijk de Goede, de laatste Lodewijk verbonden aan Parijs.

M = Metropolitain
Eerst wat geschiedenis. Het begon allemaal in 1900 met de Compagnie du Chemin de Fer Métropolitain de Paris (CMP). in 1910 werd een nieuwe concessie uitgereikt aan de Société Berlier-Janicot ligne Nord-Sud (lijn 12 Mairie d'Issy - Porte de la Chapelle). 1949 - 1950 Het ontstaan van een vervoersmaatschappij voor de regio Parijs voor zowel metro als bus, de Régie autonome des transports parisiens. (RATP). Tot en met vandaag is de RATP verantwoordelijk voor heel het vervoer in de Parijse regio per metro, tram en bus. De RATP is weer een onderdeel van de STIF le Syndicat des Transports d'Île-de-France.

Het metronetwerk van Parijs telt 385 metrostations (peildatum 8 oktober 2011), 14 + 2 (bis) lijnen met een totale lengte van 211,3 kilometer, waarvan 16,3 kilometer boven de grond en 43,7 kilometer in de Parijse buitengebieden. De gemiddelde lengte van een metrolijn is 13,2 kilometer met plus minus 24 stations; een station per 550 meter. De langste metrolijnen zijn lijn 8; Balard naar Créteil Préfecture, 22,1 kilometer en lijn 9; Pont de Sèvres - Mairie de Montreuil. Weliswaar iets korter dan lijn 8, 19,6 kilometer maar met maar liefst 37 stations. De kortste metrolijn is 3 bis; Gambetta - Porte de Lilas, slechts 1,3 kilometer. De meeste metrolijnen volgen het stratenpatroon van Parijs. De moeilijkste lijnen qua aanleg zijn die, die de rivier de Seine moeten oversteken. 6 lijnen doen dat ondergronds,  4 lijnen bovengronds door middel van fraai aangelegde viaducten. De mooiste voorbeelden hiervan zijn de Pont Bir-Hakeim (lijn 6) en het viaduct van Austerlitz (lijn 5). Er is een metrolijn waarvan we weten dat de bouw 24 jaar heeft geduurd. Lijn 12 van Mairie d'Issy naar Porte de la Chapelle. Deze lijn doorkruist de butte Montmarte tussen Abbesses en Lamarck-Caulaincourt. Jaarlijks reizen zo'n 1,4 miljard mensen met de metro van Parijs.

Het metronetwerk van Parijs telt 385 metrostations

N = Notre Dame
Naast de Eiffeltoren is de Notre Dame het symbool van Parijs. Geen enkel gebouw is meer verbonden met de geschiedenis van Parijs dan deze kerk. Al sinds zijn voltooiing rond 1330 staat de kathedraal majestueus op het Île de la Cité, de wieg van de stad. 170 jaar heeft men er aan gewerkt. 130 meter lang, met torens van 69 meter hoog drie grote portalen met prachtig beeldhouwwerk en drie indrukwekkende roosvensters, met een diameter tot 21 meter. Het orgel is vroeg 18e-eeuws en is met zijn 6000 pijpen, 110 registers en 5 manualen het grootste van Frankrijk. Napoleon kroonde hier zichzelf in 1804 tot keizer van Frankrijk en de Gaulle kreeg er zijn staatsbegrafenis in 1970. De 387 treden van de noordelijke toren leiden je naar de beroemde gargouilles, de legendarische waterspuwers, en naar een schitterend uitzicht over Parijs. De term gargouille is Frans voor keel. Sommige beelden dienen dan ook als waterafvoer, anderen slechts ter versiering. Ze zijn allemaal in de 19e eeuw gemaakt door de onbekende kunstenaar Victor Pyanet.

O = Opéra Garnier
Bij de opening van dit gebouw ging de dialoog tussen de Keizerin en de architect als volgt: "Welke stijl is dit? Het lijkt geen stijl te hebben? Het is niet Grieks, niet Louis XIV, zelfs geen Louis XV". "Neen mevrouw, die stijlen hebben hun beste tijd gehad. Dit is de stijl van Napoleon III en dan durft u te klagen?"
Het was Napoleon III die in 1858 opdracht gaf tot de bouw van een Opera in het centrum van Parijs. De eerste steen werd gelegd in 1862 en 13 jaar later, in 1875 was het pronkstuk van de architect Charles Garnier klaar. Hij werd gekozen uit 170 kandidaten, omdat hij het probleem van hoe een opera te bouwen boven een bestaand meer had opgelost. Garnier was 35 jaar oud toen hij de opdracht kreeg en dit gebouw biedt alles van wat je in "une nuit a l'opéra" verwacht. Een echte entree compleet met een "Grand Escalier", een gigantische theatrale trap waarin 33 soorten marmer  zijn verwerkt. Vrouwenbeelden die lantaarns dragen, brons, koper en bladgoud, heel veel bladgoud. Een Grand Foyer, waarvan het plafond is bedekt met mozaïeken. En een vijf verdiepingen hoog auditorium in de vorm van een hoefijzer, met een explosie van rood fluweel, dat plaats biedt aan 2130 stoelen. Een aantal met "vue partielle", wat betekent, dat je maar gedeeltelijk zicht hebt op het toneel. Maar zij kunnen dan weer genieten van de prachtige plafondschildering uit 1964 van Marc Chagall en de reusachtige kristallen kroonluchter die maar liefst 8 ton weegt.

Het meer, compleet met bronnen afkomstig van een zijtak van de Seine de rivier Grange Bateliere, is er nog steeds en zou de schrijver Gaston Leroux hebben geïnspireerd tot het schrijven van zijn roman; "het Spook van de Opera". Het dient als waterreservoir, indien er brand is in het gebouw en voor duiktrainingen van de Parijse brandweer. Bij een lage waterstand kun je er varen met een boot. Het meer is eigenlijk een groot caisson van 50 bij 20 meter, zo'n 3 meter hoog en bezaaid met kolommen. Bij het schrijven van dit stukje dwalen mijn gedachten af naar de prachtige slotscene uit de Phantom of the Opera waar het Spook met zijn geliefde Christine per boot het meer oversteekt verlicht met honderden fakkels. "Geen weg terug meer, de laatste drempel zijn we overgestoken, dus sta hier -  en kijk hoe hij brandt…  We hebben de weg terug  achter ons gelaten…". De meeste opera's worden tegenwoordig opgevoerd in de Opéra Bastille. Hier in de Opéra Garnier bijna uitsluitend balletvoorstellingen. Zo blijft, zeker hier, de jaarlijkse balletuitvoering van le Lac des Cynges, het zwanenmeer een bijzondere betekenis houden. 

                                             Palais Galliera Musée de la mode de la Ville de Paris

P = Palais, Paleizen
Parijs was al zeer vroeg het politieke, economische en culturele machtscentrum van Frankrijk en kent daarom veel Koninklijke Paleizen. Het begon met het Louvre (1180 - 1223). Wat de Tower voor London betekende was het Louvre voor het Parijs van de Middeleeuwen. Een citadel gebruikt als kerker en arsenaal ter bescherming van de kunstschatten. Onder invloed van koningen en gemalen omgebouwd van Donjon tot Koninklijk Paleis, tot het grootste museum van de wereld. Vormgegeven door koningen, keizers maar ook door een socialistische president. De veranderingen die president Mitterand riskeerde waren zeer gewaagd. Een risico dat tot dan toe uitsluitend was voorbehouden aan vorsten als Frans I, Hendrik IV of de Franse Zonnekoning. Zelfs de grote Napoleon had het niet gewaagd om wijzigingen aan te brengen aan dit majestueuze Paleis. Vanaf 1515 tot en met 1995 is er gebouwd en verbouwd in het Louvre.

Ook de Medici's hebben hun invloed doen gelden met de bouw van twee indrukwekkende paleizen. Catharina de' Medici; zij huwde op 14-jarige leeftijd de even oude Hendrik II van Frankrijk. Tussen 1560 en 1610 bouwde zij het Palais des Tuileries, in 1871 door brand vernietigd. Maria de' Medici was koningin van Frankrijk en getrouwd met de Franse koning Hendrik IV. Zij was verantwoordelijk voor de bouw van het Palais du Luxembourg, waar nu de Franse senaat is gevestigd.

Het Palais Royal (koninklijk paleis) werd gebouwd in 1629 in opdracht van de invloedrijke Kardinaal Richelieu, die minister was tussen 1624 en 1642. Indertijd stond het paleis bekend als het Palais Cardinal en het werd een koninklijk paleis toen de kardinaal het gebouw naliet aan koning Lodewijk XIII. Lodewijk XIV de Zonnekoning bracht zijn jeugd hier door vooraleer hij verhuisde naar het nabijgelegen Louvre.

Ook aan de verschillende wereldtentoonstellingen, die van 1900 en 1937, hebben we de nodige paleizen te danken, waaronder het Grand Palais en Petit Palais (1900), Palais de la Découverte, Palais de Chaillot en het Palais de Tokyo (1937). De meeste gebouwen zijn nu in gebruik als museum.

Q = Quai
Op de rechteroever van de Pont Marie tot aan de Quai du Louvre, en op de linkeroever van de Quai de la Tournelle tot aan de Quai Voltaire, een gebied dat inmiddels tot Unesco World Heritage Site is verklaard, maken ruim 240 'bouquinistes' gebruik van 900 groene boekenkisten. Zij huisvesten meer dan 300.000 oude boeken, een zeer groot aantal bijzondere  tijdschriften, oude affiches, zeldzame strips maar ook ansichtkaarten. De Seine wordt omschreven als de enige rivier in de wereld die stroomt tussen twee "boekenplanken".  Naast boekhandelaar, zijn deze gepassioneerde mannen en vrouwen in de eerste plaats getuigen van het Parijs van vroeger en nu. Zij vormen een groot cultureel lint langs de Seinekaden, in de schaduw van grote Parijse monumenten zoals de Notre-Dame.

De bouquinistes

'De bouquinistes'  maken deel uit van het culturele en commerciële erfgoed, een van de schatten van de stad Parijs. Met hun 900 'dozen' en hun 300.000 boeken, oude of hedendaagse, bieden de boekhandelaren een meer dan 3 kilometer lange culturele wandeling langs de kades van de Seine. De boekhandelaren bepalen zelf wanneer zij open zijn. Van de gemeente Parijs hebben zij de verplichting om in ieder geval een aantal dagen per week open te zijn van 11.30 uur tot zonsondergang.

R= Restaurants.
Het was een zekere Grimod de la Raynière die in 1803 zijn 'Almanach (almanak) de Gourmand' publiceerde, de voorganger van de beroemde Guide Michelin.  en zijn om te overleven van onschatbaar belang. Nergens ter wereld is de kunst van de verfijnde maaltijd meer een integraal onderdeel van het leven dan Parijs. Of je nu gaat voor een echte Franse bistro, een sterrenrestaurant of voor het hipste loungerestaurant van de stad, het blijft moeilijk kiezen. De Franse passie voor een goede keuken maakt het uit eten gaan tot een van de grootste geneugten van deze stad. Parijs kent ruim 5000 restaurants. 74 restaurants hebben een Michelin ster, 14 restaurants hebben twee sterren en maar liefst 9 restaurants hebben drie Michelin sterren (2014). Om u een idee te geven; Nederland heeft slechts 3 drie-sterren-restaurants.

Voor Parijzenaars zijn cultuur en gastronomie als zon en maan, ze horen onlosmakelijk bij elkaar

S = Seine
De Seine en zijn oevers zijn net zo kenmerkend voor de stad als de vele monumenten. De Seine zelf is 776 kilometer lang en stroomt van de Bourgogne naar Het Kanaal. 13 kilometer stroomt de Seine door Parijs om zich even buiten Parijs samen te voegen met de rivieren de Oise en de Marne. 3,4 meter diep bij de Pont National (vroeger Pont Napoléon geheten) die een verbinding vormt tussen de boulevard Poniatowski in het 12e arrondissement en de boulevard Masséna in het 13e arrondissement. Het diepst is de Seine bij de Pont Mirabeau (5,7 meter). De 93 meter lange brug verbindt de rue de la Convention in het 15e en de rue de Rémusat in het 16e arrondissement met elkaar. De gemiddelde stroomsnelheid is twee kilometer per uur, het breedst (200 meter) bij de Pont de Grenelle en op z'n smalst, (30 meter) bij de Quaie de Montebello tegenover de Notre Dame. Oh ja, zwemmen in de rivier is verboden, maar het is goed om te weten dat de gemiddelde temperatuur 14.1° bedraagt.

T = Theaters
Stad van licht, maar ook van voetlicht. Zoals het in een wereldstad betaamt, hoeft niemand zich te vervelen in de avond- of de nachtelijke uren. Van klassiek tot modern ballet, mooie opera's en toneelvoorstellingen, het theater floreert in Parijs. Parijs staat bol van de affiches van schouwburgen, concertzalen, theaters, opera's en cabarets. Het seizoen loopt van september tot en met juli. Vele theaters sluiten in de maand augustus, dus het is altijd goed om u vooraf te laten informeren door de weekbladen Pariscope, of de l'Officiel des Spectacles. De Comédie Francaise, gevestigd naast het Palais Royal, is opgericht in 1680 en is het oudste nationale theater ter wereld. Bij de Kiosque Théâtre de la Madeleine en Théâtre Montparnasse worden op de dag van de voorstelling zelf, theaterkaartjes verkocht voor de helft van de prijs. Fleur Pellerin is de huidige almachtige Minister van Cultuur in het kabinet van François Hollande. Zij is niet alleen de beschermvrouwe van de traditionele kunsten, maar ook minister van popmuziek en strips, en zij bepaalt mede het lot van de belangrijke Franse mode-industrie. Dankzij alle royale subsidies heerst er in Frankrijk een benijdenswaardig kunstklimaat.

Parijs staat bol van de affiches van schouwburgen, concertzalen, theaters, opera's en cabarets

U = Universiteiten
Als de vroegere wijk Les Halles, met de oude markthallen, de buik van Parijs werd genoemd dan is het vijfde arrondissement het hoofd met een goed stel hersens. Dit is het Parijs van Abélard en Héloise, Erasmus, Gertrude Stein en Ernest Hemmingway, maar ook van Jean-Paul Sartre en Simone de Beauvoir. Hier staat het symbool van de Franse wetenschappelijke traditie en de oudste universiteit van Europa; de Sorbonne. De geschiedenis van de Sorbonne gaat terug naar de 12de eeuw. Ze werd opgericht in 1253 door de biechtvader van Lodewijk IX; Robert de Sorbon. De Sorbonne was tot 1970 dé universiteit van Parijs. Na de studentenrellen in mei 1968 werd de universiteit opgesplitst in dertien afzonderlijke universiteiten.

V = Vélib
In 2006 financiert het internationale publiciteitsbedrijf JC Deceaux, in ruil voor de concessie van 1600 reclameborden, een miljoenenproject: 'De Vélib'. ruim 20.000 fietsen op 1451 punten in Parijs. Nooit verder dan 300 meter lopen vind je een Velib fietsverhuurstation. Mocht een van de verhuurstations leeg zijn, dan vind je op de informatiepaal altijd een plattegrond naar het dichtstbijzijnde verhuurstation. Parijs wordt ook steeds fietsvriendelijker. Inmiddels zijn er over een lengte van 370 km fietspaden aangelegd. Toeristen kunnen een dagabonnement nemen voor slechts 1 Euro per dag en 5 Euro voor de hele week. U moet wel in het bezit zijn van een creditcard, want er wordt een borg gevraagd van 150 Euro. Op de allereerste dag waren de huurfietsen al meer dan 300.000 keer gebruikt.

'De Vélib'. ruim 20.000 fietsen op 1451 punten in Parijs

W = Winkelen
Het uitgeven van geld in niet moeilijk in dit winkelparadijs waar de ene verleidelijke etalage na de andere opdoemt. Parijs is een schatkamer vol prachtige winkels en super chique boetieks, van ultraconservatief tot überhip en over-the-top. Of u naar iets zeer speciaals op zoek bent of gewoon de sfeer wilt proeven? Ik kan u verzekeren, u wordt niet teleurgesteld. De mooiste warenhuizen, Grands Magazins, zijn Galeries Lafayette en Au Printemps,  beiden gevestigd aan de boulevard Haussmann en Le Bon Marché in de rue du Bac. Mode en (haute) couture aan de place des Victoires, avenue Montaigne, rue Cambon en de rue Faubourg Saint Honoré, Juweliers in de rue de la Paix en de place Vendôme. Voor Delicatessen moet u zijn op de place de la Madeleine. De mannen kunnen het beste terecht in de wijk Saint Germain op de rechteroever en de rue du Faubourg Saint Honoré.

X = X
De moeilijkste letter in mijn Parijse alfabet, overigens ook in het Franse. X staat voor een onbekend persoon of voor 'un  film classé X' wat weer staat voor porno. Welnu dat is mijn redding (voor de letter X dan) want voor deze films kunt u nog steeds terecht op Pigalle. Onderaan de heuvel van Montmartre, daar waar de touringcars in rijen langs de pornobioscopen, sekswinkels, peepshows en goedkope stripteasetenten rijden. Pooiers, hoeren en travestieten oefenen hier nog steeds hun beroep uit.
Maar het is ook een wijk vol nostalgie. Hier ontstond de 'chahut' later bekend als de 'cancan'. Deze dans werd weer beroemd door de affiches van Henri Toulouse de Lautrec met als model zijn muze; de cancan-danseres Jane Avril. Zelfs Renoir was hier op zoek naar zijn modellen. In de jaren vijftig en zestig was de wijk ook het decor voor veel films noirs. Dus zo onbekend is deze wijk nu ook weer niet.

Pigalle

Y = Yves Saint Laurent
Parijs is de bakermat van de haute couture. De regels voor de haute-coutureclassificatie zijn zeer streng en er zijn maar negen haute-couturehuizen die officieel zijn geregistreerd bij de Fédération de la Couture. De eerste echte couturier in Parijs was Charles Frederick Worth (1826 - 1895), later gevolgd door Coco Chanel. Namen die net als Yves Saint Laurent onlosmakelijk verbonden zijn met Parijs als centrum van de haute couture.

Yves Saint Laurent verliet op zeventienjarige leeftijd het ouderlijk huis om voor de ontwerper Christian Dior te gaan werken. Toen Dior in 1957 stierf, kreeg Saint Laurent op 21-jarige leeftijd de leiding over het toen slecht lopende modehuis Dior. De ontwerpen van Saint Laurent waren zo vernieuwend, dat ze tot grote successen leidden. Zo bijvoorbeeld de trapeziumjurk uit 1958, die ruim viel om de taille in plaats van deze in te snoeren. Saint Laurent gebruikte zowel fel lichte, als donkere kleuren, al ontwierp hij eenmalig ook een collectie, waarvan alle kledingstukken zwart waren. Na een zenuwinzinking als gevolg van zijn deelname aan de Algerijnse Onafhankelijkheidsoorlog verloor Laurent de leiding over het modehuis Dior. Samen met zijn partner Pierre Bergé begon hij daarom zijn eigen modehuis onder de merknaam YSL. Tot Saint Laurents clientèle behoorden onder meer zijn "muze" Loulou de la Falaise en de actrice Catherine Deneuve. In 1993 werd het modehuis van Yves Saint Laurent voor ongeveer 600 miljoen dollar verkocht aan het farmaceutische bedrijf Sanofi die het zes jaar later weer doorverkocht aan Gucci. In 2002 werd, mede als gevolg van Laurents leeftijd, drugsmisbruik, depressies, alcoholisme, en problemen met Tom Ford van Gucci, besloten het couturehuis van YSL te sluiten. Saint Laurent trok zich terug in zijn huis in Marrakesh, Marokko en overleed daar op 71-jarige leeftijd.

Musée Zadkine

Z = Zadkine
Op loopafstand van de Jardin Luxembourg,  aan de rue d'Assas nummer 100 staat een klein huisje met een bloementuin. Hier woonde en werkte de Russische beeldhouwer Ossip Zadkine tot aan zijn dood in 1967. Zijn atelier is na zijn dood onveranderd gebleven, vol met zijn beeldhouwwerken, waaronder zijn beroemdste werk Ville Détruite (de verwoeste stad). De beelden staan verspreid over vijf kamers en een besloten tuin.


Ik hoop dat u net zo genoten heeft bij het lezen van mijn Parijse ABC, als ik heb gedaan bij het samenstellen ervan.