Parijs is eigenlijk een
stad waar je volgens de Franse schrijver en Parijsliefhebber Julien Green in
meervoud over zou moeten spreken. Dit omdat de stad zoveel geheimen en
contradicties herbergt. De grote gebouwen, monumenten en de Haussmanngebouwen, verlenen
Parijs haar luister, maar in de nauwe straatjes, op pleinen en in parken moeten
we zoeken naar haar speciale charme. Deze charme bestaat uit een grote
hoeveelheid kleinigheden, een verborgen passage, een juweel van een parkje, een
binnentuin met prachtige nog werkende fontein of een tot de verbeelding
sprekende straatnaam als de rue du Chat-qui-Pêche, het smalste straatje van
Parijs.
Square des Jardiniers in het 11e arrondissement
Op sommige van deze
verschijningen zijn we voorbereid. Het barokke centrum vol met pracht en praal,
romantische vergezichten op de Sacré-Cœur vereeuwigd op talloze schilderijen en
ansichtkaarten. De meeste charmante kleinigheden van Parijs ontdekken we
toevallig. Op iedere willekeurige wandeling door de stad komen we er
waarschijnlijk tientallen tegen. Het is een klein wonder dat Parijs zo'n
overvloed aan verborgen juweeltjes heeft kunnen bewaren, ondanks het
verslindende moderne stadsleven. Maar achter de boulevards, avenues, pleinen,
passages en poorten lijkt een evenzo gegroeide kosmos van beelden, fantasieën,
dromen en mythen schuil te gaan die elke waarneming van Parijs zeker zo sterk
kleurt als de architectuur dat doet. Het is zeker een compliment voor de smaak
en geestkracht van de Parijzenaars. Parijs als stad der liefde, kunstenaarsmekka,
stad van geleerden en intellectuelen en schouwtoneel der flaneurs. Een verblijf
in Parijs is altijd een speurtocht naar de ‘innerlijke stad’, het verlangen de
stad niet alleen te ontdekken maar ook ‘Parijs te denken’ – penser Paris, zoals de schrijver Paul
Valéry het in zijn essay ‘Présence de
Paris’ formuleerde.
Het is een klein wonder dat Parijs zo'n overvloed aan verborgen juweeltjes heeft kunnen bewaren, ondanks het verslindende moderne stadsleven
De enige manier om echt
van Parijs te kunnen genieten is om tijdens je wandelingen alles aan het toeval
over te laten. Je hoeft je niet te houden aan uitgestippelde routes. De stad is
altijd aantrekkelijk en vol met avontuur en oh jé; de Parijzenaar. Hij of zij
haast zich over de boulevards en de gangen van de metro, haast zich naar het
werk en ’s avonds weer terug naar de banlieus, haast zich feitelijk door het
leven. Niet buitengewoon vriendelijk, soms in staat om van het leven te
genieten, niets is schokkend of zelfs maar verrassend, wat hem of haar heel
tolerant maakt. Op een voorwaarde... als er tijd voor was! Métro-Boulot-Dodo –
metro, zwoegen, slapen is een veel gebruikte omschrijving van het dagelijks
levensritme van degenen die in de Parijs voorsteden wonen. Toegegeven, niet
alles is even geslaagd, niet alles heeft kwaliteit, maar het draagt er wel toe
bij dat Parijs zich tot een landschap van historische en moderne bouwwerken kon
ontwikkelen, tot een stad met een indrukwekkend verleden en een futuristische
toekomst.
Een van de binnenstraatjes aan de rue du Faubourg Saint-Denis
In een van mijn boeken
kwam ik de volgende zin tegen: "Parijs is een verleidelijke stad, die
permanent aandacht wil, wil worden bekeken en gezien door de ogen van een
liefhebbende, verlangende en jaloerse minnaar". Ik moet bekennen dat ik zo
naar mijn favoriete stad kijk. Altijd zoekend als een ware vrijbuiter, naar
verborgen plekken, oases van stilte, onvermoede paradijsjes in anonieme
straatjes, in miskende wijken, waar mijn fantasie het rijk alleen heeft.
Bovendien moet ik bekennen
dat ik een tic heb. Ik loop in Parijs altijd naar boven te kijken. Kijkend naar
de patronen van de typische franse balkonnetjes, de symmetrie van de
Mansardedaken van zink of leisteen met dansende schoorstenen. De daken van
Parijs vormen een uniek landschap, dat op elk moment van de dag anders kleurt.
Soms zijn ze donker dan weer spiegelen ze alle tinten van de hemel.
Onverslijtbaar en prachtig vormgegeven in fraaie rondingen, onderbroken door
rijen dakkapellen. Dan denk ik wie woont daar? Zeker bloedheet in de zomer? Is
er überhaupt een lift in dat pand? Hoe zou Parijs er hebben uitgezien met rode
pannendaken?
Sur les toits de Paris
De zolderkamers, vaak in prestigieuze gebouwen van de Parijse Bourgeoisie,
waren ooit bedoeld voor de dienstmeisjes, ‘les petites bonnes’. Die mochten
natuurlijk niet bij de familie slapen en kregen de restruimte op zolder.
Meestal onder het zinken dak, met een eigen trap naar de zesde of zevende
verdieping en piepklein; minder dan 9m². Van boven af is Parijs een wereld die
bevolkt wordt door koepeltjes, met lood beklede dakkapellen en platte daken,
relingen van zwart gietijzer, schoorstenen die overeind gehouden worden door
ijzeren laddertjes. Tja, Sur les toits te Paris.
Sous les toits de Paris
Dans ma chambre ma Nini
On s’aimera, c’est si bon d’être uni !
C’est quand on a vingt ans
Quand fleurit le printemps,
Qu’il faut s’aimer, sans perdre un instant
L’air était très pur
Et le ciel d’azur
Elle dit: "Je n’veux pas !"
Puis elle se donna
C’est ainsi qu’en ce jour
La vainqueur, comme toujours
Sous les toits de Paris fut l’amour !
Heerlijk wandelen door Parijs zonder enig doel
In deze blog vind je foto’s
die ik, al wandelend kriskras door Parijs, maakte. Vaak zonder enig doel, maar
vol met ontdekkingen die je niet in reisgidsjes vindt; het verborgen Parijs
achter ‘gesloten’ poorten en in verborgen straatjes. Les 1 is altijd achter
iemand aanlopen die net de toegangscode van een poort heeft ingetoetst, met
natuurlijk een vrolijk klinkend “bonjour”. Stoïcijns doorlopen en niet meteen
als een toerist gaan rondkijken. Met een stevige tred loop je door naar het
einde van de cour, maak terloops nog even je veter vast om te kijken waar de
persoon is die je met verbazing binnenliet. Aha, nu pas is het tijd om alles in
je op te nemen, rond te kijken en te fotograferen. Je kunt er zeker van zijn
dat je even later wordt aangesproken door de conciërge. Een zin als “c’est beau
ici” en een passend instemmend gezicht helpt altijd.
74 rue du Faubourg Saint-Denis
Veel bedrijven,
galerieën, en winkels zijn gevestigd aan een cour. Achter de grote, zware
deuren waar vroeger koetsen naar binnen reden, zitten de meest verrassende
binnenplaatsen en hofjes verstopt. Wanneer er naamplaatjes van bedrijven hangen
zijn ze meestal geopend gedurende kantooruren. Vaak heb je een code nodig, maar
soms kan je de deur gewoon openduwen, altijd proberen, of je drukt op het
knopje onder de cijfertoetsen. Om je een handje te helpen, geef ik je één
insidertip: 56, avenue Jean Jaures, in het 19e arrondissement. De code voor de
deur? 6721.
Een binnenplaats aan de rue du Faubourg Saint-Antoine
Bij grote toegangspoorten
zie je vaak links en rechts voorwerpen die meer een sta-in-de-weg lijken.
Gemaakt van ijzer of beton en ze lijken de toegang expres te versmallen. Uit
welke tijd deze objecten stammen kan ik nergens terugvinden, zeer
waarschijnlijk de middeleeuwen, maar ze luisteren naar de volgende namen;
'chasse-roue' of 'boute-roue' bedoeld om te voorkomen dat de wielen van een
koets schade toebrengen aan de muur. In het begin waren ze gemaakt van steen
maar werden voor de typische Haussmann gebouwen gemaakt van metaal. Aan de
bovenzijde zijn de poorten vaak voorzien van fraaie atlanten, kariatiden - bas reliëfs
- gebeeldhouwde ornamenten in steen. Vaak vormen ze een omlijsting voor het
huisnummer. Een van de mooiste bas-reliëfs van Parijs is te vinden aan de
avenue Rapp 29 en de rue d’Abbeville 16.
Passage du Cheval Blanc
De herinrichting van
Parijs onder Baron Georges Eugène Haussmann (1809-1891), het lukte Haussmann in
slechts 17 jaar om Parijs volledig te transformeren, ging volgens strenge
bouwvoorschriften, waarin ieder bouwkundig element stond omschreven; van
overhang, tot deur-, raam- en poortbreedte. Vijf of zes verdiepingen plus
begane grond. De minimale hoogte van de verdiepingen moesten volgens hem 2,60
meter bedragen. Een balkon op de eerste en vierde verdieping allen met
gelijkwaardige uitlijning. In een Haussmann-gebouw is de tweede verdieping de
‘étage noble’, de royale woonverdieping met balkon, de derde en de vierde
verdieping hebben dezelfde stijl maar minder weelderig en de vijfde verdieping
is voorzien van niet gedecoreerde lange balkons en de daken hellen onder 45
graden. Het gebouw mag niet hoger zijn dan 37 meter, dat is heden ten dage in
Parijs wettelijk vastgelegd. En dan de afwerking. Kijk eens naar de patronen
van de typische Franse balkonnetjes, de symmetrie van de mansardedaken van zink
of leisteen met dansende schoorstenen. Het woord mansarde is te danken aan de
architectenfamilie Mansart. Een Mansarde is een kamer onder de balken met een raam
dat uitspringt, bedoeld voor de dienstmeisjes.
Villa du Lavoir in het 10e arrondissement
De door Haussmann zo
gewenste stilistische uniformiteit, die vrijwillig door nagenoeg alle
architecten werd toegepast, veroorzaakte het vraagstuk van de monotonie en het
verschil. Hoe onderscheidt zich een openbaar gebouw van een privé gebouw? Om
verschillen te kunnen maken werden variaties ontworpen in details en
ornamentiek. Bij herhaling van de massale hoofdvorm werden details of
ornamenten steeds anders gemaakt, een werkwijze die in de Beaux-Arts traditie
is terug te vinden en die Haussman ook liet toepassen op het beroemde
straatmeubilair waarmee Parijs in de tweede helft van de 19e eeuw overvloedig
werd ingericht. In massaproductie werden bijvoorbeeld 78 variaties ontwikkeld
op zeven verschillende basistypen van een gaslantaarn. Zo wist de geniale
bureaucraat een aan ogenschijnlijke monotonie een subtiele schilderachtigheid
te verlenen.
Cour de l'Industrie, 11e arrondissement
Dankzij de fotografie van
Google Earth kun je de stad van boven bekijken. Het grafisch fileren en
uiteenrafelen levert prachtige beelden op. De rangorde der straten, pleinen en
bouwblokken. De blokken met een voor ons ongekende compactheid, met hun ontsluitingen, binnenhoven en daglichttoetreding
maken Parijs tot een supercompacte stad. En juist door brutaal de poorten te
slechten leer je een ander Parijs kennen: Het Paris caché of het verborgen
Parijs.
Rond 20 mei 2018 verschijnt
mijn nieuwe reisgids ‘Ongewoon Parijs’ waar je samen met mij op
ontdekkingstocht gaat langs de 20 arrondissementen. Een kennismaking met onbekende
en minder bekende plekken in de Franse hoofdstad. Buiten de gebaande paden op
zoek naar verborgen schatten en op zoek naar de couleur locale. 160 pagina’s
met honderden foto’s. De prijs wordt slechts € 19,95 – ISBN 978-94-92500-81-6
Cover 'Ongewoon Parijs'
Reacties van Nederlanders in Frankrijk op de website Nederlanders.Fr
BeantwoordenVerwijderenReactie van Jardin
Ferry, van harte gefeliciteerd met dit boekje. Een heel erg leuk idee. We krijgen zeker korting als 'leden' van deze site ;-)
Prachtige (en leuke) foto's maak je toch. Die schoorstenen zijn echt hilarisch. Ik heb meteen allerlei fantasieën hoe dat nou zo ontstaan is. Heerlijk.
Hoop van harte dat het boek een succes wordt. En ga zo door.
Groet, Jardin
Reactie van Henk Blom
Mooi, zoals we van je gewend zijn. En sta ik eindelijk eens niet met mijn mond vol tanden als me gevraagd wordt wat voor cadeau ik zou willen. Bedankt.
Reactie van Jos van den Hout
Ferry.
Gefeliciteerd met je schitterend boekje. Dat ga ik zeker aanschaffen, en "ik" hoef geen korting.
Groetjes Jos
Reactie van Theodora Besse
Gefeliciteerd Ferry! En wat een heerlijk artikel weer met schitterende foto's. Niet van pracht en praal maar van stedelijke intimiteit, heel mooi.
Jardin, waarom bedel je om korting op een ongetwijfeld fraai boek voor slechts twee tientjes?
Reactie van Wouter Schijf
Bonjour Ferry, waar komt jou boekje in de verkoop, ook bij BOL.com ? Dit aangezien ik voorlopig niet naar NL ga.
Ha! Ik ben benieuwd!
BeantwoordenVerwijderenHa Ferry,
BeantwoordenVerwijderenIk kijk ernaar uit: dat zal een heel leuk boekje zijn!
Ben benieuwd of ik hier en daar een plekje ken...
De datum houd ik in de gaten: ik ga het zeker bestellen.
Met groet,
Joke Radius (www.fietsenparijs.nl)