Mijn vader vond het
maar niets dat ik in Parijs wilde gaan studeren en probeerde me met allerlei
praatjes in Boulogne te houden. Parijs was een verschrikkelijke stad, volgens
hem. Ook de vrouwen stelden daar niets voor. “weet je waar je Parisiennes aan herkent?”
vroeg hij. “Aan hun benen! Kijk hier maar eens om je heen. Bij ons heb je
vrouwen met mooie, stevige kuiten. Daar kun je wat mee. Parisiennes hebben
allemaal dunne, vormloze beentjes. Dat komt omdat ze voortdurend op dieet
zijn.” Zo voerde mijn vader nog meer argumenten aan. Maar hoe meer hij de
Parisiennes afkraakte, des te nieuwsgieriger ik naar hen werd. Ik begon te
verlangen naar hun ranke lichamen en hun slanke benen. Toen ik op een dag een
tijdschrift onder ogen kreeg waarin vijf Parijse pin-ups hun tengere lijven
toonden, stond mijn besluit vast: Ik zou naar Parijs gaan.
Deze intrigerende tekst
is van Andy Arnts uit zijn boek ‘Parisiennes herken je aan hun benen’. Een
prachtige verzameling verhalen, die niet alleen zijn liefde voor Frankrijk en
Parijs kenmerken, maar vooral getuigen van zijn rijke fantasie, aanstekelijke
humor en buitengewone verteltalent.
Tijdens mijn verblijf in
Frankrijk de afgelopen week, voor het eerst weer na de Covid-19 opsluiting,
besloot ik een aantal boeken te herlezen. Waarom, hoor ik u denken. Omdat die
Franse tegenstellingen mij zo intrigeren. Voorbeeld: Wandelend door Parijs kom
ik het beeld, dat ons in boeken, tijdschriften, wordt neergezet over ‘De
Parisienne’, maar bitter weinig tegen. Eugénie Goldschmeding, zelf werkende
moeder in Parijs schreef er een heel boek over. In het kort, een Parisienne is
de volmaakte imperfectie. Ze is slank tot dun en dat lijkt haar ook helemaal
geen moeite te kosten. ‘Effortless chic’ noemen ze dat. Ze is doorgaans nauwelijks te vinden in de
sportscholen. Zou dan dat verhaal van Andy toch kloppen; dat ze voortdurend op
dieet zijn?
Parisiennes herken je aan hun benen volgens Gucci
Volgens Eugénie is aan
een Parisienne alles subtiel. Heeft ze haar haar geverfd, dan zie je dat niet.
Ze draagt make-up maar ook dat is nauwelijks zichtbaar. Een Parisienne vertoont
ook durf; ze combineert ongewone kleurencombinaties zoals zwart met
donkerblauw, grijs met toffeekleur of verschillende kleuren kaki met
donkerpaars. Als geen ander kent de Parisienne de magie van contrast en ze kan
van iets doorgaans vulgairs iets chics maken. Waarschijnlijk dwalen jouw
gedachten nu al af. Die van mij ook, want dan denk ik, waar bevinden die
Parisiennes zich dan? Niet ’s morgensvroeg in de metro op weg naar hun werk.
Niet in de top modestraten van Parijs zoals de Faubourg-Saint-Honoré of de
Avenue Montaigne. Maar waar dan wel?
De Parisienne volgens Armani
Het beeld van een vrije,
achteloos elegante vrouw, die typerend zou zijn voor Parijs spreekt wereldwijd
tot de verbeelding. Het gegeven is vaste prik in reclamecampagnes van de
luxe-industrie. Op die manier blijft de consument Frans fabricaat associëren
met ultieme vrouwelijkheid en raffinement. Toch is de Parisienne meer dan een
succesvol marketing-concept. Onconventionele kleding bedenken voor een breed
publiek is nog steeds een Parijse traditie.
De Parisienne volgens Dior
De (haute) couture is
ontstaan in de tweede helft van de 19e eeuw, in 1858, toen de Engelse couturier
Charles Frederick Worth in Parijs op het geniale idee kwam om de kleding die
hij vervaardigde te voorzien van zijn naam. Hij naaide etiketten met het
opschrift ‘C Worth’ in zijn jurken en bevrijdde zichzelf daarmee uit de
anonimiteit van de destijds gebruikelijke maatkledij en verhief die daarmee tot
de adelstand van de Haute Couture. Vanouds komt de haute couture uit Frankrijk
(Parijs), maar tegenwoordig ook steeds meer uit steden als New York, Londen en
Milaan. Toch is couture nog steeds big business in Parijs. Les Créateurs de
Mode, een industrie van miljarden euro's waarvan 67 procent wordt geëxporteerd.
Het is niet verwonderlijk dat de meeste van de slechts 3000 haute couture
klanten buitenlanders zijn. De prijzen zijn zo hoog, dat alleen de vrouwen van
Arabische sjeiks, Amerikaanse-, Russische, Chinese, Indiase multi-miljonairs en
topartiesten zich dit nog kunnen veroorloven.
De Parisienne is vaste prik in reclamecampagnes van de luxe-industrie
Parijs, daar en alleen
daar, weten ze met succes een band te smeden tussen hoogwaardig handwerk en
adembenemende creativiteit. Hoezeer andere steden ook hun best doen, ze zullen
Parijs nooit van haar modetroon kunnen stoten, ook al kwamen ‘swinging London’,
het ‘luxueuze Milaan’ en het ‘coole New York’ zo rond de eeuwwisseling een heel
eind. Modehart Parijs klopt, het komt er vandaan en keert er altijd weer naar
terug. Het is natuurlijk niet dat de Fransen betere modemakers zijn, het zijn
immers vaak buitenlanders die de beslissende impulsen geven. Denk aan de
geniale kleine man uit Tunesië Azzedine Alaïa (1935-2017), John Galliano
afkomstig uit Gibraltar, Alexander McQueen uit Engeland, Karl Lagerfeld
(Chanel) uit Duitsland, Anthony Vaccarello (YSL) uit België, Clare Waight
Keller (Givenchy) uit Engeland, en Maria Grazia Chiuri (Dior) uit Italië. In de
Franse hoofdstad bloeit op wat in toenemende mate elders is gezaaid.
De Parisienne volgens het juwelenmerk Mauboisson
Maar waarom Parijs? Er is
nauwelijks een ander land waar de staat zo zijn best doet voor de mode als in
Frankrijk, waar haute couture wordt beschouwd als een deel van de cultuur en
dienovereenkomstig wordt gesteund, maar ook streng gereglementeerd. Haute
couture is meer dan een vak, het is een 'métier'. Eind negentiende eeuw werd de
'Chambre Syndicale de la Couture Parisienne' gestart als een soort vakbond die
opkwam voor de rechten van de couturiers. De 'Chambre' beschermde de originele
ontwerpen van de couturiers tegen namaak. Vandaag bestaat deze Kamer nog altijd
maar onder een nieuwe naam; ‘Fédération de la Haute Couture et de la Mode’
(FHCM). Zij regelt onder meer de twee haute couture weken in Parijs: een in
januari (voor de zomercollecties), een in juli (voor de wintercollecties) en
zij houdt nauwkeurig in het oog of de ontwerpers zich wel degelijk aan de
regels houden.
Slechts vijftien merken
mogen zeggen dat ze haute couture maken. Haute couture is een wettelijk
beschermde benaming in Parijs, onderworpen aan strenge criteria.
Mode-ontwerpers mogen zichzelf pas haute couturiers noemen als ze vijf jaar
gastlid zijn geweest van het FHCM, het instituut dat ontwerpers benoemt tot
haute couturiers en de leden van het instituut daarmee instemmen. Zij kent de
titel haute couturier slechts toe wanneer de ontwerper voldoet aan de volgende
voorwaarden: De kleding moet met de hand op maat worden gemaakt en vervaardigd
worden in eigen ateliers. In de ateliers moeten minimaal twintig personen
werken. Twee keer per jaar moet hun collectie gepresenteerd worden op een
catwalk, met ten minste 50 verschillende, nieuwe ensembles. Er moet een
speciale ruimte zijn waar kleding aan vaste klanten getoond kan worden.
Gemiddeld komt een 'cliënt' zo’n drie keer langs, voor wat heet: een
'essayage’. De meest bekende Haute Couture huizen in Parijs zijn die van
Chanel, Christian Dior, Givenchy, Jean Paul Gaultier en Shiaparelli.
De Parisienne volgens Jean-Paul Gaultier
Elk jaar publiceert het
Amerikaanse opinieblad TIME een lijst met de honderd 'all-time fashion icons'
sinds 1923, toen het blad werd opgericht. In vijf categorieën valt een plek te
veroveren: ontwerpers, muzes, modellen, fotografen en editors & stylisten.
Opvallend is de aanwezigheid van de hoeveelheid namen van reeds overleden
'iconen', zoals Jeanne Lanvin, oprichter van modehuis Lanvin dat sinds 2016
door Bouchra Jarrar wordt geleid, tot Richard Avedon - de fotograaf die in 2004
overleed. Aan bod komen unieke couturiers die baanbrekend werk hebben verricht.
Het zijn dè namen die ons collectieve idee over mode hebben bepaald. Creatieve
talenten die niet onderdoen voor schilders, beeldhouwers of musici, en daar
soms ook mee samenwerken.
De enige Parisienne is te zien in de mondaine etalages van de modehuizen
Paul Poiret, de grote
pionier, schafte het corset af. Coco Chanel creëerde na de eerste wereldoorlog
een nieuwe lijn voor de vrouw met soepele, jongensachtige modellen en het beroemde
kleine zwarte jurkje - 'The Little black Dress'. Elsa Schiaparelli, die de
crisis van de jaren dertig bestreed met humor. Zij introduceerde de
schoudervulling. Christian Dior, die de naoorlogse wereld verraste met zijn
'new look' die vrouwen hulde in ruim bemeten stoffen. Yves Saint Laurent; in de
jaren zestig en zeventig zette hij trends zoals het broekpak en de 'beatnik
look' en de puntlaarzen die tot dijhoogte de benen omsloten. Jean Paul
Gaultier, hij staat bekend om de korsetten met puntige beha-cups die hij
ontwierp voor popartieste Madonna tijdens haar 'Blonde Ambition Tour' in de
jaren '90. Maar ook buitenlandse couturiers zoals Viktor & Rolf, Alexander
McQueen, Karl Lagerfeld, Kenzo, Miyake en Yamamoto. Zij zijn allemaal naar
Parijs gekomen en bevestigen de tweeledige rol van de stad als bewaarder van de
traditie en als jeugdige herrieschopper.
De Parisienne volgens Karl Lagerfeld
Maar op die lijst staan
ook de muzes en de meest invloedrijke personages uit de modewereld. Alles wat
zij droegen in hun glorietijd werd een modehit. Van de smoking van Marlene
Dietrich tot het streepjesshirt van Brigitte Bardot. Top modellen zoals Heidi
Klum, Kate Moss, Claudia Schiffer, Naomi Campbell, Elle Macpherson, en Gisele
Bündchen, het best verdienende model ter wereld. Muzes zoals Andy Warhol, David
Bowie en Lady Gaga. Ook fotografen Ellen van Unwerth en Helmut Newton, Irving
Penn, Mario Testino en hoofdredactrice Anna Wintour komen voor in de lijst. Het
tijdschrift beschrijft per icoon de hoogtepunten en invloed van diens carrière.
Velen hebben problemen met het gebrek aan etnische diversiteit in de lijst van
Time Magazine. Slechts 8 donkere en 2 Aziatische iconen haalden de top 100.
De Parisienne volgens ex top model Inès de la Fressange
Opvallend is het hoe snel
de couture huizen wisselen van Creative Directors. Door geduchte concurrentie
uit Milaan, New York, Londen en Tokio
maakt de haute couture moeilijke tijden door. Parfum en prêt-à-porter
collecties zijn vaak de sponsoren van het 'métier'. Een krengerige achterbakse
wereld, maar met een glamoureuze uitstraling. Het houdt al jaren een arrogante
greep op de kledingvoorkeuren van vrouwen over de hele wereld.
Opvallend is het
ook hoe snel de couture huizen wisselen van Creative Directors. De verbintenis
van Raf Simons als creatief directeur bij het modehuis Dior was van zeer korte
duur. In een persverklaring zei Simons de beslissing te hebben genomen op basis
van zijn verlangen de focus te verleggen naar andere interesses in zijn leven. Waarschijnlijker
is het dat hij niet meer wilde en kon leven met de enorme druk die zijn werk
met zich meebracht. In augustus 2016 werd Simons creatief directeur bij Calvin
Klein, echter dit contract werd in december 2018 voortijdig verbroken wegens
tegenvallende resultaten. Vanaf april 2020 mag Simons het opnieuw proberen als creatief
directeur van de Italiaanse modeketen Prada.
De 59-jarige John
Galliano zei eens in een interview dat hij verslaafd was aan drank en drugs en
dat hij 'gevangen zat in een neerwaartse spiraal' door de permanente druk te
moeten presteren. Hetzelfde gebeurde met Marc Jacobs toen hij in 1997 werd
gevraagd om het Franse modehuis Louis Vuitton af te stoffen. Het werd een
triomf, maar privé groeide het succes hem boven het hoofd. Drank, cocaïne en
zelfs heroïne hielden hem op de been, zo dacht hij. In 1999 liet hij zich
opnemen in een afkickkliniek en vervolgens nog eens een keer in 2007. Hetzelfde
overkwam Yves Saint Laurent in 2002. Drugsmisbruik, depressie, alcoholisme,
kritiek op de YSL-ontwerpen en problemen met Tom Ford, was voor eigenaar Gucci
de reden om het haute couturehuis van YSL te sluiten. Hierna trok Saint Laurent
zich meer en meer terug in zijn huis in Marrakesh, Marokko, waar hij op
71-jarige leeftijd overleed. Hij werd begraven in Marrakesh. In oktober 2014
laat ook Jean-Paul Gaultier weten zijn laatste prêt-à-porter collectie te
tonen, hij gaf aan dat hij genoeg heeft van het hoge tempo en de commerciële
druk van de hedendaagse mode. Op 17 januari 2020 kondigde Gaultier aan, na een
50-jarige carrière, te stoppen met ontwerpen. Zijn laatste show vond plaats op
22 januari 2020.
Hoe Elle afscheid nam van Karl Lagerfeld
En zo zijn fans
Karl Lagerfeld was een van de invloedrijkste couturiers aan
het einde van de twintigste en in het begin van de eenentwintigste eeuw, en was
ook op andere creatieve terreinen actief, met name de fotografie. In 2000
verloor hij door een zelf ontwikkeld dieet (geen drank, geen drugs, geen seks) 47
kg aan gewicht. Lagerfeld overleed uiteindelijk aan de gevolgen van
alvleesklierkanker op 19 februari 2019 te Neuilly-sur-Seine, hij werd 85 jaar.
Eigenlijk bestaat de
Parisienne en haar Parisian chic alleen in boeken van onder andere styliste
Isabelle Thomas; ‘You’re so French’ of ex top model Inès de la Fressange met
haar style guide ‘Parisian Chic’ en ‘La Parisienne’ of ‘Parijs hotspots voor
Fashion lovers van Megan Hess. Een boek vol met werkelijk de mooiste
illustraties en dat is logisch want Hess is mode-illustrator die werkt voor de
Iconische Franse luxemerken waaronder Dior, Chanel, Louis Vuitton, Givenchy en
Balmain. Voor Cartier illustreerde zij de Paris nouvelle Vague-collectie, de
ramen van Bergdorf Goodmann in New York en zo kan ik nog een hele tijd
doorgaan. Volgens haar en de echte fashionistas moet je voor mode nog steeds
naar Parijs. Dat is vandaag de dag nog net zo als in de 19e eeuw.
Eigenlijk bestaat de Parisienne en haar Parisian chic alleen in boeken
Parisian Chic, Ines de la fressange – ISBN 978 208 020073 0 –
Flammarion
Parijs in Stijl, Elodie Rambaud – ISBN 978 90 215 5724
3 - Kosmos
Geen opmerkingen:
Een reactie posten