Een verblijf in Parijs
is altijd een speurtocht naar de ‘innerlijke stad’, het verlangen de stad niet
alleen te ontdekken maar ook Parijs te denken – ‘penser Paris’ - zoals de schrijver Paul Valéry het
formuleerde in zijn essay ‘Présence de Paris’ (1937).
De geschiedenis en de actualiteit van de stad vloeien in het Parijs van alledag samen, of je nu de namen van de metrostations, de straten en pleinen of de betekenis van bepaalde gebouwen wilt begrijpen, Parijs is ondenkbaar zonder haar verleden. Daaraan ontleent de stad haar identiteit en zelfbewustzijn. Op de plek waar ik je mee naar toeneem vindt al meer dan 1600 jaar Christelijke aanbidding plaats, de St Gervais-et-St-Protais. Deze kerk is gebouwd op de resten van het eerste gebouw aan de Rive Droite; een basiliek die voor het eerst wordt vermeld in documenten uit het eind van de 4e eeuw. Een basiliek gewijd aan de broers Gervasius en Protasius, twee Romeinse officieren die onder Nero de marteldood stierven.
Daarmee is het de oudste parochie aan de rechteroever van de Seine. Echter, toen het Romeinse Rijk tegen het eind van de 4e eeuw in verval raakte, werd Lutetia overspoeld door de Grote Volksverhuizing, waarbij veel bewoners naar het versterkte île de la Cité vluchtten.
De bouw van de huidige kerk is begonnen in 1494, aan het einde van de middeleeuwen, en duurde zo’n 150 jaar. De middeleeuwen waren een belangrijke periode in de geschiedenis van Europa. Deze periode liep ongeveer van 500 na Christus, ongeveer dezelfde tijd als de val van het Romeinse Rijk, tot aan ongeveer 1500. De wijk Grève bruist dan van vitaliteit. Vlakbij de Seine en bij de grootste haven van Parijs. Ambachtslieden, handelaars, zakenlieden strijden daar om de kraampjes*. Verschillende architecten hebben gewerkt aan deze kerk en dat verklaart ook de verschillende bouwstijlen. De koorgewelven zijn in een flamboyant gotische stijl, terwijl de façade, van de hand van de architect Salomon de Brosse (de bouwer van het Palais du Luxembourg) is geïnspireerd door het Franse classicisme. De van 1616 tot 1621 gebouwde façade, die tegen de achterzijde van het Hôtel de Ville aankijkt, heeft net als die van de St-Paul-et-St-Louis (eveneens in de Marais) drie verdiepingen. De architect rangschikte drie type zuilen boven elkaar; onder de Dorische, in het midden de Ionische en bovenaan de Korinthische. Het was de eerste barok-classicistische kerk façade in Frankrijk.
Vandaag de dag zijn er 7 broeders en 15 zusters verbonden aan het klooster behorend tot de kerk
Deze prachtige kerk, een van de mooiste van Parijs, staat op een zachte helling, wat nog eens wordt benadrukt door de traptreden aan de voorgevel en in de rue François-Miron. De iep op het plein vormde naar middeleeuws gebruik een verzamelplaats voor buurtfeesten, vergadering, veroordeling, werving en ontmoeting, vandaar de Franse uitdrukking ‘Attendez-moi dous l’orme’ – letterlijk afspraak onder de iep. Het plein werd ook lange tijd Carrefour de l’Orme genoemd – kruispunt van de iep. De bewoners van Le Marais wisselden hier in vroeger tijden hun geld in de schaduw van de boom. Er zijn nog steeds afbeeldingen van de iep te vinden op allerlei gebouwen rondom het plein, inclusief de kerk. De iep voor de kerk is niet de originele. Deze werd gekapt in 1794 ten tijde van de revolutie om kanonnenwagens te maken. De iep die we vandaag zien werd in 1914 herplant mede dankzij de parochiepriester van de Saint-Gervais die de herinnering aan deze legendarische boom wilde doen herleven.
De clochards van Parijs en de daklozen vinden in de kerk altijd een warm welkom
De Saint-Gervais, zoals
de kerk nu in de volksmond wordt genoemd, was gedurende meer dan twee eeuwen -
vanaf 1653 - de thuisbasis van een van de bekendste muziekfamilies van
Frankrijk: de Couperins. De befaamde familie Couperin, bestaande uit
klavecinisten, componisten en organisten, leverde maar liefst acht generaties organisten
die het orgel tussen 1653 en 1826 bespeelden. Het orgel van Louis en François
Couperin, gebouwd in de 17e eeuw door Alexandre Thierry is het oudste orgel in
de stad Parijs. Het is een goed
voorbeeld van de Franse barok.
Naast de Saint-Servais staat het huis waar de Couperins woonden, te herkennen aan een plaat met informatie over de familie.
Het woonhuis van François Couperin herkenbaar aan de plaquette
Heel onverwacht kom je binnen weer in een laatgotisch bouwwerk terecht, waarvan de voltooiing pas begin 17e eeuw plaatsvond. Hoewel er meer dan een eeuw gebouwd werd biedt het binnenwerk van de Saint-Gervais een zeer homogeen aanzicht. Het middenschip van de drie-schepige basiliek met dwarsbeuk en diep terugwijkend koor, vertoont een fraai sterrenpatroon in de ribbengewelven. De hoogte culmineert op 25 meter en heeft twee niveaus, zoals in de meeste renaissancekerken van Parijs. De breedte is slechts acht meter en richt als het ware je blik naar boven, naar de lucht. Het is een oproep om naar boven te kijken daar waar Christus is gezeten, aan de rechterhand van God.
De kerk is voorzien van de mooiste glas-in-loodramen
Alle zijkapellen zijn
voorzien van de mooiste glas-in-lood-ramen, schilderijen en beelden. Het
glasraam ‘De wijsheid van Salomo is een van de mooiste ramen uit de renaissance
in Parijs. De staat van conservering van dit glas-in-loodraam, gemaakt in 1531,
is zo uitzonderlijk dat experts uit de 20e eeuw originele stukken hebben
genomen als voorbeeld voor restauraties uit de 19e eeuw. Het glas in lood is
van een zeer hoog technisch niveau maar ook de snijtechnieken uit die
tijd. De maker, die lange tijd onbekend
bleef, had de bijnaam de Meester van Montmorency in dienst van Anne de
Montmorency, Hertog van Montmorency. Later bleek het te gaan om Jean
Chastellain. Hij maakte glas-in-loodramen voor de kerk van Saint-Germain-l'Auxerrois,
de kerk van Saint-Étienne-du-Mont in Parijs en het Château de Chantilly.
De bovenste ramen zijn
van de 21ste eeuw, gemaakt door Claude Courageux en Sylvie Gaudin, en
illustreren het verhaal van Adam en Eva, de ark van Noach, de patriarchen en
hun echtgenoten.
Achter het koor ligt de prachtige kapel van de Heilige Maagd met een sluitsteen die versierd is met rijke arabesken. De kapel werd voltooid in 1517. De drie ramen zijn eveneens van de hand van Jean Chastelain en beelden drie scenes uit het leven van Maria uit. Een van de kostbaarste schatten van de kerk is een laatgotische madonna aan de noordoostelijke pijler van de kruising. De andere kerkschat is de ‘Chapelle Doree’ of de gouden kapel.
De prachtige kapel van de Heilige Maagd
Deze kapel werd in 1627 door het kerkbestuur geschonken aan Antoine Goussault en zijn vrouw Geneviève Fayet, beiden jarenlang welgestelde parochianen. Deze kapel bevindt zich aan het einde van de huidige Sainte-Anne-kapel. Onder de kapel doet een kelder dienst als begraafplaats voor de familie Goussault. De ingang onderscheidt zich door een elegant houtwerk in lichte banen gevormd door fijne balusters, bekleed met geschilderde luiken en bekroond door een opengewerkte kroonlijst. De decoratie omvat een altaar waarvan de bekleding is versierd met een dode Christus, met daarboven een altaarstuk voorstellende Christus op de Olijfberg, toegeschreven aan Claude Vignon. De muren en de gewelven van het plafond vertegenwoordigen 21 scènes uit de passie en opstanding van Christus, toegeschreven aan Jean de Saint-Igny. De rest van de lambrisering is versierd met koppen van cherubijnen en decoratieve motieven: figuren van Christus en Maria, instrumenten van passie, boeketten, palmetten, etc. De kapel is alleen te bezoeken tijdens monumentendagen. De eerstvolgende gelegenheid vindt plaats op zondag 20 september 2020 vanaf 14.00 uur in groepen van zes personen. Meer informatie vind je op de website.
De kerk, geclassificeerd als een historisch monument, werd voor de eerste keer gerestaureerd onder leiding van de architect Baltard tussen 1827 en 1844 en een tweede maal tussen 1863 en 1869. Toen zijn met name de zijkapellen en de gebrandschilderde ramen hersteld. Op 29 maart 1918 viel er een Duitse granaat, afgevuurd door Parijs geschut, op het dak van de kerk op het moment dat de Goede Vrijdagdienst plaatsvond. 92 personen vonden de dood en 68 raakten gewond. Na de herstelling van het ingestorte dak vonden er werken plaats in 1957 en meer recent in 2013.
De muren en de gewelven van het plafond van de Chapelle Dorée vertegenwoordigen 21 scènes uit de passie en opstanding van Christus
Op 6 februari 2020 maakte
de stad Parijs bekend dat de kerk met een budget van 6,6 miljoen euro opnieuw zal
worden gerestaureerd. De drie jaar durende restauratie omvat de klokkentoren en
het noordelijke trancept, de zijarm tussen koor en schip. Door het slechte weer
en vervuiling laten verschillende stenen los. Roestige metalen staven, heel
normaal in die tijd, doen de stenen opzwellen en afbrokkelen. Zo’n 150 m³
stenen moeten worden vervangen en al het staal wordt vervangen door roestvrij
staat. De vijf klokken worden opnieuw schoongemaakt en gepolijst. Het 17e
eeuwse houten frame van het transept wordt hersteld evenals de afbrokkelende
waterspuwers. Aan de noordkant worden de drie 18e-eeuwse
glas-in-loodramen verwijderd en gerestaureerd door Les Ateliers Coureux.
In 1975 werd de parochie
door kardinaal Marty toevertrouwd aan de zorg van Pierre-Marie Delfieux,
teneinde er een Monastieke Gemeenschap van Jeruzalem te stichten. Vandaag de
dag zijn er 7 broeders en 15 zusters verbonden aan het klooster behorend tot de
kerk. Frère Grégoire is de huidige prieur van de Fraternité des Frères.
Begin je bezoek aan de
kerk aan de zijde van de Seine in een van de mooiste straatjes van Parijs, de
rue des Barres, schuin tegenover het café-restaurant Louis Phillipe. Let ook op
het vakwerkhuis op de hoek van de rue Grenier sur l’eau waarschijnlijk afkomstig uit de 14e
eeuw. Het hout aan de buitenkant is duidelijk te zien ondanks het feit dat toentertijd
verboden was vanwege het brandgevaar. Tegenover dit straatje ligt de zijingang
naar de kerk.
Fotografie: Ferry van der Vliet, Wikimedia, Territoires et patrimoine © Jean-Francois Rémy
Geen opmerkingen:
Een reactie posten