Toi qui es là, ne pleure pas devant ma tombe.
Je n’y suis pas et je ne dors pas.
Je souffle dans le
ciel tel un millier de vents.
Je suis l’éclat du
diamant sur la neige.
Je ne dors pas.
Je suis le soleil
sur les blés dorés.
Je suis la pluie,
je suis la douce pluie d’automne.
Toi qui es là, ne
pleure pas devant ma tombe.
Je n’y suis pas, car je vis encore.
Jij die hier bent, huil niet voor mijn
graf
Ik ben er niet en ik slaap ook niet.
Ik waai door de lucht als duizend
winden.
Ik ben de schittering van de diamant op
de sneeuw.
Ik slaap niet.
Ik ben de zon op de gouden tarwe.
Ik ben de regen, ik ben de zachte
herfstregen.
Jij die hier bent, huil niet voor mijn
graf.
Ik ben er niet, want ik leef nog
Viva Mori kwam bij mij op toen ik weer aan het wandelen was over een van de Parijse dodenakkers. ‘Viva Mori’ kun je uitleggen met meerdere betekenissen; Leven om te sterven, leve de dood, leven & dood, leven na de dood. Mori betekent dood gaan en dat doen we allemaal. We worden steeds ouder en daarmee wordt de kans dat je overlijdt aan bijvoorbeeld Covid of aan een andere chronische ouderdomsziekte steeds groter. En ineens tijdens die wandeling kwam het bij mij op, wie mag welke keuzes maken, als ik daar zelf niet meer toe in staat ben. En hoe kan ik zorgen dat je euthanasie kan krijgen, mocht ik dat willen. Als je een standaard medische wilsverklaring tekent bij de notaris betekent dat niet dat die wensen automatisch ook ten uitvoer worden gebracht. Hoe zorg ik dat mijn dierbaren goed achterblijven zonder dat ze uitgekleed worden door de belastingen met zoiets onzinnigs als erfbelasting? Kan ik bij leven al erfbelasting besparen zonder dat ik daar dure adviseurs voor moet inhuren. Hoe voorkom ik dat mijn vermogen opgaat aan zorgkosten wanneer ik in een zorginstelling terecht kom?
Bij de poort die ik zojuist passeerde
stond de volgende spreuk:
"Vous qui ici
passez
Priez Dieu pour les
trépassés
Ce que vous êtes
ils ont été"
"U die hier voorbij gaat
Bid tot God voor de overledenen
Wat u bent, zijn zij geweest"
“Wat u bent zijn zij geweest dreunt nog
na in mijn hoofd gevolgd door een spreuk van Jean de la Fontaine, een Franse
schrijver en dichter: “De dood verrast een wijs persoon nooit; deze is altijd
klaar om te gaan”. Ben ik eigenlijk klaar om te gaan?
Maar ik dwaal af. Ik moet bekennen dat
ik op onbekende wijze wordt aangetrokken door een dodencultus waarbij
schoonheid en verval, grafkunst en grafkitsch, hand in hand blijken te gaan. Ik
vind het heerlijk om in mijn eentje te wandelen over Parijse dodenakkers en een
ontdekkingstocht te maken langs al dat versteend verdriet. Ik moet er meteen
bij zeggen; moderne begraafplaatsen doen mij niets, maar juist die, waar de
geschiedenis zowat van afdruipt. Van die dodenakkers vol eindeloos slingerende
rijen grafkapellen, grafkelders, grafstenen en grafbeelden. Bemost, vervallen
en vergeten. Grafkelders, bewaakt door de mooiste beelden, vaak van wenende
vrouwen, uitgevoerd in marmer of brons of gewoon uitgehouwen in steen. Boven
aan de deur van deze 'minikerkjes' staat de naam van de familie gegraveerd.
Soms staat de deur gewoon op een kier of kun je door de kleine raampjes naar
binnen gluren. Een stoffig interieur met een klein altaar, altijd voorzien van
een kruisbeeld, omgevallen kandelaars en twee vergane bidstoeltjes. In een vaas
een verwelkt boeket of plastic rozen. Achter al die stenen schuilen vast en
zeker heel interessante verhalen. Père Lachaise is bijvoorbeeld dè vierde
toeristische attractie van Parijs. Samen met die van Montparnasse en
Montmartre.
Alles op dit kerkhof lijkt omgeven met
een waas van erotiek. De vele laantjes, hoekjes en gangetjes vormen ideale
rendez-vous plekjes voor verliefde stelletjes, die hier bij voorkeur
rondzwerven. Vele graven zijn voorzien van mooie en haast naakte vrouwen,
sensueel liggend op de graven in een innige omhelzing of wenend van verdriet.
De meeste van deze graven dateren uit de periode rond 1900; de 'Belle Èpoque'.
Als ik zo rond kijk zie ik een allegaar van jonge en oudere mensen, moeders met
kinderen, liefdadige dames, geliefden, nieuwsgierigen en in het zwart geklede
oudere dametjes. Misschien ook wel een aantal necrofielen of standbeeld
fetisjisten, voyeurs, fotografen maar ook doodgewone wandelaars pelgrims en
vereerders van beroemde personen die hier begraven liggen. Ook ik val in een
van de categorieën.
Wandelen over Père Lachaise krijgt een
extra dimensie voor diegene die gevoelig is voor grafsymboliek. Op de eerste plaats is er natuurlijk het
kruis; symbool van dood en verlossing. Een engel wordt vaak gezien als de
aanzegger van de dood of van wederopstanding. Een opengeslagen boek verwijst
naar de bijbel, maar een boekenlegger in het boek geeft aan dat de overledene
voortijdig uit het leven is weggenomen. De schelp als teken van vruchtbaarheid
en liefde, een anker van standvastigheid en trouw en een fakkel is het symbool
van vrijzinnigheid. Wenende vrouwen wijzen op het verdriet van geliefden en
bewonderaars en een geknakte zuil is vaak een aanduiding van een plots
afgebroken leven. Een boven het graf geplaatste lege sarcofaag onderstreept de
rijkdom en het maatschappelijk belang van de dode. Behalve christelijke symbolen zijn er ook
veel joodse graven te vinden elk met hun eigen beeldtaal. De kleine steentjes, ten teken dat men er is geweest en de doden
heeft herdacht, vind je op vele joodse graven. Het is een gebruik uit de woestijn.
Nomaden accentueren hun graven met een hoopje stenen. In Bijbelse tijden werden
geen grafstenen gebruikt; graven werden gemarkeerd met hopen stenen, dus door
deze te plaatsen (of te vervangen), verzekerde men het voortbestaan van de
begraafplaats. Briefjes tussen de stenen bevatten vaak vrome wensen.
Wat is eigenlijk de ontstaansgeschiedenis van deze prachtige dodenakker? Het is een beetje een morbide verhaal. Ik neem u even terug in de tijd, toen onder het bewind van Filips II in het jaar 1183, de eerste markthallen van Parijs werden gebouwd, aan de rand van het ‘Cimetière des Innocents’. Tweeëntwintig parochies borgen er hun doden. Het had de bijnaam van 'mange-chair', vleeseter, omdat de lichamen, zo ging het verhaal, er in een mum van tijd tot ontbinding overgingen. In een gat van tientallen meters diep, ingesloten tussen hoge muren, werden de lijken op elkaar gestapeld met een dun laagje zand erover, gewoon in de open lucht. Vijf eeuwen lang hing hier een lijkenlucht, afgewisseld met de geuren van kruiden en verse groenten. Rond 1780, toen de lijken twee meter boven straatniveau lagen opgestapeld, werd besloten om de beenderen en overblijfselen te vervoeren naar de catacomben van Denfert-Rochereau. Voor het 'vervoer' van de bijna twintigduizend karretjes gevuld met beenderen had men drie jaar nodig. Dag en nacht trok een bonte stoet door de straten van Parijs over de Seine naar de steengroeven van Tombe Issoire, nu het 14e arrondissement. Op 21 februari 1801 besluit het Parijse stadsbestuur dat geen enkele stadsbegraafplaats meer mag worden gebruikt. De regenten laten drie nieuwe begraafplaatsen openen, allen buiten de stadsmuren. Een in het noorden op de Mont Martis, een in het zuiden op de Mont Parnasse en een in het oosten op het oude domein van Mont Louis. Maar de stadsplanologen bleken niet gezegend te zijn met een vooruitziende blik. Parijs breidt zich uit en een eeuw later liggen de drie kerkhoven opnieuw in de stad om nooit meer weg te gaan; 'de levenden halen de doden weer in'.
Het is de Franse architect Alexandre
Théodore Brongniart, die de nieuwe begraafplaats aan de oostzijde van Parijs vorm
geeft als een Engelse tuin, waar de grafmonumenten worden geplaatst tussen het
weelderig groen. De eerste begrafenissen beginnen in mei 1804 en een jaar later
krijgt de begraafplaats zijn officiële naam: Père Lachaise, genoemd naar de
biechtvader van de Franse Zonnekoning: Père Françoise Lachaise d'Aix. De
architect vindt hier in 1813 zijn laatste rustplaats (ligplaats 11e divisie),
net als Baron Desfontaines (ligplaats 22e divisie), waarover het verhaal gaat,
dat hij minder voor zijn landgoed ontving dan wat hij later voor zijn graf
moesten betalen.
Père Lachaise lag ten tijde van de ingebruikname nog buiten de stadsgrens van Parijs. Aan het einde van de achttiende eeuw was het namelijk ook verboden om nog langer overledenen te begraven in kerkcryptes binnen de stadsgrenzen. Dat verklaart dan ook de vele minikerkjes, tempeltjes, die te vinden zijn op de oude begraafplaatsen van Parijs. De eerste grafkapel werd op Père Lachaise gebouwd in 1815. Het is die van de steenrijke Russische gravin Elisabeth Demidov Stroganov (ligplaats: 19e divisie). Dit mausoleum bestaat uit maar liefst drie etages. In de bovenste etage een beeltenis van de gravin die uitkijkt over haar eigen begraafplaats. Over dit graf gaat de volgende legende: diegene die er 365 dagen onafgebroken durft te verblijven, kan een som van twee miljoen roebels tegemoet zien. Het is onbekend of iemand ooit een poging heeft gewaagd. Op 25 juli 1824 volgde de eerste teraardebestelling in het zuiden op het kerkhof van Montparnasse en 1 januari 1825 opende het Cimetière de Montmartre officieel Cimetière du Nord. Andere gebruikte namen voor dit kerkhof waren Cimetière des Grandes-Carrières en Cimetière de la Barrière-Blanche.
Zou ik hier begraven willen worden?
Onderzoek leert dat als je op Père Lachaise begraven wilt worden, je op het
moment van overlijden in Parijs moet wonen. Een graf op Père Lachaise is niet
goedkoop. De prijzen variëren tussen de tienduizend euro (aan de rand van de
begraafplaats) en twintigduizend euro
(midden in een divisie) per graf, afhankelijk van de ligplaats. De grond
is dan wel voor altijd jouw eigendom, want in Frankrijk mag een graf nooit
worden opgeruimd. Graven die een eeuwigheidsduur hebben kun je herkennen aan de
letters CAP, vaak gegraveerd op de achterkant van het graf. CAP staat voor
'Concession à Perpétuité' (vergunning voor de eeuwigheid). Wil je jouw as laten
bijzetten in het columbarium dan is dat belangrijk goedkoper. Zo rond de
vijfduizend euro voor vijftig jaar. Maar ik kan natuurlijk ook vragen of ze
mijn urn zo maar ergens in een kleine grafkapel willen achterlaten?
Ik kan natuurlijk ook vragen of ze mijn urn zo maar ergens in een kleine grafkapel willen achterlaten
En dan passeer ik weer de volgende spreuk: “Wees welkom, gij stervelingen, heden ik, morgen gij”. Het is duidelijk Jean de la Fontaine spreekt mij weer berispend toe: “De dood verrast een wijs persoon nooit; deze is altijd klaar om te gaan”. En dat voerde mij naar Viva Mori. Naar een jong team van top specialisten zowel fiscaal, juridisch en praktisch speciaal voor mensen die hun nalatenschap professioneel en betaalbaar geregeld willen hebben. Ik realiseerde mij vooraf niet wat er komt kijken voor en na het overlijden, waardoor mijn dierbaren met problemen zouden achterblijven. Viva Mori gaf mij inzicht en gaven professioneel advies bij alle complexe zaken die spelen rondom het overlijden door oplossingen aan te bieden vanuit verschillende perspectieven. Mijn geliefden blijven nu goed en onbezorgd achter, mede dankzij een overzichtelijk en betaalbaar adviestraject inclusief een compleet nalatenschapsdossier. Het nalatenschapsdossier is zo opgezet dat je zelf zoveel mogelijk kan aanpassen als je voorkeuren in de loop van de jaren veranderen De adviseurs komen persoonlijk bij je thuis en adviseren je in drie modules over medische keuzes, zorgkosten en schenken – nalatenschap en erfbelasting – verzekeringen, uitvaart en overdracht.
Wil je meer weten neem dan gewoon contact met hen op: contact@vivamori.com of telefonisch 020-2105 555. Je nalatenschap gewoon goed en betaalbaar geregeld zonder dure adviestrajecten. Jean de la Fontaine knikt mij vanuit zijn graf in de 25e divisie vriendelijk toe.
Wat mooi beschreven Ferry en zo'n mooie foto's weer! Wist je dat Ivo ook altijd begraafplaatsen gaat bezoeken! Je kan er altijd zo rustig wandelen vindt hij! Ik wens je nog een prachtig leven hoor! gewoon rustig doorademen!
BeantwoordenVerwijderenReacties van Nederlanders wonend en werkend in Frankrijk op Nederlanders.Fr
BeantwoordenVerwijderenReactie van Cornelis (Kees) Vonk
@Ferry Wat een schitterend artikel, mooi verwoord en vertaald, met suggestieve illustraties!
Reactie van Mieke V.
Ferry, dank weer voor dit pareltje. Ik ken Père Lachaise en Montparnasse. Ben er diverse keren geweest. Het gedicht waar je mee begint kende ik niet in het Frans, wel in het Engels. "do not stand at my grave and weep".
Nogmaals bedankt weer. Ik geniet altijd van je stukjes.
Reactie van Maria
Ferry, Het voelt of ik met je ben meegewandeld over de begraafplaats.
Dank je wel voor weer een mooi verhaal.
Groeten vanuit Normandië .
Reactie van Nanneke
Prachtig geschreven! Ook erg leerzaam.
Dank je wel!
Reactie van Kitty de Bruin
@Ferry, wat een mooie beschrijving en dan ook nog nuttige info toevoegen, bravo!
Reactie van Ludique
Schitterend, geen woorden voor. Chapeau Ferry