Hèt lievelingsgerecht van vele Fransen waarvan de geschiedenis teruggaat tot de prehistorie. De oudst bekende consumptie van schaaldieren door de homo sapiens tot nu toe dateert van 164.000 jaar geleden. Resten daarvan werden gevonden in Zuid-Afrika. In 2011 werden in een grot in Torremolinos aan de oevers van de Middellandse Zee in Andalusië ook resten van schelpen gevonden die aangaven dat de Neanderthalers zo’n 150.000 jaar geleden al zeevruchten aten.
Echter 2 miljoen jaar geleden aten
mannen aan de oevers van het Turkana-meer in Kenia en 500.000 jaar geleden aan
de oevers van de Solo-rivier in Indonesie al weekdieren, vissen,
waterschildpadden en krokodillen. Toen wisten ze al dat de hoge voedingswaarde
van vis en zeevruchten goed waren voor de gezondheid.
Van beroep écailler
Overal in Frankrijk, maar zeker in de grote steden waaronder Parijs, is het ambacht van de ‘écailler’ zichtbaar in gerenommeerde restaurants en grote brasseries. Je herkent de écailler meteen als je de zaak binnenkomt want zijn kraam staat bijna altijd aan de voorzijde van het restaurant. L’écaille is de oude naam die aan de oester werd gegeven. Zoek je écailler op in het woordenboek dan vind je ‘openen van oesters’ en ‘schubben van vis’. Een écaillère is een oesterverkoper. De écailler is dé specialist in zeevruchten en schaaldieren, maar zijn vakgebied is veel completer. Hij is in staat om visschotels samen te stellen die ware kunstwerken zijn, proeven met de ogen noemen ze dat in Frankrijk. De écailler maakt weliswaar deel uit van de witte brigade van het restaurant, maar werkt vaak alleen aangezien zijn ‘keuken’ ver verwijderd is van de werkplek van zijn overige collega’s. Zijn rol is essentieel want hij is verantwoordelijk voor een zeer groot onderdeel van de omzet van het etablissement.
De écailler heeft
ook een diploma zoals CAP Poisonnier (Certificat d’Apitude Professionel de Poissonnier)
of een BEP Poisonnier (Bac Professionel Poisonnier écailler). De opleiding is bedoeld voor jongeren
tussen de 16 tot 30 jaar, die beginnen aan een vervolgstudie na de middelbare
school of opnieuw beginnen aan een studie. Tevens is het een vereiste dat je
stage loopt van minimaal twee jaar bij een visrestaurant, vishandelaar,
-groothandel of – fabrikant. Je zit namelijk drie dagen op school en minimaal 2
dagen als stagiair. De opleiding duurt twee jaar gevolgd door een examen. Een
écailler verdiend tussen de € 1435 en de € 2342 bruto per maand exclusief
onregelmatigheidstoeslagen. Het salaris is ook afhankelijk van zijn
professionele ervaring en de reputatie van het restaurant waar hij werkt.
De vereiste vaardigheden zijn: Goede
kennis van zeevruchten zoals herkomst, vismethode, cultuur en aanvoertijden. Hij
selecteert de vis en bereidt ze voor (schoonmaken, fileren, in plakken snijden,
enz.). Opent en kookt de schaaldieren. Definieert en zorgt voor de opmaak en
decoratie van zijn kraam. Beschikt over een onberispelijke outfit, een goede
fysieke conditie (meestal werkt hij staand in een koele omgeving) en draagt
zorg voor alle geldende voorschriften en hygiënenormen. Maar het
allerbelangrijkste is toch de opmaak. Prachtige etagères vol met alles wat de
zee te bieden heeft; kreeft , langoustines, zeekrab, garnalen, twee soorten oesters,
sint-jakobsschelpen, kokkels, scheermessen, mosselen, alikruiken en zee-egels,
alles conform het koninklijk edict van 1759, maar daarover straks wat meer. Dit
alles gepresenteerd op een ronde of ovale schotel, soms een dubbele of zelfs
een driedubbele schotel met daarop een ijsbed van geschaafd ijs met daar weer
op een bedje van zeewier of kelp (algen). Alles supervers gepresenteerd aangezien
een lange presentatie de smaak van de zorgvuldig gekozen ingrediënten kan
aantasten.
Als je schaaldieren optimaal wilt
proeven dan is het aan te raden om de seizoenen te volgen zoals de maanden
september tot en met april wanneer de R in de maand zit. Voor zee-egels komt
het nog nauwer want ophalen hiervan is toegestaan tussen 1 november en 15 april
aan de kust van de Middellandse Zee en van 1 december tot 30 maart aan de kust
van Corsica. Het aanbod van de Fruits de Mer moet dus perfect aansluiten bij de
seizoensinvloeden van de visproducten. Zeevruchten hebben de reputatie goed te
zijn voor je gezondheid doordat ze verschillende sporenelementen bevatten,
waaronder jodium, magnesium en vitamine B12. Niettemin moeten ze vers en
onbeschadigd worden gegeten. Gebrek hieraan kunnen ernstige vergiftigingen en
allergieën veroorzaken doordat microben, parasieten, zware metalen of andere
toxines zich ophopen die niet zichtbaar zijn voor het blote oog. In Frankrijk
serveren ze oesters in het bijzonder alleen in de maanden waar de R in
voorkomt. Deze traditie komt voort uit een koninklijk edict van 1759,
uitgevaardigd na talrijke dodelijke vergiftigingen aan het hof waarbij het
leuren met vissen en oesters werd verboden van 1 april tot 31 oktober, in een
tijd dat conservering door kou niet bestond en het transport uiterst traag
verliep. Tegenwoordig kunnen oesters het gehele jaar gegeten worden omdat de
transport- en conserverings-methoden zijn geëvolueerd, maar tijdens de warmere
maanden (tussen mei en augustus) zijn ze volgens kenners vettig of melkachtig
door de aanwezigheid van gameten (eitjes en sperma). Het edict was ook bedoeld
om te voorkomen dat het broedseizoen werd verstoord.
Voor zee-egels is de vangst hiervan uitsluitend toegestaan tussen 1 november en 15 april aan de kust van de Middellandse Zee en van 1 december tot 30 maart aan de kust van Corsica - Photo La Lorraine
Van de kust naar de stad
Veel visproducten worden gekweekt of gevangen
langs de Bretonse en Normandische kust. De noord-Franse kustwateren zijn rijk
aan talloze soorten schaal- en schelpdieren. Dagelijks wordt de verse vangst
midden in de nacht overgebracht naar Rungis. Zo'n 52 jaar geleden verhuisden de
beroemde Parijse voedselhallen (Les Halles) naar het toenmalige dorpje, Rungis,
ten zuiden van Parijs, hemelsbreed op 12 kilometer afstand van de Notre Dame. Een
complex op 234 hectaren (468 voetbalvelden) verspreid over drie gemeenten: Rungis, Chevilly-Larue en Thias. De
‘Marché Internationale de Rungis’ of de MIN genoemd telt zo’n 1283 bedrijven
waarvan 486 groothandels. Er werken zo’n 12.000 medewerkers. Zij bedienen
20.400 inkopers die samen goed zijn voor een jaarlijkse omzet van ruim 9.0 miljard Euro (omzet 2020). Ter plaatse zijn 24 restaurants en cafés, een
politiebureau, een brandweer-kazerne, een medisch centrum, banken, een
ijsfabriek, een energiecentrale, een vuilverbrandingsinstallatie, los- en
laadkades voor vrachtauto’s en
goederentreinen, een administratieve zone en zo’n 43 grote en kleine
(voedsel)hallen. Overdag een spookstad met lege parkeerterreinen, ’s nachts een
levendige metropool met verkeersopstoppingen, drukbezette restaurants en
bezoekers uit heel Europa.
Op de MIN zijn meerdere ‘pavillons’ per sector verdeeld over het immens grote terrein. Grofweg zijn er de volgende paviljoenen: ‘pavillon de la marée’ (vis en zeevruchten), ‘-de la viande’ (vlees), ‘-de la triperie’ (orgaanvlees), ‘-de la volaille’ (gevogelte en wild), ‘-du fromage’ (kaas en zuivel) ‘-des fruits et légumes’ (groente en fruit), ‘-des plantes’ (vaste planten), ‘-des fleurs’ (snijbloemen) en – ‘des producteurs” (locale groentetelers die hier hun productie verkopen). In Rungis wisselen tijdens de nachtelijke uren vele verse producten van eigenaar. Jaarlijks wordt er zo’n 1,5 miljoen ton aan vis, vlees, groente, fruit, en andere versproducten verhandeld. Maar liefst 18 miljoen Europese consumenten worden vanuit Rungis voorzien van verse voedselproducten, waarvan 12 miljoen in een straal van 150 km rond Parijs. Het komt er op neer dat ruim 20% van de Franse bevolking producten van Rungis afneemt. Zo ook Nederlandse bedrijven waaronder de Makro, Sligro en Hanos en diverse sterrenrestaurants.
In de vishallen begint de handel rond 02.00 uur en eindigt om 06.00 uur. Bij binnenkomst in de vishal word je overdonderd door de bedrijvigheid. Overal lopen mannen in witte pakken, het heeft op het eerste gezicht iets weg van een crimescène, maar dat is geenszins het geval. De handelaren zijn druk in de weer met het uitstallen van hun waar. Tientallen vorkheftrucks jakkeren door de hal met piepschuimen dozen vol verse vis op ijs.
Mijn gids stopt bij een kratje sint-jakobsschelpen. Voorzichtig geeft hij met een nagel een tikje tegen het vlees van een opengemaakte schelp. “Even testen of het schelpdier nog wel leeft”. Onder de vishal liggen nog verborgen schatkamers , ‘les viviers’. In grote bakken worden daar schaaldieren, zoals kreeft en krab, levend bewaard. Vanaf 06.00 uur vertrekken de bestelwagens richting Parijs om de verse vis vòòr de verkeersdrukte en de opening van de winkels en restaurants te kunnen leveren.
(Met dank aan Joan Mols, mijn gids van
die nacht)
Vanaf 06.00 uur vertrekken de bestelwagens richting Parijs om de verse vis vòòr de verkeersdrukte en de opening van de winkels en restaurants te kunnen leveren
Een van die restaurants is La Coupole
aan de boulevard Montparnasse. Bij La Coupole wordt zo’n 100 ton oesters per
jaar geconsumeerd en dat al sinds de openingsnacht van 20 december 1927. Oesters
en verse zeevruchten zijn een integraal onderdeel van de brasseriemenu’s sinds
de Elzasser Frédéric Bofinger de eerste opende in een oud kolenmagazijn in de
buurt van de Bastille in 1864. Het was een tijd dat de spoorwegen voor het
eerst verse levensmiddelen begonnen te vervoeren, waaronder zeevruchten, naar
de eeuwig hongerige Franse hoofdstad. Enkele jaren daarvoor beschreef Urbain
Dubois in zijn ‘Cuisine Classique’ uit 1856 over langoustines die gelaagd
werden gedrapeerd in de vorm van een kruisbloem boven op een voetstuk en andere
uitgebreide sculpturen van zeevruchten. Versierd met garnalen of gehakte
groenten en omzoomd met rivierkreeften die met boter op de structuur werden
geperst. Het boek bevatte ook een recept voor het serveren van rauwe oesters,
waarbij de kok werd geïnstrueerd om ze pas op het laatste moment te openen en
op een schaal of een opgevouwen servet te schikken, met citroen en mignonette saus
gemaakt met gehakte sjalotten, gekraakte peper en azijn en toast met boter.
Dehillerin aan Rue de Coquillière levert al meer dan 200 jaar keukenspullen aan restaurants
Zo’n plateau Fruits de Mer is een lust voor het oog. Van oudsher halen Franse chefs hun materialen bij E. Dehillerin aan Rue de Coquillière. Deze bijzondere winkel is al sinds 1820 gevestigd op dit zelfde adres en levert al meer dan 200 jaar keukenspullen aan restaurants en kookenthousiastelingen. Afhankelijk van de hoeveelheid zeevruchten die worden geserveerd, kiest de écailler het aantal schalen. De schalen worden op elkaar gestapeld en verbonden met een stalen standaard. De meeste écaillers maken gebruik van aluminiumschalen; deze houden de temperatuur van het ijs het beste vast.
De beste adressen
Als laatste adviseer ik je, zonder
volledig te zijn en in willekeurige volgorde de beste adressen.
Het prachtige interieur van La Coupole
La Coupole
Allereerst La
Coupole. Ooit een
opslagplaats voor kolen en hout. De onderaardse gangen dwongen de architect om
de grootste eetzaal van Parijs te voorzien van 24 pilaren. 32 kunstenaars uit
de buurt van Montparnasse werden vervolgens benaderd om de pilaren te
beschilderen. Eten in La Coupole is een belevenis. Dit restaurant is nog steeds
de ontmoetingsplaats voor talloze beroemde mensen uit de wereld van politiek,
literatuur, kunst, zang en dans. Een gevleugelde uitspraak in Parijs is
"regeringen worden gevormd in Lipp, ze vallen in la Coupole". Zacht
groene wanden, prachtig mozaïek op de vloer en je eet nog steeds van het
art-déco servies. 91 mensen vormen de zwarte en 43 de witte brigade. Het 800 m²
grootte restaurant telt 450 plaatsen gesitueerd rondom een monumentaal
kunstwerk 'la Terre' van Louis Derbré'. Vooral als visliefhebber kom je hier
aan je trekken met specialiteiten als de plateau Fruits de Mer, of de hommard
grillé flambé au whiskey, maar ook voor een uitstekende chateaubriand ben je
hier aan het juiste adres. Prijzen van de Fruits de Mer
vanaf € 26 tot € 85
Boulevard du Montparnasse 102, 14e
arrondissement, metro Vavin.
La Lorraine
La Lorraine opende zijn deuren in 1919
aan de place des Ternes. Het etablissement heette toen nog Café des Négociants
en werd aangekocht door François Pouillages, een hout- en kolenhandelaar. Zijn
vrouw werkte al in het restaurant. In 1924, na een grondige renovatie en verbouwing veranderde de naam in La
Lorraine, als eerbetoon voor het heroveren van Lotharingen op de Duitsers, na het
einde van de Eerste Wereldoorlog. Ook hier waren veel beroemdheden te vinden. Dit
kan met name worden verklaard door de nabijheid van het Théâtre de l'Empire, Salle
Wagram en de Salle Pleyel. Zo zagen we er beroemdheden als Charlie Chaplin ,
Jean Gabin of zelfs Clint Eastwood, die hun tafel reserveerden bij La Lorraine.
In 2017 won de écailler van het restaurant, Rabah Guechoud, maar liefst voor de
derde keer de titel van ‘Champion des Écaillers de Île-de-France’. In 2004 werd
het restaurant opnieuw gerenoveerd door Jean-Pierre Heim. De originele oesterbank
van graniet en roestvrij staal is prachtig gerestaureerd, nieuwe fresco's van
Pierre Bonnefille en kristallen kroonluchters van Saint-Louis werden
geïnstalleerd. Tijdens de restauratie werkzaamheden werd een origineel mozaïek
ontdekt op de vloer van de ingang. Prijzen van de Fruits de Mer vanaf € 22 tot
€ 92
Place des Ternes 2, 8e
arrondissement, metro Ternes.
Bofinger
In 1864 opende Frédéric Bofinger op
nummer 5 van de rue de la Bastille, naar het schijnt de eerste gelegenheid waar
bier uit het vat werd geserveerd. Met zijn fraaie azuurkleurige koepel van glas
in lood, versierd met enorme bloementrossen, sierlijke ingelijste spiegels en
gepatineerde houten muren, is het een genot om hier te dineren. Lange tijd is
Bofinger een verplichte pleisterplaats voor de hele politieke klasse,
kunstenaars en acteurs. Door de toenemende populariteit van de wijk rond place
de la Bastille en de opening van de nieuwe Opéra de la Bastille in 1989, blijft
deze brasserie een van de drukst bezochte brasseriën van Parijs. Mede dankzij
de kwaliteit van de Elzasser keuken en wijnen. Voor het restaurant staat een
zogenaamde "banc de huîtres" waar de écaillers buiten de schalen
prepareren vol met schaal- en schelpdieren. Plateaux Fruits de Mer, bestaande
uit oesters en hoornkreeft uit de kuststreek van Bretagne, spinkrab, garnalen,
mosselen, zeeoren, venusschelpen, kokkels en coquilles. En dat gecombineerd met
een eenvoudige Chasselas, Sylvaner of een mooie Pinot Noir. Maar je kunt er ook
terecht voor zuurkool; ‘choucroute spéciale Bofinger’ met een edele Riesling,
Tokay of een kruidige Gewűrtztraminer allen afkomstig uit een van de 110
erkende wijngemeenten in de Elzas. Vergeet vooral niet voor het weggaan een van
de mooiste toiletten te bezoeken van de Marais. Prijzen van de
Fruits de Mer vanaf € 29 tot € 79
Rue de la Bastille
5-7, 4e arrondissement, metro Bastille.
Le Boeuf
sur le Toit
Het is zeker geen straat die je bezoekt
tijdens een wandeling door Parijs. Maar voor het daar gesitueerde restaurant is
de rue du Colisée zeker een omweg waard. Een restaurant met een ietwat vreemde
naam; Le Boeuf sur le Toit. Het kwam in handen van Jean Paul Bucher in 1985,
die de zaak grondig verbouwde in een art-déco stijl die doet denken aan een
luxe eetzaal van een cruiseschip. Geslepen spiegels, enorme lampen in
geometrische vormen. Onlangs heeft het restaurant weer een nieuwe face-lift
gekregen. Het bijzondere interieur is gebleven, alleen zijn de banken en
stoelen voorzien van een lichtere stof, net als de wanden. Bij binnenkomst
passeer je 'les écaillers', de specialistische bereiders van de coquillages en
de Fruit de Mer. Op drukke dagen is er altijd een voiturier aanwezig, iemand
die je auto parkeert, indien nodig. De straat ligt op loopafstand van de Champs
Elysées en het befaamde Lido. Prijzen van de Fruits de Mer vanaf € 65 tot € 140
Rue du Colisée 34,
8e arrondissement, metro Saint Phillipe du Roule.
Á la Marée in Rungis
Á la Marée
Als laatste mijn favoriet, niet vanwege
het interieur maar vanwege zijn authenciteit. Gelegen tegenover de megagrote
vishallen van Rungis kun je hier 24 uur per dag, 7 dagen in de week terecht.
Maar om echt de sfeer van de buik van Parijs te proeven moet je gewoon hier
gaan eten tussen 02.00 en 06.00 uur ’s nachts. Á la Marée. Deze gastronomische
instelling op de markt van Rungis wordt al sinds 1974 gerund door de familie Le
Puys, afkomstig uit Bretagne en is een van de 24 restaurants op het
marktterrein. Twee aparte zalen, twee sferen en twee verschillende menu's, een
traditionele brasserie met 160 zitplaatsen en een gastronomisch restaurant met 80 zitplaatsen. Het is een bijenkorf die
zowat iedereen ontvangt, en dat is niet de minste van de charmes van dit
historische adres. Rungis-medewerkers, marktklanten fijnproevers of gewoon
nieuwsgierigen, er is altijd een menigte om te genieten van de
zeevruchtenschotels, een rog met hazelnootboter, gegrilde zeebrasem, coquilles
à la provençale, een mille-feuille van kabeljauw met citroencrème of een
gegrilde kreeft met witte botersaus. Het vlees wordt niet vergeten; een
gebakken ribsteak of een gegrilde kalfsnier..... al deze producten zijn uiteraard van een
onberispelijke versheid. Dit alles maakt dit restaurant tot de onmisbare
ontmoetingsplaats van de ‘Marché
Internationale de Rungis’. Prijzen van de Fruits de Mer vanaf € 90 tot € 134 (2
personen).
Place des Pêcheurs 2, 94569 Rungis.
Nog een spreuk ter afsluiting van deze
blog:
Oesters zijn de meest delicate,
verfijnde zeevruchten. Ze blijven dag en nacht in bed. Ze werken en sporten
niet, ze drinken ongelooflijk veel en wachten rustig af tot het eten naar hen
toe komt.
Hector Bolitho, schrijver.
Zo mooi weer om te lezen Ferry en wat een prachtige foto"s! Dank je wel! Lieve groeten van Candida
BeantwoordenVerwijderenDank je wel Candida.
VerwijderenReacties van Nederlanders wonend en werkend in Frankrijk op Nederlanders.Fr
BeantwoordenVerwijderenReactie van Jan Biesheuvel
Leuk en interessant verhaal, dank je wel
Reactie van Joris Louwes
Top artikel! Binnenkort te lezen in een kwaliteitskrant?
Reactie van Peter Jan 22 uur
Dank je voor dit goed geschreven en mooi geïllustreerde artikel. Ik hoop later dit jaar weer een beetje mobiel te zijn en kan niet wachten om naar Parijs te gaan. Iedere keer weer wordt mijn lijst (geen lijstje) met te bezoeken items groter. Ik doe het voorlopig met een wekelijkse uitspatting wat fruits de mer betreft. Iedere zondag komt de oesterboer naar een plaatsje hier dichtbij. Zijn oesters zijn onovertroffen, naar mijn idee veel te goedkoop, want 6,50 euro per dozijn voor superverse waar is niet teveel gevraagd. Ik ben zelf de écaillier en heb daarvoor een speciale handschoen aangeschaft om ongelukken met het oestermes te voorkomen. Een mooi stuk keukengereedschap, roestvrijstaal en knap gebreid.
Reactie van Charles van Hemert
Prachtig en gedetailleerd geschreven ! Zelf woon ik in Nantes dicht bij de kust ... Wij halen onze oesters direct bij een "ostréïcultrice", waarbij zij (een energieke vrouw) met hoge laarzen het water in loopt en er een mand vol oesters uit haalt die ze dan waar je bij staat even schoon krabt. Zij verkoopt ze niet per dozijn maar per kilo ! En als ze je kent, doet ze er vaak nog een handvol (gratis) bij voor de goede verhouding ! Verser kan niet !
Reactie van Helga van Velsen
Weer zo'n heerlijk geschreven verhaal. Het deed herinneringen opkomen aan 'vroeger' toen wij met grote regelmaat op vrijdagnamiddag naar Parijs reden, daar zaterdag en zondag uitgebreid ronddwaalden; om na een lunch bij La Coupole of Bofinger weer noordwaarts te gaan teneinde daar maandag weer braaf maar vermoeid aan het werk te gaan. Tegenwoordig genieten we van al dat moois in Finistère waar de vele viviers (oa viviers de Keraliou) ons iedere keer weer verbazen. Bijv. Ormeaux waar ik nog nooit van had gehoord. Dank voor dit prachtige verhaal.