Het Bois de Boulogne is hèt wandelgebied
voor vele Parijzenaars. Ondanks zijn ligging naast de boulevard Périphérique
komen de inwoners van Parijs hier voor de frisse lucht zonder de auto te moeten
nemen. Het ‘bos’ heeft alles voor wandelaars, ruiters, joggers, roeiers,
vissers en fietsers. Prachtige meren, watervallen, vijvers, tuinen en
onberispelijke perken. De huidige
lay-out hebben we te danken aan Colbert die in de 17e eeuw in
dit koninklijke jachtveld rechte lanen liet aanleggen die zich stervormig
kruisten. Pas in de 19e eeuw begonnen Napoleon III en Haussmann het
bos te cultiveren en kronkelende paden aan te leggen en vijvers en meren te
graven. Het bos dat het hele westen van Parijs beslaat is ruim 8 km² groot.
Diep in het bos beschermt een oude
stenen muur een luxueuze botanische tuin die, wanneer ontdekt, aanvoelt als een
echte ontdekking. Ik heb het over het Parc de Bagatelle. Een parel die zelfs
door de Parijzenaars vaak over het hoofd wordt gezien. Als gevolg hiervan
behoudt het het gevoel van een geheime tuin, een mysterie dat nog eens
versterkt wordt door de locatie; verborgen in het uitgestrekte areaal van de
bossen van Boulogne. De geschiedenis van deze tuin is er een van toevalligheden
en vreemde anekdotes.
Het Parc de Bagatelle in het Bois de boulogne
De allereerste bewoning van dit deel van
het bos was die van een nonnenklooster. Begin 1720 kreeg de hertog van Estrées
van de koning toestemming hier een sober jachthuis te kopen en te verbouwen tot
een klein kasteeltje. Hij noemde het comfortabele, wat verscholen kasteeltje
‘Bagatelle’. In het Franse bargoens staat ‘bagatelle’voor een stevige
vrijpartij. Heel wat avontuurtjes werden hier in deze discrete schuilplaats beleefd,
maar ook speelden er zich in het kasteel feesten en drinkgelagen af maar die…. werden
altijd gebagatelliseerd. Het kasteel was in die tijd zelfs de maatstaf voor
losbandigheid. Toen het gebied eenmaal in bezit was van de hertog van Estrées
werd het uitgebreid en het omliggende gebied gecultiveerd. Maar na verloop
kreeg het kasteel door alle orgies en intriges een slechte naam, werd verlaten
en raakte in verval.
In 1775 kocht een fervent jager, de zeer
jonge graaf van Artois, de toekomstige Karel X, en broer van Lodewijk XVI, het
landgoed van de prins van Chimay. De ‘Comte’ liet al snel de ruïne slopen, met plannen om het te herbouwen. Toen
zijn schoonzuster, Marie Antoinette, hoorde van de aankoop, melde zij de graaf
dat zij bij hem zou komen logeren mits het kasteel in 100 dagen klaar zou zijn.
Was dat niet het geval dan moest de graaf haar 100.000 Franse francs betalen.
Maar als hij haar kon ontvangen dan kreeg hij 100.000 Franse francs van haar.
De graaf ging de uitdaging aan. De plannen voor het park en het kasteel werden
in één nacht getekend door de architect François-Joseph Bélanger. Hij creëerde
een groot neoklassiek paviljoen. 900 arbeiders werden ingehuurd en werkten dag
en nacht om het chateau Bagatelle in al zijn pracht te herstellen. De kosten
liepen echter zo hoog op dat het kasteel al snel de bijnaam ‘La Folie d’Artois’
kreeg. Maar de graaf won de weddenschap; de bouw werd gerealiseerd in slechts
64 dagen. Thomas Blaikie, de Schotse botanicus en ingehuurd door Bélanger
creëerde het park in Anglo-Chinese stijl, zeer modieus op dat moment en werd
ook gezien als een reactie op de strikte beperkingen van de klassieke Franse
stijl.
Het landgoed heeft vervolgens verschillende eigenaren gekend. In 1837 kocht de Engelse Lord Seymour, vierde Markies van Hertford, Bagatelle. Tuinliefhebber als hij was, begon hij met de bouw van een orangerie en kocht de omliggende 10 ha., waar hij een Engelse landschapstuin liet aanleggen door Louis-Sulpice Varé. Er werden nog meer nieuwe gebouwen opgetrokken: de hoofdingang in rococo-stijl, de stallen en het huis van de chef-kok en tuinman in Lodewijk XIII-stijl. Het kasteel werd opnieuw verbouwd en met één verdieping verhoogd. Napoleon III en keizerin Eugenie, evenals koningin Victoria waren graag geziene gasten in het château.
Tekeningen van het kasteel uit de tijd van Lord Seymour
Na de dood
van de Markies in 1870 komt het kasteel in handen van zijn zoon; Sir Richard
Wallace, die wij kennen van de beroemde Parijse drinkfonteinen. Wallace liet
het Trianon bouwen aan een zijde van de grote binnenplaats. Toen hij stierf in
1890 erfde zijn vrouw Lady Wallace, geboren als Julie Amélie Charlotte Castelnau,
zijn fortuin. In 1894 schonk zij bijna 5.500 meubels, schilderijen en
kunstwerken uit de collectie van de markies van Hertford aan de Engelse natie,
op voorwaarde dat het Londense museum, waarin de collectie zal worden
tentoongesteld de naam van haar man zal dragen. De Wallace Collection is een van
’s werelds mooiste collecties van 18e-eeuwse Franse kunst. Het
museum is gevestigd in het herenhuis Hertford House aan de Manchester Gardens
in Londen. Ene John Murray Scott, secretaris van Lady Wallace en overigens ook
haar minnaar, erft Bagatelle bij haar overlijden. In 1905 stond hij het pand af
aan de stad Parijs, maar niet voordat hij het kasteel plunderde waarbij hij de
meubels en de buitenversieringen meenam.
In 1905 vertrouwde de stad Parijs de
herontwikkeling van de tuinen toe aan de curator van ‘Les Jardins de Paris’:
Jean-Claude-Nicolas Forestier (wel een toepasselijke naam). Aan hem zijn we het
huidige ontwerp van het park verschuldigd met respect voor het verleden. Hij
transformeerde het terrein in weelderige,
romantische botanische tuinen met behoud van de oorspronkelijke 18e-eeuwse
rococo-tempels, grotten en meren. Forestier was een vriend van de kunstschilder
Claude Monet en een enorm bewonderaar van het impressionisme. Zijn veelvuldig
bezoek aan Giverny, de wereldberoemde tuinen van Monet, inspireerde hem tot de
aanleg van de vijver met natuurlijk waterlelies. In de manier waarop
impressionisten in die tijd schilderden zag hij een manier om planten te
presenteren. Er werden rozentuinen geplant en de ‘Roserie de Bagatelle’ werd
opgericht met een collectie die nu 10.000 rozenplanten omvat, samengesteld uit
1.500 verschillende soorten. Het is inmiddels een van de oudste en
belangrijkste rozentuinen in Frankrijk. Ze werd ingehuldigd in 1907, met
honderden variëteiten aangeboden door Jules Gravereaux, verzamelaar en createur
van een andere beroemde rozentuin, die van ‘l’Hay-les-Roses’. Jules Gravereaux
(die zijn fortuin verdiende in het warenhuis Bon Marché in Parijs), kocht in
1892 een groot landgoed in L'Haÿ ongeveer 8 km ten zuiden van Parijs en huurde
de beroemde landschapsarchitect en tuinder Édouard André in om een tuin aan
te leggen met daarin 1600 rozen. De tuin schijnt de allereerste tuin te zijn
die exclusief aan rozen is gewijd.
Op initiatief van Forestier werd in 1907
in Bagatelle de eerste internationale wedstrijd voor nieuwe rozen geboren: De
internationale rozenwedstrijd van Bagatelle. De wedstrijd is open voor het
publiek en beloont elk jaar in juni drie unieke rozen voor hun schoonheid en
één voor de geur. Nog een leuke wetenswaardigheid, op 15 maart 1907 maakte
Charles Voisin hier zijn eerste mechanische vlucht met een vliegtuig uitgerust
met een V8 verbrandingsmotor.
Er is ook een iristuin, tuinen vol met
pioenrozen en clematissen, waterspiegels en vijvers vol met waterplanten en
waterlelies zoals wij die kennen van de schilderijen van Monet. Maar bloemen
zijn niet de enige attractie van dit park. Talrijke pauwen zorgen voor een
ongewone attractie die pronkt over de paden van het park. Dit alles in goede
harmonie met de ganzen en katten in deze overigens zeer rustige omgeving. Er is
ook een grot, watervallen, evenals een aantal ‘gloriëttes’ (bouwsels met een
verhoogde ligging) standbeelden en romantische bruggetjes, torenhoge eeuwenoude
bomen, waaronder een 140-jarige treurbeuk en kleurige mystieke bamboepaden.
Terwijl het park bijzonder goed wordt onderhouden is de conditie van het kasteel aanzienlijk verslechterd door gebrek aan onderhoud en toezicht door de jaren heen. In het jaar 1980 werd de vereniging ‘Vrienden van het park en kasteel Bagatelle’ opgericht. Zij organiseerde culturele programma’s, conferenties en tentoonstellingen om de belangstelling voor dit bijzondere pareltje nieuw leven in te blazen. Het is met name aan de ‘Fondation Mansart’ en de Amerikaanse Amy Kupec Larue, bloemiste voor de Amerikaanse Ambassade en gids van de tuinen van Parijs dat sinds 2019 wordt gewerkt aan de restauratie van het kasteel. Het restauratieproject begon in mei 2021 met het herstellen van de gevels, daken, kroonlijsten en schrijnwerk. Het is de bedoeling om het prachtige interieur in 2022 te herstellen om het daarna weer open te stellen voor het publiek.
Wist je trouwens dat het Château de
Bagatelle een van de zeven kastelen is in de stad Parijs? Samen met de
Conciergerie, het Louvre, Palais Luxembourg, Palais Royal, het Château de
Bagnolet en het Château de la Muette.
Le Parc de Bagatelle is een ‘Jardin
Remarquable’ (Het label opgericht in 2004, onderscheidt tuinen en parken van
cultureel, esthetisch, historisch of botanisch belang, zowel openbaar als privé)
en een van de vier tuinen die samen de botanische tuinen van Parijs vormen. De
andere zijn ‘Parc Floral de Paris’, het ‘l’Arboretum de l’ecole du Breuil’,
beiden in het Bois de Vincennes en de ‘Jardin des Serres d’Auteuil net als het
Parc de Bagatelle in het 16e arrondissement.
Het bloeiseizoen in het park begint in
het voorjaar met de voorjaarsbollen en de clematis. Daarna gaat het verdere met
de irissen en de rozen (juni en juli). Verder in het seizoen bloeien de
geraniums, asters en chrysanten en de laatbloeiende clematis. Tijdens je
wandeling, mogelijk in alle seizoenen, worden al je zintuigen geprikkeld. Het
park is daarom een plek om keer op keer te bezoeken als je ten volle wilt
genieten van de schatten die het herbergt. Zelfs op winterdagen kun je altijd
rustige plekjes vinden om je helemaal los te maken van het dagelijkse hectische
leven. Mijn tip: voeg dit pareltje van Parijs toe aan je ‘must visit’ lijst van
Parijs.
Parc de
Bagatelle
Het adres is Allée
de Longchamp, Route de Sèvres à Neuilly, Bois de Boulogne, in het 16e
arrondissement.
Om daar te komen neem je de metro naar
Pont de Neuilly (lijn 1) en vervolgens buslijn 43 of de metro naar Porte
Maillot (lijn 1) en vervolgens buslijn 244.
TIP: Buslijn 43 die vertrekt vanaf het
Gare du Nord stopt voor de ingang.
Ik ben gaan lopen vanaf metrostation
Porte Dauphine (lijn 2), dwars door het Bois de Boulogne naar het Parc de
Bagatelle. Een heerlijke wandeling van 40 minuten.
Voor openingstijden die verschillen per seizoen check de website.
Wat een prachtig park!
BeantwoordenVerwijderen