Ik ben op weg naar een van mijn favoriete restaurants in het 15e arrondissement in Parijs. Maar eerst wat geschiedenis: In deze wijk werden vroeger bleekwater, het ‘Eau de Javel’ en daarna granaten en auto’s gefabriceerd.
Dit voormalige gehucht van het dorp Javel
stond toen nog bekend om zijn molens en veerpont naar Passy, maar mede dankzij
de windmolens en de nabijgelegen taverne werd de plaats in de 17e eeuw al snel
aantrekkelijk door vissers en zwemmers. In 1777 was er in het dorp een fabriek
voor chemische producten gevestigd, dichtbij de ‘Moulin de Javelle’. Prestigieus
omdat de eigenaar niemand minder was dan een edelman, broer van Lodewijk XVI, namelijk
de graaf van Artois. Tot de 18e eeuw werden linnen, hennep- en katoenen stoffen
doorgaans op de weide gebleekt, wat veel ruimte en tijd vergde. Het succes hing
af van de temperatuur en de zon. In het dorp Javel gebruikte men in 1784
chloorwater vanwege zijn wit makende eigenschappen. In 1784 ontwikkelde de
chemicus Claude-Louis Berthollet de formule om chloor op te lossen in een
potasoplossing, bijzonder geschikt voor het bleken van linnen. Een bleekvloeistof
die later ‘Eau de Javel’ werd genoemd. In 1875 had de Eau de Javel-fabriek zo’n
tweehonderd werknemers in dienst. Het verdween tussen 1885 en 1889.
Het was op deze plaats, die pas in het
midden van de 19e eeuw met Parijs verbonden was, dat de Nederlander
André Citroën (Zijn voorouders waren fruithandelaren, een beroep waaraan ze de
familienaam ‘Limoenman’ ontleenden, die zijn grootvader veranderde in het meer
exotische ‘Citroën’, het Nederlandse woord voor ‘Citroen) hier een fabriek
bouwde die samen met het Franse leger granaten in grote series kon produceren. Een
eerste bestelling van een miljoen exemplaren stelt André Citroën in staat om de
bestaande fabriek uit te bouwen naar 30.000 m². Op het hoogtepunt van de Eerste
Wereldoorlog produceerde de fabriek aan de Quay de Javel dagelijks meer dan
35.000 granaten. Het einde van de oorlog was voor André Citroën aanleiding om
van activiteiten te veranderen. Hij ging zich richtten op het vervaardigen van
auto’s. In 1919 presenteerde hij zijn eerste model: het Type A. Mede dankzij
een trip naar de Verenigde Staten, waar hij de Ford fabrieken bezocht,
moderniseerde hij zijn fabrieken volgens het principe van de lopende band. Mede
daardoor steeg de productie van ongeveer dertig auto’s per dag in 1919 tot
ongeveer duizend tien jaar later, waardoor Citroën snel de grootste
autofabrikant in Europa werd. Verschillende Citroëns liepen hier van de lopende
band: Type A, de C4, C5, C6, Rosalie, Traction Avant, Type H maar ook de SM en
de DS. In 1928 had de fabriek bijna 30.000 werknemers in dienst, waaronder
6.000 vrouwen. Bijna de helft woonde begin jaren twintig in het 15e
arrondissement.
Aux Mille Couverts
In 1920 zou een drie verdiepingen
tellend gebouw aan de rue du Commerce 51 een stoffen- en petticoatwinkel
worden. Echter, al in 1921 werd het bestaande gebouw omgevormd tot een
restaurant met één simpele menukaart. ‘Aux Mille Couverts’ bedoeld om de vele
arbeiders werkzaam bij Citroën, die toen floreerde in de wijk Javel – Grenelle,
te voorzien van een goedkope edoch voedzame maaltijd. Het etablissement werd
opgezet in de traditie van de goedkope Parijse bouillons.
Pot au feu
Bouillons
Het ontstaan van de zogenaamde bouillons
was te danken aan de economische groei van Parijs in de tweede helft van de 19e
eeuw. Een slager, Pierre Louis Duval, kreeg het idee om in de rue de la Monnaie
een restaurant te openen waar werklui van de hallen voor weinig geld gekookt
rundvlees konden eten. Hiermee werd het bouillon-restaurant geboren. Bijkomend
voordeel was dat hij zo ook van zijn onverkochte stukken vlees afkwam. De
formule werd een groot succes. Een groot aantal Parijzenaren woonde inmiddels
te ver van het werk om ’s middags naar huis te gaan. Duval opende filialen door
heel Parijs. Zijn zoon Alexandre, bijgenaamd Godfried van de Bouillons, erfde
een fortuin en werd een van de koningen van de boulevard des Italiens. De
bouillonsformule werd overgenomen door Chartier, Racine, Julien, Boulant en
Rougeot. Een eenvoudig volksrestaurant waar men tegen betaalbare prijzen een
goede pot-au-feu kon eten, die werd geserveerd met een kom bouillon. Op het
hoogtepunt van de belle époque telde Parijs zo’n 250 bouillons.
Het restaurant
Het interieur is sinds de opening in
1921 nauwelijks veranderd en heeft nog steeds de charme en uitstraling van de
Belle Epoque. Links bij de ingang is de ruimte voor de ecailler, een lange gang
vol met authentieke posters uit die tijd voert je naar het restaurant met twee
prachtige gaanderijen, mezzanines, in de stijl van de jaren dertig. De randen
omgeven door planten die het idee geven van hangende tuinen. Het glazen dak dat
de galerijen van daglicht voorziet is geheel weg te schuiven. Prachtige koperen
lampen met witte bollen maken het brasserie sfeertje compleet.
Het restaurant met twee prachtige gaanderijen, mezzanines, in de stijl van de jaren dertig
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de
toenmalige eigenaar monsieur Paul beroemd vanwege de bescheiden prijzen die hij
buiten de zwarte markt om rekende voor zijn gasten. Het etablissement bleek een
van de meest betaalbare mede dankzij de subsidies door het stadhuis van het 15e
arrondissement. Pas in 1988 werd het omgedoopt tot Le Café du Commerce’. Een
naam die gebruikt werd door de Franse industrialist Marcel Dassault voor
journalistieke columns in het magazine ‘Jours de France’ waarvan hij eigenaar
was. In 2003 dreigde het restaurant in handen te vallen van een
restaurantketen, echter dit werd ternauwernood voorkomen door Marie en Étienne
Guerraud, voorheen verbonden aan gerenommeerde bistro's als Le Triporteur en Le
Dirigeable. Zij namen het roer over van dit geliefde etablissement. Hun komst
bracht een hernieuwd gevoel van gezelligheid en pittoreske charme in het
restaurant, waardoor de toch al indrukwekkende erfenis nieuw leven werd
ingeblazen.
Le Café du Commerce
Inmiddels is het Café du Commerce al meer
dan honderd jaar aanwezig in de Parijse eetcultuur. Het serveert al tientallen
jaren klassieke gerechten met een vleugje huisgemaakte flair. De warme en
uitnodigende sfeer, gecombineerd met de betaalbare prijzen, heeft het tot een
favoriet gemaakt onder zowel de lokale bevolking als toeristen, maar zeker bij
uw blogger.
Op de menukaart van Café du Commerce
staat een breed scala aan traditionele brasseriegerechten, elk bereid met
liefde en aandacht voor detail. Van de klassieke oeuf dur mayonnaise, Poireau , vinaigrette tiède, échalotes, gros
escargots sauvages de Bourgogne de "la Maison de l'Escargot", pot
crémeux de foie de volaille, de heerlijke zelfgemaakte foie gras van eend, maar
ook gegrilde Andouillette van AAAA-kwaliteit, het boerenkippetje, levertjes
in mosterdsaus (Rognons entiers,
sauce moutarde à l’ancienne), een twaalf uur gegaarde varkenspoot en daarna
gegrild ( Pied de porc maison grillé) en de Tête de veau blanche en «Staub»,
sauce gribiche. Elk gerecht weerspiegelt de essentie van de Franse keuken. Maar
wees gerust de kaart is zeer uitgebreid met visproducten vers aangevoerd vanuit
Rungis en vleesproducten afkomstig van de beste rassen zoals ‘Blonde de
Limousine’, geserveerd met huisgemaakte frites gemaakt van Frans–Vlaamse
aardappelen en eigengemaakte bearnaisesaus saus. Het brood is afkomstig van
boulanger Poupard Piquot. En vanzelfsprekend uitsluitend Franse wijnen.
En dan nog de
desserts die nog lekkerder smaken door hun Franse benamingen: Le baba au rhum
du Commerce, Vacherin du Commerce glace vanille/sorbet fraise, coulis
framboise, meringue, chantilly, Soupe abricot/fraises/framboises, ricotta et
pistaches torréfiées, cigarette Russe, Profiteroles, sauce au chocolat de la
maison Cluizel, Gourmandise pruneaux et agrumes confits dans un sirop à
l'armagnac, glace pruneaux armagnac, biscuit feuillantine, Petit pot de
chocolat grand-mère, Crème brûlée à la vanille Bourbon, La véritable marquise
au chocolat noir de la maison Cluizel, petites gaufres Belges, glace vanille. Bij mij loopt het water in de mond.
Eenvoud, productkwaliteit,
betaalbaarheid maar vooral gezelligheid staan hier op het menu. Voorgerechten
vanaf € 8,80, hoofdgerechten vanaf € 18 en alle nagerechten vanaf € 8,70. Van
maandag tot en met vrijdag wordt een plat + dessert en koffie geserveerd voor €
19,60 (prijzen december 2023).
Om zeker te zijn van een plaats in dit unieke Parijs restaurant is vooraf reserveren een must. Reserveren +33 1 45 75 03 27 - Het restaurant is elke dag geopend.
Le Café du Commerce, rue du commerce 51, 15e arrondissement.
Metrostation Emile Zola, lijn 10,
Cambronne, lijn 6.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten