‘La
saga des grands Magasins’; ofwel een reis door de geschiedenis van de
warenhuizen. Een verhaal over voortdurende evolutie en revolutie. Ik neem je
mee naar de Cité de l'Architecture et du Patrimoine,
gevestigd in het Palais Chaillot op de Place du Trocadéro, dit is een
uitzonderlijk monumentaal museum van 22.000 m2 met talloze maquettes,
stadsplannen en enorme scuplturen. In 1882 geopend als opvolger van het musée
de Sculpture Comparée. Hier kun je enkele van de mooiste gebouwen die ooit
gebouwd zijn van dichtbij bekijken en je onderdompelen in de wereld van
technologie, architectuur en stedenbouw. Het museum is gehuisvest in het
prachtige Palais de Chaillot, op de Place du Trocadéro en tegenover de
Eiffeltoren, en beschikt over een grote ruimte waardoor het monumentale stukken
kan tentoonstellen. In de 7.000 m² grote permanente collecties worden meer dan
6.000 historische voorwerpen tentoongesteld.
Ik
vertoef graag in dit paleisachtige museum, een overblijfsel van de
Wereldtentoonstelling in 1937. Vanuit de esplanade heb je het mooiste uitzicht
op de Eiffeltoren. Dit keer was ik er voor een bezoek aan de tentoonstelling
‘La saga des grands magasins’. Op bijna 1.000 m² neemt de tentoonstelling je
mee door de geschiedenis van warenhuizen vanaf het midden van de 19e
eeuw tot nu. Het onderzoekt hoe retail giganten zich konden aanpassen aan de
technologische en sociale omwentelingen van de 20e eeuw, en zelfs
hoe zij de hedendaagse uitdagingen van de online handel konden aangaan. Kortom,
deze tentoonstelling biedt een reis door de tijd en benadrukt het belang en de
impact van warenhuizen in de stedelijke en culturele ontwikkeling, niet alleen
in Parijs, maar in heel Europa. Het is een uitnodiging om te ontdekken hoe deze
instellingen onze samenlevingen hebben gevormd en nog steeds vormgeven. Een
verrijkende en informatieve ervaring, voor liefhebbers van geschiedenis,
architectuur en stadscultuur.
Deze
tentoonstelling dompelt je onder in de sfeer van warenhuizen door middel van
een meeslepende scenografie, die de zintuigelijke en aantrekkelijke ervaring
van deze consumptie tempels nabootsen. We ontdekken hoe ze verankerd raakten in
het dagelijkse leven en de verbeelding van Europese samenlevingen, vanaf het
midden van de 19e eeuw tot nu. Het belicht de evolutie van warenhuizen in een
bredere context, zowel territoriaal als internationaal. Modellen, maquettes, foto's,
posters, meubels en andere uiteenlopende voorwerpen (textiel, serviesgoed,
enz.) dompelen je onder in de evolutie van wereldberoemde warenhuizen zoals Le
Bon Marché, Printemps, La Samaritaine en Galeries Lafyette.
Deze tentoonstelling dompelt je onder in de sfeer van warenhuizen door middel van een meeslepende scenografie
De
tentoonstelling begint bij de ‘gouden eeuw’ tussen 1850 en 1930, in het Parijs
van Baron Haussmann. In die tijd transformeerde de uitvinding van warenhuizen
de samenleving, gehypnotiseerd door hun monumentale architectuur, de
theatraliteit van hun inrichting en de overvloed van afdelingen, waarmee ze een
revolutie teweegbrachten in consumptiepatronen, waarbij ze de handeling van het
kopen transformeerden in zintuigelijke en vermakelijke ervaringen. Gebouwen, zo
ontworpen om klanten te verbazen en te verleiden dankzij duizelingwekkende
koepels, koninklijke trappen, grote ramen en decorum, waarbij elk detail een
unieke ervaring creëerde. Louis-Charles
Boileau, architect van Le Bon Marché legde de basis voor dit visionaire model. Gebouwen
waarin hij een architectuur beschrijft zonder dragende muren en waar metalen
constructies immense glazen daken en grote open ruimtes mogelijk maken. Een
nieuwe vorm van theatraliteit: We komen niet langer om te kopen maar om verleid
te worden en om te zien en gezien te worden.
“Op een dag zullen alle warenhuizen musea worden en alle musea warenhuizen”.
Andy
Warhol 1975
Le Bon Marché.
Het
eerste echte warenhuis van Parijs, werd opgericht door het echtpaar Aristide en
Marguerite Boucicaut en de gebroeders Videau in 1852. Aristide verkocht shawls
in de winkel van de gebroeders Videau, genaamd Au bon Marché. Zijn
vooruitziende blik, handelsgeest en stoute uitbreidingsplannen benauwden de
beide broers zo, dat die vervolgens besloten om in 1863 hun aandelen aan
Boucicaut te verkopen. Boucicaut leende 2,2 miljoen Franse Francs van
Henry-Francois Maillard, die fortuin had gemaakt in New York met onroerend
goed, en begon aan de uitbouw van zijn imperium. Als geen ander begreep hij het
gedrag van de consument en misschien is hij wel de grondlegger van wat vandaag
consumentenmarketing wordt genoemd. Boucicaut introduceerde voorgeprijsde
artikelen, in plaats van dat de prijzen alleen bekend waren bij het verkopend
personeel. Nam genoegen met lagere winstmarges om zo grotere hoeveelheden te
kunnen afzetten. Creëerde op vaste periodes uitverkoop tegen sterk gereduceerde
prijzen en een thuisbezorgservice (1860). Speciaal daarvoor liet hij stallen
bouwen voor 150 paarden en 100 bezorgkoetsen. In 1867 introduceerde hij de
postordercatalogus met een oplage van 500.000 stuks. Bij de postorderdivisie
werkte al snel 120 man personeel, goed voor 4000 tot 5000 zendingen per dag.
Tevens verzorgde hij kinderopvang voor winkelende moeders.
Te zien in de tentoonstelling exclusieve items uit de collectie van le Bon Marché
Zijn
ongelofelijke succes was gebaseerd op een vernieuwende aanpak, die
revolutionair was voor die tijd. Voor zijn personeel initieerde hij als eerste
een bonussysteem, gebaseerd op verkopen, een 12-urige werkdag, betaalde
vakantiedagen, gratis maaltijden, opleidingen, medische verzorging en zelfs een
pensioenfonds. Vergis u niet, we spreken van de negentiende eeuw!
Collectie Le Bon Marché
De
zaken gingen zo goed dat Aristide Boucicaut besloot om in 1872 alle
naastliggende gebouwen op te kopen. Het Hospice des Petits Ménages en de
Assistance Publique. Dat zelfde jaar bezit hij het gehele blok tussen de rue du
Bac, rue de Sèvres, de boulevard l'Enfer - de huidige boulevard Raspail - de
rue Babylone en de rue Velpeau. De architecten Boileau en Gustave Eiffel
krijgen de opdracht om van de aanpalende gebouwen een eenheid te maken. Gustave
Eiffel was een geniale constructeur die, in zijn tijd, de vooruitgang in de
architectuur flink vooruit heeft geholpen door de toepassing van staal, in
plaats van zware, ouderwetse baksteenconstructies. De Industriële Revolutie;
West Europa industrialiseerde en nieuwe technologieën en materialen kwamen niet
alleen beschikbaar, maar waren ook nodig om de nieuwe ontwikkelingen te kunnen
uitvoeren. Eiffel deed zijn eerste ervaringen op met metaalconstructies toen
hij voor spoorwegmaatschappijen in Frankrijk begon te werken. Nog voor dat hij
aan de bouw begon van zijn bekendste werk, de toren die naar hem is genoemd,
werd in 1876 het warenhuis Le Bon Marché voorzien van een door hem ontworpen,
moderne ijzer-glas-cocon.
Collectie Le Bon Marché
Een
jaar later overlijdt Boucicaut. Maar zijn geesteskind werd voortgezet door zijn
vrouw Marguerite en zijn zakenvrienden van het eerste uur: Narcisse Fillot,
Émile Morin en Jules Plassard. De kooptempel inspireerde zelfs schrijver Émile
Zola voor zijn werk 'Au Bonheur des
Dames' gepubliceerd in 1883.
Printemps
Op 3
november 1865 opende dit warenhuis zijn deuren als koophuis met vaste prijzen.
De winkel, naar een ontwerp van de bekende architecten Jules en Paul Sedille,
opende op de hoek van Le Havre en de Boulevard Haussmann. De winkel werkte met
vooraf vastgestelde prijzen, terwijl het in die tijd heel gewoon was dat een
prijs uitsluitend werd vastgesteld door loven en bieden. Het gebouw werd sterk
uitgebreid in 1874, met liften (toen een grote nieuwigheid) afkomstig van de
Wereldtentoonstelling van 1867. In 1888 installeerde het als eerste warenhuis
elektriciteit en het was ook een van de eerste warenhuizen met een directe
verbinding met de metro (1904). In het begin van de 20e eeuw werd het gebouw
vervolgens uitgebreid langs de Boulevard Haussmann door architect Rene Binet in
een Art Nouveau-stijl en in 1923 werd de 42 meter hoge Art Nouveau-koepel het
middelpunt van het warenhuis. In 1975 werd de gehele voorgevel geclassificeerd als historisch monument.
La
Samaritaine
Het
opende zijn deuren in 1869 als een klein zaakje. De eigenaars waren Ernest
Cognacq en zijn vrouw Marie Louise Jay, eens verkoopster bij het warenhuis Le
Bon Marché. Hun leven lijkt wel de verwezenlijking van de American Dream. Een
weeskind dat het brengt van straatventer tot oprichter van La Samaritaine. De
naam, La Samaritaine, is ontleend aan de waterpomp bij de Pont Neuf in de tijd
van Hendrik IV. Het begon allemaal met het succesvol verkopen van stropdassen
in een klein zaakje op de hoek van de rue Pont Neuf en de rue de la Monnaie.
Toen Cognacq in 1883 hoorde dat de aangrenzende middenstandswoningen te koop
kwamen was dit de aanzet tot de eerste winkel van de ‘Grand Magasins de la
Samaritaine’.
De schoonheid van La Samaritaine
Galeries
Lafayette
In
december 1893 openden de neven Théophile Bader en Alphonse Kahn een winkel met
naaigerief, dat 'Aux Galeries Lafayette' werd genoemd. De naam van de winkel
verwees naar het oorspronkelijke adres aan de rue La Fayette, op wandelafstand
van de Opera Garnier. In 1905 gaf Bader de Franse architect Georges Chedanne de
opdracht om nieuw aangekochte gebouwen (rue la Fayette 38, 40 en 42) volledig
te herbouwen, wat duurde tot in 1907.
Weer een aantal jaren later werd Galeries Lafayette uitgebreid met de
aankoop van het pand aan de boulevard Haussmann nummer 15 en groeide uit tot
het indrukwekkende warenhuis dat we nu kennen.
Pas in
1912 kreeg Lafayette de monumentale koepel in Byzantijnse stijl van gekleurd
glas en smeedijzer, een ontwerp van de Franse architect Ferdinand Chanut. Maar
liefst 33 meter hoog. Het metalen frame steunt op 10 punten en is voorzien van gebrandschilderd glas, rijkelijk versierd met
bloemmotieven dat weer zorgt voor een prachtig goudkleurig licht. De rijk geornamenteerde balustrades zijn van
de hand van Louis Majorelle. De koepel gaf het gebouw de bijnaam ‘Magasin
Coupole’.
Details van de koepel van Galeries Lafayette
In de
periode van 1930 tot 1980 werden de warenhuizen geconfronteerd met nieuwe
uitdagingen door de opkomst van supermarkten, hypermarché’s. Om te overleven
transformeren ze in verkoopmachines geïnspireerd door Noord-Amerikaanse
commerciële modellen waarin efficiëntie en winstgevendheid voorrang krijgen
boven architecturale flamboyantie. Ruimtes worden verdeeld, hallen met glazen
daken worden gesloten, kunstmatige verlichting wordt wijdverbreid en roltrappen
maken hun debuut. Het unieke karakter van warenhuizen verwatert geleidelijk,
maar ze behouden hun invloed.
Vanaf
de jaren tachtig leidden economische crises en de opkomst van e-commerce tot
een heroverweging van warenhuizen. Sommigen sluiten hun deuren, anderen sluiten
zich aan bij andere warenhuizen, terwijl anderen zich opnieuw verbinden met hun
architecturale identiteit om zichzelf opnieuw te definiëren. Warenhuizen moeten
zichzelf daarom opnieuw uitvinden door unieke ervaringen en steeds grotere
diensten aan te bieden om relevant te blijven voor steeds nieuwe
consumententrends. Opvallende voorbeelden zijn het pas geopende en geheel
gerenoveerde La Samaritaine of Galeries Lafayette. Zij zijn getuigen van de
innovaties van deze tijd en illustreren zowel oogverblindend als functioneel te
zijn.
Deze
fantastische tentoonstelling onthult de fascinerende geschiedenis van onder
andere de Parijse warenhuizen van 1850 tot heden. Nog te zien tot en met 6
april 2025.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten