Ik noemde hem Serge. En
dat kwam omdat hij zo leek op Serge Gainsbourg. Gekleed in een vale, versleten
regenjas. De kraag hoog opgetrokken en in de ene hand altijd een peuk en in de
andere hand steevast een blikje bier. Hooguit achter in de dertig, maar met
zijn verlopen gezicht leek hij eerder de vijftig gepasseerd. Soms luid aan het
zingen dan weer druk met zichzelf in gesprek. Toujour; “bonjour” bij het passeren van
voorbijgangers. Schijnbaar had hij niets meer nodig dan zijn kartonnen dozen,
plastic boodschappentassen en een vriendelijk woord. Hij was er altijd, weer of
geen weer, als ik mij weer eens nestelde voor de lunch op een van de terrassen,
onder de arcades van de place des Vosges.
Was..., want Serge is
niet meer. Eigenwijs als hij was weigerde hij afgelopen winter zijn vaste stek
te verlaten om de nacht door te brengen in een opvangvoorziening. De oude
slaapzak en de valse veiligheid van alcohol boden geen bescherming tegen de
ijskoude nacht. Hij heeft daar zelfs twee dagen gelegen voordat iemand door had
dat Serge toch echt niet sliep. De tol van eenzaamheid. Anoniem en
waarschijnlijk zal niemand hem missen. Of toch wel, want bij het lopen langs
zijn vaste stek mompel ik; “au revoir
mon amis”.
Serge
Jarenlang hoorden zij
bij het geromantiseerde beeld van Parijs. Vastgelegd door bekende fotografen
als Eugène Atget, Brassaï en Robert Doisneau. In de jaren dertig telde Parijs
al zo'n twaalfduizend 'vagabonds', de eveneens geromantiseerde benaming voor
clochards. Balzac noemde ze 'Peau de Chagrin', Atget sprak over Chiffonnier
(lompenboeren), het Parijse stadsbestuur heeft een officiëlere benaming: S.D.F.
'Sans Domicile Fixe' of zoals wij zeggen; 'zonder woon- en verblijfplaats', de
daklozen. Clochards zijn onlosmakelijk verbonden met het beeld van Parijs. Een
roman of film over de stad is niet compleet als er niet ergens een
clochard in figureert. En in het
straatbeeld zijn ze net zo talrijk als de monumenten. Parijs hoort bij de
clochards net zoals de clochards horen bij het Parijse straatbeeld. Toch, in de
vele boeken over Parijs in mijn bezit, wordt nauwelijks of geen aandacht
besteed deze 'Sans Domicille Fixe'.
Jarenlang hoorden zij bij het geromantiseerde beeld van Parijs
De clochards zijn de
bezitlozen, de armsten der armen. In de jaren dertig beschouwden de clochards
het clochard zijn, als een beroep. Het verhaal doet nog steeds hardnekkig de
ronde, dat vele clochards vrijwillig gekozen hebben voor dit bestaan.
Weggevlucht uit de zware last van het dagelijkse bestaan. Een echte clochard is
trots en staat op zijn vrijheid. Het hoort bij zijn levensopvatting dat hij
niet gebonden wil zijn en geen verplichtingen erkent. De Parijzenaar is aan ze
gewend. Ze horen nu eenmaal bij het Parijse straatbeeld. De clochards hebben
maar weinig nodig om van te leven. Ze struinen de markten af, waar ze genoegen
nemen met het restafval. Van de weinige euro's die zij bij elkaar bedelen
'kopen' ze alcohol. Vaak rode wijn, want wijn voedt. Om hun ellende te vergeten, drinken ze veel,
heel veel, want alleen in beschonken toestand is het leven draagbaar.
De clochards zijn de bezitlozen, de armsten der armen
Zo gauw het avond wordt
zie je een komen en gaan van gekaapte winkelwagentjes, oude kinderwagens en
worden posities ingenomen in portieken van winkels, bushuisjes en zelfs
telefooncellen. 's Winters, als het koud is, liggen ze op straat op de roosters
van de metro. Je ziet ze steeds minder in de metrogangen en de perrons. Het
Parijse vervoersbedrijf de RATP heeft speciale ordebewakers in dienst, die ’s
nachts de metrogangen afstruinen om de clochards, die zich hebben laten
insluiten, na middernacht uit de metro te verwijderen. Deze nachtploegen,
zogenaamde 'Outreach' teams, gaan met zaklantaarns de gangen in, nemen koffie,
broodjes en sigaretten mee om het contact met de clochards te vergemakkelijken.
Ze worden aangesproken met “mijnheer” en “u” en begeleid naar een gratis bus
van de RATP, die ze vervolgens naar een opvanghuis brengt. Vorig jaar
transporteerden de RATP medewerkers in totaal ruim 35.000 daklozen uit de
metrogangen naar de opvangvoorzieningen.
Vorig jaar transporteerden de RATP medewerkers in totaal ruim 35.000 daklozen uit de metrogangen naar de opvangvoorzieningen.
Maar door de huidige
crisis is het geromantiseerde beeld van de clochard verdwenen. Steeds meer
mensen komen door schulden op straat te staan. En een welvarende stad als
Parijs trekt ook veel professionele bedelaars aan uit het Oostblok. Je vindt de
hele samenleving op straat: Zigeunerfamilies, losgeslagen jongeren, gescheiden
mannen, alcoholisten, vluchtelingen, psychiatrische gevallen en ook steeds meer
vrouwen. In 2013 stierven 453 mensen op straat, vrijwel onopgemerkt. Tot en met
17 juli van dit jaar waren het er al 167 in geheel Frankrijk waarvan 50 de op
straatstenen van Parijs. Niemand weet hoeveel daklozen er precies zijn, (de
schatting is 20.000) en in Parijs tracht men aandacht te geven aan dit
schrijnende probleem. De 'Samu Social', de in 1993 opgerichte organisatie voor
hulp aan Parijse dak- en thuislozen liet op de website dans la peau d'un sansabri.com ('In de huid van een dakloze') real-time vierentwintig uur het leven
zien, door de ogen van een dakloze. Hiervoor kregen vier daklozen in Parijs een
speciale bril, uitgerust met een minicamera. Zo gaven zij zonder enige concessie een kijkje in hun
dagelijkse gevecht met het leven op straat. Een van de doelstellingen van deze
campagne was dat wij toch aan de daklozen bleven denken. (Bron: Stefan de
Vries, correspondent in Parijs)
Door de huidige crisis is het geromantiseerde beeld van de clochard verdwenen
Verder is er ook het
collectief Les Morts de la Rue onder
leiding van de Fransman Christophe Louis. Zijn collectief met meer dan 150
vrijwilligers voert actie voor daklozen, maar bekommert zich vooral om hen na
hun dood. Dan wordt de begrafenis georganiseerd en nabestaanden worden
opgezocht. "Toen we begonnen lag de gemiddelde leeftijd van een straatdode
op 49 jaar", vertelt Christophe Louis in een interview aan Le Figaro.
"Dat is nu 46 jaar. Drie jaar eraf, in tien jaar tijd. Dat gaat veel te
snel". Op 18 maart 2014 organiseerde Morts de la Rue, op de place de la
Republique, een eerbetoon aan alle 453 straatdoden van 2013.
"La rue n’est pas une fatalité".
Leur vie devait-elle s’achever là ?
De straat is niet
voorbestemd om te sterven
Moest hun leven daar dan
ten einde lopen?
De medemenselijkheid in
Parijs is mede door de crisis verhard. Bij het schrijven van deze blog zit in
mijn hoofd het liedje van Edith Piaf: 'Les Clochards de Paris'
"Het zijn de
zwervers van Parijs. Van Montmartre tot Bastille.
Ze zwerven in het donker
van de nacht, moe en in lompen langs bordelen.
Hun beroep is niet van
belang zolang ze maar met de armen delen, de clochards van Parijs".
Ce sont les clochards de Paris
De Montmartre ou de la Bastille,
Ils errent dans la sombre nuit.
Lassés, ils traînent en guenilles…
Aux portes des boîtes de nuit,
Leur métier n'a pas d'importance,
Pourvu qu'il donne la pitance
Aux pauvres clochards de Paris.
IBAN - FR76 3000 4008
0600 0100 4735 207 - BIC BNPAFRPPPOP
Merci beaucoup !
BeantwoordenVerwijderencordiales salutations en retour.
bravo également pour votre travail
Collectif les Morts de la Rue
En interpellant, en honorant ces morts, nous agissons aussi pour les vivants !
72 rue Orfila 75020 Paris
01 42 45 08 01 / 06 82 86 28 94
Wat een onvoorstelbaar en triest verhaal, over Serge, en al die anderen.
BeantwoordenVerwijderenReactie van J.v. Trier G. d'Olivat
BeantwoordenVerwijderenIk kan me herinneren dat toen ik tien was ik voor het eerst met mijn vader naar Parijs ging. Dat hoorde zo gezegd bij mijn opvoeding.
En naast de Eiffeltoren en de expressionisten, waar ze er...de clochards. Liggend op de roosters van de metro, het aangroeiende en weer uitstervende geluid van de treinen en die specifieke geur van ozon en muffe warme lucht. Samen met de 'mutile de guerre', die met allerlei gebreken over straat gingen, maakten ze eigenlijk nog meer indruk op me dan die hele Eiffeltoren en Mona Lisa bij elkaar. En ergens verdwijnt er zelfs op zo'n jonge leeftijd al iets van de vanzelfsprekendheid van een thuis, van werk en zekerheden.
We zien liever wat niet verontrust, dat is makkelijker.
Mooi artikel Ferry en mooie foto's
Gerard