Een tijdje geleden, op
11 juni 2014, schreef ik over mijn bezoek aan het in aanbouw zijnde Fondation Louis Vuitton aan de rand van
het Bois de Boulogne. Een wandeling door het bos bracht mij aan de oostzijde,
waar ik onverwacht oog in oog kwam te staan met de mooiste metro-ingang van
Parijs; die van Porte Dauphine. Vaak
heb ik dit prachtige voorbeeld van art nouveau vernoemd in diverse blogs, maar
ik moet bekennen dat ik de ingang nog nooit in het echt heb mogen aanschouwen.
Op die prachtige
lentedag maakte ik de oversteek van de place du Maréchal de Lattre de Tassigny,
(een Franse generaal die het bevel voerde over het Franse Eerste Leger tijdens
de Tweede Wereldoorlog) naar de chique Avenue Foch, om zo oog in oog te komen
staan met de enige metro-ingang nog aanwezig in Parijs met dit design.
De ingang naar het metrostation Porte Dauphine
Het begon allemaal aan
het einde van de 19e eeuw, met de 'Compagnie du chemin de fer métropolitain de
Paris' de CMP, toen Edouard Empain de concessie verwierf voor de aanleg van de
metro in Parijs. In 1898 werd er door de Gemeente Parijs een prijsvraag
uitgeschreven voor het ontwerp van de ingangen van de metrostations in Parijs.
Hoewel architect Hector Guimard niet had deelgenomen aan de prijsvraag, kreeg
hij door tussenkomst van een vriend, die tevens voorzitter was van de Parijse
gemeenteraad, toch de opdracht voor deze 'bouches de métro'. Mede onder druk
van Edouard Empain, die de architectuur ervan wilde toevertrouwen aan een adept
van de art nouveau en volgeling van Victor Horta, Hector Guimard.
Porte Dauphine een art nouveau juweeltje uit 1900
Hector Guimard (geboren
in Lyon op 10 maart 1867 en overleden te New York op 20 mei 1942) is een Frans
architect die wordt beschouwd als de belangrijkste vertegenwoordiger van de art
nouveau in Frankrijk. Zijn eigen woonhuis, Castel Béranger (1897), maakte
Guimard van de ene op de andere dag beroemd en het grote aantal opdrachten, waaronder
de Parijse metro-ingangen die daarna volgden, stelden hem in staat zijn streven
naar schoonheid steeds verder te verfijnen. De harmonie en in het bijzonder de
stilistische continuïteit (een van de grote idealen van de art nouveau), leidde
bij hem tot een bijna totalitaire opvatting van de inrichting, die zijn
hoogtepunt bereikte in 1909 met het Hôtel Guimard (een huwelijksgeschenk aan zijn
rijke vrouw) waar de ovale kamers zo hun eigen eisen stelden aan de meubels,
die voor een deel geïntegreerd werden in het gebouw. De geniale en veelzijdige
Guimard is ook een voorloper op het gebied van de industriële standaardisatie,
waarmee hij deze nieuwe kunst op grote schaal wilde verbreiden.
Guimard's befaamde 'Metro Style'
Guimard ontwierp
vreemde ijzeren ingangen, met beschuttende glazen luifels die op
libellenvleugels leken en groen geverfde gietijzeren staanders met organisch
gevormde lampen als bloemknoppen, op slanke metalen stengels. De uit steen en
smeedijzer opgebouwde zwierige werken waren gedeeltelijk geïnspireerd door de
Japanse kunst en door de plantenwereld. Het hekwerk bestond uit vijf
verwisselbare ijzeren standaardelementen, die in naturalistische vormen waren gegoten.
Zij vormen tevens de omlijsting voor geëmailleerd glas en staal. De ingangen
doken in vier jaar tijd overal op in de straten van Parijs en bezorgden Guimard
zowat eeuwige roem.
De sierlijke omlijsting voor glas en staal
Deze metalen
constructies waren zo karakteristiek voor de ranke en verfijnde eigenschappen
van de art nouveau, dat de stroming algemeen werd aangeduid als de
'metrostijl'. Art nouveau was voorbehouden aan België en Frankrijk, terwijl
jugendstil werd gekoppeld aan Oostenrijk en Duitsland. De stijl manifesteerde
zich vooral in gebruiksvoorwerpen, waaronder glaskunst, plateel, sieraden,
meubels, affiches, en de schilderkunst. De stroming kende een korte maar hevige
bloeitijd. In West-Europa was de stijl ruim voor 1910 al verleden tijd, in het
oosten kon ze wat langer overleven. Tegen 1914 was men op de art nouveau
uitgekeken, maar gelukkig bezit Parijs nog vele herinneringen aan deze
kunstrichting van wie Hector Guimard, de belangrijkste vertegenwoordiger is.
Samen met Jules Lavirotte en Louis Louvet belichaamde hij de idealen van deze
stijl, die romantiek met functionalisme verbond.
Zwierige werken gedeeltelijk geïnspireerd door de Japanse kunst
Met het verstrijken van
de tijd zijn de ingangen een vast onderdeel geworden van het traditionele
Parijse stadsbeeld, maar ze waren bedoeld als een bewuste provocatie van het
classicisme uit die tijd. Van de 140 ingangen zijn er momenteel nog plus minus
90 over (bron architectenweb). Sinds 1978 zijn alle art nouveau metro-ingangen geregistreerd
als nationaal en historisch erfgoed. Een andere prachtige metro-ingang die kan
wedijveren met de schoonheid van Porte Dauphine is die van Abbesses op de place
Abbesses Montmartre.
Nog zo'n juweeltje de ingang op place Abbesses Montmartre
Nog een aantal
wetenswaardigheden die een belangrijke rol speelden bij het ontwerp van de
Parijse metro anno 1900. De typische Metropolitain typografie is ontworpen door
de Fransman Georges Auriol, en wie kent niet de beroemde witte, vierzijdig afgeschuinde, geglazuurde metrotegels van zandsteen, die
werden gefabriceerd door het bedrijf Boulenger in Choisy-le-Roi, Val-de-Marne
of de bijzondere smeedijzeren 'metro-totems' van Aldolphe Derveaux.
Tot 17 augustus kunt u
nog de tentoonstelling bewonderen over het Parijs anno 1900 in een van de
juweeltjes uit die zelfde tijd, namelijk het Petit Palais. Met historische
foto's, posters, kleding, schilderijen en objecten uit die tijd. Van Degas tot
Rodin, van Renoir tot Toulouse-Lautrec, van Picasso tot Guimard. Door deze
tentoonstelling, een absolute Must See, heeft u een prachtig overzicht van de
Belle Époque, het bruisende Parijs en het joie de vivre van die tijd.
Gelukkig bestaan er nog plus minus 90 van deze ingangen in Parijs
Petit Palais, avenue Winston Churchill 2
Nog tot 17 augustus
2014 van dinsdag tot en met zondag van 10.00 uur tot 18.00 uur (op donderdag
tot 20.00 uur. Op maandag gesloten, entree € 11
In één woord: S C H I T T E R E N D ! En niet te vergeten ook nog het metrostation Trocadéro, met ondergronds nog de oude, originele toiletten – http://huizezeezicht.blogspot.nl/2012/03/het-mooiste-uitzicht-op-de-eiffeltoren.html
BeantwoordenVerwijderen