"Si vous voulez visiter Paris, le mieux est d'y aller en août,
lorsqu'il n'y a pas de Français". Een mooi begin voor een blog is deze
quote van Kenneth Stilling: "Als u Parijs wilt bezoeken kunt u het beste in augustus gaan, omdat er dan geen Fransen zijn". En ik moet dat beamen. Het
is zo heerlijk rustig in Parijs. Geen gestreste Parijzenaars, geen overvolle
boulevards, geen filerijden op de avenues en overal een parkeerplek. Parijs in
augustus is een beetje zoals Parijs op zondag, heerlijk relaxed. Daarbij komt
ook nog eens dat er in de afgelopen maanden van 2016 ruim een miljoen minder
toeristen de stad bezocht hebben.
Ik schrijf deze blog
heerlijk in de schaduw, op een terrasje aan de achterzijde van Montmartre,
juist, dat deel waar weinig toeristen komen. Aan de overzijde staat een zwarte
Audi met achter het stuur een elegante vrouw, blond, blauwe ogen en ik schat zo
midden dertig. Waarom zoveel details hoor ik u haast denken? Vanwege de muziek
die via het open portierraam naar buitenkomt, hoe toepasselijk, Aznavour met 'Paris
au mois d’Août'. Mijn hersenen maken overuren waarin vele mooie herinneringen
naar boven komen. Het chanson begint met vlammende strijkers en Aznavour zingt
vol dramatiek over z’n liefde, voor eeuwig verbonden met Parijs, én voor eeuwig
verbonden met de maand augustus. De chansonnier schreef het samen met Georges
Garvarentz. Ook van Armeense afkomst, bovendien z’n zwager. 'Paris au mois d’août'
is geschreven voor een film met dezelfde titel. De film is op zijn beurt weer
gebaseerd op de roman van René Fallet. Aznavour zingt niet alleen de titelsong,
maar speelt ook de hoofdrol. De film handelt over een getrouwde, veertigjarige
man wiens hoofd op hol wordt gebracht door een model, dat voor een photoshoot
in Parijs verblijft. Hij is alleen in Parijs, het warme zomerweer doet de rest
en de afloop...... laat zich raden.
Balayé par septembre
Notre amour d'un été
Tristement se démembre
Et se meurt au passé
J'avais beau m'y attendre
Mon coeur vide de tout
Ressemble à s'y méprendre
A Paris au mois d'août
Verjaagd door september
onze liefde van een zomer
Jammer genoeg verbrokkelt
en verleden tijd
Ik had zulke mooie verwachtingen
Mijn hart, leeg
heeft zich schijnbaar vergist
die augustus in Parijs
De hitte bracht mij eerder
op de dag naar het Canal Saint-Martin
waarvan de oevers zeker minder indrukwekkend zijn dan die van de Seine, maar
vaak genoeg heel liefelijk. Daar vinden we een vertraagd Parijs, dat de tijd
neemt om een ander facet van zijn complexe, haast tegenstrijdige, werkelijkheid te laten zien. Met
zijn negen sluizen straalt het kanaal een onweerstaanbare charme uit. De
schaduwrijke oevers zijn ideaal voor een romantisch intermezzo, weg van alle
drukte. Neem hier rustig de tijd, een kop heerlijke espresso op een terras, een
siësta op square Villemin, toekijken hoe een brug wordt geopend, de sluis
volloopt.....heradem! Dit is Parijs.
De wijk rondom het
Canal Saint-Martin heeft iets poëtisch en is in 1938 al onsterfelijk gemaakt
door Arletty en Louis Jouvet in de film Hôtel du Nord. In de film zie je het
beroemde hotel en de al even beroemde loopbrug. Echter deze scene werd niet ter
plaatse gedraaid, maar in een decor, gereconstrueerd in de filmstudio's van
Boulogne-Bilancourt. Het reusachtige decor met echt water, was zo'n 70 meter
diep.
De wijk rondom het Canal Saint-Martin heeft iets poëtisch en is in 1938 al onsterfelijk gemaakt de film Hôtel du Nord
De bouwwerkzaamheden
voor het kanaal, een concept bedacht in 1802 door Napoleon Bonaparte, om de
Ourcq te verbinden met de Seine, vooral bedoeld om de drinkwatervoorziening te
verbeteren, begonnen in 1805 en duurden twintig jaar. In die dagen was het
verbruik circa 1 liter per persoon, tegen de bijna 200 liter vandaag de dag.
Parijs moest de mooiste stad van de wereld zijn, maar uit de openbare fonteinen
en waterpunten kwam vaak slechts mondjesmaat water. Door een gebrek aan goed
drinkwater bestond bovendien een grote kans op cholera, dysenterie en andere
ziektes.
Het Canal Saint-Martin
is overigens het enige kanaal ìn de stad
en begint eigenlijk bij de Rotonde de la Villette, een overblijfsel van de
'Murs des Fermiers-Généraux' en gaat vervolgens door negen sluizen en onder elegante
ijzeren voetgangersbruggen door - waarop nog kisten staan met het opschrift
'hulp aan drenkelingen' - dwars door Parijs richting de Seine. Het is 4,5
kilometer lang, waarvan de helft ondergronds en 2,2 meter diep.
De Rotonde de la Villette, schakel tussen het Canal Saint-Martin en het Basin de la Villette
Het is een
vreemd kanaal, een schakel in de ononderbroken waterweg van Amsterdam naar
Marseille. Het bijzondere eraan is dat het kanaal op deze korte afstand een
kleine 25 hoogtemeters overwint. De schepen moeten dus ongeveer de hoogte van
een huis met zeven verdiepingen overwinnen. Het donkere deel ervan stroomt via
een grote overwelfde galerij onder de boulevard Richard-Lenoir door, die
bovengronds het toneel is van een groot scala aan markten. Hier woonde ook de
schepping van George Simenon, commissaris Maigret. Het kanaal speelt ook een
hoofdrol in 'Maigret et le Corps sans tête', Maigret en het lijk zonder hoofd
en was altijd een bron van inspiratie voor dichters, schrijvers en kunstenaars.
Naargelang het seizoen en het uur van de dag, lijkt deze plek op het decor van
een romantische film of op de setting van een detective story.
Langs de waterkant veel pakhuizen die zijn omgebouwd tot chique appartementen
Aan de waterkant was er
lange tijd veel bedrijvigheid. Tientallen aken zorgden dagelijks voor het
transport van zand en steenkool. Lange tijd werden te boten getrokken door
mannen die met een snelheid van 2 kilometer per uur over de kade liepen. De
sluizen werden toen nog met de hand bediend. Voor hen was dat een rustpunt om
te genieten van een heerlijk glas wijn. Hier komt ook het Franse werkwoord
écluser vandaan, met een dubbele betekenis; afsluiten met een sluis en zuipen.
De mannen en de schippers lieten zich graag vollopen terwijl de sluis volliep. Deze
menselijke lastdieren verdienden zo weinig dat ze goedkoper waren dan trekpaarden.
Door alle bedrijvigheid
verschenen rondom het kanaal veel pakhuizen, fabrieken en werkplaatsen. Het
kanaal vormde een barrière tussen het welvarende centrum en de oproerige
arbeiderswijken. Dat was ook de reden dat Napoleon III een deel van het kanaal
liet overdekken, zodat ordetroepen de rebelse wijken gemakkelijk konden
schoonvegen. Zo heeft het kanaal een geschiedenis van revolutie, industrie,
armoede, bloed, zweet en tranen. Vanaf de jaren zestig nam het belang van
transport over water sterk af en raakten de industrieën langs het kanaal in
verval. In de jaren 1970 stelde het Parijse stadsbestuur voor om het kanaal te
dempen en een vierbaans autoweg aan te leggen dwars door de stad. De
mobilisering van de oeverbewoners en de flagrante stupiditeit van het project
verhinderden gelukkig de uitvoering hiervan.
Canal Saint-Martin een van de mooiste en gezelligste plekjes van de stad
Wandeling
Vandaag de dag is het
Canal Saint-Martin een van de mooiste en gezelligste plekjes van de stad. De
Parijzenaars hebben hun kanaal met de negen sluizen, de met bomen beplante
oevers, de pleintjes, de sierlijke metalen bruggen, kortom een van de meest
romantische plekken van de stad weer herontdekt. Op een zonnige dag picknicken
honderden hippe jongeren aan de waterkant en zijn de omliggende cafés en
restaurants afgeladen vol.
De mooiste plekjes zijn
te vinden ter hoogte van de rue du Faubourg-du-Temple, waar u tussen de meer
dan honderd jaar oude bomen een prachtige doorkijk heeft naar de verschillende
sluizen en bruggen. U kunt uw wandeling vervolgen in noordelijke richting via
de twee kades langs het kanaal; de quai de Jemmapes (oostzijde) of de quai de
Valmy (westzijde). Op nummer 80 van de quai de Jemappes hebben een aantal
sociale ondernemers een paar oude stallen en een steeg omgebouwd in 'Comptoir
Général', een mini 'marché aux puces'
met tweedehands kleding, boeken en een hippe bar annex Frans-Afrikaans
restaurant. Op nummer 102 het befaamde Hôtel du Nord, nu een restaurant dat
zeven dagen in de week geopend is. Aan de overzijde ter hoogte van de draaibrug
op de kruising van de rue de la Grange-aux-Belles, de chiquere kant de quai de
Valmy. Hier domineren de kleurige gevels van caféterrassen, antiekwinkeltjes,
boetieks en kunstgaleries. Bij Art'Azart op nummer 83, de meest trendy
boekhandel van Parijs, gespecialiseerd in kunst, design en grafische vormgeving.
De eigenaars zijn liefhebbers van klassieke fotografie. In 1999 wekten ze
opnieuw belangstelling voor de lomo-fotocamera; de Holga een goedkoop plastic
toestelletje maar sinds die tijd een rage in vele wereldsteden.
De chiquere kant de quai de Valmy
De sluis met de twee
sluishuisjes wordt ook wel de 'sluis van de dood' genoemd. Wat niet slaat op
het scheepsverkeer, maar lang geleden was de rue de la Grange-aux-Belles een
stoffig pad dat langs velden heuvel op liep. Waar nu nummer 53 zit voerde een
pad naar de top van een kleine heuvel; de Montfaucon. Hier werd in 1325, op bevel van de koning,
een enorme galg gebouwd. Het ging om een bouwwerk van meerdere verdiepingen dat
alleen bestond uit stenen pijlers en houten dwarsbalken waaraan de
veroordeelden werden opgehangen. Victor Hugo beschreef het in de slotscène van
zijn boek de 'klokkenluider van de Notre Dame'.
Notre amour d'un été - onze liefde van een zomer
Heb je even tijd, maak
dan even een buiging naar rechts via de Avenue Richerand naar het Hôpital Saint Louis. Ingesloten tussen
rue de la Grange-aux-Belles, rue Juliette-Dodu, avenue Claude-Vellefaux, rue
Alibert en de rue Bichat ligt het meer dan 400 jaar oude ziekenhuis Saint-Louis.
De eerste steen werd gelegd door koning Henri de IV en hij vernoemde het
ziekenhuis naar Saint Louis omdat die aan de pest was overleden. Het gebouw
werd gefinancierd uit een deel van het koninklijk monopolie op de handel in
zout. We schrijven de 16e en 17e eeuw. De Zwarte Dood ook wel bekend als de oosterse pest of
builenpest, ontleende haar naam aan het oosten. Verondersteld werd dat de
ziekte ontstaan was in het oosten en vanuit Nederland naar Londen en Parijs was
gebracht. Dit ziekenhuis, gelegen buiten de stad, diende om het Hôtel Dieu op
Ile de la Cité in tijden van de pest te
ontlasten. Midden in de nacht werden de
zieken, herkenbaar aan een zwarte tong,
ontstoken builen, klierzwellingen en zwarte vlekken, met karren en
kruiwagens vervoerd. Oorspronkelijk had het Hôpital Saint-Louis slechts 300
bedden. Als de pest woedde, deelden twee of drie slachtoffers een bed. Tussen
de epidemieën door werd het ziekenhuis gebruikt als verblijf voor bedelaars en
vagebonden. Van 1731 tot 1740 als tarweopslag en sinds 1773 is het permanent in
gebruik als ziekenhuis en een van de 22 openbare ziekenhuizen binnen de
grenzen van Parijs. Aan de pest heeft het ook zijn specialisatie te danken. Het
was het eerste ziekenhuis in de wereld gespecialiseerd in dermatologie.
De prachtige binnentuin van het Hôpital Saint-Louis
Het oude gedeelte lijkt
sinds zijn bouw in 1607 praktisch onveranderd. In het centrum een prachtige
binnentuin met veel bomen, gras, verharde paden en bloemperken. Het Carré
Saint-Louis, omgeven door gebouwen opgetrokken uit natuursteen en baksteen met
steile daken en dakkapellen. De tijd lijkt hier stil te staan. Deze voor Parijs
bijzondere bouwstijl is ook te zien op de place Dauphine en de place des
Vosges. Dit nauwelijks bekende complex
uit de 17e eeuw is een bezoek meer dan waard. Bezoek ook de kapel, open op
woensdag, donderdag en vrijdag van 14.30 uur tot en met 16.30 uur. In het
weekend is de binnentuin niet toegankelijk. (Metro Goncourt, lijn 11)
Liefhebbers kunnen nog
een bezoek brengen aan het Musée des Moulages Dermatologiques (museum van dermatologische afgietsels) binnen de
muren van het Hôpital Saint-Louis. Een buitengewone ervaring, maar zeker niet
een die ik zou aanraden aan iedereen! Het zicht dat u begroet als u de deuren
open duwt is opmerkelijk. Een grote rechthoekige kamer met aan alle vier de
kanten een dubbel niveau van houten vitrines met letterlijk duizenden
afgietsels. De vroegste dateert uit 1867 en de meest recente uit 1958, maar
alle delen zijn gruwelijk gedetailleerd. De collectie bevat volledige hoofden,
mond, tongen, neuzen (of gebrek aan), armen, voeten... en meer intieme delen
van het lichaam. Voor een bezoek wendt u zich tot de website van het museum of telefonisch via +33 1 42 49 99 15.
Altijd een prachtig gezicht het vollopen van de sluis
Toe aan een 'slok'? In
de rue de la Grange-aux-Belles liggen twee beroemde chansoncafés voor bier,
wijn en muziek. 'Chez Adel' op nummer 10 en café Artistique l'Apostrophe op
nummer 23. Toch in de buurt, loop dan nog even door de rue Saint-Marthe. Tien
jaar geleden nog een vervallen achterbuurt nu een hotspot met vele gekleurde
gevels. U waant zich in de Provence, een dorpstraatje een pleintje en heerlijke
restaurants. La Tête des Olives op nummer 2 levert de beste olijfolie van Parijs
en heeft ook nog een 'table d'hôte' voor maximaal vijf personen. Braziliaans
eten op nummer 7, tapas eten op nummer 32 bij la Sardine.
We keren terug naar het
Canal Saint-Martin en vervolgen onze weg stroomopwaarts. Van januari 2016 tot
mei 2016 is het kanaal in zijn geheel leeggepompt en zijn alle sluizen en
bruggen gerenoveerd. 4,5 ton vis werd gevangen en onder toezicht van de
Fédération pour la Pêche et la Protection du Milieu Aquatique, een hele mond
vol, verder op weer uitgezet. Eenmaal het water weggepompt kwamen de gestolen
scooters, velib fietsen, wijnflessen en bierblikjes aan de oppervlakte, het
toonbeeld van het kanaal als afvalbak van crimineel en feestend Parijs. Gelukkig
ziet alles er weer piekfijn uit.
U komt nu uit bij Point
Éphémère, een café-restaurant dat is gevestigd in een voormalig pakhuis voor
bouwmaterialen. Op het terras voor de met graffiti bespoten gevels kan men
lekker brunchen - als er tenminste een tafeltje vrij is. Point Éphémère wordt
gesubsidieerd door de stad Parijs en biedt ateliers en expositieruimtes voor
kunstenaars, Er vinden ook vaak concerten plaats. vlak naast de Point Éphémère
ligt een grote brandweerkazerne. De goed getrainde, kortgeschoren
brandweerlieden gelden in de hoofdstad als pure sekssymbolen. De muurkalender
die ze aan het eind van ieder jaar verkopen, vindt altijd aftrek bij een grote
schare gretige fans.
We volgen nu gewoon de
indrukwekkende viaducten langs de place de la Bataille de Stalingrad. Rechts
ziet u een neoklassiek gebouw; de Rotonde de la Villette, een fraai rond stenen
gebouw geïnspireerd door Palladio's Villa Rotonda in Vicenza. Dit was een van
de vroegere tolhuizen van Parijs, gebouwd als onderdeel van het plan van
Lodewijk XVI om alle goederen die de stad binnenkwamen te belasten. Het fraai
gerestaureerde gebouw heeft een restaurant en een zonneterras aan het Basin de
la Villette.
Het Basin de la Villette met aan de overzijde het visrestaurant la Criée
Zin in een mooie
vismaaltijd, loop dan even door, naar het einde van het Bassin de la Villette.
Onder het nieuwe Holliday Inn ligt een prima visrestaurant met een zonneterras
aan het water; La Criée. Zicht op oude gerenoveerde loodsen en de laatste
ophaalbrug van Parijs, Pont de la Crimée die dateert uit 1885. Het hefsysteem
met de grote wielen is ontworpen door het zelfde bedrijf dat de hydraulische
liften van de Eiffeltoren ontwierp.
Een ontspannen manier
om het Canal Saint-Martin te bekijken is per boot. De tocht duurt ongeveer drie
uur gezien de negen sluizen. Opstappunten zijn aan het Bassin de la Villette
ter hoogte van quai de la Loire 13 of bij de Port d'Arsenal tegenover boulevard
de la Bastille 50. Spannend onderdeel van de boottocht is het deel door de
ondergrondse gewelven (2,5 km.) Om de 50
meter heb je lichtschachten, zodat het zonlicht even de grauwe duisternis
doorprikt. Zorg wel dat je een trui of vest meeneemt. Meer informatie op de
website van Canauxrama
Fietsen kan ook, want
langs het gehele traject is een fietspad aangelegd. Op zon- en feestdagen is de
weg langs het kanaal verboden voor auto's en wordt bevolkt door fietsers,
inlineskaters en spelende kinderen. Meer informatie op de website van Paris Respire.
Boulevard
Richard-Lenoir
De brede boulevard over
het overdekte deel van het kanaal is in zijn geheel fraai aangelegd. Vooral op
donderdag van 07.00 uur - 14.30 uur en op zondag van 07.00 uur tot 15.00 uur, is
de boulevard de moeite van een bezoek waard, vanwege de grote traditionele
markt; Le marché de la Bastille, die
vlakbij de place de la Bastille plaatsvindt en die bekend staat om het grote
aanbod van regionale producten.
Elke zaterdag van 10.00
uur tot 19.00 uur is hier de marché de la Creation een kunstmarkt waar kunstenaars hun werken rechtstreeks
aanbieden aan de kunstliefhebber.
Reacties van Nederlanders wonen in Frankrijk op Nederlanders.Fr
BeantwoordenVerwijderenReactie van Edith Janzen
Alweer een prachtig verhaal. Jammer dat ik bijna nooit (meer) in Parijs kom. Dank!
Reactie van Hilde
Weer veel dank voor deze prachtige weergave, ik krijg nooit genoeg van Parijs:-)
Er zijn dankzij een Brits cadeau wel een aantal fonteinen met drinkbaar water .
Les Fontaines Wallace : "50 fontaines à boire après avoir vu les Parisiens subir une pénurie d'eau durant le siège de Paris et la Commune en 1871. La première fontaine Wallace est posée en 1872 sur le boulevard de la Villette."
Groeten,
Hilde
Reactie van Boudewijn Bolderheij
Dag Ferry,
FOEI ! Foei, zo'n puike reclame voor Parijs in augustus hoort in juli te verschijnen.
Zeker nu er een miljoen toeristen minder zijn gekomen.
Maar verder, eerst, zoals altijd, van de schitterende platen genoten.
Toen pas gelezen en nogmaals van de platen genoten.
Tekst weer borden vol informatie en heel prettig om te lezen.
DANK je wel !
Boudewijn
Reactie van Jan Linnemann
Dag Ferry.
Bedankt oor dit mooi geschreven verhaal. Wederom voel ik mij als door jou aan de hand meegenomen een grote wandeling / excursie gemaakt te hebben. Heel veel dank nogmaals.
Ik werd zo gegrepen door je start van het verhaal over de negen sluizen dat ik het helemaal uitlas. Elke zomer ben ik van plan om naar Parijs te gaan vanuit mijn stolpje in de Morvan ( verliefd op de 16 sluizen van la Colancelle!), maar het komt er nooit van. Ik ga dit verhaal bewaren voor wie weet- een ander romantisch moment!
BeantwoordenVerwijderenVriendelijke groet en nogmaals dank,
Margot Mol