De Parijse fotoweek
bracht mij naar de al weer 4e editie van het vermaarde 'Festival Photo
Saint-Germain'. Vijftien dagen lang stond de wijk Saint Germain in het teken
van de fotografie, met een route langs een selectie van musea, culturele
centra, galeries en boekhandels op de linkeroever. Mijn intuïtie stuurde mij
naar de vroegere galerie van Anne en Just Jaeckin - 2 Art Angels.
Just Jaeckin
Just Jaeckin, beeldhouwer, fotograaf en cineast en bekend van zijn erotische films met de toen nog
onbekende Nederlandse Sylvia Kristel in de hoofdrol: Emanuelle (1974) Maar ook
Histoire d'O (1975) met Corrine Cléry, Madame Claude (1977), en Lady
Chatterley's Lover (1981). Twee jaar terug besloot Just zijn galerie, vanwege
hartproblemen, over te dragen aan twee 'Art Angels': AnneSophie Palatin-Sage en
Sabine Scemama.
Tot en met vrijdag 2
december 2016 is in deze galerie aan de rue Guénégaud 19 nog een retrospectief
te zien van zwart-wit foto's, gemaakt door zo'n dertig gerenommeerde
fotografen, met als thema het beroemde Café de Flore aan de boulevard Saint
Germain in de jaren vijftig tot heden. Foto's uit particuliere verzamelingen en
van Roger Viollet, een van de beroemdste Parijse agenturen van oude foto's, gevestigd
aan de rue de Seine en gesticht 1938 door Helen Roger-Viollet. De getoonde
foto's van onder andere Willy Ronis, Robert Doisneau, Just Jaeckin, Frank
Horvat, Peter Lindbergh en vele anderen, geven een prachtig inkijkje in het
mondaine wereldje van dit beroemde café dat al sinds 1890 bestaat.
Saint Germain, waar de
beroemde 'Café Society' van talloze schrijvers, presidenten in de 20e eeuw en
revolutionairen en kunstenaars uit de eeuwen ervoor de wijk een intellectuele
en een licht alcoholische status hebben gegeven, die zij nog steeds met trots
draagt.
Al in de 17de eeuw
verzamelden zich in de Bourg Saint-Germain Italiaanse, Vlaamse en Duitse
schilders die hier hun werk vrij konden verkopen, zonder gehinderd te worden
door de beperkende bepalingen in de Parijse wetten. Binnen de stad mocht alleen
het beschermde gilde van Parijse schilders handel drijven.
Photo: Christer Strömholm / Ströholm Estate - Café de Flore 1949
(tevens de poster van de expositie)
Het is waarschijnlijk
gemakkelijker op te sommen waar beroemdheden juist niet kwamen. Maar een aantal
springen er nu eenmaal uit: Le Procope, Brasserie Lipp, Le Dôme, Closerie Des
Lilas, Les Deux Magots en Café de Flore.
Waar anders dan in deze cafés hebben Lenin, Sartre, Picasso, Modigliani,
Appolinaire, James Joyce en Trotski hun genie gecultiveerd? Nog altijd
herkauwen de Franse denkers hun ideeen liever in een openbare gelegenheid dan
in hun vaak miserable optrekjes drie- of soms zevenhoog.
Photo: Brassaï - Jean-Paul Sartre Café de Flore
'De
mens is niets anders dan wat hij van zichzelf gemaakt heeft.' De basis van het existentialisme
van de filosoof Jean-Paul Sartre groeide in Café de Flore uit tot een
belangrijke literaire stroming. Hij beschouwde Flore als zijn tweede huiskamer,
want met een tafel dichtbij de kachel ontsnapte hij aan de koude van zijn huis (Sartre
woonde in die tijd in de rue du Seine). De nabijheid van de metro en het gebrek
aan Duitsers, die lieten zich tijdens de Tweede Wereldoorlog nauwelijks zien in
deze wijk, droegen verder bij aan zijn barkeuze. Hier leerde Sartre een intellectuele jonge vrouw
genaamd Simone de Beauvoir kennen.
Zij zou zijn gezel voor het leven worden.
Zijn koosnaampje voor haar werd Castor. Sartre verbond zich aan Beauvoir met
een pact, ze zouden beiden tot elke prijs hun zelfstandigheid bewaren, wat
vooral inhield dat seksuele omgang met anderen mogelijk moest zijn, waarna ze
hierover, aan elkaar, verslag uitbrachten. Van een klassiek huwelijk, dat ze
beiden als bourgeois aanzagen, kon gewoon geen sprake zijn.
Sartre en de Beauvoir
‘leefden’ als het ware in Le Flore. In de voormiddag werkten ze er van 9 tot
12, gingen uit voor lunch en in de namiddag ontvingen ze er op afspraak of
schreven. De toenmalige eigenaar Boubal stuurde Sartre de tent uit met de
opmerking: "Mijn slechtste klant. Zit uren te krabbelen bij één
consumptie.’ Wat drink je? Un ‘café-pot’ of een warme chocolade". De prijs
is er niet naar!
Deze gelagkamer was ook
een ontmoetingspunt voor kunstenaars, intellectuelen en bohémiens. Het art-deco
interieur met de rode, leren banken, de houten stoelen, de messing lampen en de
vele spiegels is sinds het begin nauwelijks meer veranderd. In 1939 werd Le
Flore overgenomen door een kolenhandelaar Monsieur Boubal en mede dankzij
Picasso is het interieur grotendeels intact gebleven. De ‘kaart’ is een hint
naar de flets gele kaftjes van uitgeverij Gallimard.
Tussen 1930 en 1970 was
dit ook het trefpunt van Frankrijks (film)sterren en cineasten. Juliette Gréco
en filmmaker Jacques Tati, Roger Vadim, Jane Fonda, Roman Polanski, Brigitte
Bardot, Alain Delon, Simonne Signoret, Yves Montand en modemakers als
Lagerfeld, Yves Saint-Laurent, Givenchy en ander schoon volk uit de
mannequinwereld waren en zijn habitués. Serge Gainsbourg kwam er zijn dubbele
pastis 51 drinken die hij gemakshalve tot een 102 omdoopte. Ook André Malraux
kwam er iedere dag om zijn pastis en Albert Camus zat er veel te schrijven.
Uit haar boek 'Paris' van de Amerikaanse fotografe Renée Jacobs
Fotografen hebben zich
jaren lang uitgeleefd op het in beeld brengen van het typische straatleven waar
het Parijse terras een onmiskenbaar onderdeel van is. Zo ook Ed van der Elsken
(Amsterdam, 1925 – 1990 Edam), één van de markantste fotografen die Nederland
rijk is geweest. Zijn camera was geen muur waarachter hij zich verschool, maar
een venster waardoor deze getalenteerde 'enfant terrible' contact zocht met
exoten en excentriekelingen. De fotografiecarrière van Van der Elsken neemt in
1956 serieus aanvang met het verschijnen van Een liefdesgeschiedenis in Saint
Germain des Prés, een fraai vormgegeven fotoboek. dat de weerslag is van zijn
indrukken van Parijs (waar hij van 1950 tot en met 1954 met zijn toenmalige
vrouw Ata Kando en haar drie kinderen verbleef). In het boek, dat
internationale aandacht krijgt en het startschot is voor een indrukwekkende
reeks van ruim twintig boeken, richt Van der Elsken zijn nieuwsgierige blik op
de jonge bohémiens van de Franse hoofdstad, waaronder de later beroemd geworden
Australische kunstenares Vali Myers.
Photo: Ed van der Elsken
Maar het Saint
Germain-des-Prés van de jaren vijftig, zestig en zeventig met zijn muzikanten;
les Zazous en literaire cafés, die tijd is voorbij. De wijk is door de jaren
veranderd, maar ik kom er nog altijd graag. Dit dankzij de vele galeries in de
rue du Seine, de antiquairs op de quai Voltaire en de unieke sfeer rond de Académie
des Beaux-Arts. Niet te vergeten de vele vitrines van mondaine modezaken die
elkaar in verfijning overtreffen. De ontelbare cafés, boekhandels, platenzaken,
de smalle straatjes en intieme pleintjes. Flâner, flaneren, is een Frans begrip
dat gemaakt lijkt te zijn voor een stad als Parijs. Met name in Saint-Germain
kunt u uren ronddolen, zonder ook maar af te slaan, met uw neus in de lucht,
zonder moe te worden en, nog belangrijker, zonder u te vervelen. De wijk Saint
Germain is en blijft een begrip.
2 Art Angels in
samenwerking met Galerie Anne & Just Jaeckin
Expositie Café de Flore
Rue de Guénégaud 19, 6e arrondissement, métro Odeon, Mabillon, Pont Neuf.
Geopend van dinsdag tot
en met zaterdag van 13.00 uur - 19.00 uur, gesloten op zondag en maandag.
De expositie loopt nog
tot en met vrijdag 2 december 2016, toegang gratis.
Boulevard St.-Germain 172, 6e arrondissement, métro Saint Germain-des-Prés
Alledagen geopend van 07.30
uur - 01.30 uur.
rue de Seine 6, 6e arrondissement, metro Pont Neuf.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten