Parijs breidt haar
culturele aanbod uit met een gloednieuwe muziektempel; 'La Seine Musicale'. Het
gebouw ligt als een schip in de Seine op de kop van Île Seguin. Opnieuw is het
Parijs en zijn regio gelukt om de stad te verrijken met een architectonisch
hoogstandje. Voor wie binnenkort naar Parijs gaat is dit zonder twijfel een
'must see!'
Parijs is weer een hotspot rijker: La Seine Musicale
l'Île Seguin
In haar vorige leven
was het Île Seguin de thuisbasis van leerlooierijen, guingettes in de Belle
Époque en vervolgens van 1929 tot 1992 de thuisbasis van de Renault
autofabrieken. Op het hoogtepunt werkten hier 30.000 mensen. Eens het symbool
van de industriële macht van Frankrijk in de jaren 1950 en het bolwerk van de
machtige Franse vakbonden die hier de arbeiders mobiliseerden voor de stakingen
van 1968. Deze proteststakingen waren vooral gericht tegen de 'oude
maatschappij' en traditionele moraliteit, waarbij vooral het onderwijs-systeem
en werkgelegenheid bekritiseerd werden. In Parijs namen deze opstanden zulke
enorme vormen aan dat er straatgevechten ontstonden tussen betogers en politie.
De Gaulle, toen president, hield een spoedvergadering om de onrust op te lossen
en schreef uiteindelijk op 23 juni 1968 nieuwe parlementsverkiezingen uit. De
protestacties namen af, en tegen alle verwachtingen in scoorde de Gaulle hoger
dan ooit tijdens de verkiezingen.
Het eiland, met een
oppervlakte van 11,5 hectare, bevindt zich ten westen van Parijs, in het
departement Hauts-de-Seine net stroomafwaarts van het Île Saint-Germain,
tegenover Meudon en Sèvres. Het ligt op de grens van de gemeenten
Boulogne-Billancourt en Sèvres, echter administratief behoort het aan de
gemeente Boulogne-Billancourt.
Eens het symbool van de industriële macht van Frankrijk; Renault op het Île Seguin
Tussen 1929 en 1934
bouwde Louis Renault, baas van de Société Renault hier zijn nieuwe fabriek.
Volledig zelfvoorzienend, met een eigen energiecentrale, ondergronds spoor en
een aanlegsteiger voor vervoer van voertuigen over water. Het was zijn grootste
fabriek in Frankrijk. Tijdens de Tweede Wereldoorlog produceert de fabriek
vrachtauto's voor de Duitse bezetter. Hevige bombardementen door de
geallieerden in 1942 en 1943 zijn het gevolg. Na de oorlog wordt Louis Renault
beschuldigd van collaboratie met de vijand en overlijdt, ernstig verzwakt, in
1944, in de gevangenis kort voor zijn proces. Zijn echtgenote claimde tot haar
dood dat haar man is vermoord.
De stad evolueert; 1898 - 2017
Louis Renault bezat
toen 96% van het kapitaal van zijn onderneming die een jaar later werd
geconfisqueerd door de Franse staat. De naam veranderde in 'Société
Anonyme des Usines Renault' (SAUR) in 'La Régie Nationale des Usines Renault'
(RNUR). Vele
succesmodellen werden op dit eiland geproduceerd waaronder de 4CV. De auto was
in het geheim tijdens de oorlog ontworpen en was het eerste voertuig met een
achterin geplaatste motor. Door zijn gewicht, de auto woog slechts 560 kilo, konden
gemakkelijk vier personen vervoerd worden.
De Renault Dauphine:
Dit model vertegenwoordigde een nieuwe tijdgeest, waarbij alle hedendaagse
moderne accessoires, zoals verstelbare stoelen, verwarming en een automatische
versnellingsbak waren inbegrepen. Met 2.150.738 eenheden was dit toen de meest
geproduceerde auto in de Franse geschiedenis.
In 1961 volgde de
lancering van de Renault 4. Deze vijfdeurs kenmerkte zich door een vijfde deur
die toegang gaf tot een modulaire ruimte waarin de achterbank naar beneden kon
worden geklapt. Van dit type werden meer dan 8 miljoen eenheden geproduceerd en
geëxporteerd naar meer dan 100 landen.
Onder codenaam 122 werd
de iconische Renault-5 ontworpen die in 1972 het levenslicht zag. Ondanks het
gigantische succes werd het de directie duidelijk dat de Billancourt-site niet
meer kon worden aangepast aan de nieuwe productieprocessen, noodzakelijk om de
Japanse concurrentie blijvend het hoofd te kunnen bieden. Uiteindelijk leidt
dit tot sluiting van de fabriek op 31 maart 1992. Het eiland wordt uiteindelijk
door Renault verkocht voor de som van 580 miljoen.
Boulogne-Billancourt; een moderne voorstad in wording
Schoonmaakbedrijven
beginnen vrijwel direct aan de sanering van de bodem en het verwijderen van
gigantische hoeveelheden asbest in de constructies van beton en staal. De sloop
van de fabriek begon op 29 maart 2004 en eindigde een jaar later in 2005 toen
de Franse zakenman, miljardair, François Pinault zijn oog liet vallen op het Ïle
Seguin voor de bouw van een kunstmuseum. Pinault, eigenaar van onder meer de
merken Gucci, Yves Saint Laurent en Puma, kondigde in 2000 al aan een museum te
willen bouwen. Maar gesprekken over een locatie op het Île Seguin, liepen uiteindelijk
stuk. Uit boosheid bracht hij daarop, vanaf 2005, een deel van zijn verzameling
onder in drie gebouwen van het Palazzo Grassi in Venetië. Zo was het werk
„Frankrijk ontsnapt”, zei Anne Hidalgo. „Als ik destijds burgemeester was
geweest, dan had ik dat niet laten gebeuren.” Pinaults kunstverzameling is één
van de belangrijkste privé-collecties in Europa. Zij bevat naast kunstfoto's en
-video's werk van Piet Mondriaan, Robert Rauschenberg en Andy Warhol, en van de
beeldhouwers Eduardo Chillida, Henry Moore en Richard Serra. Een van zijn
laatste aankopen is een monumentaal hybride hoofd van een paard en een
dinosauriër, gemaakt door kitschkoning Jeff Koons.
Uitzicht vanaf het terras van La Seine Musicale op Boulogne-Billancourt
In de tussentijd
slaagde Pinaults grote rivaal Bernard Arnault van concurrent LVMH (Dior, Louis
Vuitton, Moët & Chandon) er wél in om in Parijs een museum te bouwen. Eind
2014 opende hij met veel spektakel de door Frank Gehry ontworpen Fondation
Louis Vuitton in het Bois de Boulogne. Maar zijn inspiratie voor een culturele
herbestemming had inmiddels ingang gevonden. De Franse architect Jean Nouvel kreeg
uiteindelijk de opdracht om toezicht te houden op de vernieuwing van het
eiland. Zijn visie? Behoud van het beeld van de oude fabriek en de schoonheid
van het eiland georganiseerd rond twee punten gewijd aan hedendaagse kunst,
muziek en entertainment.
De ingang naar de nieuwe muziektempel van Parijs
Op 22 april opende de
nieuwe hotspot voor muziekfans 'La Seine Musicale' haar deuren met een concert
van de Amerikaanse zanger Bob Dylan. Daarmee groeit het westen van Parijs uit
tot een cultureel stadsdeel. Het project werd ontwikkeld door de architecten
Shigeru Ban (Pritzkerprijs 2014) en Jean de Gastines en won op de MIPIM Awards
2015 de prijs in de categorie beste toekomstproject. Het wordt nu al erkend als
een groot architecturaal gebaar met respect voor het milieu. La Seine Musicale
staat in de nieuwe cultuurvallei, die werd ontwikkeld door het departement
Hauts-de-Seine. Het centrum, met verschillende activiteiten op het gebied van
dans en muziek, moet als een van de nieuwe trekpleisters de harten van het
publiek veroveren.
Trappen en liften brengen je naar een terras met een schitterend uitzicht over Parijs
Het gebouw, dat een
derde van het eiland beslaat is hèt symbool van de metamorfose van Île Seguin.
Het is dan ook een intrigerend gebouw, dat op ieder moment van de dag anders
oogt vanwege het effect van de zon op de ronde glazen constructie. Een enorm zonnezeil, bedekt met 470
zonnepanelen, beweegt zich gedurende de dag over een rails om zo de
blootstelling aan de zon te maximaliseren.
La Seine Musicale ontworpen door de Japanse architect Shigeru Ban
In de ei-vormige koepel
van het gebouw is de concertzaal voor klassieke muziek ondergebracht. Daar is
plaats voor 1.150 bezoekers. De luisteraars zitten op terrasvormige
verdiepingen waardoor geen enkele stoel zich verder dan negentien meter bevindt
van de uitvoerders. Voor de akoestiek heeft de Japanse architect Shigeru Ban
het plafond en de wanden bekleed met kartonnen buizen waar hij alleen het
patent op heeft. Achter de kop strekt het gebouw zich uit als een soort van
oceaanstomer langs de kades van de Seine. Een interne straat van 280 meter lang
rijgt op de begane grond alle commerciële functies aan elkaar. Daarboven weer
repetitielokalen en opnamestudio's. In de uitloper ligt de grote concertzaal,
die 4.000 zittende en 2.000 staande toeschouwers kan ontvangen. Daar zullen dan
ook grootschalige dans-voorstellingen, musicals en spektakels gaan plaatsvinden.
Via trappen aan de voorzijde van het pand, naast een mega groot beeldscherm, bereik
je op 18 meter hoogte het 2.000 m² grote terras dat weer een prachtig uitzicht
biedt over de Seine, Saint Cloud, Boulogne-Billancourt en Parijs. Een creatie
van landschapsarchitect Michel Desvigne.
Op 18 meter hoogte bereik je het 2.000 m² grote terras dat een prachtig uitzicht biedt over de Seine
La Seine Musicale is
tevens de thuisbasis van twee opleidingen: La Maîtrise des Hauts-de-Seine, het
kinderkoor van de opera van Parijs, en Insula Orchestra, onder leiding van
Laurence Equilbey. Het project kostte 170 miljoen euro, waarvan 50 miljoen werd
opgebracht door privé-investeerders.
Het is heerlijk wandelen langs de oevers van de Seine met steeds verrassende doorkijkjes
Over enkele jaren volgt
een muziekcampus waar Canal-Plus, Vivendi en Universal Music een onderkomen
zullen vinden. Aan de andere kop van het eiland komt een museum voor hedendaagse
kunst. Daar wil de projectontwikkelaar, Laurent Dumas, zijn kunstverzameling
exposeren met daarin werk van o.a. Alberto Giacometti, Henri Matisse, Anselm
Kiefer en bill Viola. Verder komt er nog een hotel met 220 kamers.
'Artist impression' van het nieuwe museum voor hedendaagse kunst
Oh ja, en met de Franse
miljardair François Pinault (vermogen $ 20,7 miljard) gaat het ook nog goed
komen: Mede dankzij de initiatieven van de huidige burgemeester van Parijs,
Anne Hidalgo, heeft hij na jaren touwtrekken, een akkoord bereikt met de
gemeente Parijs over onderdak voor zijn omvangrijke kunstcollectie. Voor het
eind van 2018 opent de topman van het luxebedrijf Kering, in de oude korenbeurs
bij Les Halles, een nieuw privaat museum waar een deel van zijn ongeveer 3.500
stukken contemporaine kunst voor het publiek tentoongesteld zullen worden. Een
nieuwe naam voor het museum is er nog niet. Hij laat het ronde beursgebouw
eerst voor circa 100 miljoen verbouwen. Hij heeft daarvoor een beroep gedaan op
de Japanse architect Tadao Ando.
Fase 2 van l'Île Seguin, de muziekcampus, museum en hotel - 'Artist impression'
La Seine Musicale, Cours de l'Île Seguin, Boulogne-Billancourt, Metro Pont
de Sèvres - lijn 9
Een fantastisch gebouw ,een magnifieke toeristentrekker een concertzaal met een uitzonderlijke , gehoor strelende akoestiek en blikvanger pur sang. Een genot !
BeantwoordenVerwijderen