In
een van mijn Parijsboeken kwam ik de volgende zin tegen: "Parijs is een verleidelijke stad, die permanent wil worden
bekeken en aandacht eist, en gezien wil worden door de ogen van een
liefhebbende, verlangende en jaloerse minnaar". Ik moet bekennen dat
ik zo naar mijn favoriete stad kijk. Altijd zoekend als een ware vrijbuiter,
naar verborgen plekken, oases van stilte, onvermoede paradijsjes in anonieme
straatjes, in miskende wijken, waar mijn fantasie het rijk alleen heeft. Op
sommige van deze verschijningen ben ik voorbereid, maar de meeste charmante
kleinigheden van Parijs ontdek ik toevallig. Op iedere willekeurige wandeling
door de stad kom ik er waarschijnlijk tientallen tegen. Het is een klein wonder
dat Parijs zo'n overvloed aan verborgen juweeltjes heeft kunnen bewaren,
ondanks het verslindende moderne stadsleven. Het is zeker een compliment voor
de smaak en geestkracht van de Parijzenaars.
Een verborgen juweeltje in het 20e arrondissement met tuinen vol met blauwe regen, rozen en geurende stefanotis
La Campagne à Paris
In
het 20e arrondissement bezocht ik een unieke en ongewone plaats in Parijs. Een
charmant volksbuurtje gelegen in de buurt van de Porte de Bagnolet ingesloten
tussen de boulevard Maréchaud, rue Geo Chavez, rue du Capitaine Ferber en de
rue Pierre Mouillard, totaal geïsoleerd van de rest van de stad. Drie straten
gelegen, op een kleine heuvel, en elk bereikbaar met een betonnen trap voorzien
van een hout-relief. Eind 19e eeuw waren hier de gipsgroeven die, nadat ze
waren leeggehaald, werden opgevuld met de vrijgekomen grond voor de bouw van een
deel van metrolijn 3, van metrostation Gambetta naar Republique. Op initiatief
van Pastor Sully Lombard werd het grondgebied ter grootte van zo'n 15.800 m²
'bouwrijp' gemaakt voor sociale woningbouw. In 1907 wordt hiervoor een coöperatie
opgericht en in de zomer van 1914 wordt de eerste tranche van 45 woningen
opgeleverd. Door toedoen van de Eerste Wereldoorlog start de tweede fase pas in
1922.
Hier herleeft het oude dorp Charonne van voor de annexatie door Parijs in 1860
Op 20 juni 1926 wordt de 'La Campagne à Paris', zoals het wijkje heet
ingehuldigd. De huisjes zijn allemaal verschillend omdat ze zijn ontworpen door
verschillende architecten. Voor die tijd voorzien van redelijke luxe zoals een
badkamer, toilet, stromend water en met veel groen. 92 huisjes voorzien van
prachtige luifels, idyllisch gelegen langs meanderende straatjes, met namen als
rue Paul Strauss, rue Jules Siegfried en rue Irénée Blanc, met tuinen vol met
blauwe regen, rozen en geurende stefanotis. Hier herleeft het oude dorp
Charonne van voor de annexatie door Parijs in 1860. Een stukje platteland in
Parijs.
Verlaat
je dit kleine paradijselijke stukje Parijs via de trappen aan het einde van de
rue Irénée Blanc, via de place Octave Chanute en de rue du Capitaine Ferber kom
je uit op de Place Edith Piaf met het bronzen standbeeld van een van de
grootste chansonnières die Frankrijk ooit heeft voortgebracht. Helaas is de
gekozen plek even armzalig als de jeugd die zij hier in deze wijk heeft gekend.
Metrostation:
Porte de Bagnolet
92 Huisjes voorzien van prachtige luifels, idyllisch gelegen langs meanderende straatjes
Impasse des Deux-Néthes
Zomaar
een doodlopende steegje in het dorp Clichy. Alle woorden zijn van toepassing,
rustiek, landelijk, pittoresk en vervallen. Ooit droeg het de naam Impasse
Antin maar het werd vernoemd naar de eigenaar van het grondgebied wiens
eigendom door Haussmann in 1860 werd geannexeerd: Impasse Béranger en onderdeel
werd van het 18e arrondissement. In 1877 kreeg het zijn huidige naam Impasse
des Deux-Néthes. Dit maakte deel uit van een golf van herbenoemingen van
straten waarbij straten de naam kregen van plaatsen in Elzas-Lotharingen. Het
gebied dat Frankrijk na de Frans-Duitse oorlog van 1870 was kwijtgeraakt. De
naam bevat in het Frans een spelfout, een accent aigu waar het een accent grave
hoort te staan: Deux-Nèthes in plaats van Deux-Néthes maar aangezien de naam
per decreet was vastgesteld liet men het maar zo. De Impasse ligt te midden van
19e-eeuwse lelijke hoogbouw die in dit deel van Parijs altijd nog zo'n € 6059
per m² doet. Na de sloop van enkele gebouwen aan het einde van de 20e eeuw is
er in het midden een binnentuin ontstaan, het square des Deux Nèthes (hier is
het wel goed) waarvan een wand gesierd wordt met een enorme graffiti
voorstellend Abbé Pierre.
Impasse des Deux-Néthes, alle woorden zijn van toepassing, rustiek, landelijk, pittoresk en vervallen
Ik
zou voor deze impasse niet speciaal een omweg maken maar het combineren als u
toevallig 'Le Bal' bezoekt, gelegen in een doodlopend straatje een stukje
verder, de Impasse de la Défense, aan de Avenue de Clichy. Hier is in september
2010 'Le Bal' geopend. Ooit een achteraf danszaaltje onder de naam Chez Isis,
een bordeel, restaurant en feestzaal. Mede dankzij particulier initiatief
getransformeerd in een centrum voor beeld- en fotodocumentatie. Een van de
initiatiefnemers schijnt Magnum Photos Paris te zijn. Het fameuze
fotopersbureau van Henri Cartier-Bresson. 'Le Bal' heeft ook nog een café met
terras en een kleine boekwinkel. Hou er rekening mee dat Le Bal op maandag èn
dinsdag gesloten is. Impasse de la Défense
6, métro place de Clichy.
De Cité des Fleurs is een oase van rust
La Cité des Fleurs
Als
je nog steeds bewondering koestert voor Catherine Deneuve dan is La Cité des
Fleurs tussen de rue de Clichy en nr, 59 van de rue de la Jonquière een 'must
see' en niet alleen omdat Catherine Deneuve er is geboren! De Cité des Fleurs
is een oase van rust. Deze 320 meter lange privéstraat midden in een drukke
volksbuurt werd aangelegd in 1847. Links en rechts staan bomen en overal zie je
fraaie gevels en charmante woningen, met mini-tuintjes. Volgens de overlevering
waren huisbezitters hier ooit verplicht om in die tuin minimaal drie bomen te
planten, vandaar de naam. Rijke industriëlen kochten hier een optrekje voor hun
maîtresses. Je waant je hier op het platteland, kalmte, vogeltjes en vallende
kastanjes in de herfst.. De straat is alleen overdag toegankelijk voor
niet-bewoners. Ingang tegenover de avenue Clichy nummer 41. Het
dichtstbijzijnde metrostation is Brochant.
Volgens de overlevering waren huisbezitters hier ooit verplicht om in die tuin minimaal drie bomen te planten
Galerie Argentine
Een
passage die ik nog in geen enkel Parijsboekje ben tegengekomen is Galerie
Argentine. Toevallig passeerde ik deze bijzondere passage op weg naar het
Réservoir de Passy (zie ook mijn blog van 31 juli 2015). Aan de avenue Victor
Hugo 111 ligt een decorstuk dat zo in de film 'Hugo' van Martin Scorsese zou
passen. Een prachtig voorbeeld van de Parijse art-nouveau, ontworpen door Henri
Sauvage en Charles Sarazin. Een statig gebouw met veel glas en ijzer,
symmetrisch van vorm, met bij de ingang twee krachtige pilaren en hoge
boogramen. De passage toont hoog en rank mede dankzij een loggia en een gebogen
glazen dak, geheel gevat in metaal. Links en rechts, boven en onder, kleine
winkeltjes. Het geheel een toonbeeld van eenvoud. De bouwvergunning voor de
winkelgalerij werd in 1904 afgegeven op aanvraag van de Argentijn Mayol Senillosa.
De oplevering vond plaats in 1907. De architect Henri Sauvage kennen we ook van
het op renovatie wachtende warenhuis Samaritaine aan de oever van de Seine
tegenover de Pont Neuf. La Galerie Argentine ligt verborgen in het 16e
arrondissement.
Galerie Argentine: Een prachtig voorbeeld van de Parijse art-nouveau, ontworpen door Henri Sauvage en Charles Sarazin
La cour de Rohan
Via
de rue Saint André des Arts (metro Saint-Michel) loop ik in westelijke
richting. Bijna aan het einde van de straat aan de linkerkant loopt de deels
overdekte, 18e eeuwse, cour du Commerce Saint-André, gebouwd in 1776 op een
voormalige tennisbaan. Toen nog jeu de paume, de voorloper van tennis. Rechts
de achterzijde van het oudste café van Parijs, Le Procope, geopend in 1686.
Hier schonk een zekere Francesco Procopio dei Coltelli een nieuw, modieus
drankje, dat men café noemde. Tegenover Le Procope bevindt zich een poort (voie privé) en achter deze
poort vindt u een drietal binnenplaatsen die u terug brengen naar voorbije
eeuwen. La cour de Rohan met een toren nog intact, als onderdeel van de
omwalling van Parijs, gebouwd door Philippe-Auguste. Hendrik II liet hier in de
16e eeuw huizen bouwen voor zijn maîtresse. Kunstschilder Balthus had hier 80
jaar geleden zijn atelier. De Cour de Rohan is het oude en verborgen Parijs.
Door de volgende poort, met links en rechts een 'pas-de-mule': Stenen bedoeld
om gemakkelijk een paard te kunnen bestijgen. Het derde binnenhofje met een
oude put omgeven door elegante huizen. Het lijkt of de tijd hier voor altijd
stil is blijven staan, alles ademt hier geschiedenis. La cour de Rohan ligt
verborgen in het 6e arrondissement.
De Cour de Rohan is het oude en verborgen Parijs
Cimetière des chiens
Voor
het laatste stukje 'verborgen Parijs' maken we een klein zijsprongetje naar een
buitenwijk van Parijs, namelijk naar Asnières sur Seine. Aan de noordwestkant van Parijs, langs de
Seine, ligt het oudste dierenkerkhof ter wereld. Ik moet u eerlijk bekennen,
zelfs ik kende deze plek niet. Het was dan ook letterlijk en figuurlijk
hondenweer toen ik een bezoek bracht aan het 'Cimetière Animalier' beter bekend
als het 'Cimetière des Chiens'. Het hele weekend regende het al pijpenstelen en
ik besloot het kerkhof te bezoeken op mijn terugweg naar huis. Je kunt het
beste metrolijn 13 nemen naar het metrostation Gabriel Péri - Asnières
Gennevilliers.
Marquise
en Tony; de honden van prinses Lobanof
De
dierenbegraafplaats ligt op loopafstand van het metrostation, onder de Pont de
Clichy op een langgerekte strook direct aan de Seine. Dit kerkhof, een
initiatief van de Parijse journaliste en dierenliefhebster Marguerite Durand,
bestaat al sinds1899. In het begin was dit het dierenkerkhof voor de Parijse
elite, niet alleen voor huisdieren, waaronder honden en katten, maar ook voor
konijnen, paarden en ezels. In 1958 werd hier het veertigduizendste kadaver ten
grave gedragen.
Het
graf van de bekendste TV-hond; Rin Tin Tin
Onder
het merendeel van de grafstenen liggen echter honden begraven, waaronder de
bekendste TV-hond (na Lassie) Rin Tin Tin.
Een plaquette herdenkt Barry, de Sint Bernardshond, die zelf tragisch om
het leven kwam tijdens een reddingsoperatie waarbij hij 40 mensenlevens redde.
Een andere getuige van de relatie tussen mens en dier is het monument,
opgericht in 1912, ter nagedachtenis aan alle politie reddingshonden, waaronder
Dora en Papillon, omgekomen bij het uitvoeren van hun plicht. Vertederend is
het graf van de kat Kroumir, van de beroemde Franse journalist en politicus
Henri De Rochefort, waarvan verteld wordt dat ze uit verdriet vier dagen na
haar meester stierf. Ik hoop dat ik je tot een bezoek kan verleiden want ik heb
tenslotte niet voor niets twee uur in de stromende regen staan fotograferen,
schuilend onder een grote paraplu. Door en door nat, maar het was en is zeker
de moeite van een bezoek waard.
En
hier rust 'Plume'
Openingstijden
10.00 uur tot 16.30 uur (zomers tot 18.00 uur) Entree € 3,50 inclusief
plattegrond. Gesloten op maandag en feestdagen.
Bedankt weer! Ben net terug uit Parijs, en je blogposts laten me altijd verlangen naar meer van deze stad!
BeantwoordenVerwijderenDank je wel 'Moois van me' - dan is mijn doel weer bereikt.
BeantwoordenVerwijderen