Een foto
op Facebook, van een van mijn trouwe lezers, intrigeerde mij zo dat ik tijdens
mijn afgelopen bezoek aan Parijs naarstig op zoek ging. Een toegestuurd kaartje
bracht mij na jaren weer terug naar een van mijn geliefde parken in Parijs:
Parc de Bercy in het 12e arrondissement. Heerlijk om te wandelen,
vooral in de lente en de herfst. Het parc de Bercy heeft al een leven van
honderden jaren achter de rug. Volgens de legende is de oorsprong van de naam "Bercy"
afkomstig van een eiland gelegen aan de monding van de rivier de Seine;
"Belsinaca" waar Keltische stammen ca. het jaar 850 enkele hutten hadden gebouwd. In het jaar 1704 wordt
het eiland Bercy bij gratie van Louis XIV vrijgesteld van belastingen bij het
verkopen van wijn. De eerste wijnkelder van
Bercy is geboren. In de 17de eeuw was het onderdeel van een domein dat zich
uitstrekte van de rand van de stad tot aan Charenton. De gemeente Bercy wordt
opgericht in 1790 en op de 1e januari 1860, wordt Bercy geïntegreerd in Parijs.
Door haar ligging aan de Seine groeit Bercy uit tot een van de grootste wijnmarkten van de wereld
In het zelfde jaar wordt het een
wijnopslagplaats, waar bomen worden geplant die voor verkoeling van de
entrepots moeten zorgdragen. Door haar ligging aan de Seine groeit Bercy uit
tot een van de grootste wijnmarkten van de wereld. Wijn, eaux de vie en port
worden in houten schuiten over de Seine en later per spoor aangevoerd. Daarna
neemt het aantal wijnkelders snel toe en
worden in 1878 de Entrepôts van Bercy, een belastingvrije enclave van 43
hectares groot. Langs het water
verschijnen lokalen, de "guinguettes", waar men kan eten, drinken en
flirten in de buitenlucht aan feestelijk opgemaakte tafels en men de musette
kan dansen op de altijd vrolijk stemmende Franse accordeonmuziek. Veel
kunstschilders, schrijvers, en fotografen, hebben zich laten inspireren door
deze “art de vivre”.
Bercy, begin 20e eeuw
Geleidelijk
aan verliest de wijn zijn krans en worden de opslagplaatsen verlaten. De
gemeenteraad van Parijs lanceert in 1979 grootse plannen, die kunnen worden
beschouwd als het begin van de herontwikkeling van het vervallen Bercy. De
meeste wijnkelders hebben het veld moeten ruimen, maar gelukkig zijn de
Entrepôts van Bercy gespaard gebleven en vormen het laatste voorbeeld van
industriële architectuur uit de 19de eeuw. De "Grand Projets" van
president François Mitterand zorgen voor een hernieuwde aandacht voor tuinen en
parken. Het klassieke parc de Bercy, 12,5 hectaren groot, wordt opnieuw
aangelegd. Gelukkig zijn de herinneringen aan het prachtige wijnverleden nog
overal zichtbaar aanwezig. De treinsporen op de lanen waarover de druiven werden
getransporteerd. De woningen van een tweetal wijnhandelaren, een oud tolhuis en,
later toegevoegd, een heuse wijngaard met 350 stokken, goed voor zo’n 250 liter
wijn per jaar. Tussen de meer dan honderd jaar oude kastanjes en platanen zijn
grootse waterpartijen aangelegd met loopbruggen en sculpturen en negen
thematische tuinen. Waaronder de "Jardin de la Mémoire", opgedragen
aan Yitzak Rabin met een rozentuin, een kruidentuin en een boomgaard met
orangerie. Drie loopbruggen brengen je van de ene kant naar de andere kant van
het park en naar de cour Saint-Émilion met de gerestaureerde wijnpakhuizen van
Bercy. Een binnenplaats geplaveid met meer dan 17.000 oude straatstenen en de
oude spoorbaan nog intact is omgeven door leuke winkeltjes, een wijnbar en volop
restaurants, waar het bij mooi weer heerlijk lunchen is of gewoon genieten van
een goed glas wijn of een heerlijke cappuccino.
Het huidige parc Bercy waar de sporen van het verleden duidelijk zichtbaar zijn.
Een
andere bijzondere plek die herinnert aan het wijnverleden van Parijs is een plek,
gesitueerd in een kwadrant tussen de rue
des Pirogues de Bercy, rue Baron le Roy, avenue des Terroirs de France en de
rue l'heureux, 1,5 hectare groot en gelukkig benoemd tot cultureel erfgoed. De ‘Pavillons
de Bercy’, de voormalige wijnmagazijnen gebouwd door een leerling van Eiffel
omvatten; 10.000 M² gebouwen, waarvan 5.000 M² speciaal zijn ontworpen voor een
breed scala van bedrijfsevenementen en privé recepties; 3.000 vierkante meter verharde binnenplaatsen
en met bomen omzoomde straten; 1.000 M² verdeeld in 2 buitenruimten van 500 M²
elk, die kunnen worden overdekt met tenten. In een van de ‘pavillions’ is het ‘Musée
des Arts Forains’ gevestigd. Jean-Paul Favand verzamelde gedurende 35 jaar
duizenden zeldzame objecten; kermissen, entertainment, variété, theater en
music hall. Helaas is dit prachtige museum alleen voor het publiek geopend
tussen 26 december en 2 januari, waar je kunt kennismaken met de dromerige en
surrealistische fantasiewereld van de kermis.
Er is zelfs een heuse wijngaard met 350 stokken, goed voor zo’n 250 liter wijn per jaar
Het
toegestuurde kaartje voert mij richting de Seine naar de quai de Bercy waar ik
oog in oog kom te staan met een loopbrug over een knooppunt van snelwegen en
spoorbanen maar ook een gesloopte ijzeren deur die toegang geeft naar een
doorgang met een twintigtal arcades. Ik ben hier duidelijk op verboden gebied
en ik twijfel of ik mij hier wel moet begeven. Het is duidelijk gekraakt en
sommige overdekte delen dient als slaapplaats voor clochards en randfiguren uit
de Parijse samenleving. Maar u kent mij, het bloed kruipt waar het niet gaan
kan. Dit keer ben ik beland in een van de meest bijzondere stukje uit de
historie van het wijnverleden van Bercy. Ik ben aangekomen aan de rand van
Parijs en de voorstad Charenton. Gesplitst door een gigantisch rangeerterrein
van het Gare de Lyon en het Gare de Bercy. Hier liep vroeger de Petite Ceinture
en ik sta bij de overblijfselen van de Gare de la Rapée. Gebouwd in 1862 en
onderdeel van de PLM- lijn: Parijs, Lyon, Marseille en de Petite Ceinture. Later,
tussen 1877 en 1895, aangevuld met grote magazijnen.
Een gesloopte ijzeren deur die toegang geeft naar een doorgang met een twintigtal arcades
Zo rond
1850 werd besloten om een spoorbaan aan te leggen langs de toenmalige
stadsgrenzen. De 'Chemin de fer de Petite-Ceinture', voorloper van de metro
maar dan grotendeels bovengronds. Meer dan 160 jaar later bestaat het grootste
deel van het traject nog steeds. In 1848 had Parijs vijf grote stations gerund door vijf
verschillende spoorwegbedrijven: la Compagnie des chemins de fer de l'Ouest (de
stations Gare Saint-Lazare -1837 en Gare du Nord - 1846), la Compagnie du
chemin de fer de Paris à Strasbourg (Gare de l'Est - 1849), la Compagnie des chemins de fer de Paris à
Lyon et à la Méditerranée (gare de Lyon - 1847) en la Compagnie du chemin de
fer de Paris à Orléans (Gare d'Austerlitz - 1840). Ieder spoorbedrijf onderhield zijn eigen
spoorlijn zonder enige aansluiting op een concurrerende lijn, want dit zou hun
regionale monopolies in gevaar brengen. Aangezien er in Parijs geen enkele
spoorverbinding bestond tussen de diverse grote treinstations, moesten goederen
door de nauwe straten, met paard en wagen worden vervoerd, om elders hun weg per
spoor te vervolgen. Een ringlijn bood de mogelijkheid om de stad te omzeilen en
aftakkingen zorgden ervoor dat alle stations bereikbaar werden.
Het ‘Terrasse des Négociants’ met de twintig bogen onderdeel van het vroegere Gare de la Rapée
Ingeklemd
tussen de Seine, de snelweg A4 en de Périphérique diende dit voormalige station
als goederenstation voor wijnen aangevoerd vanuit Algerije met koelwagons via
de Franse haven van Marseille. Het station kent een unieke bouw , heeft de vorm
van een rechthoek van 300 meter lang en 130 meter breed en bestaat uit twee
niveau’s. Het onderste niveau; 'La Rapée inferior' of het Bercy koelstation
bestaat uit zes kluizen die liggen onder het niveau van de Seine en van de
spoorbaan maar op het zelfde niveau als de pakhuizen van Bercy, waar nu onder
andere het Musée des Arts Forains is gevestigd. De kluizen waren voorzien van
een eigen spoorsysteem met roterende platforms en hydraulische liften. Mede
dankzij de thermische isolatie en imposant metselwerk steunend op zes meter
hoge kolommen, heerst hier de ideale koeltemperatuur voor de opslag van wijn
namelijk 14°C.
Het bovenste niveau ‘La Rapée superior’ ligt er precies boven en
direct aan de spoorweg Parijs, Lyon, Marseille. Achter het station het ‘Terrasse
des Négociants’ met de twintig bogen. Hier liepen de wijnkoopmannen om in een
van de zes kelders de aangevoerde wijn te proeven en via een tunnel ter hoogte
van rue Baron-Le-Roy te laten afvoeren naar de naastgelegen pakhuizen. Daar
schroomden zij niet om de Bourgogne of de Côtes-du-Rhône te ‘veredelen’ met
Algerijnse wijn. Tot 1960 verdienden de wijnhandelaren van Bercy een fortuin
met deze assemblage producten van twijfelachtige kwaliteit. De structuur van
het station is nog steeds uniek in Frankrijk en is nog steeds het enig
overgebleven ecologische magazijn in Parijs. Net als de Petite Ceinture werd
het station gesloten op 23 juli 1934. In 1977 werden de gebouwen door de SNCF
verkocht aan de stad Parijs. De huidige gebouwen zijn nu in gebruik als
opslagruimtes, filmstudio of ateliers voor kunstenaars en ambachtslieden
waaronder timmerlieden en metaalbewerkers.
Mede
dankzij het initiatief van Xavier Niel, een Franse ondernemer en zakenman die
actief is in de telecommunicatie- en technologie industrie, is Parijs beter na
gaan denken over het behoud van spoorweg erfgoed. De onlangs geopende Halle
Freyssinet in het 13e arrondissement is daar een schoolvoorbeeld van
(zie ook mijn vorige blog over een bizar stukje Parijs). Ooit een vervallen
3000 meter lange vrachthal van de Franse spoorwegen, nu een monument dat plaats
biedt aan de grootste internet-incubator ter wereld met onderdak voor maar
liefst 1000 start-ups. De nieuwe naam voor deze start-up campus: Station F.
Groen licht voor het Bercy-Charenton project
Op 3
juli 2017 heeft de gemeente Parijs het ontwikkelingsproject voor het district
Bercy-Charenton goedgekeurd. Een samenwerking tussen de stad Parijs en de
voorstad Cherenton-le-Pont. Op een gebied van 80 hectare ontstaat tussen 2018
en 2030 een geheel nieuw economisch centrum, Bercy-Charenton, als uitbreiding
van het 12e arrondissement. Geraamde kosten 1 miljard euro. Vier
projectontwikkelaars werken er aan: Nexity, Altarea, Bouygues en de Belgische
groep Atenor. Het project is een echt hoofdpijndossier voor stadsplanners. Het
gebied van 80 hectare is een groot bord spaghetti, doorkruist door de snelweg
A4, de rondweg van Parijs en de nodige knooppunten van de Franse spoorwegen.
Het gebied omvat ook nog eens andere opmerkelijke erfgoedkenmerken zoals het
bastion van Thiers (1845), een van de weinige overblijfselen van een fortificatie.
De begraafplaats van Valmy, het stadion van Leo Lagrange uit 1930 en het Gare
de la Rapée, het belangrijkste stukje erfgoed van de sector.
Het gebied rond de Gare de la Rapée - Photo courtesy of Google Earth
28
hectare wordt besteed aan huisvesting waarvan 60% gereserveerd voor sociale
woningbouw. 22 hectare wordt bebouwd met kantoren die werk bieden aan ruim
13.000 medewerkers. De overige vierkante meters worden openbare voorzieningen
waaronder een groot park, een winkelcentrum (Bercy 2), hotels, scholen,
bibliotheek en een zwembad. Zo ontstaan aan de Bercy-zijde zes woontorens
waarvan de hoogste 180 meter zal zijn. De bovenzijde van het station de la
Rapée zal verdwijnen om plaats te maken voor een groene ruimte van ruim 2
hectare met uitzicht op de Seine. Drie van de zes ondergrondse kluizen worden
behouden en geaccentueerd door drie grote kassen die één grote muur van groen
en glas vormen. Verder het bouwen van bruggen, tunnels en promenades over en
onder de diverse verkeersknooppunten. Het Bercy-Charenton project wordt een van
de grootste uitdagingen van de stad.
Bruggen, tunnels en promenades over en onder de diverse verkeersknooppunten
Met dank
aan Ingrid Nikita Debeau die mij attendeerde op dit opmerkelijke stukje Parijs.
Interessante info! Misschien nog aan toevoegen het gebouw van de Cinémathèque van Frank Gehry
BeantwoordenVerwijderenBij deze:
BeantwoordenVerwijderenAan de zijkant van het park, recht tegenover de ingang bij de passerelle Simone de Beauvoir, aan de rue Paul Belmondo staat de Cinémathèque Française het vroegere American Center. Dit creatieve ontwerp is van de in Amerika wonende Canadese architect Frank O. Gehry. Gehry is ook de vormgever van het Guggenheim Museum in Bilbao en een van de grondleggers van het deconstructivisme (chaotische, onvoorziene maar gecontroleerde, perfect ontworpen gebouwen) waaronder ook Zaha Hadid en Rem Koolhaas behoren. Het gebouw gemaakt van zink, glas en kalksteen lijkt op een pak vallende kaarten, aldus Gehry, geïnspireerd op collages van Matisse. In het gebouw is een permanente tentoonstelling over de geschiedenis van de film. De collectie is te danken aan Henri Langlois (1914-1977), oprichter van de Cinémathèque Française en geestelijk vader van de Nouvelle Vague. Hij was een van de oprichters van het franse filmarchief in 1936 samen met een andere film-enthousiasteling Georges Franju. De permanente tentoonstelling 'Passion Cinema' toont voorwerpen rond het ontstaan en de ontwikkeling van de film, waaronder de projector van Louis Lumière. Door de uitvinding van de cinématographe, 's werelds eerste projectieapparaat en filmcamera in één, waren hij en zijn broer Auguste, een van de grondleggers van de cinematografie. Louis Lumière wordt dan ook vaak "de vader van de cinema" genoemd. Verder veel filmkostuums en filmdecors.