Al
jaren worden de covers van modebladen, de catwalks van beroemde modehuizen
gevuld met Nederlandse topmodellen. Namen die wij allemaal kennen, waaronder
Doutze Kroes, Lara Stone, Bregje Heinen, Kim Noorda, Yfke Sturm, Romee Strijd
en zo kan ik nog een hele tijd doorgaan. Nederland is altijd een echt export
land geweest wat betreft modellen. Ze zijn mooi, lang, maar vooral
professioneel, gedisciplineerd en gemakkelijk in de omgang. Dit geldt overigens
niet alleen voor modellen maar onze dansers en danseressen zijn door de jaren
veel gevraagd in cabarets over de gehele wereld. Ook in de dansscene van
Parijse cabarets waaronder het Lido, Moulin Rouge, Crazy Horse en Paradis Latin
zijn Nederlandse namen te vinden. Bij het Lido zijn ze onderdeel van ‘Les
Bluebells’, bij de Moulin Rouge ‘Les Doriss Girls’, Crazy Horse zijn Crazy
Girls’’ en bij het Paradis Latin ‘La
Troupe de Molly Molloy’.
De entree aan de rue Cardinal Lemoine 28
Een
paar weken geleden had ik een ontmoeting met de Nederlander Pieter Eggenhuizen,
jarenlang danser en solist bij een van de oudste nachtclubs van Parijs; Paradis Latin. Te vinden in het 5e arrondissement op nummer 28 van de rue
Cardinal Lemoine. Eerst even wat historie: De geschiedenis van het pand gaat
terug tot 1803, toen Napoleon besloot om een theater te bouwen in de rue des
Fosses-Saint-Victor op de fundamenten van de stadsmuur van Philippe Auguste. Het theater kreeg de naam ‘Théâtre Latin’, genoemd naar het Quartier Latin. De
wijk rondom de Sorbonne op de linkeroever van de Seine. waar bohemiens,
intellectuelen, artiesten, schrijvers en studenten elkaar ontmoeten. De sfeer
is die van de ‘Comédie Humaine van Honoré de Balzac’ een broedplaats van literaire,
politieke en poëtische fauna. Daar ontmoeten we Balzac, maar ook Alexandre
Dumas. Pas in 1830 begon het theater zijn eerste hoogtepunten te kennen in het
nachtleven van Parijs. Helaas wordt het theater tijdens de opstand van 1870
door brand verwoest en duurt het tot 1887 dat naar een ontwerp van Gustave
Eiffel een nieuw theater verrijst dat zijn deuren opent op 20 januari 1889.
Eiffel besluit de overblijfselen van het oude theater opnieuw te gebruiken. Het
gebouw werd geopend twee maanden voordat de Eiffeltoren werd voltooid. Net als
de Eiffeltoren bestaat het nieuwe cabaret uit metalen structuren, waarvan de
originaliteit verrassend is en bezoekers verbaasd zijn over het indrukwekkende
volume van de zaal, die associaties oproept met een kathedraal. De centrale
koepel is werkelijk oogverblindend. Het ‘Théâtre Latin’ is dood, lang leve
Paradis Latin. De show toentertijd, was gebouwd rond vier hoofdpunten:
Operette, ballet, pantomime en buitenissigheden.
De theaterzaal naar ontwerp van Gustave Eiffel
Maar
aan de andere kant van de Seine, aan de noordkant van Parijs groeide de
concurrentie. Door de geografische afscheiding van de stad kon Montmartre zich
in de 19e eeuw ontwikkelen tot het meest decadente deel van de stad. Bekende
artiesten woonden er: Henri Toulouse de Lautrec, Auguste Renoir, Georges Bracque,
Guillaume Appolinire, Pablo Picasso, Van Gogh en meer. Medeplichtig hieraan
waren de zogenaamde cocottes, de courtisanes of de talrijke prostituees. Een van de meest beroemde 'Cocottes' was uit
die tijd Coca Pearl die liefkozend 'la grande horizontale' of 'plat du jour'
werd genoemd. Parijs barstte van de cafés, cabarets en dance halls, die dienden
als ontmoetingsplaats voor de bohemiens en de kunstenaars. Het neveneffect van
al deze ontwikkelingen was een scepsis tegenover het belang van geloof en andere
morele waarden. Geen wonder dat op de plek van een dance hall genaamd 'La Reine
Blanche', Joseph Oller en Charles Zidler op 6 oktober 1889 de Moulin Rouge
openden, op de Place Blanche, aan de voet van Montmartre. Hèt mekka van het
Parijse nachtleven. Joseph Oller (1839-1922) een in Catalonië geboren zakenman
die zijn fortuin maakte in Parijs als uitvinder van een nieuw soort wedsysteem;
'Pari Mutuel', en zo indruk maakte als bookmaker bij het paardrennen. Dit gaf
hem de middelen om samen met zijn compaan Charles Zidler (1830-1897) niet
alleen de Parijse muziektempel Olympia, de Jardin de Paris, maar ook de Moulin
Rouge te bouwen. Bij dat laatste kwam hun perfectionisme naar boven. Zij wilden
het grootste en mooiste cabaret creëren. Een tempel opgericht als ode aan de
vrouw en de dans.
Bezoekers zijn verbaasd over het indrukwekkende volume van de zaal, die associaties oproept met een kathedraal
In Parijs begint de geografie van het
nachtleven in de hoofdstad te bewegen en er volgt een trage migratie van de
linkeroever naar de rechteroever. Aan het begin van de twintigste eeuw is
Montparnasse de nieuwe wijk van het trendy Parijs en 's nachts is het
Montmartre. Paradis Latin heeft zwaar te lijden en sluit uiteindelijk haar
deuren, om vervolgens ruimte te bieden aan een bierhal met animatie, om daarna
overgenomen te worden door Charles Leune, een pottenbakker en glasmaker die een
grote oven installeert. In 1930 doet het pand nog dienst als pakhuis voor
farmaceutica.
Veertig
jaar later, in 1973 meld zich een nieuwe koper voor het pand, Jean Kriegel, een
vastgoedontwikkelaar die van plan is om het pand te verbouwen tot een
appartementen-complex. Tijdens zijn zoektocht door het pand vindt hij 18.000
glazen pipetten en andere resten van de vorige eigenaars. Nog
verbazingwekkender; bij het weghalen van de scheidingswanden en de plafonds
werden de prachtige structuren van Eiffel weer blootgelegd. Op een van de
wanden ontdekt hij een poster van Paradis Latin. Maar dan moet het meest
bizarre nog komen. Op de eerste etage ontdekken de bouwvakkers een geweldige
koepel beschilderd met alles wat Paradis Latin te bieden had tijdens de belle
époque. Betoverd door de magie van de plek, besluit Jean Kriegel deze hal
geheel in zijn oude glorie te herstellen en Paradis Latin herrijst letterlijk
en figuurlijk uit haar as. Op 14 november 1977 gaat de eerste echte show in
première: ‘Paris Paradis’. ‘Champagne’ in 1984 en in 1987 ‘Hello Paradis’ met
als danser de Nederlander Pieter Eggenhuizen.
Voor zijn lenigheid kreeg de Nederlander Pieter Eggenhuizen de bijnaam 'The Flying Dutchman'
Contact
met hem brengt mij naar Nijmegen waar ik ontvangen wordt met een echte ‘Franse
lunch en een goed glas chardonnay. Een uiterst jong uitziende vijftiger,
atletisch gebouwd maar met zijn 1.72 meter kleiner dan ik vermoedde. Na het
tweede jaar van zijn dansopleiding bij
Maria More in Amsterdam hield hij het voor gezien en vertrok eind jaren ’80
naar zijn droomstad Parijs om carrière te maken in dansen. “Mede dankzij mijn
ballet docente lukte het mij om een privé-auditie te doen bij de Paradis Latin.
Helaas was ik eigenlijk net iets te klein, de minimale lengte in die tijd was
1,75 meter en bij het Lido zelfs 1,85 meter. Maar door mijn jarenlange turnachtergrond
en mijn danservaring werd ik toch aangenomen.
“Paradis
Latin was toentertijd dé dansshow. Je moest kunnen tappen, klassiek ballet maar
ook modern. Je moest kennis hebben van alle dansstijlen van ‘pas de deux’ tot
de tango en de cancan. Er werd enorm veel van je lichaam gevraagd. Gelukkig
dansten we maar één show per avond, maar je staat toch bijna twee uur op het
toneel. We waren toen met 20 dansers, 7 mannen en 13 vrouwen waarvan 6
toppless. Ook de obers hadden een verrassende rol in de show. Nog steeds staat
Paradis Latin voor zang, dans, acrobatiek en dat alles onder leiding van een
spreekstalmeester”.
Pieter Eggenhuizen in zijn rol in Paradis Latin en als fotomodel
Gul
volgt er weer een glas wijn; betaalde het goed? “In die tijd was je als danser
een artiest. Je kreeg betaald pèr show die je danste en ik kreeg voor de twee
solo's extra betaald. Tegenwoordig is dat allemaal belangrijk minder. Doordat
ik ’s avonds werkte kon ik overdag, behalve mijn repetities, allerlei andere
schnabbels er bij nemen, waaronder televisiewerk, videoclips, ontwerpen van kostuums
en af en toe een leuke modellenklus, ik had daar wel een héél leuk leventje.
Waar
ik met het meeste plezier heb gewoond?
“Eigenlijk
overal wel. Iedere wijk in Parijs heeft wel iets bijzonders. Ik ben begonnen in
het 18e achter de Sacre Coeur, verhuisde naar het 15e,
naast de École Militaire’, het 17e, place du Ternes en vervolgens
weer terug naar het 15e arrondissement”.
Pieter in een van zijn huidige rollen als choreograaf
Nooit
willen dansen bij een ander cabaret in Parijs, Lido, Moulin Rouge, Folies
Bergère?
“Nee”,
klinkt het pertinent. “Paradis Latin voelde voor mij als een grote familie.
Bovendien, dankzij mijn twee solo’s kreeg ik daar de kans om te stralen. Alles
wat ik leerde kon ik kwijt in de show. Andere cabarets betaalden ook minder per
show en je had twee shows per dag. De cast was internationaal wat mij ook weer
kansen bood voor optredens in het buitenland waaronder Seoul in de show ‘Brava’
en Japan in de show ‘Sirella’. En de grootste beloning is dan, dat als je
terugkomt in Parijs, je weer wordt teruggevraagd! 1996 was mijn laatste jaar
bij Paradis Latin waar ik heb gedanst in ‘Viva Paradis’.
Waren
er ook minder leuke dingen?
“De eenzaamheid in zo'n grote stad en de druk
van altijd moeten presteren. Blessures betekende niet kunnen dansen en dus kans
om je baan kwijt te raken. Ondanks dat het een grote familie was, was er ook
soms wel onderlinge jaloezie. Elke paar maanden waren er weer nieuwe audities
dus je moest jezelf steeds blijven bewijzen. En wat er ook gebeurt, de show
must go on”!
“Elke
avond sloten wij af met mijn favoriete nummer: de cancan. Het meest zware
nummer uit de show maar kon hier al mijn energie en acrobatiek in kwijt.”
De
cancan, of coincoin, was oorspronkelijk de laatste figuur van de Quadrille, een
modieuze ballroomdans uit Frankrijk van de negentiende eeuw tot de Eerste
Wereldoorlog. Het was een levendige countrydance, verwant aan de wals en
voorloper van de polka. Door al deze opwindende eigenschappen werd hij
voornamelijk populair als laatste dans van de avond. De cancan werd eerst
‘chahut’ (lawaai) genoemd, alvorens de meer
bekende naam in gebruik kwam. Cancan, tevens een ander woord voor
schandaal of roddelpraat was letterlijk een buitenbeentje in de danswereld.
Zoals wel vaker bij gewoonten uit de populaire cultuur is het moeilijk om het
juiste beginmoment te achterhalen. Danseres Nini-Pattes-en-l’air zou
bijvoorbeeld de cancan hebben uitgevonden, net als Charles Mazurier, populair
entertainer uit de jaren 1820, die de dans zou hebben beïnvloed door zijn
acrobatische toeren. Volgens de Nederlandse Wikipedia komt de dans
oorspronkelijk uit Algerije en volgens anderen was het de Britse grootmeester
van de Music-Hall Charles Morton, die in 1861 in London de cancan uitvond door
zich te laten inspireren door de Quadrille. Elf jaar eerder, in het Parijs van
1850 zou sterdanseres Céleste Mogador de naturalistische Quadrille hebben
uitgedacht, dè rechtstreekse voorloper van de cancan. Algemeen wordt echter
aangenomen dat de cancan voor het eerst werd gedanst in de balzalen van de
arbeidersklasse op Montparnasse in Parijs rond 1830 een soort van lokdans met
een erotische functie, waarin een aantal vrouwen in een rij naast elkaar staan
en tegelijk bewegen op de maat van de muziek. Hierbij tillen zij hun rok op of
tillen ze hun been zo hoog in de lucht dat hun benen, de jarretellen en het
witte ondergoed te zien waren. Dit laatste werd destijds als zeer
aanstootgevend beschouwd. Zowel de overheid als de kerk ergerden zich in die
tijd zeer aan deze dans. De energieke en fysiek uitputtende manoeuvres gaven
gestalte aan de frivole en beetje vulgaire Parijse samenleving die in die tijd
teerde op provocatie.
Het
bekendste muziekstuk dat met de dans geassocieerd wordt, noemt men vaak French
cancan’’. Dit klopt echter niet, aangezien Jaques Offenbach het muziekstuk voor
heel andere doeleinden componeerde. Het stuk in kwestie is de ‘galop infernal’
uit zijn feeërieke opera ‘Orphee aux enfers’.
“Deze
dans vraagt ongelofelijk veel van je lichaam, het is pure acrobatiek, techniek,
uithoudingsvermogen en lenigheid gezien de vele spagaten, kicks en sprongen die
er in voorkomen, maar ook door het heftige tempo. Niet alleen voor de vrouwen
maar voor ook de mannen. De dans eindigde voor mij altijd in spagaat die ik dan
moest uitzitten totdat de presentator was uitgesproken. Vervolgens de goedmaker
een ovationeel applaus van het 700-koppige publiek en een toast met champagne
! Als afsluiting dalen, nu nog steeds,
honderden ballonnen en witte confetti over het publiek terwijl het doek valt”.
Verlang
je nog wel eens naar die tijd?
“Niet
zozeer naar die tijd, ook al was dat een hele bijzondere periode in mijn leven,
maar ik mis Parijs wel. Zelf sta ik op een keerpunt in mijn leven. Samen met
mijn compagnon runde ik een succesvolle herenmodezaak Sébastien F. in Nijmegen.
Dit jaar besloten wij dat het tijd is voor iets nieuws. De zaak staat nu te
koop en stopt begin 2018. Het wordt tijd dat ik mijn dierbare vrienden en
vriendinnen een bezoek ga brengen in Parijs. Laten we daar op drinken, nog een
glas wijn”?
Santé
en een Grand Merci aan Pieter Eggenhuizen voor je openhartigheid, heerlijke
lunch en je mooie verhalen.
De huidige show heet Paradis à la Folies
Zelf
moet ik bekennen nog nooit in de Paradis Latin te zijn geweest dus dat staat
inmiddels op mijn ‘to do’ lijstje. De huidige show heet Paradis à la Folies. De
show wordt gedragen door een groep van 35 dansers, die behoren tot de mooiste
en meest getalenteerde ter wereld. Het schijnt dè show te zijn in Parijs waar
het meest gedanst wordt. 15 tableaus met natuurlijk als grande finale de Franse
cancan. Hoofdrollen zijn weggelegd voor Dana Mour, lead danseres, en de
zangeres Nora Joli. Het diner begint elke avond om 20.00 uur en om 21.30 uur
aanvang van de show. Prijzen vanaf € 130 per persoon. U kunt ook alleen de show
bezoeken. Prijzen vanaf € 75 per persoon inclusief een coupe champagne of € 90
per persoon inclusief een halve fles champagne. Rond 11.00 uur de
grande finale.
‘Les Photo’s’ : Privé collectie Pieter Eggenhuizen, Paradis
Latin.
28 rue du Cardinal Lemoine, 5e arrondissement,
metrostation Jussieu, lijn 7, 10.
Reacties van Nederlanders in Frankrijk op Nederlanders.Fr
BeantwoordenVerwijderenReactie van Jos van den Hout
Ferry, Wederom genieten van jou zoektocht door het parijse nachtleven.
Chapeau et un grand mercie!
Jos
Reactie van Lucie Schagen
Mooi verteld en weer veel historie gelezen , die mij onbekend was en niet gemakkelijk te vinden is. Veel dank!
Reactie van Ludique
Super Ferry! Compliment