Inderdaad, deze stad,
vaak geroemd als de mooiste stad van de wereld, kent ook zijn schaduwzijde. Het
begint al als je de A1 richting Parijs neemt en je rijdt de boulevard Périphérique
op vlak voor Porte de la Chapelle. Links en rechts geplakt tegen de viaducten
schamele hutten, tenten, eigenlijk complete kleine sloppenwijken die je vaak
ziet bij grote steden in het Verre Oosten of Midden Amerika. In en rond Parijs liggen
er zo'n 120. Daar wonen 7000 tot 9000 mensen. Dit blijkt uit cijfers die NOS correspondent
Frank Renout onlangs verzamelde Ze staan op een oude spoorbaan: honderden
krotten van planken en plastic zeilen. Honderden migranten met kleine tentjes.
Ze zijn gebouwd langs de snelweg: bijna een kilometer aan krotjes, waar
kinderen spelen langs voorbijrazende auto's.
Terwijl de auto's voorbij razen vindt een migrant de rust om te schrijven
Begin deze maand werd aan
de noordrand van de stad zo'n kamp ontruimd. De politie kwam en verwijderde
honderden tenten van het trottoir en uit de berm. De 2700 migranten die er
woonden, werden naar een tijdelijk opvangadres gebracht. Nu, drie weken later,
zijn zo'n 500 migranten terug, precies op dezelfde plek. President Emmanuel
Macron beloofde in juli 2017 dat hij aan die situatie een einde wil maken.
"Vóór het eind van het jaar (2017) slaapt niemand meer op straat of in
bossen", zei hij. "Overal komt noodopvang”. Volgens hulporganisaties
en ook burgemeester Anne Hidalgo is de situatie onhoudbaar. Maar plannen voor
een concrete en structurele oplossing zijn er nog steeds niet.
Alles wordt in stelling gebracht voor een beschut plekje tijdens de nacht
Hing aan de Parijse
clochard vroeger nog een zweem van romantiek, hoe onterecht ook, vandaag de dag
is de Parijse clochard gemondialiseerd. Meer dan de helft, zo’n 56%, komt uit
het buitenland. Vroeger waren het arme sloebers afkomstig uit Bretagne of uit
Auvergne maar nu zijn het vooral migranten uit Oost-Europa, Afghanistan,
Soudan, Irak, Eritrea en Ethiopië. Parijs telt tien- tot vijftienduizend mensen
zonder vaste woon- en verblijfplaats. Deze Sans Domicille Fixe, kortweg SDF,
bevinden zich vooral in de binnenstad. ’s Nachts trekken ze zich terug naar de
vele krottenwijken. Overdag trekken ze de stad in om te bedelen bij
supermarkten, de boulangerie, onder een geldautomaat of bij de ingangen of de
gangen van de metro. Sommigen maken vriendelijk een praatje, anderen kijken
stil voor zich uit met een bekertje of een omgekeerde pet voor zich en een
bordje “J’ai Faim”, ik heb honger.
Parijs telt zo'n tien- tot vijftienduizend mensen zonder vaste woon- en verblijfplaats
Dan zijn er ook nog de
professionele bedelaars, vaak Roma’s die overdag in Mercedessen over de stad
worden verspreid. Vrouwen, jong en oud,
met slapende, vaak gedrogeerde, kinderen. Zij worden weer geposteerd bij
de ingangen van kerken en in de diverse metrostations meestal met een bord
“Famille Syrienne”. Maar ook bij de toegangsweg bij porte de la Chapelle.
Tussentijds worden ze door mannen voorzien van eten en drinken om later op de
dag weer te worden opgehaald en vervoerd naar de boulevard Ney in het 18e
arrondissement. Deze sloppenwijk is niet zichtbaar vanaf de weg maar is gebouwd
langs een lager liggend, sinds 1934, ongebruikt traject van de Petite Ceinture.
Als er geen dikke rookpluimen opstegen vanuit het ongebruikte treinspoor zou je
nooit weten dat hier een van de grootste krottenwijken schuil gaat van de
Franse Hoofdstad. Veel bewoners zijn Roma afkomstig uit het zuiden van Roemenië
of uit Boekarest.
Ondanks alle voorzorgsmaatregelen van de Parijse burgemeester Anne Hidalgo kampt Parijs met een groot tekort aan opvangplaatsen voor daklozen
In de jaren dertig
beschouwden de clochards het clochard zijn, als een beroep. Het verhaal doet
nog steeds hardnekkig de ronde dat vele clochards vrijwillig gekozen hebben
voor dit bestaan. Weggevlucht uit de zware last van het dagelijkse bestaan. Een
echte clochard is trots en staat op zijn vrijheid. Het hoort bij zijn
levensopvatting dat hij niet gebonden wil zijn en geen verplichtingen wil. De
clochards hebben maar weinig nodig om van te leven. Ze struinen de markten af
waar ze genoegen nemen met het restafval. Van de weinige euro's die zij bij
elkaar bedelen 'kopen' ze alcohol. Vaak rode wijn, want wijn voedt. Om hun ellende te vergeten, drinken ze veel,
heel veel, want alleen in beschonken toestand is het leven draagbaar. Een
clochard zei eens tegen mij op de vraag, “heb je een probleem met alcohol?”
“Nee, ik heb een probleem zonder alcohol!” Zo gauw het avond wordt zie je een
komen en gaan van gekaapte winkelwagentjes, oude kinderwagens en worden
posities ingenomen in portieken van winkels, bus huisjes en zelfs
telefooncellen. 's Winters als het koud is liggen ze op straat op de roosters
van de metro.
Volgens hulporganisaties en ook burgemeester Anne Hidalgo is de situatie onhoudbaar
Ondanks alle
voorzorgsmaatregelen van de Parijse burgemeester Anne Hidalgo kampt Parijs met
een groot tekort aan opvangplaatsen voor daklozen. Er is hooguit opvang voor
4500 personen en daarmee heeft nog niet eens de helft onderdak. Parijs legt
veel interesse aan de dag voor het daklozenvraagstuk. Maar die compassie strekt
zich niet uit naar de andere
categorieën, zoals bedelende zigeuners of ontheemde illegalen. Ook notoire
harddrugverslaafden, die eveneens rondzwerven en in een deplorabele toestand
verkeren, worden uitdrukkelijk niet aangemerkt als daklozen. Zij worden weer
opgevangen door vrijwilligers van het ‘Secours Catholique’, de 'Samu Social',
of de liefdadigheidsinstelling Abbé Pierre. Dit jaar stierven er, tot en met
november, 222 mensen op straat in Parijs. De medemenselijkheid in Parijs is
mede door de migrantencrisis verhard.
"Niet alleen granaatregens kunnen dodelijk zijn"; liefdadigheidsinstellingen vragen aandacht voor de vele daklozen in de stad
In de kolom kennismaking
naast mijn wekelijkse blog komt de volgende zinsnede voor: 'Mijn blogs bevatten
de observaties van een nieuwsgierige reiziger die het Parijs van de
Parijzenaars wil leren kennen en steeds op zoek gaat naar de couleur locale'. Die
couleur locale heeft helaas ook een lelijke kant; de honderden sterfgevallen
onder de daklozen van Parijs.
Er is hooguit opvang voor 4500 personen en daarmee heeft nog niet eens de helft onderdak
Collectif Les Morts de la Rue
Een keer per jaar worden
in Parijs alle 'straatdoden' van Frankrijk plechtig herdacht door het
'Collectief Les Morts de la Rue' onder leiding van de Fransman Christophe
Louis. Zijn collectief, opgericht in 2002, bestaande uit 150 vrijwilligers,
voert actie voor daklozen, maar bekommert zich vooral om hen na hun dood. Dan
wordt de begrafenis georganiseerd en nabestaanden worden opgezocht. "Toen
we begonnen lag de gemiddelde leeftijd van een straatdode op 49 jaar",
vertelt Christophe Louis in een interview aan Le Figaro. "Dat is nu nog
steeds onveranderd terwijl de gemiddelde levensverwachting in Frankrijk 80 jaar
is.
Notoire harddrugverslaafden, die eveneens rondzwerven en in een deplorabele toestand verkeren, worden niet aangemerkt als daklozen
Dinsdag 2 april 2019 was
het weer zover. 566 geregistreerde sterfgevallen in 2018 in geheel Frankrijk,
waaronder 199 in Parijs, werden herdacht in de Jardin Villemin in het 10e
arrondissement. Onder hen 50 vrouwen, 13 minderjarigen waarvan 6 minder dan 5
maanden oud, 2 in de leeftijd van 5 tot 9 jaar en 6 tussen de 15 en 18 jaar.
Meer dan 50% van alle 566
doden vonden plaats voor onze ogen, gewoon op straat of in geïmproviseerde
schuilplaatsen. Een ander opmerkelijk feit is dat minder dan de helft van de
daklozen Franse staatsburgers zijn. 14% is Europees, 20% komt uit een land
buiten de Europese Unie en 25% zijn van onbekende oorsprong. Er is ook een
zelfmoordcijfer van 5%, tegen 0,0001% in de rest van de Franse bevolking. Sinds
2013 worden ook de cijfers bijgehouden over gender. 280 dakloze vrouwen
stierven in de periode 2013 tot en met 2018. De gemiddelde leeftijd: 45,6 jaar.
In 2018 stierven 199 daklozen in de straten van Parijs. Dit jaar tot en met november staat de teller al op 222. Binnen 40 uur sterft er weer iemand op straat
Het hoofdkantoor van het Collectif Les Morts de la Rue bevindt zich in het 20e
arrondissement aan de rue Orfila 72. Door hier te klikken komt u rechtstreeks
op hun website als u een donatie zou willen doen. Dit jaar verstuur ik
geen kerstkaarten. De uitgespaarde kosten voor kaarten en postzegels maak ik
over naar dit bijzondere doel. Doe je mee?
Schoonheid en verval, het ligt dicht bij elkaar
Wow, heftig verhaal Ferry. Goed dat je het vertelt! En inderdaad geld voor hen is nuttiger dan voor een kerstkaart.
BeantwoordenVerwijderen