Paris FvdV is een niet commercieel weblog speciaal voor kenners en liefhebbers van de stad Parijs - en voor hen die dat willen worden. Parijs is een stad met een gewichtig verleden, respectabel en gerespecteerd. Het is totaal niet nostalgisch. Parijs is er in geslaagd om, soms op brutale maar altijd op elegante wijze, om te gaan met zijn grootse monumenten. Ze te beschermen en te integreren in de nieuwe dynamiek van de stad. Parijs is een meester op het gebied van herstel en transformatie. U zult er nooit in slagen een volledig overzicht te maken van plekken en verhalen, die allemaal op hetzelfde punt uitkomen en de glorie van deze stad bezingen. toch wil ik een poging wagen. Wekelijks wil ik u niet alleen informeren over wat Parijs nog meer te bieden heeft, maar ook wil ik mijn liefde voor deze stad op u over dragen. In de hoop dat het raakt aan iets wat u herkent of voelt. Ferry van der Vliet.

Privacy verklaring: Indien u weblog Paris FvdV, dat bij Google-Blogger is ondergebracht, leest en reageert op de blogs van Paris FvdV, doet u dat vrijwillig en is uw IP-adres en mailadres - indien u dat vermeld - bekend en wordt opgeslagen. Ook uw schuilnaam waaronder uw reageert wordt opgeslagen. Paris FvdV zal uw gegevens nooit aan derden doorgeven. We houden uw gegevens privé, tenzij de wet of rechtelijke macht ons dwingt uw gegevens aan hen te verstrekken. Datalekken in het systeem vallen onder de verantwoordelijkheid van Google-Blogger. Door weblog Paris FvdV te bezoeken en/of de op of via deze weblog aangeboden informatie te gebruiken, verklaart u zich akkoord met de toepasselijkheid van deze disclaimer. Google gebruikt cookies om services te leveren en verkeer te analyseren dus uw IP-adres en user-agent zijn bij Google bekend, samen met prestatie- en beveiligingsstatistieken om servicekwaliteit te garanderen, gebruiksstatistieken te genereren, misbruik te detecteren en maatregelen te treffen.

maandag 2 december 2019

RONDOM PARIJS: VINCENT, STERREN, STERRENNACHT


‘Ik kan er niets aan doen dat mijn schilderijen niet worden verkocht. Toch zal de dag komen dat men zal zien dat ze meer waard zijn dan wat wij erin steken voor de verf en al met al zeer schamele levensonderhoud’.
Vincent van Gogh aan zijn broer Theo.

Hij kreeg gelijk in het feit dat velen wereldwijd zijn schilderijen gingen waarderen, alleen maakte Vincent het niet meer mee, en ook zijn broer Theo niet. Vincent van Gogh, de arme kunstenaar die niet werd begrepen zo mooi weergegeven in de chanson ‘Vincent’ van Don Mclean uit 1971.

Now I understand
What you tried to say to me
And how you suffered for your sanity
And how you tried to set them free
They would not listen, they did not know how
Perhaps they'll listen now

Nu begrijp ik,
wat je mij probeerde te zeggen.
Hoe je leed om bij je verstand te blijven,
hoe je ze probeerde vrij te laten.
Ze wilden niet luisteren, ze wisten niet hoe,
misschien dat ze je nu wel horen.

 Museum of Modern Art, New York, Verenigde Staten - Kunstenaar Vincent van Gogh 1889

Vincent kwam uit een gegoede familie. Zijn moeder, Anna Cardentus, kwam uit het chique Den Haag en vader Theodorus was dominee. Geboren in het Brabantse dorp Zundert en van 1853 tot 1869 woonde hij bij zijn ouders in de pastorie van de Nederlands-hervormde kerk omringd door flink wat personeel; een dienstmeisje, twee koks, een tuinman en een gouvernante. In dit huis werden ook zijn broers en zusters, Anna, Theo, Lies, Willemien en Cor geboren. De eerste tekenlessen kreeg hij van zijn moeder. Zij bracht hem ook de liefde voor de natuur bij. Op de hbs in Tilburg, die hij overigens niet afmaakte kreeg hij tekenlessen van Constant Huysmans die zijn inspiratie opdeed bij diverse Belgische Kunstinstituten. 

De jonge Vincent bleek een nieuwsgierig maar vooral een onrustig mens. Na zijn middelbare schooltijd in Tilburg vertrok hij op 16 jarige leeftijd naar Den Haag en kreeg een baantje als jongste bediende bij zijn oom, de eigenaar van de Haagse kunsthandel Goupil & Cie. Zijn broer Theo kreeg ook een baan in het filiaal te Brussel. Daar begon ook de briefwisseling tussen Vincent en Theo. De oudste brief dateert uit 29 september 1872 en in totaal zijn er 820 brieven bewaard gebleven. 658 zijn gericht aan zijn broer Theo de overige aan andere familieleden en vrienden. Van Theo aan Vincent zijn helaas maar 41 brieven bewaard gebleven. Vincent had de gewoonte om brieven meteen te verbranden nadat hij ze gelezen had.



Vincent - Photo Credits: Van Gogh museum Amsterdam

Na vier jaar Den Haag werd Vincent overgeplaatst naar het filiaal van Goupil in London om te gaan werken op de prentenafdeling waar hij een fervent verzamelaar van was. Op alle kamers waar hij woonde prikte hij prenten aan de muur om zich thuis te voelen. Dit tot grote ergernis van de huisbazen de als Vincent weer was vertrokken achterbleven met een muur vol met gaten. Het verblijf aldaar was echter van korte duur. Eugenie, de dochter van zijn hospita, aan wie hij een huwelijksaanzoek had gedaan, bleek al verloofd te zijn. Liefdesverdriet was de reden dat, door inbreng van zijn moeder, hij na twee jaar al werd overgeplaatst naar een vestiging van Groupil & Cie aan de place de l’Opéra in Parijs. Hier huurde hij, op een onbekend adres, een kamer op Montmartre. Op 1 april 1876 werd hij ontslagen omdat hij zonder toestemming op kerstvakantie was gegaan. De eigenlijke reden was dat Vincent niet vriendelijk genoeg was tegen klanten. Vincent’s echte reden van zijn onvriendelijkheid was dat klanten alleen kunst kochten om te speculeren en niet omdat zij de kunstwerken ook daadwerkelijk waardeerden.

Omzwervingen naar Engeland (Ramsgate & Isleworth) brachten hem vervolgens terug naar Nederland (Dordrecht en Amsterdam) België (Laken, Brussel, Borinage), weer terug naar Nederland (Etten, Den Haag, Drenthe, Nuenen) en Antwerpen om vervolgens 10 jaar later weer terug te gaan naar Parijs. Gedurende die omzwervingen had Vincent inmiddels ontdekt dat theologie niet zijn ding was maar dat hij zich steeds meer kunstenaar ging voelen. Het was Anton Mauve, een aangetrouwde neef en zelf kunstschilder, die Vincent aanraadde om met olieverf te gaan schilderen. Mauve maakte deel uit van de Haagse School en zijn landschappen waren erg gewild bij kunstverzamelaars in het verre Amerika. De uitvinding van de verftube in 1841 gaf Vincent ook de mogelijkheid om op locatie te schilderen in plaats van in een atelier.

De plaquette in de rue Lepic 54 te Parijs

Parijs
In de vroege ochtend van 28 februari 1886 kwam Vincent aan in Parijs op het station Gare du Nord. Het station, een creatie van de Duitse architect Jakob Ignaz Hittorf en gebouwd tussen 1861 en 1865 was nog maar net een jaar open. Hij had de geldzorgen en de ruzies uit de Antwerpse maanden achter zich gelaten en was vol goede moed. 'De Franse lucht houdt de geest helder en doet je goed, oneindig veel goed', schreef hij een kennis. Daar voegde hij zich bij zijn broer Theo. Eerst op een etagewoning aan de rue Laval nr. 25 (tegenwoordig rue Victor Massé), om vervolgens te verhuizen naar de rue Lepic 54 in de wijk Montmartre die Vincent kende van tien jaar geleden. Het nieuwe appartement was voor Parijse begrippen ruim en Vincent had er in ieder geval zijn eigen atelier: een kamer met een klein raam aan de achterkant van het pand. Vanaf de vierde etage van het appartementencomplex in Montmartre keken ze uit over de stad: een uitzicht dat Vincent meerdere malen vastlegde op doek. Maar het liefst stond hij buiten op straat in Montmartre, waar de onderwerpen zich voor hem aandienden: straatgezichten, de molens op Montmartre cafés. In zijn atelier schilderde hij verder aan de doeken waarmee hij buiten was begonnen, werkte hij aan (zelf)portretten, maakte hij, geïnspireerd door de kunstenaar Monticelli, talloze bloemstillevens en werkte hij naar afgietsels van klassieke sculpturen die hij bezat.

Montmartre - Vincent van Gogh - Photo credits - Van Gogh museum Amsterdam

Spoedig na zijn aankomst maakte hij kennis met tal van grote impressionisten uit die tijd, onder wie Camille Pissarro, Paul Gauguin, Émile Bernard en Paul Signac. Hij was erg onder de indruk van hun werken. Ook Japanse prentmakers, zoals Hiroshige, zouden hem sterk beïnvloeden. Al snel waren deze invloeden ook in zijn eigen werk terug te zien. Vincent begon met kleur te experimenteren in vegen en stippen. Weg van de sombere Hollandse school. Zijn werk werd lichter en lichter. Ook schroomde hij niet om steeds fellere kleuren te gebruiken. Veel van zijn kunstenaarsvrienden zochten hun onderwerpen in de uitgaanswereld; cafés, danszalen, restaurants, theaters en bordelen. Daar ontmoette hij Toulouse-Lautrec die het uitgaansleven van Montmartre vastlegde op doek en op affiches. Maar Vincent bleef meer de voorkeur houden voor stadsgezichten en landschappen vooral om en rond La Butte van Montmartre. Verder was hij vaak te vinden in het café Le Tambourin aan de rue Richelieu 27, samen met zijn vriend Paul Gauguin, waar hij een affaire kreeg met de eigenares, een voormalig schildersmodel met de betoverende naam Agostina Segatori, die hij in 1887 portretteerde. Hier had hij zijn eerste tentoonstelling die eindigde in een ruzie met Agostina en het faillissement van het café inclusief de daar aanwezige schilderijen.

Omdat Vincent geen geld had voor de benodigde materialen ruilde hij zijn doeken voor nieuwe tubes of schilderdoek. Niet ver van zijn appartement zat de winkel van Julien Tanguy, door iedereen 'père Tanguy' genoemd. Een verfhandelaar en kunstverzamelaar, die hij een paar keer heeft geschilderd. Een van de meest bekende portretten van Tanguy, met een schort voor want Tanguy vulde zelf zijn tubes met verf, hangt in het Musée Rodin in Parijs. De dochter verkocht het werk na zijn dood aan Auguste Rodin en lange tijd bleef het in diens persoonlijke collectie.

Avenue de Clichy - Vincent van Gogh - Photo credits - Van Gogh museum Amsterdam

Een tweede tentoonstelling samen met zijn vrienden Toulouse-Lautrec en Gauguin in de Grand Bouillon restaurant du Chalet aan de avenue de Clichy, waar Vincent regelmatig at, werd ook geen succes en na klachten van klanten kon hij ook daar zijn biezen pakken. Vincent vertrok uiteindelijk op 19 februari 1888 naar Arles: hij was moe van het drukke leven in de stad, de middelmatige wijn de vieze vette biefstukken en ging in het zuiden op zoek naar helderder licht en de rust van het platteland. De ruim 200 schilderijen die hij in twee jaar tijd in Parijs had gemaakt liet hij bij Theo achter inclusief zo’n 25 zelfportretten. Theo zou nog ruim een jaar in het appartement aan de rue Lepic wonen. Op 20 april 1888 verliet ook Theo het appartement. Hij betrok toen met zijn kersverse vrouw Jo Bonger een appartement aan Cité Pigalle.
Andere landgenoten namen zijn plek in. Sommigen, zoals de in het Bateau-Lavoir gevestigde Kees van Dongen, absorbeerden typisch Parijse thema's (ballerina's, verlichte danslokalen) om ze later in Nederland te introduceren; anderen sloegen hun vleugels uit en gebruikten Parijs als springplank naar een internationale schilderscarrière.

Vincent woonde ruim een jaar in het Zuid-Franse Arles. Hij was daar zeer productief en hier ontwikkelde hij een eigen, expressieve schilderstijl in krachtige kleuren en dynamische penseelstreken. Van Gogh schilderde in augustus en september 1888 een viertal versies van een vaas met zonnebloemen met de bedoeling om met deze schilderijen de kamer op te fleuren van kunstenaar Paul Gauguin, die in de periode van oktober tot en met december 1888 bij hem zou logeren in Arles. Ze werkten die korte periode samen, maar zoals bekend ontaardde dit in ruzie. Eind december 1888 belandde Vincent in een psychische crisis waarbij hij een deel van zijn linker  oor afsneed en het vervolgens naar een prostituee bracht. Opgenomen in het ziekenhuis aldaar werd hij op 7 januari weer ontslagen. Maar eind januari en februari herhaalden de aanvallen zich en verbleef hij langdurig in het ziekenhuis. In 1889 maakte Van Gogh nog enkele andere versies van hetzelfde thema. Nu behoort de versie uit 1888 tot de kostbaarste schilderijen uit de collectie van The National Gallery in Londen.

Vincent verliet Arles op 8 mei 1889 om zich vrijwillig op te laten nemen in een psychiatrische inrichting in Saint-Rémy-de-Provence. Volgens de dokter was de heer van Gogh’ onderhevig aan aanvallen van epilepsie die zich met lange tussenpozen voordoen. Tussen zijn aanvallen door schilderde en tekende Vincent veel; in eerste instantie in de (tuin van de) inrichting, later ook daarbuiten. Hier schilderde hij de beroemde Irissen die nu hangen in het J. Paul Getty museum in Los Angeles.

Auberge Ravoux 1890

Nadat hij ontslagen was uit de inrichting in Saint-Rémy kwam hij op 20 mei 1890 aan in Auvers-sur-Oise, 30 kilometer ten noordwesten van Parijs. Samen met Theo had hij al plannen gesmeed om dicht bij zijn broer in of bij Parijs te komen wonen. Hij zou Theo dan regelmatig kunnen zien en zou, onder toezicht van een arts, weer op zichzelf kunnen gaan wonen. In Auvers huurde hij een kamer in Auberge Ravoux en bezocht hij regelmatig dokter Paul Gachet, met wie hij bevriend raakte. Productief als hij was  trok hij veel de natuur in om buiten te werken en schilderde vele indrukwekkende landschappen. Hij voelde zich goed en van een in aantocht zijnde psychische crisis leek geen sprake te zijn. Toch besloot Vincent een einde aan zijn leven te maken: op 27 juli 1890 schoot hij in een veld zichzelf in zijn borst. Hij strompelde nog terug naar de herberg en werd daar verzorgd dokter Gachet. Theo snelde vanuit Parijs naar Auvers. Het mocht niet baten. Vincent overleed twee dagen daarna aan zijn verwondingen, in het bijzijn van Theo. Op 30 juli werd hij begraven op de begraafplaats van Auvers.

Auberge Ravoux 2019

Zes maanden na Vincents overlijden stierf ook Theo aan de gevolgen van syfilis. In zijn huis stonden zo’n 500 schilderijen en lagen er 350 tot 400 tekeningen. Alles ging over naar de jonge weduwe van Theo; Johanna van Gogh Bonder. Het duurde echter nog jaren voordat de kunstwereld belangstelling toonde voor het werk van deze excentrieke Nederlander. Het waren de beroemde galeriehouders Ambroise Vollard in Parijs en Paul Cassirer in Berlijn, die in een vroeg stadium werken van Van Gogh uit het stof van de zolderkamer bevrijden en aan de buitenwereld presenteerden. 

Vincent's kamer in Auberge Ravoux

Vooral in Duitsland zijn er na 1900 belangrijke privé-verzamelaars en progressieve museumdirecteuren die de kunstwerken van Van Gogh opmerkten en de eerste aankopen deden. In Nederland was het Helene Kröller-Müller die tussen 1908 en 1929 in totaal 91 schilderijen en 180 werken op papier aankocht. In grootte is het, naast de collectie van Vincents familie, de tweede Van Gogh verzameling ter wereld  De collectie van de familie is ondergebracht in een Vincent van Gogh stichting en de werken worden tentoongesteld in het Van Gogh Museum te Amsterdam. Het Musée d’Orsay heeft 25 olieverfschilderijen in zijn bezit. Enkele hoogtepunten zijn Van Goghs Sterrennacht boven de Rhône (1888), Vincents slaapkamer in Arles (1889) Zelfportret (1889) en La Guinguette. Een zeer belangrijke rol hierin had dokter Paul Gachet, de arts uit auvers-sur-Oise. Gachet had in zijn verzameling behalve werken van Cézanne en Renoir ook 26 doeken van Vincent van Gogh.

Het overlijdensbericht van Vincent van Gogh

Vincents voorspelling kwam dus uit. Zijn schilderijen zijn meer waard geworden dan ze aan werk hebben gekost. In mei 1990 werd een van de twee portretten van docteur Gachet verkocht voor 82,5 miljoen dollar door papiermagnaat Ryoei Saito. Het schilderij zou samen met de eigenaar gecremeerd zijn maar in 2007 zou het schilderij bij een Oostenrijkse fondsmanager, Wolfgang Flöttl weer zijn opgedoken. In november 2017 werd een ander schilderij; ‘Laboureur dans un champ’ voor 81,3 miljoen dollar verkocht door veilinghuis Christies te New York. En zo kunnen we nog een hele tijd doorgaan.

Op 19 juni 2019 verscheen er een opmerkelijk bericht in de kranten: Het wapen waarmee Vincent van Gogh zich in 1890 mogelijk van het leven heeft beroofd wordt in Parijs geveild. De revolver van het merk Lefaucheux, ‘het meest beroemde wapen in de geschiedenis van de kunst’, moet naar verwachting tussen de 40.000 en 60.000 euro opleveren. De revolver wordt aangeboden bij Auction Art, een veilinghuis in Parijs. Het Van Gogh Museum stelde het tentoon in 2016. Het wapen werd in 1965 gevonden door een boer in Auvers-sur-Oise, het Franse dorp waar Van Gogh de laatste dagen van zijn leven verbleef. De boer vond de verroeste revolver op een akker en gaf het aan de eigenaar van wie Van Gogh het had geleend, de cafébaas en eigenaar van Auberge Ravoux waar Van Gogh een kamer huurde. De familie bewaarde het wapen jarenlang.

Op het kerkhof staar ik zwijgzaam naar de grafstenen van Vincent en zijn broer Theo

Zoals elk dramaverhaal eindigt ook onze blog op trieste wijze. Op het kerkhof staar ik zwijgzaam naar de grafstenen van Vincent en zijn broer Theo, nadat ik een bezoek heb gebracht aan zijn kamer van slechts 7 m² in de Auberge Ravoux.
Zelf de trip ondernemen vanuit Parijs? Neem de TER-H vanaf Gare du Nord naar Pontoise. Daar stap je over op de volgende RER, richting Persan-Beaumont of Creil en stap je uit in Auvers-sur-Oise. In het weekend rijdt er vanaf Gare du Nord een rechtstreekse trein naar Auvers om 9.38 uur, retour om 18.25 uur.
Met de auto is het slechts 30 kilometer maar kost je wel 1,5 uur aan reistijd.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten