In het Franse belastingrecht is het mogelijk om successierechten te betalen en andere belastingverplichtingen na te komen door de overdracht van een kunstwerk of historisch object, een gebouw of een perceel, dit alles met een hoge artistieke en/of historische waarde. Een ‘dation en payement’ genoemd.
In
Parijs staan verschillende museums, vroegere woonhuizen van puissant rijke
mensen die hun eigendommen nalieten aan de Franse staat of aan de stad Parijs,
op voorwaarde dat alles na hun dood ongewijzigd blijft en openbaar wordt
gemaakt voor het publiek.
Voorbeeld hiervan is het Musée Cernuschi in het parc Monceau, aan de avenue Vélasquez nr. 7 ooit eigendom van Henri Cernuschi (1821-1896). Deze Italiaanse bankier vestigde zich in Parijs in 1849. Hij was een van de oprichters van de Bank van Parijs de voorvader van BNP Parisbas en een groot verzamelaar van Aziatische kunst.
We begeven ons naar het Parc Monceau voor een bezoek aan het Musée Cernuschi. Het huidige park stamt in feite uit 1867 en is sinds het Tweede Keizerrijk nauwelijks veranderd. Het ontwerp danken wij aan de anglomanie van Napoleon die vlak daarvoor het Hyde Park in London had bewonderd. Helaas werd het grondgebied tijdens de stedenbouwkundige ingrepen van Haussmann flink verkleind en door Alphand heringericht in de Engelse stijl, maar de weinige resterende architecturale elementen werden behouden. De geest van het Tweede Keizerrijk waart er nog altijd rond. Met zijn meer dan honderdjarige bomen, waterpartijen, zuilengalerijen en beelden die als het ware verstoppertje lijken te spelen. Omgeven door een krans van herenhuizen. Achter deze gevels moeten doortrapte speculanten hebben gewoond die pronkten met hun recent en op niet altijd even fraaie wijze verworven fortuin, maar ook de huizen voor keizerlijke liefjes, bankieren en groot industriëlen. Tussen 1876 en 1878 schilderde de Franse impressionist Claude Monet hier drie schilderijen, waarbij het contrast tussen zijn eigen financiële situatie en die van de welgestelde wandelaars groot moet zijn geweest. Namelijk, om aan zijn schuldeisers te ontvluchten was Monet, vanuit het net buiten Parijs gelegen Argenteuil, gevlucht naar de Franse hoofdstad. Twee schilderijen bevinden zich in privébezit en een schilderij hangt in het Metropolitan Museum of Art in New York. In 2009 werd een van die schilderijen bij Christie's in Londen geveild voor ruim zes miljoen pond. Hij zou zich omdraaien in zijn graf.
Het Musée
Cernuschi is gevestigd in een mooie chique straat op de grens van het 8e
en 17 arrondissement grenzend aan het parc Monceau. De avenue Vélasquez wordt
afgeschermd door een grote metalen poort bedekt met bladgoud die de toegang
vormt tussen de boulevard Malsherbes en het parc Monceau. Op nummer 7 ligt het
aantrekkelijke neoklassieke herenhuis, waarin sinds 1898 een van de oudste
museums van Parijs is gevestigd. Het is het voormalige woonhuis van Enrico Augusto Primo Giuseppe Antonio Luigi Mansueto
Carlo Mario Cernuschi, beter bekend onder zijn Franse voornaam Henri Cernuschi,
een Italiaanse patriot, bankier, econoom, journalist, kunstverzamelaar,
financier, reiziger, filantroop en mecenas die in 1870 tot Fransman werd
genaturaliseerd.
Diep
geschokt door de dramatische gebeurtenissen van de Commune in maart 1871 vertrok
Cernuschi tussen september 1871 en januari 1873 voor een wereldtournee, in het
gezelschap van een jonge kunstcriticus Théodore Duret. De reis voert via de
Verenigde Staten naar Japan, China, Mongolië, Indonesië, het eiland Ceylon (Sri
Lanka) en India. Tijdens zijn verblijf in Japan en China verwierf hij ongeveer
vijfduizend kunstwerken, voornamelijk bronzen beelden, die het hart van zijn
collectie zouden vormen. Bij zijn terugkeer in Parijs kocht Henri Cernuschi het
laatste stukje braakliggende grond aan de avenue Vélasquez en vertrouwde de
bouw van zijn herenhuis toe aan een architect van Nederlandse afkomst, William
Bouwens van der Boijen. Het pand draagt de kenmerken van de neoklassieke stijl
die in de 19e eeuw populair was in noord Italië. Op de gevel zien we
twee mozaïekmedaillons van Aristoteles en Leonardo da Vinci, bewonderd door
Cernuschi. Op de voordeur bevinden zich twee plaquettes waarop we de woorden
februari en september kunnen lezen, data van de twee revoluties van 1848 en
1870 die de republiek in Frankrijk vestigden. Bebaarde Atlantiërs ondersteunen
een grote kroonlijst die het hotel omringt.
Henri Cernuschi
Voor
zijn dood schenkt Cernuschi zijn ongeëvenaarde kunstcollectie aan de stad
Parijs evenals zijn privéwoning. Cernuschi sterft in Menton, een badplaats aan
de Franse Riviera, in mei 1896 en wordt begraven op de begraafplaats Père
Lachaise, divisie 66. Op 26 oktober 1898 opent het museum.
Een
bezoek aan het Musée Cernuschi is een duik in het verhaal van een
gepassioneerde verzamelaar en biedt een uitzonderlijk panorama van oude
Chinese, Japanse, Vietnamese en Koreaanse kunst. Tijdens je rondleiding door
het museum zul je je verbazen over de aanwezigheid van diverse meesterwerken. Van de beroemde bronzen ‘Tijgerin’,
een bronzen wijnvat uit de 11e eeuw voor Christus, tot het
majestueuze standbeeld van Henri Cernuschi bij de ingang van het museum. Elk
werk getuigt van een tijdperk en een beschaving. Het pronkstuk is ongetwijfeld
de 4,40 meter hoge Amida Boeddha, Japans brons uit de 13e eeuw, die
mediteert met zijn gezicht naar een groot raam met uitzicht op het
Monceau-park. Zo indrukwekkend, de grootste in West-Europa, dat hij in negen
delen moest worden gezaagd voor transport over zee. En mis de schatten niet die
in de voet van de Boeddha verborgen liggen: kostbare jaden voorwerpen. Ontdek
onder de 900 tentoongestelde voorwerpen, ceremoniële voorwerpen die dateren uit
3.000 jaar voor Christus, gedetailleerde bronzen voorwerpen uit het ‘Shang’
tijdperk en keramiek die het dagelijkse leven in het oude China uitbeelden.
Het pronkstuk is ongetwijfeld de 4,40 meter hoge Amida Boeddha, Japans brons uit de 13e eeuw
In de
permanente collecties ontdek je een groot aantal neolithisch aardewerk,
archaïsche vazen, boeddhistische beelden, allemaal chronologisch
gestructureerd, van het neolithicum tot de 13e eeuw. De kunst is voornamelijk
Chinees en een deel ervan is Japans, in tegenstelling tot het Guimet-museum dat
bijna alle Aziatische landen tentoonstelt. Daarmee heeft Musée Cernuschi de
tweede belangrijkste collectie kunst uit het Verre Oosten na het Guimet Museum.
Het herbergt de vijfde grootste collectie Chinese kunst in Europa waaronder
aardewerk uit de Tang- en Song-dynastieën, vergulde bronzen voorwerpen uit de
Liao-dynastie en graffiguren uit de Han-dynastie. Het museum bezit 12.400
objecten waar er wisselend 900 worden tentoongesteld.
Op 25
juli 2023 opende het museum de Boeddhakamer na een sluiting van zes maanden
voor renovatiewerkzaamheden. Ter gelegenheid van deze heropening onthult de
Boeddhakamer ook een monumentaal houten beeldhouwwerk van bijna twaalf meter
dat draken voorstelt. Dit meesterwerk van de Japanse kunst is voor het eerst in zijn geheel te zien sinds
de jaren 30. Het werd speciaal gerestaureerd ter gelegenheid van de viering van
de 150ste verjaardag van de terugkeer van Henri Cernuschi uit Azië. De
permanente museumcollectie is van dinsdag tot en met zondag gratis te bezoeken
met uitzondering van speciale tentoonstellingen.
De huidige tentoonstelling loopt tot en met 9 juni 2024
Musée Cernuschi, avenue Vélasquez 7, 8 arrondissement, metrostation Monceau, lijn 2, Villiers, lijn 2 & 3.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten