In februari 1831 publiceerde Victor
Hugo zijn roman 'De Klokkenluider van de Notre Dame' (Notre-Dame de Paris). De
tragische geschiedenis rond Quasimodo, de kreupele en gebochelde klokkenluider van de Notre-Dame, die verliefd wordt op de
beeldschone zigeunerin Esméralda. Hij aanbidt haar sinds zij hem, toen een
honende menigte hem aan de schandpaal nagelde, liefdevol een slok water
aanbood. De roman, die is gesitueerd in het Parijs van de late 15e eeuw, werd
meerdere malen verfilmd. De Notre-Dame fungeert als schuilplaats van de dove,
eenogige Quasimodo, die als klokkenluider zijn boterham verdient en dankzij hem
krijgen wij een mooi beeld te zien van de beide klokkentorens van deze
indrukwekkende kathedraal in het vierde arrondissement van Parijs. Ja dat
klopt! Velen denken dat Île de la Cité onderdeel is van het eerste
arrondissement van Parijs. Maar dit eiland in de Seine wordt verdeeld over twee
arrondissementen, namelijk het eerste en het vierde arrondissement.
De magnifieke westelijke
gevel
De magnifieke westelijke gevel die
oprijst als 'een grootse symfonie van steen', zoals Victor Hugo hem omschreef,
bestaat uit drie verdiepingen. Op de begane grond, drie in het muurwerk
getrapte portalen; links het Maria-portaal, in het midden het portaal van het
Laatste Oordeel en rechts het Anna-portaal. Direct daarboven een galerij van 28
hoge beelden met een hoogte van elk 3,5 meter. Het is nooit duidelijk geworden
of het hier nu gaat om figuren uit het oude testament of dat hiermee Franse Koningen
worden bedoeld. De originele beelden staan in het Musée de Cluny. De verdieping
daarboven wordt gedomineerd door het grote roosvenster, links en rechts
geflankeerd door twee tweelingvensters. De muur wordt uiteindelijk bekroond
door twee 69 meter hoge stompe torens (gemeten vanaf de grond). Wie de 400
treden naar het platform van de zuidelijke toren beklimt krijgt niet alleen een
prachtig uitzicht op de spits en de steunberen van de kerk, maar u heeft ook
een adembenemend uitzicht over de stad, terwijl u links en rechts grimmig wordt
bekeken door de gargouilles, de waterspuwers van de Notre-Dame.
De
term gargouille is Frans voor keel. Ze zijn allemaal in de 19e eeuw
gemaakt door de onbekende kunstenaar Victor Pyanet.
Tijdens de Franse Revolutie werd de
kerk geplunderd en getransformeerd tot Tempel van de Rede. De bronzen
kerkklokken werden omgesmolten voor kanonnen en het was de grote klok, in de rechter
toren, die waarschijnlijk vanwege zijn gewicht, 13 ton, de revolutie wist te
overleven. De Emmanuel, zoals deze klok heet, is in de zeventiende eeuw opnieuw
gegoten en wordt alleen geluid tijdens bijzondere gelegenheden. Het verhaal
doet de ronde dat deze klok zijn bijzondere klank heeft te danken, aan dames
uit de adelstand, die hun gouden en zilveren sieraden in de smeltpot wierpen,
en dat daarom de F-dur van deze klok zo zuiver is.
De 13 ton wegende klok Emmanuel
Door de eeuwen heen hebben de overige
klokken, aangemerkt als Frans Cultureel Erfgoed, veel van hun fraaie en vooral
herkenbare klankkleur verloren. Volgend jaar in 2013 bestaat de Notre-Dame 850
jaar en daarom is besloten om negen klokken in de loop van dit jaar te
vervangen. De vervaardiging van deze nieuwe klokken vraagt om extreme
nauwkeurigheid om er voor zorg te dragen dat de nieuwe klokken hun gewenste klankkleur
terugkrijgen. In de hele wereld zijn er maar twee klokgieterijen die deze
gigantische klus kunnen klaren. Acht klokken uit de noordelijke toren worden
toevertrouwd aan de Franse Fonderie Cornille Havard in Villedieu-les-Poêles
(departement Manche). Alle klokken zijn opgedragen aan een bijzondere persoon en
dragen ook hun naam. De Gabriël vernoemd naar de Aartsengel Gabriël is de
grootste uit de noordelijke toren. De Anne Geneviève is genoemd naar de
patroonheilige van de stad Parijs. Denis, Marcel, Maurice en Jean-Marie waren bisschoppen
van Parijs. Etienne was een martelaar en de klok Benoît-Joseph, is vernoemd
naar paus Benedictus XVI, Joseph Ratzinger, paus sinds 2005.
De inwendige structuur van de klokkentoren
Het Nederlandse bedrijf 'Koninklijke Eijsbouts' uit Asten maakt
de grootste en voornaamste klok voor de zuidtoren van de kathedraal in Parijs. Vrijdag
14 september 2012 was het eindelijk zo ver. Na maanden van voorbereiding was
aan het eind van de middag het spannende moment van het gieten van de klok.
Duizenden kilo's gesmolten klokkenbrons werden in een speciale mal gegoten, bij
een temperatuur van 1100 graden, onder toeziend oog van onder meer de Bisschop
van Parijs. Het gieten zelf duurde een kwartier, maar het afkoelen gaat tien
dagen duren. De Mariaklok, zoals de klok heet, weegt straks bijna 6500 kilo en
vervangt de huidige klok uit 1378.
De Mariaklok krijgt een lage
toonsoort. "Hij zal klankkarakteristieken hebben die een brug moeten slaan
tussen een heel oude klok uit 1680 die al in de toren hangt en de acht nieuwe
klokken die nu in Frankrijk worden gegoten", aldus directeur Joost Eijsbouts.
(Bron: NOS) Om dat voor elkaar te krijgen, heeft het bedrijf samen met de TU
Eindhoven een speciaal computerprogramma ontwikkeld. De vervanging van de negen
klokken gaat zo'n slordige 2,7 miljoen euro kosten. De klokken zullen voor het
eerst luiden met Palmpasen op zaterdag 2 februari 2013.
Ik lees dit vandaag, 15 april 2019, met tranen in mijn ogen
BeantwoordenVerwijderen