Tot het einde van de
negentiende eeuw was verreweg het meest geïndustrialiseerde deel van de stad te
vinden langs de oevers van de Bièvre. De Bièvre, een Frans riviertje, 36 kilometer
lang, ontspringt in Guyancourt (Yvelines) en mondt uit in het centrum van
Parijs in de Seine, ter hoogte van de Pont d'Austerlitz. Sinds 1912 is de
rivier in het 5e en 13e arrondissement van Parijs helemaal overdekt en maakt
hij deel uit van het riolennet. Wie dit deel van de stad tegenwoordig bezoekt
heeft geen idee dat er een rivier onder zijn voeten stroomt.
Sinds 1912 is de Bièvre in het 5e en 13e arrondissement van Parijs helemaal overdekt en maakt hij deel uit van het riolennet
De Romeinen bouwden in
de oudheid al een aquaduct aan haar oever om het water naar de stad te kunnen
leiden. Monniken van abdij Saint-Victor, niet ver van de Seine, gebruikten
vanaf de 11e eeuw het water voor hun graanmolens. Later in de Middeleeuwen
lieten zij zelfs twee kanalen haaks op de Bièvre graven. De aanleg van dijken
en dammen zorgde tenslotte voor het ontstaan van twee rivierarmen. De
oorspronkelijke loop werd de Bièvre Morte (dode), de tweede de Bièvre Vive
(levende) genoemd. Vroeger waren hier weilanden, die geregeld door de rivier
werden overstroomd. ’s Zomers graasden er kudden, ‘s winters kwamen de
Parijzenaars hier schaatsen en werd er ijs uitgehakt en bewaard om
levensmiddelen te koelen. In 'Alleen op
de Wereld' liet Hector Malot zijn Rémi al langs de oevers van de Bièvre
wandelen. Ook Victor Hugo beschreef de rivier in zijn dichtbundel 'Herfstbladeren'. Deze idyllische verhalen
uit de 19e eeuw zijn als echo’s uit vervlogen tijden.
De Cité Florale bestaat uit vijf straatjes en een pleintje
Ondertussen werden er
op de oevers abattoirs, ververijen en leerlooierijen aangelegd, die voor
ernstige vervuiling zorgden. Die toepassingen verpestten de Bièvre volledig en
maakten er een bron van epidemieën van, omdat het water ernstig werd vervuild. Ten
tijde van de grote stadsvernieuwingen van Haussmann, eind 19e eeuw, werd dan
ook rigoureus ingegrepen en verdween de Bièvre volledig uit het stadsbeeld en werd
opgenomen in het Parijse rioolstelsel of begraven onder beton.
Een oase van rust en groen, een betoverend stukje Parijs
Weinigen weten dat in
dit gebied een van de mooiste stukjes Parijs te vinden is, een oase van rust en
groen, een betoverend stukje Parijs. De Parijzenaar kan het zelf zo mooi zeggen
“un petit bout de campagne caché”. In het 13e arrondissement, tussen parc
Montsouris en place de Rungis ligt de Cité
Florale Het bestaat uit 5 straatjes en een pleintje, naast de Place de
Rungis, ingeklemd tussen de Rue Boussingault, de Rue Brillat-Savarin en de Rue
Auguste-Lançon. Een kleine enclave die voor de gehaaste mens onzichtbaar blijft,
maar een schat aan onverwachte schoonheid in zich bergt. Door de beschermde
ligging heeft het haar karakter gelukkig kunnen behouden. Het werd in 1928
aangelegd in de vorm van een driehoek op de plaats waar vroeger de weilanden
regelmatig door de Bièvre onder water werden gezet.
Er heerst een plattelandssfeertje waar de lage huisjes een bitse strijd voeren tegen de moderne hoogbouw
De straten hebben prachtige
namen zoals de rue des Orchidées met
mooie art-decohuisjes. De rue des
Glycines (de Blauweregenstraat), met een klein pleintje overschaduwd door
een grote kersenboom. De rue des
Liserons (de Windestraat) kleine huisjes die schuil gaan achter de klimop
en de rozenstruiken. De rue des
Volubulis (Eveneens een soort winde onder de naam 'Morning Glory'), de rue des Iris (Irisstraat) en de square
Mimosa (het mimosapleintje) De meeste huizen zijn uit baksteen opgetrokken,
verschillend van tint, en hebben allemaal hun eigen tuintje. Er heerst een
plattelandssfeertje waar de lage huisjes een bitse strijd voeren tegen de
moderne hoogbouw. Slenter er rustig
rond, kijk om je heen en geniet van de rust en charme.
Kleine huisjes die schuil gaan achter de klimop en de rozenstruiken
TIP: Laat je leiden door een gids over de
bedding van de Bièvre en ontdek het rijke architecturale erfgoed. Voor meer
informatie over de rondleidingen door 'Paris Capitale historique', klik hier.
Prijzen vanaf € 22 per persoon.
In het zuiden van
Parijs bevindt zich nog een van mijn juweeltjes. Enkele minuten verwijderd van
de drukte van Montparnasse ligt het tweede grootste park van Parijs. Aangelegd
in de tijd van Haussmann ligt hier een van de best bewaarde geheimen van
Parijs: Parc Montsouris. Een park
als een Engelse tuin, met glooiende hellingen, golvende paden die bij elke
bocht weer onverwacht zicht geven op valleitjes, rotspartijen, balustrades,
water en prachtige "lawns". Bijna ongemerkt verborgen achter grote
bomen of langs hoge wallen loopt verdiept in de grond het regionale netwerk van
de RER (ligne B) over de oude spoorlijnen van de Petite Ceinture en de ligne de
Sceaux.
De Cité Internationale Universitaire
Door het park loopt ook
de monumentale meridiaan van Parijs. 135 Ronde koperen plaatjes, een ontwerp
van de Nederlandse kunstenaar Jan Dibbets, als eerbetoon aan de astronoom en
wetenschapper Francois Arago. Journalist en schrijver Philip Freriks heeft alle
koperen plaatjes in kaart gebracht en omschreven in zijn boek; "Het spoor
van de Monumentale Meridiaan". Volgens dit boek zijn de plaatjes nrs. 15
t/m 20 te vinden in het park.
Op deze prachtige groene campus wonen en leren 5500 studenten uit 130 verschillende landen
Aan de overkant van het
park, zeker niet vergeten, ligt de Cité Internationale Universitaire. Op deze
prachtige groene campus wonen en leren 5500 studenten uit 130 verschillende
landen. Ze wonen in gebouwen die ook het internationale karakter van de
universiteit uitstralen; het Huis van Zuidoost Azië, het College van Spanje,
het Huis van India, het Zwitserse paviljoen (gebouwd door Le Corbusier) etc. De
tuin is vrij toegankelijk en zeker de moeite van een bezoek waard.
De rue Nansouti, met prachtige woningen begroeid met wilde wingerds, blauwe regen en kamperfoelie
De betovering van de
tuin en het park strekt zich ook uit tot de omliggende straten, impasses en
villa's. Aan de westzijde van het park, aan de rue Nansouti, kleine straatjes
met prachtige woningen begroeid met wilde wingerds, blauwe regen en
kamperfoelie; rue du Parc Montsouris, rue Georges Braque met op nr. 6 het
atelier van de kunstenaar. Square Mont Souris, het meest pittoreske straatje
van Parijs. Via de avenue Reille en de rue de la Tombe Issoire komen we bij
Villa Seurat, een doodlopende straat, op nr. 18 woonde Henri Miller. De Impasse
Gauguet, met artiestenateliers uit de jaren dertig. Allemaal miniparadijzen die
zich behaaglijk hebben genesteld in een prachtige groene omgeving, het domein van
de welgestelden.
Heb je nog even? Op de
hoek van de rue de la Tombe-Issoire en de avenue Reille bevindt zich een van de
grootste waterreservoirs van Europa; Réservoir de Montsouris, 265m lang, 135
meter breed en 80 meter boven de zeespiegel. Gebouwd tussen 1868 en 1873 door
Belgrand op oude kalksteengroeven. Met twee reservoirs die ondersteund worden
door 1860 pijlers. Het reservoir onder de grond heeft een diepte van 5 meter en
bovengronds, maar geheel afgedekt, een diepte van ruim drie meter. Omgeven met
buitenmuren van meer dan twee meter dik met daarop kleine glazen pomphuisjes
die zomaar van de signatuur van Eiffel kunnen zijn. Op de muren gegraveerd de
namen die verwijzen naar rivieren in de buurt van Parijs.
Réservoir de Montsouris omgeven met buitenmuren van meer dan twee meter dik met daarop kleine glazen pomphuisjes die zomaar van de signatuur van Eiffel kunnen zijn
Deze juweeltjes in het 13e
en 14e arrondissement kunt je het beste bereiken met de RER Ligne B en dan
uitstappen bij station Cité Universitaire (je komt dan uit in het park) of met
lijn 4, richting Porte d'Orleans, uitstappen bij Alésia
Het spoor van de
monumentale meridiaan. Een "petite histoire" van Parijs. 1995 ISBN 90
229 8245 9 - uitgegeven door A.W. Bruna, Utrecht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten