Op 1 juni was ik te gast
bij de opening van ‘The American Dream’,
een tentoonstelling in de Fondation Custodia aan de rue de Lille 121 in het 7e
arrondissement. Omdat ik lid ben van het Atelier Néerlandais, eveneens op dit adres gevestigd, ben ik vele malen dat gebouw
in- en uit gegaan zonder te beseffen wat voor een unieke en bijzondere
stichting daar gevestigd is, maar daarover straks veel meer.
Affiche The American
Dream van pop art tot heden – Roy Lichtenstein, Brushstrokers, 1967 © Trustees of the British Museum en Estate of Roy
Lichtenstein New York
De jaren 60 was een
dynamische en turbulente periode in de geschiedenis van de Verenigde Staten. Een
jonge generatie kunstenaars liet zich inspireren door een kunststroming, popart
genaamd, die voortkwam uit een bepaalde tijdgeest, namelijk die van de
vrijheid, seksuele revolutie en vrouwenemancipatie. Bij meerdere
popartkunstenaars speelde de ironie een grote rol in hun werk. In
overeenstemming met het politieke klimaat in de jaren zestig hield de popart
zich ook bezig met politieke thema’s waaronder de moord op John F. Kennedy, de
maanlanding van de Apollo 11, de oorlog in Vietnam, racisme, genderpolitiek en
de economische crisis. Veel popartwerken waren op de eerste plaats decoratief
en hadden nauwelijks een diepere boodschap. Alledaagse gebruiksvoorwerpen uit
de consumptie-maatschappij, massaal vervaardigde serieproducten, alle mogelijke
reproduceerbare objecten werden voortaan als motieven aanvaard in de kunst.
Daarmee stond de popartbeweging dichter bij het leven en was het veel platter
dan de werken die daarvoor werden gemaakt. Ze pasten technieken toe die met
commercieel drukwerk werden geassocieerd, zoals zeefdruk en lithografie en
verwerkten afbeeldingen uit kranten, tijdschriften en stripboeken in hun kunst.
Vanuit zijn achtergrond en ervaring in de toegepaste kunst was Andy Warhol een
van de protagonisten van de popart in de Verenigde Staten.
Jasper Johns, flags, 1976 - © Trustees of the British Museum en Jasper Johns / Pictoright / Sabam
Met meer dan 100 prenten,
van 42 Amerikaanse kunstenaars, geeft de Fondation Custodia een intrigerend
overzicht van de ontwikkeling van de prentkunst in de Verenigde Staten sinds
1960. In de tentoonstelling ‘The American
Dream: van popart tot heden – Prenten uit het British Museum’, zijn
Amerika’s beste kunstenaars vertegenwoordigd, onder wie Andy Warhol, Jasper
Johns, Robert Rauschenberg, Roy Lichtenstein, Jim Dine, Donald Judd, Ed Rushka
en Kara Walker. Deze bijzondere tentoonstelling toont een uitzonderlijke
collectie Amerikaanse prenten uit de 20ste en 21ste eeuw
uit het Britisch Museum in London en kwam mede tot stand dankzij de Fondation
Custodia en de Terra Foundation for American Art. Door deze bijzondere collectie in Parijs te tonen, legt de
Fondation Custodia wederom de focus op moderne en eigentijdse werken op papier
en volgt de Terra Foundation in Parijs haar missie om Amerikaanse kunst te
introduceren bij nieuwe publieksgroepen in Frankrijk. Deze tentoonstelling is een absolute ‘Must See’
in Parijs en duurt nog tot 2 september 2018. De Entree bedraagt slechts € 10.
Richard Estes, Grant’s 1972 - © Trustees of the British Museum en Richard
Estes, courtesy Marlborough Gallery, New York
Fondation
Custodia
De Fondation Custodia is
in 1947 te Bazel, Zwitserland, opgericht door Frits Lugt, samen met zijn
echtgenote Jacoba Lugt-Klever, ten einde hun kunstverzamelingen voor de
toekomst na hun overlijden bijeen te houden. Frederik (Frits) Lugt (1884-1970)
was een vooraanstaand Nederlands kunsthistoricus en -verzamelaar en grondlegger
van de Fondation Custodia en het Instituut Néerlandais te Parijs.
Hôtel Turgot; Fondation Custodia aan de rue de Lille 121 in het 7e arrondissement
Frits Lugt werd in mei
1884 geboren in Amsterdam. Al op jonge leeftijd was hij bovenmatig
geïnteresseerd in tekenen en verzamelen. Op zijn achtste begon Lugt zijn eerste
verzameling, het 'museum Lugtius', en fabriceerde een bordje op zijn
slaapkamerdeur: 'Geopend als de directeur thuis is.'
Regelmatig was Lugt te
vinden in het Rijksmuseum en het Rijksprentenkabinet. Zijn interesse gold
vooral Rembrandt van Rijn. De grote liefde voor Rembrandt ontstaat als de
veertienjarige Frits de Rembrandttentoonstelling bezoekt die georganiseerd is
ter gelegenheid van de troonsbestijging van koningin Wilhelmina. Maar liefst
124 schilderijen en ruim 350 tekeningen zijn er van de grote meester te zien,
evenals De Nachtwacht, die van het Rijks naar het Stedelijk is verhuisd. Frits
Lugt is overdonderd door zo veel schoonheid. Dit heeft hij nog nooit gezien.
Prompt maakt hij een 162 bladzijden tellende levensbeschrijving van Rembrandt,
met veertig door hemzelf getrouw nagetekende etsen.
Anton Mensing, de
eigenaar van het beroemde veilinghuis Frederik Muller, zag dit manuscript
terwijl hij een medewerker zocht. Daarop werd Lugt, 15 jaar, aangenomen en hij
werkte tussen 1901 en 1915 bij Mensing in het veilinghuis Muller & Co. Het
schrijven van catalogi behoorde tot zijn werkzaamheden. In 1910 trouwde hij met
Jacoba Klever (1888-1969), een dochter van de puissant rijke vennoot van de
Steenkolen Handels Vereeniging (SHV). De Klevers waren samen met onder andere
de Fenteners van Vlissingen en de van Beunings oprichter van de SHV. Het
huwelijk stelde hem in staat zich helemaal op het verzamelen van kunst te
storten. Kunst kopen deed hij veelvuldig, op veilingen, bij Sotheby’s en bij
handelaren. Parijs was in die tijd, de jaren dertig, dè plaats waar het
gebeurde en Lugt was regelmatig aan het neuzen op grote en kleine veilingen waaronder
die van het veilinghuis Drouot.
Frits Lugt 1884 - 1970
De oorlog kwam en het
gezin Lugt nam de wijk naar Amerika. Frits Lugt wist een deel van zijn
brievencollectie per aangetekende post in Zwitserland in veiligheid te brengen.
Een ander deel viel in Duitse handen, het meubilair verdween naar het huis van
NSB-leider Mussert. Gelukkig kwam een groot deel van zijn verzameling weer terug
via de zogeheten recuperatie. Maar ook
op tentoonstellingen ziet hij gestolen werk van hem hangen en veel treft hij aan
op veilingen. Hij koopt veel van zijn voormalig bezit terug.
Ook in Amerika verzamelde
Lugt verder. Toen hij in november 1945 op de Rotterdamse kade van de
Holland-Amerikalijn stapte, volgden vijftig kisten boeken, complete jaargangen
Amerikaanse tijdschriften en bulletins die in Europa niet te krijgen waren, 3500
catalogi en meer dan 1500 foto's. Maar Lugt had nog meer gezien in Amerika.
Voorbeelden van de tweede generatie waarin alles verdween wat de eerste
generatie had opgebouwd; Carnegie en Rockefeller. Hierdoor aangezet bracht hij
in 1947 zijn hele bezit en vermogen onder in de Fondation Custodia. Hij zorgde
er daarmee voor dat zijn collectie ook na zijn dood in stand zou blijven.
Lugt had een goede neus
voor bijzondere dingen, een ontwikkeld koopmansinstinct en een waanzinnige
kennis van kunst. Lugt kocht altijd die
schilderijen of tekeningen die net even anders waren dan die de kunstenaar
gewoonlijk maakte. Schilderde Avercamp voornamelijk ijs- en wintergezichten?
Dan kocht Lugt een zomergezicht. Maakte Jan Steen van alle huishoudens een
puinhoop? Dan kocht hij een schilderij met een keurig opgeruimde kamer.
Rembrandt Harmenszoon van
Rijn, zelfportret 1648, © Fondation Custodia - collectie Frits Lugt
In 1953 gaan de
echtelieden in Parijs op zoek naar een gebouw met karakter en een zekere
allure, waar zij hun collectie kunnen onderbrengen en dat geschikt is om een
Nederlands cultureel centrum te herbergen, als equivalent van het door hen zo
bewonderde Institut Français Pays-Bas (voorheen Maison Descartes ) gevestigd
aan de vijzelgracht te Amsterdam.
Uiteindelijk koopt Lugt,
na veel zoeken, het gebouwencomplex aan de rue de Lille 121, (nog steeds de behuizing
van de Fondation Custodia en het Atelier Néerlandais): Hôtel Lévis-Mirpoix en
het Hôtel Turgot. Talloze verbouwingen waren noodzakelijk en in 1954 hadden zij
al 1.200.000 Nederlandse guldens uitgegeven aan een eerste verbouwing om hun
omvangrijke en unieke verzameling van zeventiende- en achttiende-eeuwse
beeldende kunst, oude boeken, Chinees porselein, kunstenaarsbrieven, oude
lijsten, portretminiaturen en voorwerpen uit de Griekse en romeinse oudheid te
kunnen plaatsen. Alle ruimtes werden door het echtpaar zelf ingericht. Zelf
woonde het echtpaar in een aanpalende woning aan de place du Palais Bourbon. Op
11 januari 1957 wordt het Institut Néerlandais officieel geopend door Frits
Lugt, in aanwezigheid van de Franse president René Coty, ZKH Prins Bernhard en
de eerste directeur van het Institut: de dichter Sadi de Gorter – tevens de cultureel
attaché aan de Nederlandse ambassade in Parijs. In 2013 hield deze samenwerking
op te bestaan, volgens de Nederlandse minister van Buitenlandse zaken vanwege
bezuinigingen.
In de collectie Frits Lugt bevinden zich 55.000 originele kunstenaarsbrieven geschreven onder andere door Titian, Michelangelo, Ter Borch, Poussin, Ingres, Manet, Gauguin en vele anderen
Op 15 juli 1970, de
geboortedag van Rembrandt, zeeg Frits Lugt op de place de l’Étoile neer en
overleed. Hij stierf zoals hij had geleefd: met een stapel notities onder zijn
arm, op weg naar een kunstverzamelaar. Lugt werd 86 jaar. Bij zijn dood liet
hij een veelzijdige verzameling na van enkele tienduizenden stukken die haar
gelijke in de wereld niet kent, én een sfeervol onderkomen, het Hôtel Turgot,
waarin die tot zijn recht komt en nog steeds bestudeerd kan worden.
7.000 tekeningen vanaf de
jaren dertig tot de twintigste eeuw van diverse kunstenaars waaronder Leonardo
da Vinci, Rembrandt, Breugel, Dürer, Rubens, Barocci, Watteau en Ingres.
15.000 prenten van
diverse kunstenaars onder wie Lucas van Leyden, Rembrandt, Van Dyck, Goya,
Parmigianino en Andreani.
450 schilderijen
waaronder Ruisdael, Saenredam, Guardi en Corot.
55.000 originele kunstenaarsbrieven
geschreven onder andere door Titian, Michelangelo, Ter Borch, Poussin, Ingres,
Manet, Gauguin en vele anderen. Zo kocht Frits Lugt in 1918 per telegraaf
vanuit Nederland bij Sotheby’s in Londen twee van de zeven bewaard gebleven
brieven van Rembrandt aan Constantijn Huygens. Zelfs in 2017 kocht de Fondation
Custodia een reeks brieven van de Franse schilder Édouard Manet (1832-1883). De
brieven zijn gericht aan schilder en etser Félix Bracquemond (1833- 1914). De
correspondentie tussen de twee vrienden was op een paar brieven na onbekend,
tot ze in 2016 op een veiling opdook.
Behalve het beheren van de Collectie Frits Lugt, organiseert en/of werkt de Fondation Custodia mee aan talloze tentoonstellingen zoals The American Dream: van pop art tot heden - Jim Dine, Five Paintbrushes, 1973 - © Trustees of the British Museum en Pictoright
/ Sabam
Behalve het beheren van
de Collectie Frits Lugt, organiseert en/of werkt de Fondation Custodia mee aan
talloze tentoonstellingen in Frankrijk en daarbuiten, bevordert zij
wetenschappelijk onderzoek op het gebied van de kunstgeschiedenis, geeft zij
belangwekkende publicaties uit, stimuleert zij jonge kunsthistorici door stages
verbonden met een verblijf in Parijs aan te bieden en ondersteunt zij
instellingen als het RKD (Rijksbureau voor kunsthistorische documentatie) in
Den Haag en het Interuniversitaire Nederlands instituut voor kunstgeschiedenis
in Florence.
Maandelijks vinden er een
of meer rondleidingen plaats en worden stukken uit de collectie op afspraak aan
bezoekers ter inzage gegeven en vinden er regelmatig kunstbeschouwingen plaats.
De Fondation Custodia beschikt ook over een eigen restauratie-atelier.
Verder staat de
bibliotheek ter beschikking van het publiek en met ruim 130.000 boeken is dit
een van de grootste collectie kunsthistorische boeken in Frankrijk. De
bibliothecaris is de Nederlander Wilfred de Bruijn, tevens schrijver en
programmamaker van onder andere ‘Op zoek naar mijn Frankrijk’. De operationele
leiding is sinds 2010 in handen van Drs. Ger Luijten.
Tot 1990 was hij hoofdcurator
van de afdeling gravures van het Museum Boijmans van Beuningen en vanaf 2001,
hoofdconservator van de afdeling grafische kunst van het Rijksmuseum. Sinds
2009 is hij tevens voorzitter van de internationale adviescommissie van houders
van openbare verzamelingen van grafische kunst. Dit is een vereniging die 's werelds
50 belangrijkste verzamelingen van tekeningen en gravures assembleert.
De Fondation Custodia is
zonder twijfel een van de meest actieve instituten in de wereld van de
kunstgeschiedenis. En nog mooier met een Nederlands tintje.
121 rue de Lille, 7e arrondissement, metro Assemblee Nationale.
Meer ontdekken over het
onbekende Parijs? Vanaf 9 juni 2018 is mijn reisgids ‘Ongewoon Parijs’ te
verkrijgen bij de boekhandel of online bij Edicola Publishers, Bruna, Libris,
Bol, Blz, Managementboek, Hebban, Veltman uitgevers, boekhandel Smit, Amazon Frankrijk
en Amazon UK.
Ongewoon Parijs, 160
pagina's, 300 foto's, paperback, ISBN: 978-94-92500-81-6, Prijs € 19,95
Deze reactie is verwijderd door een blogbeheerder.
BeantwoordenVerwijderen