Paris FvdV is een niet commercieel weblog speciaal voor kenners en liefhebbers van de stad Parijs - en voor hen die dat willen worden. Parijs is een stad met een gewichtig verleden, respectabel en gerespecteerd. Het is totaal niet nostalgisch. Parijs is er in geslaagd om, soms op brutale maar altijd op elegante wijze, om te gaan met zijn grootse monumenten. Ze te beschermen en te integreren in de nieuwe dynamiek van de stad. Parijs is een meester op het gebied van herstel en transformatie. U zult er nooit in slagen een volledig overzicht te maken van plekken en verhalen, die allemaal op hetzelfde punt uitkomen en de glorie van deze stad bezingen. toch wil ik een poging wagen. Wekelijks wil ik u niet alleen informeren over wat Parijs nog meer te bieden heeft, maar ook wil ik mijn liefde voor deze stad op u over dragen. In de hoop dat het raakt aan iets wat u herkent of voelt. Ferry van der Vliet.

Privacy verklaring: Indien u weblog Paris FvdV, dat bij Google-Blogger is ondergebracht, leest en reageert op de blogs van Paris FvdV, doet u dat vrijwillig en is uw IP-adres en mailadres - indien u dat vermeld - bekend en wordt opgeslagen. Ook uw schuilnaam waaronder uw reageert wordt opgeslagen. Paris FvdV zal uw gegevens nooit aan derden doorgeven. We houden uw gegevens privé, tenzij de wet of rechtelijke macht ons dwingt uw gegevens aan hen te verstrekken. Datalekken in het systeem vallen onder de verantwoordelijkheid van Google-Blogger. Door weblog Paris FvdV te bezoeken en/of de op of via deze weblog aangeboden informatie te gebruiken, verklaart u zich akkoord met de toepasselijkheid van deze disclaimer. Google gebruikt cookies om services te leveren en verkeer te analyseren dus uw IP-adres en user-agent zijn bij Google bekend, samen met prestatie- en beveiligingsstatistieken om servicekwaliteit te garanderen, gebruiksstatistieken te genereren, misbruik te detecteren en maatregelen te treffen.

donderdag 9 april 2020

COLLÈGE NÉERLANDAIS, EEN ARCHITECTONISCH JUWEEL


De blog die ik met u deel gaat over het Parijs dat nog toegankelijk was, het Parijs zonder de dreiging van het Corona virus. Ik ben op weg naar een van mijn Parijse juweeltjes. In het zuiden van de stad, enkele minuten verwijderd van de drukte van Montparnasse ligt het tweede grootste park. Aangelegd in de tijd van Haussmann ligt hier een van de best bewaarde geheimen van Parijs: Parc Montsouris. Een park als een Engelse tuin, met glooiende hellingen, golvende paden die bij elke bocht weer onverwacht zicht geven op valleitjes, rotspartijen, balustrades, water en prachtige "lawns". Bijna ongemerkt verborgen achter grote bomen of langs hoge wallen loopt verdiept in de grond het regionale netwerk van de RER (ligne B) over de oude spoorlijnen van de Petite Ceinture en de ligne de Sceaux.

Door het park loopt ook de monumentale meridiaan van Parijs. 135 Ronde koperen plaatjes, een ontwerp van de Nederlandse kunstenaar Jan Dibbets, als eerbetoon aan de astronoom en wetenschapper Francois Arago. Journalist en schrijver Philip Freriks heeft alle koperen plaatjes in kaart gebracht en omschreven in zijn boek; "Het spoor van de Monumentale Meridiaan". Volgens dit boek zijn de plaatjes nrs. 15 t/m 20 te vinden in het park. Ook de Franse dichter Jacques Prévert liet zich inspireren door dit prachtige park:

"Des milliers et des milliers d'années - Duizenden jaren
ne sauraient suffire - zouden niet volstaan
pour dire la petite seconde d'éternité - om te beschrijven dat moment van eeuwigheid
oú tu m'as embrassé - waarop jij mij kuste.
Un moment dans la lumière de l 'hiver - Een moment in het winterlicht
au parc Montsouris á Paris - in het Parijse park Montsouris
á Paris - in Parijs
sur la terre - op aarde
la terre qui est un astre - de aarde die een ster is"

De ingang naar de Cité Universitaire

Aan de overkant van het park ligt mijn bestemming van die dag. De Cité Internationale Universitaire de Paris kortweg CIUP. De Cité Universitaire beslaat een park van 34 hectare in het zuiden van de stad, net binnen de périphérique gelegen tussen de Porte d’Orleans en de Porte de Gentilly. Vanaf het begin van de jaren twintig werden hier internationale huizen opgericht voor de vele buitenlandse gasten die in Parijs studeerden. Tegenwoordig huisvesten de 40 gebouwen samen zo’n 6.000 studenten en verwelkomen ongeveer 12.000 studenten uit meer dan 145 verschillende landen. De studentenhuizen die vóór de Tweede Wereldoorlog werden gebouwd, onderscheiden zich van elkaar door een voor hun land typische bouwstijl. Zo is er een Zuidoost-Aziatische huis dat een beetje doet denken aan een Chinese tempel, terwijl iets verderop de Fondation Hellénique, met zijn Griekse tempelfront en fries, evenmin twijfel laat over de inspiratiebron van de architect. Het Nederlandse huis is hierop een uitzondering, maar daarover later meer. Na de Tweede Wereldoorlog kregen de gebouwen een meer functionele architectuur. Het Cambodjaanse en het Tunesische huis, beide gebouwd aan het begin van de jaren vijftig, zijn voorbeelden van een rationele, functionele architectuur, zonder nationale stilismen of decoraties. Die konden alleen maar verdeeldheid zaaien. Deze architectuur bouwde grotendeels verder op het pionierswerk van Le Corbusier, die hier de Zwitserse en Braziliaanse studentenhuizen had gebouwd (Note:  Het Maison Brésil was een gezamenlijk project  van twee wereldberoemde architecten Lucio Costa en Le Corbusier. Het gebouw werd in 1985 opgenomen als Frans cultureel erfgoed).

Het Collège Néerlandais ontworpen door de Nederlandse architect Willem Marinus Dudok

Voor een interview en een lezing, notabene over architectuur in Parijs, ben ik op weg naar de Nederlandse bijdrage aan deze campus. De wandeling voert dwars door het park naar de westelijke uithoek, met als eindpunt het Collège Néerlandais ontworpen door de Nederlandse architect Willem Marinus Dudok (1884-1974). Het Nederlands College wordt beschouwd als een van de meesterwerken van de architectuur in de Cité internationale. Het is het enige gebouw in Frankrijk dat is ontworpen door Dudok, toentertijd een van de toonaangevende architecten van de Nederlandse school uit de jaren twintig en dertig. 

Dudoks voorkeur ging uit naar de stijl van Berlage


Toen Dudok in 1926 gevraagd werd het Nederlandse studentenhuis in Parijs te ontwerpen, had de architect al naam gemaakt in eigen land, en begonnen zijn tekeningen ook op te duiken in buitenlandse tijdschriften. Vooral zijn nieuwe raadhuis in Hilversum maakte furore. Het Collège Néerlandais lijkt sterk op het Hilversumse raadhuis, maar is veel compacter. Hier in Parijs, op de hoek van de boulevard Jourdan en de rue Émile Faguet, had Dudok dan ook minder plaats om zijn - zoals hij het zelf noemde - "kubistische" experiment uit te voeren. Met zijn rechte vlakken, grote luifels en overstekken, lange horizontale en verticale raampartijen, toren en kleurstelling is het gebouw van verre als een ‘Dudok’ herkenbaar. Op tenminste één typerend element na: anders dan bij het raadhuis in Hilversum zijn geen zandgele bakstenen voor de gevels gebruikt, maar gepleisterd beton. Gezien geldgebrek was dit de enige oplossing.

Dudoks voorkeur ging uit naar de stijl van Berlage, maar daar kon hij niet volledig mee uit de voeten. Hij ging op zoek naar het beste van andere stijlen, zoals het expressionisme. Dudok was tevens een liefhebber van Frank Loyd Wright; diens invloed is dan ook terug te vinden in het raadhuis van Hilversum. Ook werd hij beïnvloed door de Amsterdamse school en De Stijl. Hij mengde al die stijlen en stromingen en verwerkte die in zijn ontwerpen. Hierdoor werd hij wereldwijd erkend als één van de meest toonaangevende architecten van Europa. Dit kwam vooral doordat hij het beste van de Nederlandse architectuurstromingen uit de twintigste eeuw wist te combineren. Dit zorgde voor buitenlandse opdrachten, die ook daadwerkelijk werden uitgevoerd. In 1926 werd op instigatie van jonkheer J. Loudon, ambassadeur te Parijs, een comité opgericht voor het realiseren van een Nederlands huis in de Cité universitaire de Paris. De Amerikaans-Nederlandse kunsthandelaar Abraham Preyer was de eerste geldschieter. Dit ter nagedachtenis aan zijn zoon Arthur, die op 18 augustus 1918 sneuvelde in Frankrijk. Dudok begon in datzelfde jaar aan het project, vlak nadat zijn ontwerp voor het raadhuis van Hilversum was goedgekeurd. Op 16 december 1929 werd de eerste steen gelegd door ambassadeur Loudon, in het bijzijn van de Franse minister van openbaar onderwijs Pierre Marraud. Het werk werd tijdelijk gestaakt tussen 1933 en 1937 vanwege geldgebrek, maar mede dankzij financiële bijdragen van zowel Frankrijk als Nederland kon het gebouw worden voltooid. Het gebouw werd op 2 december 1938 geopend in een ceremonie die werd geleid door prinses Juliana en prins Bernhard.

Na een intensieve restauratie werd het pand op 17 mei 2016 weer heropend

Enkele jaren geleden was Dudoks Parijse schepping er nog slecht aan toe. Pas toen het Collège Néerlandais in 2005 tot monument historique werd uitgeroepen (net als de twee studentenhuizen van Le Corbusier) kwam er geld voor renovatie – uit te voeren onder leiding van, vanzelfsprekend, een Franse architect. Het Nederlandse bureau Van Hoogevest Architecten leverde een belangrijke bijdrage aan het restauratieproject. Van de totale 21 miljoen euro die dat gekost heeft, droeg de Nederlandse staat 2 miljoen bij. Het gebouw is zoveel mogelijk in oorspronkelijke staat teruggebracht. Zo is de gevel, die wit was geverfd en door het Parijse verkeer compleet vergrijsd was, weer geel. De oude stalen raamkozijnen die gedeeltelijk door kunststof exemplaren waren vervangen, zijn weer zoals ze waren, het ‘casco’ is hersteld en enkele typische Dudok-details zijn weer terug. Na een intensieve restauratie werd het pand op 17 mei 2016 weer heropend in het bijzijn van de toenmalige minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap; Jet Bussemaker.

Het gebouw telt 141 eenvoudige studentenkamers waarvan het interieur eveneens is ontworpen door Dudok

Ik bekijk het gebouw vanaf het trottoir aan de overkant van de boulevard Jourdan. Het zachtgeel getinte gebouw lijkt de stralen in de avondzon. De gevels aan de straatkanten van de Cité Universitaire zijn de hoogste, met vijf tot zeven verdiepingen. Het aanhoudende gebruik van rechte hoeken, de overlappende geometrische vormen en het spaarzame gebruik van decoratieve elementen belichamen de moderne architectonische ideeën van de jaren twintig. Het gebouw is efficiënt ingedeeld. Rondom een grote binnenplaats liggen alle publieke ruimten, zoals de toneelzaal, de muziekkamer en de theegalerij. Een tweede kleinere binnenplaats vormt een buffer tussen het eigentijdse studentenhuis en de appartementen waarin de staf is gehuisvest. Op de verdiepingen bevinden zich 141 kamers waar in totaal 168 studenten kunnen verblijven. Bijna alle kamers hebben een eigen toilet en badkamer en de originele meubels werden gerestaureerd. Elke verdieping is uitgevoerd met een ruime gemeenschappelijke keuken. Het geheel is ruimtelijk van opzet en uitgevoerd in lichte kleuren.

De lezing 'Architectuur in Parijs' door Prof. dr. Nico Nelissen en uw blogger. - foto's Andrea Nelissen, Friso Wijnen 

Samen met emeritus hoogleraar professor dr. Nico Nelissen, schrijver van het boek ‘Kom met mij mee naar Parijs’ mocht ik op 12 maart, op de valreep van de Corona sluiting een lezing geven over architectuur in Parijs. Dit op uitnodiging van Friso Wijnen, Hoofd cultuur en communicatie Nederlandse ambassade Parijs en Sonja Janmaat, directeur van het Collège Néerlandais met wie ik ook nog eens dit interview had.

Sonja Janmaat, directeur van het Collège Néerlandais naast een maquette van Dudok's Parijse schepping


Sinds september 2019 ben je directeur van het Collège Néerlandais; wat houdt deze functie specifiek in?
Ik woon in het Collège Néerlandais en ben een dagelijks aanspreekpunt voor de residenten voor het organiseren van activiteiten, maar ook als er problemen of conflicten zijn. Verder zorg ik voor de communicatie  tussen de verschillende huizen op de campus, het organiseren van events, contacten leggen en onderhouden met Nederlandse en Franse  instanties zoals de Nederlandse ambassade hier en de Franse ambassade in Nederland plus universiteiten en hogescholen.


Waar wilde jij het onderscheid maken toen je aan deze functie begon?
Mijn grootste drijfveer is om de residenten dezelfde multiculturele ervaring te kunnen geven die ik had toen ik hier 20 jaar geleden als student woonde. Ook vind ik het belangrijk om ontmoetingen te creëren die tot levenslange vriendschappen en een ongekend (professioneel) netwerk leiden.
Verder als Nederlandse directrice (sinds 1975 was er geen Nederlandse directie) wil ik, in mijn functie, het Collège Néerlandais weer dat het gebouw weer zijn internationaal Nederlandse identiteit geven die het verdiend. Mede door een culturele programmering ter profilering dit prachtige gebouw en het organiseren van activiteiten voor de studenten die hier wonen.


Mogen er alleen Nederlandse studenten verblijven in het Collège Néerlandais?
Nee!  Het Collège Néerlandais is een echte ‘melting pot’: we hebben hier meer dan 30 nationaliteiten in het huis een klein deel (ongeveer 20% van de bewoners) is Nederlands). Wel proberen we alle Nederlandse aanvragen te honoreren in ons huis of ergens ander op de campus.
Op de Cité Internationale is de regel dat een huis niet meer dan 60% van de eigen nationaliteit mag hebben en dat 40 % gemixt (brassage) is met andere nationaliteiten. Deze brassage is een belangrijk kenmerk van de CIUP.


Wat zijn de specifieke toelatingseisen om er te verblijven en is er een vorm van ballotage?
Er is een centrale administratie voor inschrijvingen (hoe vroeger hoe beter); in het algemeen ontvangen we studenten voor hun masterstudies of proefschrift en post-doc onderzoekers, maar door samenwerkingen met Franse universiteiten en Écoles Supérieures hebben we ook jongere studenten. We ontvangen ook andere jonge onderzoekers, alleen of met hun gezin.


Wat zijn de maandelijkse kosten voor een student en zijn er ook subsidiemogelijkheden?
Een individuele kamer in het Collège Néerlandais kost gemiddeld € 512 per maand. Een dubbele kamer (met kamergenoot) is goedkoper en een studio is weer duurder. Je kan in Frankrijk huursubsidie aanvragen. Je ontvangt dan ongeveer € 70 per maand.


Hoe lang mogen ze hier verblijven?
De bewoners mogen maximaal 3 jaar blijven. Dat mag in het Collège Néerlandais, maar ze kunnen ook een aanvraag doen om een jaar in een ander huis op de campus te wonen.


Wat is nog meer de functie van het Collège Néerlandais, buiten studentenhuisvesting?
Alhoewel het Collège Néerlandais ten eerste een functie heeft als studenten huisvesting, wordt de grand salon veel verhuurd voor conferenties, workshops en is het Collège Néerlandais ook beschikbaar als filmlocatie.
Verder proberen wij zoveel mogelijk de zaal ter beschikking te stellen voor culturele events, zoals jouw lezing op 12 maart jl en voor concerten en theater.


Het gebouw is aan de buitenkant grotendeels gerestaureerd, wat moet er nog aan de binnenkant gebeuren?
De parel van de entrée, onze patio met blauw mozaïeken bassin, is nog niet gerestaureerd en niet functioneel. Dudok gaf tevens veel aandacht aan de beplanting en waterpartijen bij zijn ontwerpen (zie het raadhuis) en het in ere herstellen van deze patio, zou de voltooiing van de lange restauratie periode compleet maken.


Waar moet deze funding vandaan komen?
De financiering komt voor het overgrote deel van donors en mecenas. We zijn een campagne aan het opzetten bestemd voor Frans-Nederlandse bedrijven en onze alumni.


Onderstaande vraag heb ik nog eens schriftelijk aan Sonja gesteld net na dat Frankrijk volledig op slot ging als gevolg van het Corona virus.

Je combineert deze functie met Project manager - Reference centre for Rare Diseases -Endocrinology  in het Saint-Antoine ziekenhuis. Is dit wel te combineren met de huidige werkzaamheden rond het Corona virus?
Het is momenteel alle hens aan dek! Mijn werk in het ziekenhuis is vooral ICT gericht ik bied ondersteuning aan de artsen en patiëntenorganisaties. Dit doe ik momenteel vanuit het Collège Néerlandais, waar alle andere services tot een minimum zijn beperkt. Ik woon en werk hier en ben er voor de studenten die zijn gebleven of niet meer naar huis konden. Het is essentieel tijdens deze ongekende periode er voor te zorgen dat de bewoners zich veilig voelen en dat de maatregelen, die genomen zijn door de Franse staat, worden vertaald en gecommuniceerd zodat die hier ook worden nageleefd. We zorgen ervoor dat een arts komt wanneer noodzakelijk  en een maaltijdservice opgezet wordt als iemand extra geïsoleerd moet worden. Voor de ander bewoners is het moeilijk om op je 12 m² grootte kamer te blijven, maar de solidariteit tussen bewoners is groot. Velen studeren nu vanuit hun kamer en met een halfuurtje disco, elke avond bij het raam, zorgt er voor dat veel mensen elkaar beter leren kennen. Een goeie buur (op 3 meter afstand) is beter dan een verre vriend.




1 opmerking:

  1. Fijn om te zien dat Nederland weer interesse heeft in het Collège Néerlandais en dat het zo mooi is opgeknapt (al heeft de Nederlandse staat maar slechts voor 10% bijgedragen aan de kosten, jammer). Toen ik er in 1987-88 woonde waren er maar drie Nederlanders en was er geen enkele link meer met Nederland, slecht onderhouden en geen studentenleven. Aan dat laatste hebben we gewerkt door een paar grote feesten te organiseren! Zou het huis graag weer willen bezoeken. Misschien als ik begin september in de buurt ben voor m'n werk!

    BeantwoordenVerwijderen