“Ik herinner me van de
avond van de brand een caleidoscoop van beelden, een razendsnelle botsing van
emoties. Door mijn keukenraam zag ik felgele spiralen van rook de lucht in kringelen.
Ik rende de trappen af naar de Quai de la Tournelle en stond pal tegenover het
zuidelijke roosvenster van de Notre-Dame, de rode en oranje vlammen die uit het
dak omhoog sprongen, de oorverdovende stilte van de menigte, de verbijsterende
blikken in de ogen van de mensen, de afschuwelijke schoonheid van het moment,
betraande wangen, lippen die een stil gebed vormden, de exacte, doelgerichte
bewegingen van de brandweerlieden die plotseling leken te zijn getransformeerd
tot chirurgen op een slagveld, de brandende fakkel van de torenspits die elk
moment kon instorten, de middeleeuwse stenen met hun roze teint afgetekend
tegen de koningsblauwe hemel, de zwarte rook die opsteeg uit de noordelijke
toren. En toen het knagende besef, de ondraaglijke gedachte: Misschien legt
Onze Vrouwe het af”.
Het zijn de beginwoorden
van het nieuwe boek van Agnès Poirier; Notre-Dame, de ziel van Parijs.
Net als 9/11 weet
iedereen zich te herinneren waar ze waren op de namiddag en avond van 15 april
2019. De volgende ochtend openden de kranten met vetgedrukte koppen: ‘Het hart,
de ziel van Parijs en Frankrijk is geraakt’, ‘Hier brandt onze geschiedenis’,
‘De ziel van de natie brandt’. Wereldwijd werden foto's gedeeld en richtten
mensen hun steunbetuigingen aan de Fransen terwijl hun Notre-Dame in vlammen
opging. Maar waarom raakte specifiek deze brand zoveel mensen? Wat maakt ‘Onze
Dame van Parijs' tot de ziel van een land en een symbool van menselijke
prestaties?
Agnès Poirier - Foto ©Hannah Starkey
Agnès Poirier (1975),
commentator en journalist voor BBC, CNN en verschillende Franse media, dook in
de geschiedenis van de Notre-Dame, op zoek naar antwoorden. In haar boek
schetst Poirer een indrukwekkend portret van de kathedraal. Niet alleen de
brand en de discussies rondom de wederopbouw worden besproken, ook schrijft
Poirier over de geschiedenis van de kerk en zoekt ze naar antwoorden op de
vraag wat maakt dat een bouwwerk uit de twaalfde eeuw nog altijd zoveel mensen
kan ontroeren.
De 'ziel van Parijs' in betere tijden
Elk land heeft wel een of
meer symbolen die de ziel en het hart van die samenleving zijn: kerken,
tempels, bijzondere gebouwen en zelfs ruïnes. Frankrijk heeft er ook een paar;
Parijs heeft er zelfs twee. Is de Eiffeltoren het symbool van de stad, de
Notre-Dame is de ziel. Op de kathedraal zijn veel woorden van toepassing: schoonheid,
kracht, historie en uiteraard geloof, christendom. Europa is rijk aan
hoogwaardig symbolische kerken. Ze vormen nog steeds het imposante uiterlijk
van een innerlijk verschrompelend geloofsleven. Kerken van die orde zijn meer
musea en bezienswaardigheid geworden dan gebedshuizen. Met duizenden bezoekers
per dag staat de Notre-Dame in de top van de meest bezochte en dus ook
gefotografeerde monumenten van Europa. Wie Parijs heeft bezocht en de
Notre-Dame niet heeft gezien is niet in Parijs geweest…
De Notre-Dame een week na de brand
Maar de Notre-Dame is
nochtans niet de meest imposante onder de gotische kathedralen. Ze werd algauw
zowel in de hoogte als in rijkdom van decoratie overtroffen door haar ‘rivalen
in Chartres’, Bourges en Amiens. De kathedraal werd zelfs in de steek gelaten door
Franse Koningen die zich liever in Reims lieten kronen. Alleen Napoleon verkoos
haar om zich tot keizer te laten kronen, maar de kerk was er toen zo belabberd
aan toe dat de muren voor de gelegenheid achter gordijnen werden verstopt. Toch
heeft deze kerk veel te vertellen! Het epos van de kathedraalbouwers die in
1163 samen met paus Alexander III de eerste steen legden, in de wetenschap dat
ze het gebouw nooit voltooid zouden zien. De technische hoogstandjes van de
steunbogen, de uitvinding van de kruiwagen, het ongelofelijke evenwicht in de
rozetten, het labyrintische gebint, bijgenaamd ‘het woud’ waarin 1300 eiken
opgingen.
Zicht op de kathedraal vanaf de quai de Montebello een week na de brand. Zal dit nog ooit goed komen?
In 1239 legde de heilige
Lodewijk hier blootvoets de doornenkroon van Christus neer. In 1456 begon hier
het proces dat Jeanne d’Arc rehabiliteerde. In 1789 tijdens de Franse Revolutie, de
opstand tegen de monarchie en elite, maar ook tegen de kerk joeg een
revolutionaire beeldenstorm over en door de Notre-Dame: beelden werden
verwoest, schatkamers leeg geroofd, kunstwerken gestolen of vernield. De
koningshoofden in de voorgevel moesten het ontgelden en werden afgehakt.
Gelukkig zijn die in 1977 weer bij toeval teruggevonden in de kelder van een
bank. Frankrijk was niet langer een katholiek land waar roomse koningen en prelaten
het voor het zeggen hadden. De scheiding van kerk en staat werd rigoureus
doorgevoerd en houdt tot op de dag van vandaag stand. In 1791 werden de klokken
verwijderd om ze te recyclen als kanonnen en munten. Eén overleefde; de
Emmanuel omdat ze die nodig hadden als noodklok. In 1794 werd de kathedraal
door de revolutionairen omgevormd tot de Tempel van de Rede en werden er
heidense feesten gevierd. In 1804 werd Napoleon er tot keizer gekroond. In 1831
werd het boek van Victor Hugo; ‘De klokkenluider van de Notre-Dame’, gepubliceerd.
Het speelt zich bijna volledig af in en om de Notre-Dame en gaat over de
onbeantwoorde liefde van de klokkenluider Quasimodo voor de beeldschone
zigeunerin Esmeralda.
In 1945 liet generaal de
Gaulle er het Magnificat zingen bij de bevrijding van Parijs. Tal van
presidenten, waaronder De Gaulle (1970) en militaire helden werden vanuit de
Notre-Dame begraven. Maar óók Abbé Pierre, de stichter van de Emmaüsbeweging.
De Marseillaise klonk er na de terroristische aanslagen die Parijs in 2015 deed
opschrikken. In de loop van de eeuwen werd de Notre-Dame meer dan een kerk. Het
is de levende herinnering aan grootse en minder gelukkige momenten in de
geschiedenis van de mensheid.
Een
van de drie enorme roosvensters voorzien van glas in lood uit de 13e eeuw is schijnbaar
nog in tact. Een wonder
In 1843 speelde dezelfde
discussie die nu ook speelt bij de herbouw van de kathedraal. Ook toen was er
net als nu een felle strijd om de Notre-Dame te restaureren. Vele architecten
willen nu bij de herbouw een vleugje 21e-eeuw toevoegen. Er zit schijnbaar een
Corbusier op de loer in elke Franse burger, jeuk om radicaal te zijn en het
verleden te vernietigen om een stralende toekomst te creëren. Maar voldoet ons
21e-eeuwse genie echt aan de middeleeuwse bouwers van de Notre Dame? Zijn we zo
arrogant om te denken dat we haar pracht kunnen vergroten en iets kunnen
herbouwen, zoals president Macron verklaarde, 'nog mooier '?
De kathedraal gezien vanuit de rue de Massillon
In 1843 nam Prosper
Mérimée, inspecteur-generaal van monumentenzorg, die erg geïnteresseerd was in
middeleeuwse geschiedenis, een zeer begaafde architect in dienst om de
restauratie van de kathedraal te leiden; Eugène Viollet-le-duc. De werken
duurden ruim twintig jaar. Hij wilde het vernielde herstellen hoewel hij over
bijna geen documentatie beschikte. Hij reconstrueerde een spits maar voegde
details toe die er aanvankelijk niet waren. De algemeen bewonderde en
nagevolgde Viollet-le-Duc kreeg vervolgens zware kritiek van puristen, die
vonden dat oude gebouwen ongemoeid moesten worden gelaten. Toch verleende de
metselaren, als eerbetoon aan zijn talent, zijn trekken aan drie beelden. In de
galerie van de koningen in de patio, en… onder de spits, waar de apostel
Thomas, beschermheilige van de architecten, het gezicht kreeg van Viollet-le-Duc.
Square Jean XXIII met de fontaine de la Vierge. Een unieke foto die niet meer gemaakt kan worden door de hoge wanden van de afzettingen
Goede
Vrijdag zal ook dit jaar voor de Fransen – en in het bijzonder voor de
Parijzenaars – een bijzondere betekenis krijgen. Maar Pasen zèlf ook. Want
Frankrijk is al begonnen met de wederopbouw van hun Notre-Dame; een materiële
herrijzenis uit de as. Het geld vloeit binnen, diverse inspecties tonen aan dat
stabiliteit en structuur van het gebouw niet zijn aangetast en talloze
relikwieën en kunstwerken blijken onbeschadigd te zijn. Al blijft er nog
twijfel over de gebrandschilderde ramen en het imposante orgel met meer dan
zevenduizend pijpen. Maar er kwamen ook kritische vragen. Waren de gulle
donateurs gewoon uit op belastingvoordeel? Waren de imponerende voorstellen van
gerenommeerde architectenbureaus puur reclame? Kunnen we het bouwwerk niet
gewoon in de oude staat opbouwen? De meningen over de wederopbouw van de
Notre-Dame liepen en lopen flink uiteen. Volgens Agnès Poirier ligt een heuse
culturele oorlog in het verschiet, met de karakteristieke kathedraal als
slagveld. Haar nieuwe boek, ‘Notre-Dame, de ziel van Parijs’, verschijnt op twee
april in vier talen. Verkrijgbaar bij elke goede boekhandel of online voor €
22,99
Het boek vanAgnès Poirier verschijnt tegelijkertijd in vier talen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten