Mijn blog begint bij de
gevreesde maar ook bewonderde Baron Haussmann, de man die Parijs saneerde in
opdracht van Napoleon III. Samen met zijn medewerker, de architect Jean-Charles
Adolphe Alphand, moest hij op een grote verlaten en onbewoonbare plek, in het
zuiden van Parijs, een groene ruimte maken waar de inwoners van Parijs zich
konden verpozen. Montsouris, de naam is afgeleid van ‘moque souris’, letterlijk;
spottende muizen, genoemd naar een van de molens op het terrein, dat zo arm was
dat zelfs de muizen er niets te eten vonden. De wijk was in de 17e
eeuw beroemd en berucht vanwege het natuursteen dat er werd gewonnen in
steengroeves maar die ook dienst deden als schuilplaats voor bandieten.
Pre-Corona tijd; Studenten in het Parc Montsouris
Duizenden soldaten,
teruggekeerd uit de oorlog tegen de Pruisen werden hier tewerkgesteld. Op deze
manier konden ze hun soldij verdienen. Na het Bois de Boulogne, Bois de
Vincennes en Parc Buttes-Chaumont was dit het vierde groenproject in de stad.
Een Engelse landschapstuin met zo’n 1400 bomen waaronder rode beuk, ceders,
eiken en catalpa’s om maar een aantal soorten te noemen. Alphand en Haussmann
moesten rekening houden met het heuvelachtige reliëf, maar ook met de twee
spoorlijnen die elkaar kruisten. De ligne de Seaux en de Petite Ceinture. Alphand
loste dit probleem op door de beide spoorlijnen verdiept aan te leggen en het
tracé te omzomen met dennenbomen. Net als in Buttes-Chaumont overheerst hier
ook het kunstmatige: valse rotsen, een nagemaakte grot, cementen relingen ter
imitatie van hout en een groot kunstmatig meer. Maar dankzij de aanleg van de
vele perken en bosschages op het heuvelachtig terrein worden verborgen
doorkijkjes en vergezichten met elkaar afgewisseld en dat maakt het park weer
uniek.
Twee spoorlijnen doorkruisen het park, Alphand loste dit probleem op door de beide spoorlijnen verdiept aan te leggen
Bij goed weer wemelt het
hier van de studenten. En dat is niet zo gek, want tegenover de entree van
Montsouris, aan de boulevard Jourdan, ligt de Cité Universitaire, een
huisvestingsplaats voor zo’n 12.000 studenten, van meer dan 130 verschillende
nationaliteiten, aan de internationale universiteit van Parijs. Het ontstaan
gaat terug tot de periode vlak na de Eerste Wereldoorlog. Het initiatief is te
danken aan de rector van de universiteiten van Parijs, ene Paul Appell. Fondsen
kwamen van de uit de Elzas afkomstige mecenas en ondernemer Émile Deutch de la
Meurthe en van het ministerie van Openbaar Onderwijs uit hoofde van minister
André Honnorat. De la Meurthe schonk 10 miljoen Franse franc om een groot
studentenverblijf te bouwen, de Fondation
Deutsch de la Meurthe. Vele andere landen volgden vervolgens zijn voorbeeld.
De Fondation Deutsch de la Meurthe
Zeker twintig landen lieten hier elk een eigen paviljoen bouwen, meestal door
de beste architect van het land. Tussen 1923 en 1969 (zie overzicht) ontstond
hier op 34 ha braakliggende grond een ware stad met als doel om studenten van
verschillende nationaliteiten dichter bij elkaar te brengen.
Naam
|
Land
|
Inauguratie
|
Fondation Biermans-Lapôtre
|
Belgie & Luxemburg
|
1924
|
Maison des Etudiants Canadiens
|
Canada
|
1925
|
Fondation Deutsch
de la Meurthe
|
Frankrijk
|
1925
|
Collège Néerlandais
|
Nederland
|
1926
|
Collège d'Espagne
|
Spanje
|
1927
|
Fondation Argentine
|
Argentinië
|
1928
|
Maison de
l'Institut National Agronomique
|
Frankrijk
|
1928
|
Maison du Japon
|
Japan
|
1929
|
Maison des Étudiants Arméniens
|
Armenië
|
1930
|
Maison de l'Asie du
Sud-Est
|
Zuid-Oost Azië
|
1930
|
Fondation des États-Unis
|
Verenigde staten
|
1930
|
Pavillon Suisse
|
Zwitserland
|
1930
|
Maison de la Suède
|
Zweden
|
1931
|
Fondation Rosa
Abreu De Grancher
|
Cuba
|
1932
|
Fondation Danoise
|
Denemarken
|
1932
|
Fondation Hellénique
|
Griekenland
|
1932
|
Maison des
Provinces de France
|
Frankrijk
|
1933
|
Residence Robert Garric
|
|
1936
|
Collège Franco-Britannique
|
|
1937
|
Fondation de Monaco
|
Monaco
|
1937
|
Fondation Haraucourt
|
|
1939
|
Maison du Liban
|
Libanon
|
1948
|
Maison des Arts et
Métiers
|
Frankrijk
|
1949
|
Residence Lucien Paye
|
|
1949
|
Fondation Victor Lyon
|
|
1950
|
Residence André Honnorat
|
|
1953
|
Maison du Maroc
|
Marokko
|
1953
|
Maison du Mexique
|
Mexico
|
1953
|
Maison de la Tunisie
|
Tunesië
|
1953
|
Maison du Brésil
|
Brazilië
|
1954
|
Maison des
Industries Agricoles et Alimentaires
|
Frankrijk
|
1954
|
Maison de Norvège
|
Noorwegen
|
1954
|
Fondation de
l'Allemagne — Maison Heinrich Heine
|
Duitsland
|
1956
|
Maison du Cambodge
|
Cambodia
|
1957
|
Maison de l'Italie
|
Italië
|
1958
|
Maison du Portugal
- André de Gouveia
|
Portugal
|
1960
|
Maison de l'Inde
|
India
|
1967
|
Fondation Avicenne
- Pavillon de l'Iran)
|
Iran
|
1969
|
Bron: wikipedia
Voor de architectuurliefhebber is het een groot openluchtmuseum
De campus is de gehele
dag vrij toegankelijk voor elke wandelaar. Dit prachtige groene domein, gelegen
in een parkachtige omgeving, strekt zich inmiddels uit over 40 ha en bestaat
uit een bonte mengeling van architectuurstijlen die elk een grote culturele
rijkdom aanbieden. Voor de architectuurliefhebber is het een groot
openluchtmuseum. Een prachtig voorbeeld daarvan is het Collège Néerlandais
waarover ik al een uitgebreide blog schreef. (klik hier). Of het Zuidoost-Aziatische
huis dat een beetje doet denken aan een Chinese tempel, terwijl iets verderop
de Fondation Hellénique, met zijn Griekse tempelfront en fries, evenmin twijfel
laat over de inspiratiebron van de architect. Het huis van de Armeense gemeenschap
is versierd met friezen en bladervormige versieringen dat sterk doet denken aan
de architectuur van prestigieuze kloosters in Armenië en Turkije. De Fondation
Rosa Abreu de Grancher, opgericht door een Cubaanse eigenares van grote
rietsuikerplantages, is voorzien van een koloniaal decor van mahoniehout dat
herinnert aan de luxueuze huizen in Havanna. Het Italiaanse huis, dat in de
zomer overwoekerd wordt door een wilde wingerd, heeft een echte mediterrane
charme dankzij zijn booggewelven en zijn groot fronton.
Het internationale huis is het hart van de campus
De hoofdingang aan de boulevard Jourdan
Het hart van de campus
is het internationale huis dat mogelijk werd gemaakt door de vrijgevigheid van
de Amerikaan John Rockefeller jr., waar iedereen naar toe kan voor een zeer
betaalbare maaltijd. Ook jij als bezoeker kunt daar terecht. Verder is er een
cafetaria om alleen een koffietje te pakken. Er is een grote centrale
bibliotheek met gezellige fauteuils, designlampen en een overwelfde galerij in
16de-eeuwse stijl. Kortom de campus is ideaal om een wereldreis te
maken zonder je al te ver te moeten verplaatsen.
Prachtige architectuur zorgt voor fraaie doorkijkjes
In april 2013
presenteerde de stad Parijs, in samenwerking met de Kanselarij van de
Universiteiten van Parijs, een nieuw ontwikkelingsplan voor verdere uitbreiding
van de Cité Internationale Université de Paris: ‘Cité 2025’. Een uitbreidingsplan
aan de zuidoostkant van 16.000 M² voor de bouw van 10 nieuwe huizen die plaats
bieden aan 1800 studenten. Als eerste opende in 2018 het ‘Maison de la Corée’
du Sud, het Koreaanse huis. Zuid Korea had nog geen vestiging op het
universiteitsterrein. Daarop volgde de Résidence
Julie Victoire Daubié. Haar naam is een eerbetoon aan Julie-Victoire Daubié, de
eerste vrouw die in 1861 het baccalaureaat in Frankrijk behaalde. Tegen de
périphérique wordt op dit moment de laatste hand gelegd aan het tweede huis op
de campus van Tunesië: ‘Le pavilion Habib Bourguiba’.
Het tweede huis op de campus van Tunesië: ‘Le pavilion Habib Bourguiba’
De gevel van dit unieke
gebouw is volledig bedekt met Arabisch-Islamitische kalligrafie, een kunstwerk
ontworpen in samenwerking met de Parijse galerie Itinerrance en de Tunesische
straatkunstenaar en kalligraaf Shoof (Werkelijke naam Hosni Hertelli) . Dit bijzondere
paviljoen telt meer dan 200 studentenkamers, een auditorium met 250
zitplaatsen, een foyer met terras aan het park. Tevens worden oudere gebouwen
gerestaureerd waaronder de Fondation Victor Lyon (1950) en sportvelden opnieuw
geclassificeerd en gemoderniseerd. Het terrein wordt voorzien van nieuwe
planten, bomen en struiken. Waterbeheer vormt een nieuwe prioriteit met de
aanleg van wadi’s en regentuinen. De internationale stad, een goed verborgen
toren van Babel mede dankzij de 130 verschillende nationaliteiten.
Dit prachtige groene domein, gelegen in een parkachtige omgeving, strekt zich inmiddels uit over 40 ha en bestaat uit een bonte mengeling van architectuurstijlen
Ruim 12.000 studenten hebben hier hun domein
De betovering van de Cité
en het park Montsouris strekt zich ook uit tot de omliggende straten, impasses
en villa's. Aan de westzijde van het park, aan de rue Nansouti, kleine
straatjes met prachtige woningen begroeid met wilde wingerds, blauwe regen en
kamperfoelie; rue du Parc Montsouris, rue Georges Braque met op nr. 6 het
atelier van de kunstenaar. Square Mont Souris, het meest pittoreske straatje
van Parijs. Via de avenue Reille en de rue de la Tombe Issoire komen we bij
Villa Seurat, een doodlopende straat, op nr. 18 woonde Henri Miller. De Impasse
Gauguet, met artiestenateliers uit de jaren dertig. Allemaal miniparadijzen die
zich behaaglijk hebben genesteld in een prachtige groene omgeving, het domein
van de welgestelden.
De betovering van de Cité en het park Montsouris strekt zich ook uit tot de omliggende straten
Heb je nog even? Op de
hoek van de rue de la Tombe-Issoire en de avenue Reille bevindt zich een van de
grootste waterreservoirs van Europa; Réservoir de Montsouris, 265m lang, 135
meter breed en 80 meter boven de zeespiegel. Gebouwd tussen 1868 en 1873 door
Belgrand op oude kalksteengroeven. Met twee reservoirs die ondersteund worden
door 1860 pijlers. Het reservoir onder de grond heeft een diepte van 5 meter en
bovengronds, maar geheel afgedekt, een diepte van ruim drie meter. Omgeven met
buitenmuren van meer dan twee meter dik met daarop kleine glazen pomphuisjes
die zomaar van de signatuur van Eiffel kunnen zijn. Op de muren gegraveerd de
namen die verwijzen naar rivieren in de buurt van Parijs.
Het Réservoir de Montsouris, gebouwd tussen 1868 en 1873
Deze juweeltjes in het
13e en 14e arrondissement kunt je het beste bereiken met de RER Ligne B en dan
uitstappen bij station Cité Universitaire (je komt dan uit in het park) of met
lijn 4, richting Porte d'Orleans, uitstappen bij Alésia.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten