Bij het begin van deze
blog moet je weten dat de brasserie eigenlijk helemaal geen Parijse uitvinding
is, maar een importartikel uit de Elzas. De oprichters waren politieke
vluchtelingen die wilden ontkomen aan de schermutselingen van de
Frans-Pruisische oorlog. Parijs dankt zijn mooiste brasserieën onder andere aan Jean Paul Bucher
(1938-2011), een voormalige kok uit de Elzas en tot 2005 eigenaar van de acht
mooiste van Parijs. Op 33 Jarige leeftijd besloot hij te investeren in oude
Parijse, in verval geraakte brasserieën. In 1968 kocht hij zijn eerste
aanwinst, Brasserie Flo, van zijn streekgenoot Louis Floderer. Bucher kreeg de
smaak te pakken en kocht in de jaren daarna, in een rap tempo, nog zeven zaken,
waaronder Balzar, Le Bœuf sur le Toit, Bofinger, La Coupole, Julien, Terminus
Nord en, Le Vaudeville. Hij initieerde de Groupe Flo, eigenaar van vele restaurant-ketens.
In 2005, zes jaar voor zijn overlijden op 73 jarige leeftijd, verkocht hij zijn
geesteskind aan de Belgische miljardair Albert Frère. Jean Paul Bucher;
"Monsieur Savoir Vivre". Hij creeërde de Esprit Brasserie.
Nergens ter wereld is de
kunst van de verfijnde maaltijd meer een integraal onderdeel van het leven
geworden dan in Parijs. Iemand zei eens tegen mij Parijs is niet voor verliefde
stelletjes, Parijs is voor eters. Volgens een oud Parijs grapje denken
Parijzenaars maar aan twee dingen, de lunch en het diner. Volwassenen kijken
altijd naar de met krijt opgeschreven menu’s en schoolkinderen altijd even naar
het lunchmenu dat bij de ingang van hun écoles is opgeprikt. Leven in Parijs betekent
genieten van uit eten gaan en op zoek zijn naar die eetgelegenheden waar de
keuken, de inrichting en de geschiedenis een unieke sfeer scheppen. Deze blog
is daar speciaal aan gewijd.
Esprit Brasserie
De grote brasseries,
Parijs telt er ongeveer 50, zijn echte instituten geworden met de status als
nationaal monument. De essentie van een brasserie is de onveranderlijkheid van
interieur tot menu. Voor de Parijzenaar is de brasserie hèt symbool van de
culinaire traditie. De Eiffeltoren van de horeca, hoewel de culinaire toppen
vaak minder hoog zijn. Een echte brasserie is vooral groot, het interieur het
liefst belle époque of art deco, met wandschilderingen en veel spiegels zodat
je iedereen goed in de gaten kunt houden. Sfeervol gekleurde tapisserie, houten
lambrisering leren banken en glimmend gepoetst koperwerk. De obers in
smetteloos wit met een zwart vestje in een strikje. Garçons met een zichtbaar
lang dienstverband, hun handen krom van het bestek leggen en hun neus dooraderd
van het stiekum nuttigen van glazen wijn achter de klapdeuren van de keuken. Buiten
bij de entree, een schitterende vitrine waar oesters en andere fruits du mer,
zeevruchten, op kruiend ijs liggen. Wist je dat het oude gebruik van oesters en
mosselen pas eten als de ‘R’ in de maandnaam zit, uit Frankrijk komt? Deze
traditie is afkomstig van een koninklijk edict van 1759. In 18e eeuw waren er
veel gevallen van dodelijke voedselvergiftiging aan het Franse hof, vooral met
oesters en zeevruchten. Dus bepaalde Lodewijk de Vijftiende daarom dat fruits
de mer alleen nog gegeten mochten worden in de maanden dat het buiten koel
genoeg om ze veilig te vervoeren.
De obers in smetteloos wit met een zwart vestje in een strikje
Wat weinigen weten is dat
de mooiste en meest beroemde brasseries in Parijs in handen zijn van de Groupe
Bertrand. Opgericht in 1997 en gerund door Olivier Bertrand. Grote
brasseries waaronder L'Alsace aan de Champs Élysées, Au Pied de Cochon,
Bofinger, Lipp, La Coupole, Le Procope, Terminus Nord, Vaudeville, La Lorraine,
Grand Café Capucines, La Fermette Marbeuf en Le Bœuf sur le Toit. Maar deze Franse horeca tycoon bezit ook
Angelina. Dit theehuis tegenover de Tuilerieën bestaat al sinds 1903 en dankt
haar naam aan de Oosten- rijkse banketbakker Antoine Rumpelmayer Angelina. Al is
al vanaf dag één een geliefde hotspot waar niet alleen Parijzenaren graag hun
theetjes en pâtisseries nuttigen, maar waar ook regelmatig beroemdheden worden
(en werden) gespot – Coco Chanel en Marcel Proust waren bijvoorbeeld graag geziene
gasten. En dat wil natuurlijk wel wat zeggen over de kwaliteit van de kaart.
Hoewel Angelina als salon de thé bekendstaat, wordt de zaak vooral geroemd om
zijn africain, warme chocolademelk, net vloeibaar genoeg om te drinken.
Maar het kan nog gekker
de Groupe Bertrand is ook eigenaar van alle Burger King en Quick fastfood zaken
in Frankrijk, Hippopotamus en Bistro Romain restaurants. Verder twee luxe
hotels; The Saint James in het 16e arrondissement (lid van Relais et
Chateaux) en Le Relais Christine in het 6e arrondissement en lid van
de Small Luxury hotels of the World. Dit Franse bedrijf is vandaag de dag de
tweede grootste restaurantonderneming in Frankrijk net achter McDonald’s.
Eigenaar zijn van
fastfood ketens en genormeerde (eet)instituten, het blijft een vreemde
combinatie. Toch heeft Olivier Bertrand, geboren op 3 december 1969, de zelfde
bevlogenheid als Jean-Paul Bucher. Afkomstig uit een familie van bierbrouwers
uit de Auvergne. Al vroeg werkzaam in de
horeca en daarna in het bankwezen waar hij diverse dossiers van restaurants en cafés beheerde. Deze ervaring
zal structureel blijken te zijn voor de rest van zijn ondernemers carrière. In
1991 opende hij zijn eerste restaurant in Parijs. Later nog eens twee andere in
de buurt van de Porte Saint-Martin en het Gare du Nord om ze vervolgens weer te
verkopen. In 1997 richtte hij de Groupe Bertrand op en de rest is historie. Een
belangrijk persoonlijk doel is gebleven; met passie en respect hoeder te willen
zijn van een authentiek gastronomisch cultureel erfgoed.
Brasserie Lipp waarvan de historie teruggaat naar 1880
Brasserie Lipp kwam in
zijn bezit in 2002 waarvan de historie teruggaat naar 1880. Toen vestigden
Léonard Lipp en zijn vrouw Élise hun cafébedrijf aan de boulevard Saint-Germain
151. Lipp wilde zich toeleggen op het tappen van bier en het serveren van
bijpassende maaltijden. Al vanf de opening frequenteerden acteurs en dichters
de zaak. In 1914 werden de fundamenten voor de faam van Lipp gelegd door de
nieuwe eigenaar Martin Barthélémy-Hébrard. Hij liet de grote geslepen spiegels
die in faÏencetegeltjes waren gevat en platen van beschilderd keramiek tegen de
muren aanbrengen. En die zijn er nog altijd. In 1920 kwam het restaurant in
handen van Marcellin Cazes. Hij liet de cour van het gebouw overkappen en tot
eetzaal ombouwen.
Garçons met een zichtbaar lang dienstverband, hun handen krom van het bestek leggen
Op 1 april 2016 nam
hij het bedrijf over van Pierre en Jacques Blanc beter bekend
al ‘Les Frères Blanc’. In hun
bezit brasseries met grote namen zoals: Le Procope, La Fermette Marbeuf, Au
Pied De Cochon, La Lorraine, Chez Jenny en Le Petit Zinc.
Le Procope
Dit restaurant is een van
de weinige etablissementen in de Franse hoofdstad die kunnen bogen op een
geschiedenis van meer dan drie eeuwen. In 1686 geopend als café annex ijssalon
in de rue des Fosses-Saint-Germain later omgedoopt tot de rue de l’Ancienne
Comédie. De eigenaar heette Francesco Procopio Dei Cotelli. Hier schonk hij een
nieuw, modieus drankje, dat men café noemde, maar Procopio stookte ook zijn
eigen likeuren zoals Rosée du Soleil gemaakt op basis van venkel, anijs,
koriander, dille, geplette karwij en dit alles in brandewijn. Maar men kwam in
die tijd ook voor gekonfijte vruchten en het vruchtenijs.
La Fermette Marbeuf
Alleen al voor de
inrichting is dit restaurant een bezoek waard maar ook voor de klassieke en
betrouwbare keuken. In 1978 kocht Jean Laurent een eettent die sedert de jaren
vijftig op nummer 5 in de rue Marbeuf was gevestigd met als doel er onder zijn
eigen naam een restaurant te beginnen. Maar omdat de luchtverversing niet
voldeed moesten er wat gaten gehakt worden. Al bij de eerste mokerslag werd
duidelijk dat achter de bestaande inrichting een ouder interieur schuilging,
compleet met gietijzeren pilaren, tegelpanelen en glas-in-lood. Het bleek te
gaan om de vroegere eetzaal van hotel Langhem. Een compleet glazen paviljoen in
art-nouveaustijl. Compleet met afbeeldingen van vrouwen, dieren, plant- en
bloemmotieven. In 1982 wist hij nog eens
de hand te leggen op de inboedel van een complete wintertuin van een villa in
Maisons-Laffitte uit dezelfde periode. Hij richtte er de zaal aan de voorzijde
mee in. Geen wonder dat dit interieur in 1983 op de lijst van historische
monumenten werd geplaatst.
De obers balancerend met volle dienbladen. Ik geniet van die dynamiek
Foto Alex Timmermans
Au Pied De Cochon
Hier zijn de fornuizen
sinds 6 december 1946 nog nooit uitgezet. Het restaurant heeft niet eens een
sleutel; 24 uur per dag, 365 dagen per jaar worden hier de fruits de mer en de
varkenspoten geserveerd volgens een traditie die stamt uit de tijd toen hier de
beroemde voedselhallen nog stonden. De sfeer doet mij sterk denken aan het boek
van Emile Zola; 'Le Ventre de Paris'. "De wagens arriveerden aan één
stuk door, de kreten van voermannen, de zweepslagen, de vergruizing van de
straatstenen onder het ijzer van de wielen en de paardenhoeven werd erger, en
de wagens kwamen alleen nog maar schoksgewijs vooruit. Ik bevond mij voor het
kolossale bedrijf dat de zwelgpartij van die dag van eten zou voorzien. Ik kan
in het vage licht de rode stapels vlees onderscheiden, manden met vis,
glinsterend met een zilveren glans, bergen groenten die de schaduw
doorspikkelen met witte en groene vlekken". Vroeger kruisten de vroege
vogels, de werklui van de hallen hier het pad van de nachtvlinders, de
kunstenaars en artiesten die zich graag rond de Hallen ophielden. Per dag
worden hier een ton aan schaal- en schelpdieren verorberd en per jaar 85.000
varkenspootjes. Wist je trouwens dat een varkenspoot uit 28 botjes bestaat?
Een restaurant is als een theater met twee podia: de eetzaal en de keuken
La Lorraine
Deze brasserie vierde dit
jaar, 2019, zijn honderdjarig bestaan. Gekocht door ene François Pouillages,
een handelaar in hout en kolen. De uitspanning droeg toen nog de naam Café des Négociants en zijn vrouw werkte al in
dit restaurant. In 1924, na een renovatie en diverse uitbreidingen, hernoemde
hij het in La Lorraine, als eerbetoon omdat na de Eerste Wereldoorlog Duitsland
Lotharingen weer aan Frankrijk moest afstaan. Mede dankzij de nabijheid van
diverse theaters waaronder Théâtre de l'Empire, La salle Wagram en La salle
Pleyel kreeg het de clientèle van diverse artiesten zoals Charlie Chaplin en
Jean Gabin. In 2004 wordt de Lorraine nog eens gerenoveerd door Jean-Pierre
Heim. De oesterbank van graniet en roestvrij staal werd in ere hersteld net als
de fresco's van Pierre Bonnefille en de kristallen kroonluchters van La
Compagnie des Cristallerie de Saint-Louis. De mozaïeken vloer bij de ingang
werd ontdekt tijdens de renovatiewerkzaamheden. Architect Laura Gonzalez voerde
de laatste interieurwijzigingen door speciaal voor de verjaardag van de
honderdjarige. De brasserie is te vinden aan de Place des Ternes 2.
De gemiddelde Parijse kelner is zó fijn gevoelig, dat hij je de vernedering bespaart die altijd ligt in het moeten accepteren van beleefdheden, welke slechts om den brode worden bewezen.
Simon Carmiggelt (Kronkel)
Chez Jenny
Als marktkoopman, waar
hij producten verkocht uit zijn geboortestreek de Elzas, had Robert Jenny al
snel door dat Parijs een ideale afzetmarkt vormde. De Parijzenaars hielden van
zijn specialiteiten en dit was voor hem reden om zich met een restaurant in
Parijs te vestigen. Hij vond een plek naar zijn smaak aan de boulevard du
Temple nummer 39, vlakbij de place de la Republique. Het was de oude balzaal
Victor. Brasserie Chez Jenny opende in 1932. De kunstenaars die Jenny voor de
inrichting had aangetrokken gaven het de sfeer van een Elzasser weinstube.
Charles Spindler voorzag de zalen van diverse taferelen uit de Elzas uitgevoerd
in de duurste houtsoorten waaronder wortelhout uit Birma, thuja uit Marokko,
amboina hout uit Indonesië en esdoorn uit Canada. Al vanaf de opening zetten de
serveersters in originele klederdracht de gasten een heerlijke zuurkool voor.
Dit authentieke etablissement is ‘gewoon’ gebleven en nog steeds zeer populair.
Le Petit Zinc
Op deze plek in de rue
Saint-Benoit zat eerst het restaurant l’Assiette au Beurre. Het restaurant in
de vorm van een theater, wat het ooit was, heeft een wat donker interieur uit
het begin van de 19e eeuw, dat inclusief de keramiekpanelen doet
denken aan de inrichting van Maxim’s. Let op het fraaie dientafeltje dat is
versierd met tegeltjes in allerlei kleuren en geïnspireerd op het werk van de
schilder Alfons Mucha. Reserveren is een must want het zit iedere avond
stampvol.
In 2017 volgde de
overname van de zieltogende Flo Groep en zo kwamen de geesteskinderen van
Jean-Paul Bucher eveneens in bezit van Olivier Bertrand, Met uitzondering van Brasserie Flo, Julien en Balzar. De
overigen; Le Bœuf sur le Toit, Bofinger, La Coupole, Terminus Nord en Le
Vaudeville werden toegevoegd aan de toch al belangrijke lijst van historische
monumenten.
Een echte brasserie is vooral groot, het interieur het liefst belle époque of art deco, met wandschilderingen en veel spiegels zodat je iedereen goed in de gaten kunt houden
Boeuf sur le Toit
Dit prachtige restaurant
doet qua sfeer denken aan de eetzaal van een super de luxe passagiersschip.
Hier wordt 750 keer per dag de tafel gedekt. Het hele restaurant is bijna tot
in het karikaturale ingericht in art-deco stijl, terug naar de sfeer van de
jaren dertig. Gestucte friezen met terugkerende motieven, geslepen spiegels,
lampen in geometrische vormen, dientafeltjes van donker hout en rechthoekige
stoelen bekleed met fluweel. Dit restaurant is sinds 1922 vijf keer verhuisd.
In 1922 was dit fameuze restaurant te vinden op rue Boissy d’Anglas 28, In
1928, op rue Boissy d’Anglas 33, en op rue de Penthièvre 26. In 1936, verhuisde
het restaurant weer naar avenue Pierre 1er de Serbie 41 bis. Sinds 1941, op
nummer 34 van rue du Colisée in het achtste arrondissement, op loopafstand van
de Champs Elysées.
Een van de vaste onderdelen van de dagindeling van de Parijzenaar bestaat dan ook uit een bezoek aan een restuarant
Bofinger
n 1864 opende Frédéric
Bofinger op nummer 5 van de rue de la Bastille, naar het schijnt de eerste
gelegenheid waar bier uit het vat werd geserveerd. Met zijn fraaie
azuurkleurige koepel van glas in lood, versierd met enorme bloementrossen,
sierlijke ingelijste spiegels en gepatineerde houten muren, is het een genot om
hier te dineren. Lange tijd is Bofinger een verplichte pleisterplaats voor de
hele politieke klasse, kunstenaars en acteurs. Door de toenemende populariteit
van de wijk rond place de la Bastille en de opening van de nieuwe Opéra de la
Bastille in 1989, blijft deze brasserie een van de drukst bezochte brasseriën
van Parijs. Mede dankzij de kwaliteit van de Elzasser keuken en wijnen. Voor
het restaurant staat een zogenaamde "banc de huîtres" waar de
'huîtriers', de oestermannen, gedurende het gehele jaar, buiten de schalen
prepareren vol met schaal- en schelpdieren. Vergeet vooral niet voor het
weggaan een van de mooiste toiletten te bezoeken van de Marais.
La Coupole
Geopend in 1927. Ooit een
opslagplaats voor kolen en hout. De onderaardse gangen dwongen de architect om
de grootste eetzaal van Parijs te voorzien van 24 pilaren. 32 kunstenaars uit
de buurt van Montparnasse werden vervolgens benaderd om de pilaren te
beschilderen. Eten in La Coupole is een belevenis. Dit restaurant is nog steeds
de ontmoetingsplaats voor talloze beroemde mensen uit de wereld van politiek,
literatuur, kunst, zang en dans. Een gevleugelde uitspraak in Parijs is
"regeringen worden gevormd in Lipp, ze vallen in la Coupole". Toen
Bucher het in 1988 overnam heeft hij het interieur in de oude staat
teruggebracht. Zacht groene wanden, prachtig mozaïek op de vloer en je eet nog
steeds van het art-déco servies. 91 mensen vormen de zwarte en 43 de witte brigade.
Het 800 m² grootte restaurant telt 450 plaatsen gesitueerd rondom een
monumentaal kunstwerk 'la Terre' van Louis Derbré'. Vooral als visliefhebber
kom je hier aan je trekken, maar ook voor een uitstekende chateaubriand bent u
hier aan het juiste adres. Ook hier is de liefde voor monumenten door Olivier
Bertrand voelbaar. Onlangs werd de gehele voorgevel en terras in oude staat
hersteld.
Het team van Terminus Nord - foto Len Ophorst-Reincke
Terminus Nord
Ook dit restaurant
onderging het afgelopen jaar een totale renovatie.
Vanaf 1850 schoten in
Parijs de nieuwe stations als paddenstoelen uit de grond. Monumentale gevels
met luxe glazen overkappingen en binnenin spectaculaire constructies van ijzer
en glas. Dat gevoel uit de 19e eeuw is nog steeds te ervaren als u aankomt op
Gare du Nord gebouwd door de Franse architect Ignaz Hittorf, tussen 1861 en
1865, in opdracht van la Compagnie des Chemins de Fer du Nord. Maar het
indrukwekkendst is de sfeer van de ontluikende spoorjaren nog te voelen in dit wonderschone
restaurant Terminus Nord. Prachtige eetzalen met een mix van art-nouveau en
art-deco verweven in een cocktail van koper, mahonie, leder en spiegels. Wanden
vol met de mooiste fresco's en authentieke posters en glazen plafonds met glas
in lood. Een adembenemend decor uit de belle epoque. Genieten van de feilloze
bediening, bijna dansend met volle dienbladen en de dynamiek van de steeds
binnenkomende reizigers, op weg of onderweg.
De mens moet in de visie van de levenskunstenaar per slot van rekening niet alleen eten om te leven, maar zeker ook leven om te eten
Le Vaudeville
Het café Vaudeville stamt
uit 1827 en werd in die tijd druk bezocht door beurshandelaren en
theaterbezoekers. Le Vaudeville ligt in de rue de Vivienne tussen het Palais
Royal en de Grands Boulevards, tegenover de beurs van Parijs. Reden toentertijd
voor Bucher om ook dit café in te lijven en in 1979 te verbouwen tot brasserie.
De inrichting dateert uit de jaren twintig en het prachtige art-deco interieur
met veel koper, hout en marmer is gelukkig bewaart gebleven.
Parijs staat bekend als een stad waar de levenskunst ook daadwerkelijk tot een kunst is verheven. Rest mij nog een
opmerking. Het succes van bovengenoemde restaurants kan ervoor zorgen dat alles met
grote spoed wordt geserveerd zodat de tafel nog eens gedekt kan worden,
desalniettemin smakelijk eten.
TIP: Meer ongekende
plekken van Parijs? Mijn reisgids ‘Ongewoon Parijs’ heeft inmiddels een
opvolger: ‘Ongekend Parijs’. Voor € 22,50 te koop online en bij iedere goede
boekhandel.
This is a good blog it is very useful for me horeca lederwaren if you want then you can visit our website
BeantwoordenVerwijderenThis is a good blog it is very useful for me if you need it horecalederwaren if you need passport then you can purchase it from our website
BeantwoordenVerwijderen